Toelichting bij COM(2004)536 - Jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52004DC0536

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG {SEC(2004)1027} /* COM/2004/0536 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT - JAARVERSLAG 2004 OVER HET ONTWIKKELINGSBELEID EN DE EXTERNE BIJSTAND VAN DE EG {SEC(2004)1027}

A.

Inleiding



Dit is het vierde jaarverslag van de Europese Commissie over ontwikkelingsbeleid en externe bijstand en het laatste van de Commissie-Prodi. Het verslag geeft een overzicht van de voor 2003 overeengekomen doelstellingen en toetst de behaalde vorderingen in het licht daarvan.

De Europese Unie bekleedt op mondiaal niveau een belangrijke plaats op het gebied van economie, handel en ontwikkeling. Zij vertegenwoordigt 55% van de totale steunstromen - circa 30 miljard euro per jaar - waarvan meer dan een vijfde door de Europese Commissie wordt beheerd. Deze bijstand wordt verstrekt aan meer dan 160 landen, gebieden of organisaties in de hele wereld. Hij vormt een tastbare uitdrukking van het engagement van de Gemeenschap voor de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen, die vooral op armoedebestrijding zijn toegespitst. Sinds het jaar 2000 is de hoofddoelstelling van het communautair ontwikkelingsbeleid het terugschroeven en uiteindelijk uitroeien van de armoede. Via haar externe bijstand geeft de Europese Unie blijk van haar steun voor het bevorderen en verankeren van universele waarden zoals democratie en mensenrechten. Voor 2003 heeft de Commissie zich tot taak gesteld het mondiale partnerschap tussen Noord en Zuid te verbeteren, met name door de tenuitvoerlegging van de verbintenissen die waren aangegaan op de VN-conferenties van 2002 over ontwikkelingsfinanciering in Monterrey en over duurzame ontwikkeling in Johannesburg en door aan de hand van het kader van de Overeenkomst van Cotonou i de solidariteit van Europa met Afrika te bevestigen. Het doel was bovendien te zorgen voor een gelijke verdeling van de positieve effecten van de mondialisering tussen en binnen de landen met respect voor hun culturele diversiteit en ecologisch erfgoed, en te streven naar een eerlijker spreiding van de middelen tussen Noord en Zuid.


2003 was ook een belangrijk jaar op het gebied van verbeterde coherentie en impact van de externe bijstand van de EG. De Commissie heeft verder werk gemaakt van haar hervorming in verband met de prioritering, organisatie en tenuitvoerlegging van haar programma's, en deze werkzaamheden hebben de eerste concrete resultaten opgeleverd. De betalingsverplichtingen en betalingen ten laste van de begroting en van het Europees Ontwikkelingsfonds hebben in 2003 een recordniveau bereikt. De overdracht van de dagelijkse besluitvorming aan de delegaties heeft ertoe geleid dat de programma's van de Unie voor externe bijstand beter inspelen op de wensen van de partnerlanden, en andere donoren spreken van een duidelijk verbeterde coördinatie. Het deconcentratieproces zal medio 2004 grotendeels voltooid zijn. De kwaliteit van de strategiedocumenten, die zijn bedoeld als hulpmiddel om de situatie in een partnerland te analyseren en de sectoren te selecteren waarop de hulp moet worden geconcentreerd, is eveneens sterk verbeterd.

In 2003 zijn uitgebreide maatregelen genomen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie te herzien teneinde de daaruit voortvloeiende distorsies van de internationale handel tot een minimum te beperken en een meer ontwikkelingsgerichte aanpak alsook een verbeterde samenhang tussen het landbouw- en het ontwikkelingsbeleid van de EU te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van de WTO-Ontwikkelingsronde van Doha. Er worden bijkomende hervormingen voorbereid voor de sectoren die nog niet zijn bestreken, in het bijzonder katoen, tabak, olijfolie en suiker.

De betrekkingen van de EU met de haar omringende landen kregen in 2003 een nieuw elan en werden duidelijker omschreven. In december bereikte de Europese Raad eensgezindheid over de beginselen van een nieuw beleidskader waarbinnen aan deze landen een partnerschap wordt aangeboden waarin alle aspecten behalve de instellingen worden gedeeld. Het Europees Nabuurschapsbeleid zal ervoor zorgen dat na de uitbreiding van de EU geen nieuwe scheidingslijnen tussen arm en rijk op dit door oorlog verscheurde continent worden getrokken.

Het jaar 2003 betekende ook een belangrijke innovatie voor de bijdrage van de Gemeenschap tot de vredesopbouw in Afrika. De Commissie zal een bijdrage van 250 miljoen euro tot een Afrikaanse vredesfaciliteit leveren. Die zal gebaseerd zijn op de volgende beginselen: (i) eigen verantwoordelijkheid, zodat de capaciteit van de Afrikaanse landen om Afrikaanse conflicten op te lossen, wordt versterkt; (ii) solidariteit door financiële bijdragen van alle Afrikaanse landen; en (iii) ontwikkeling, uitgaande van het inzicht dat er zonder vrede en stabiliteit geen ontwikkeling in Afrika kan plaatsvinden.

C. PATTEN. Lid van de Europese Commissie bevoegd voor buitenlandse betrekkingen. Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Dienst voor samenwerking EuropeAid.

P. NIELSON. Lid van de Europese Commissie bevoegd voor ontwikkeling. Algemeen directeur van de Raad van Bestuur van de Dienst voor samenwerking EuropeAid.

G. VERHEUGEN. Lid van de Europese Commissie bevoegd voor uitbreiding. Lid van de Raad van Bestuur van de Dienst voor samenwerking EuropeAid.

P. LAMY. Lid van de Europese Commissie bevoegd voor handel. Lid van de Raad van Bestuur van de Dienst voor samenwerking EuropeAid.

J. ALMUNIA. Lid van de Europese Commissie bevoegd voor economische en financiële zaken. Lid van de Raad van Bestuur van de Dienst voor samenwerking EuropeAid.


1.

1. Het engagement van de EG voor ontwikkelingssamenwerking


Dit jaarverslag geeft een overzicht van de beleidsinitiatieven en activiteiten van de Europese Gemeenschap op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en externe bijstand in 2003. Het is bestemd voor een breed lezerspubliek: de Europese Instellingen zelf, de overheidsdiensten van de lidstaten, andere organisaties die actief zijn op het gebied van ontwikkeling en externe bijstand, de partnerlanden en de Europese niet-overheidsactoren en burgers die het als belastingbetaler mogelijk maken deze aanzienlijke inspanning te leveren.

Financiële bijstand is van vitaal belang voor het verwezenlijken van alle ambitieuze doelstellingen die de ontwikkelingslanden en de donorgemeenschap voor zichzelf hebben vastgesteld. De Europese Unie in haar geheel is 's werelds grootste donor op ontwikkelingsgebied: zij verstrekt meer dan de helft van alle ontwikkelingssteun wereldwijd, d.w.z. meer dan 30 miljard euro in 2003.

Ruim een vijfde van de totale lopende steunbegroting van de Europese Unie wordt door de Europese Commissie namens de Europese Gemeenschap beheerd. Deze middelen zijn afkomstig van de Gemeenschapsbegroting en het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).

Ook qua geografisch bereik hebben de bijstandsprogramma's van de Gemeenschap een mondiaal karakter: van de directe buurlanden van de EU tot kleine eilanden in de Stille Zuidzee. Dit verslag maakt een staat op van de betalingsverplichtingen voor 7,8 miljard euro en de betalingen voor 5,8 miljard euro in het jaar 2003.

Het doel van het beleid van de Europese Gemeenschap inzake ontwikkelingssamenwerking is het bevorderen van een duurzame ontwikkeling met het oog op de uitroeiing van de armoede in de partnerlanden en de integratie van die landen in de wereldeconomie. Dat kan alleen tot stand worden gebracht door de tenuitvoerlegging van beleidslijnen ter bevordering van de consolidatie van democratie, rechtsstaat, goed bestuur en respect voor de mensenrechten.

De eigen verantwoordelijkheid van de partnerlanden voor deze strategieën, door het versterken van het democratisch systeem en het uitbreiden van participatie tot alle lagen van de samenleving, is de sleutel tot succes. De Gemeenschap hecht groot belang aan de kwaliteit van de dialoog met de partnerlanden met het oog op samenhang tussen het beleid van die landen en de steunmaatregelen van de Gemeenschap.

Het verslag bevat een update over de vorderingen op weg naar de strategische doelstellingen van de EG en de resultaten van het afgelopen jaar. De strategische doelstellingen van de EG zijn gebaseerd op de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen die de wereldleiders op de Millenniumtop in september 2000 zijn overeengekomen, met als overkoepelende doelstelling de armoede in de wereld tegen 2015 met de helft te verminderen.

De EG draagt tot het bereiken van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen bij door haar bijstand te concentreren op zes sleutelterreinen waarop zij bijzondere toegevoegde waarde kan creëren. Het rapport bevat een analyse van de vorderingen in deze concentratiesectoren: verband tussen handel en ontwikkeling; regionale integratie en samenwerking; steun voor macro-economisch beleid en billijke toegang tot sociale dienstverlening; vervoer; voedselzekerheid en duurzame plattelandsontwikkeling; institutionele capaciteitsopbouw, in het bijzonder goed bestuur en respect voor de rechtsstaat. Het bevorderen van de mensenrechten, de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, een duurzaam milieubeheer en conflictpreventie zijn horizontale kwesties die in iedere fase en in alle bijstandsprogramma's van de Gemeenschap moeten worden geïntegreerd.

2.

1.1. Samenhang tussen handel en ontwikkeling


In november 2002 heeft de Raad van Ministers conclusies aangenomen over de mededeling van de Commissie betreffende handel en ontwikkeling i, en daaruit zijn tijdens het verslagjaar een reeks EG-initiatieven voortgevloeid. De hoofddoelstelling van de Commissie is ervoor te zorgen dat de ontwikkelingslanden en vooral de meest kwetsbare onder hen aanzienlijke voordelen halen uit hun deelname aan het wereldhandelsstelsel. Met het oog daarop heeft de Commissie gewerkt aan de verbetering van de samenhang tussen de nieuwe WTO-handelsvoorschriften en de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid. Duurzaamheidseffectrapportages worden thans regelmatig gebruikt ter beoordeling van de potentiële sociaal-economische en milieu-effecten van handelsovereenkomsten op multilateraal, bilateraal of regionaal niveau.
[KOM(2002)513].


3.

1.2. Regionale integratie en samenwerking


Binnen het EU-beleid wordt de regionale integratie van de ontwikkelingslanden beschouwd als een belangrijke stap op weg naar hun integratie in de wereldeconomie. De regionale integratie was bijgevolg een essentieel element van de EU-steun voor het Mercosur-initiatief, de Latijns-Amerikaanse gemeenschappelijke markt (MCAL) en de Andesgemeenschap, terwijl de werkzaamheden voor regionale samenwerking in Zuidoost-Azië worden opgevoerd.

De EG heeft zich in 2003 ingezet voor de bevordering van het concept van een versterkte regionale samenwerking in de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die onder de Overeenkomst van Cotonou vallen. Medio 2003 waren steunstrategieën voor zes regio's in de groep van ACS-landen overeengekomen, en in elk van die strategieën bekleden regionale integratie en handel een centrale plaats.

Het Europees Nabuurschapsbeleid geeft uiting aan een nieuwe klemtoon op het partnerschap tussen de EU en Rusland, de Westelijke NOS en tien mediterrane landen. In 2003 heeft de Commissie het concept Nabuurschapsprogramma's ontwikkeld, waarin interne en externe financiering op harmonische wijze worden samengevoegd.

4.

1.3. Steun voor macro-economisch beleid en billijke toegang tot sociale diensten


Het beginsel van directe begrotingssteun om de landen te helpen hun strategieën voor armoedebestrijding ten uitvoer te leggen, is in 2003 met groot succes toegepast. Begrotingssteun en macro-economische bijstand zijn twee verschillende methoden die van essentieel belang zijn om de armoede te bestrijden, de overheidsuitgaven voor essentiële diensten voor gezondheidszorg en onderwijs te ondersteunen en hun praktische resultaten te meten.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen voor begrotingssteun aan 19 ACS-landen 770 miljoen euro en de betalingen 390 miljoen euro: daarmee werd steun verleend voor de tenuitvoerlegging van de eigen strategieën voor armoedebestrijding van de partnerlanden, werden vorderingen behaald bij de programma's voor de hervorming van het beheer van de overheidsfinanciën en werden de regeringen aangemoedigd een resultaatgericht beleid te voeren.

De werkzaamheden in 2003 in verband met de componenten onderwijs van het ontwikkelingsbeleid van de EG sloten aan op de strategie die is uitgestippeld in de mededeling van maart 2002 inzake de rol van onderwijs en scholing in de armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. De Commissie heeft een actieve rol gespeeld bij het plannen en opstarten van het internationaal partnerschap voor het versneld initiatief 'Onderwijs voor iedereen', dat erop gericht is de vorderingen op weg naar basisonderwijs voor iedereen in de ontwikkelingslanden te versnellen. De betalingsverplichtingen in 2003 voor onderwijsprogramma's en -projecten per land beliepen in totaal circa 250 miljoen euro, waarvan ongeveer 135 miljoen euro naar de ACS-landen ging. Deze onderwijsprogramma's en -projecten per land bestrijken basisprogramma's op het gebied van beroepsopleiding en hoger onderwijs die in de ontwikkelingsprogramma's van het partnerland worden geïntegreerd en gecontroleerd via een reeks indicatoren die met de regering van het partnerland worden overeengekomen.

De Europese Commissie heeft bij haar beleid hoge prioriteit toegekend aan vorderingen op weg naar de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen inzake gezondheidszorg, onder meer in verband met kindersterfte, gezondheid van moeders en overdraagbare ziekten. Zulks blijkt uit de geprogrammeerde steun voor de ontwikkelingslanden. De EG heeft eveneens 460 miljoen euro toegezegd aan het Wereldfonds voor de bestrijding van Aids, tuberculose en malaria. De EU-bijdrage (EG plus lidstaten) vertegenwoordigt tot nog toe meer dan de helft van alle middelen die aan het Fonds zijn uitgekeerd.

5.

1.4. Vervoer


De sector vervoer is van essentieel belang voor de verbetering van de toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, water en voedselzekerheid Het is een van de zes prioriteiten van de ontwikkelingssamenwerking van de EG en de concentratiesector van 32 nationale ACS-programma's en drie regionale ACS-programma's in het kader van het 9e EOF; de totale betalingsverplichtingen voor vervoerprogramma's in ACS-landen en -regio's uit hoofde van dat Fonds beliepen in 2003 circa 500 miljoen euro, ten behoeve van beleids- en strategiehervormingen en investeringen in vervoersnetwerken, in hoofdzaak in het wegvervoer.

Vervoer vormt ook een van de prioriteiten in de regionale programma's van TACIS i, Centraal-Azië en de Westelijke Balkan. De Commissie verleent steun voor het project TRACECA voor de aanleg van een gemeenschappelijke vervoercorridor van Europa naar Centraal-Azië: in 2003 zijn 11 projecten voor in totaal 12 miljoen euro vastgelegd. In 2003 zijn eveneens een regionale studie van de infrastructuur in de Balkan en een behoeftenbeoordeling op het gebied van de luchtvaartveiligheid en de luchtverkeersleiding in de vijf CARDS-landen uitgevoerd.


6.

1.5. Voedselzekerheid en duurzame plattelandsontwikkeling


In de ontwikkelingslanden is de armoede nog steeds het meest verbreid en het ernstigst op het platteland. In 2003 was de Commissie voorzitter van een taskforce van EU-lidstaten om een nieuw grondbeleid ter ondersteuning van de ontwikkelingslanden uit te werken. Daarbij zijn de grondslagen gelegd voor een duurzaam en participatief beleid dat ten goede van de armen komt en een grondbeheer dat uitgaat van de erkenning van bestaande rechten in plaatselijke culturen en samenlevingen.

In 2003 heeft de Commissie bijgedragen tot de oprichting van een mondiaal donorplatform voor plattelandsontwikkeling met de deelname van vooraanstaande bilaterale en multilaterale donoren. De EG heeft ook een aanvang gemaakt met werkzaamheden voor het creëren van een strategisch partnerschap met belangrijke VN-organisaties zoals de Voedsel- en landbouworganisatie en het Wereldvoedselprogramma.

De Commissie heeft via een specifieke EU-begrotingslijn voor voedselzekerheid en voedselhulp 440,6 miljoen euro aan 32 prioritaire landen verstrekt, in hoofdzaak in Afrika, alsook ter ondersteuning van belangrijke internationale organisaties.

7.

1.6. Goed bestuur, institutionele capaciteitsopbouw en rechtsstaat


Een goed bestuur en de bevordering van de democratie zijn door de internationale gemeenschap met inbegrip van de Europese Unie aangemerkt als essentiële factoren voor het bereiken van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen. Het EG-beleid inzake goed bestuur, institutionele capaciteitsopbouw en de rechtsstaat vormde het onderwerp van een recente mededeling over goed bestuur en ontwikkeling. Het gaat om een praktische aanpak, die is toegespitst op verschillende soorten situaties, bijvoorbeeld moeilijke partnerschappen, post-conflictsituaties en doeltreffende partnerschappen.

Terwijl de EG haar steun in 2003 verder is blijven richten op landen met goede prestaties als middel om de doeltreffendheid van de steun te verhogen, hanteert zij toch tegelijk het beleidsprincipe dat de bevolking in minder goed presterende landen niet de prijs van een slecht beleid mag betalen. In de mededeling wordt voorgesteld dat de Gemeenschap zich om redenen van solidariteit, veiligheid en doeltreffendheid van de steun op lange termijn niet volledig uit deze landen terugtrekt maar naar alternatieve invalshoeken en benaderingen van de samenwerking zoekt.

8.

1.7. Wetenschappelijke en technologische samenwerking ter ondersteuning van de ontwikkeling


Het 6e Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (2002-2006) omvat een component onderzoek voor ontwikkeling, die geheel op samenwerking met de ontwikkelingslanden is gebaseerd.

9.

1.8. Andere samenwerkingsactiviteiten van de EG


De belangrijkste punten van het jaar zijn de bijdragen van de EG tot mondiale initiatieven en de vorderingen bij de toezeggingen op de conferenties van Monterrey en Johannesburg over duurzame en billijke ontwikkeling en bij de WTO-ontwikkelingsagenda van Doha. De effecten van de recente uitbreiding van de Europese Unie wat betreft de uitbreiding van de donorgemeenschap en de rol van de nieuwe buurlanden worden in de bijlagen bij dit document behandeld.

In 2003 zijn ook de toetsingen halfweg voltooid van de strategiedocumenten voor het Middellandse-Zeegebied, Azië, Latijns-Amerika, TACIS (Oost-Europa en Centraal-Azië) en CARDS (Westelijke Balkan) en is het proces voor de ACS-landen opgestart. Het doel van deze toetsingen halfweg is ervoor te zorgen dat de werkzaamheden op bestaande problemen blijven inspelen en dat sneller op wijzigende situaties wordt gereageerd.

10.

2. Efficiency van de samenwerking van de EG


De hervorming van de externe bijstand, die in 2000 is gestart, is in 2003 verder ten uitvoer gelegd. De overdracht van de verantwoordelijkheid inzake beheer naar de EG-delegaties in de begunstigde landen is goed gevorderd, de klemtoon is verschoven van het verstrekken van middelen naar resultaten en de hervorming heeft geleid tot een vereenvoudiging van de procedures en een grotere nadruk op strategische planning en programmering van de externe bijstand. De beheerscapaciteit van de Dienst voor samenwerking EuropeAid is er ook dit jaar op vooruitgegaan met bijzondere nadruk op de kwaliteitsverbetering en versterking van de informatiesystemen.

Het coördineren van de ontwikkelingsactiviteiten tussen de partners, het harmoniseren van beleid, programma's, procedures en praktijken en het maximaliseren van het positief effect van de hulp op de ontwikkeling zijn alle essentiële onderdelen van het hervormingsproces. De Gemeenschap heeft zich actief ingezet voor de implementatie van het concept van "de drie C's": coördinatie, complementariteit en coherentie.

11.

3. Invloed van de EG in de wereld: resultaten in 2003 naar regio


De Europese Gemeenschap verleent bijstand aan 140 landen en zes regio's in de wereld: de Westelijke Balkan, Oost-Europa en Centraal-Azië; de Middellandse-Zeelanden, de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de overzeese landen en gebieden (LGO); Azië, Latijns-Amerika. De bijlagen bevatten uitvoerige nadere gegevens, met inbegrip van cijfers inzake financiële uitvoering en betalingsverplichtingen in 2003.

12.

Westelijke Balkan


Het strategische doel van het communautaire optreden in de Westelijke Balkan, in de vorm van het CARDS-programma, blijft ondersteuning van het stabilisatie- en associatieproces. Het jaar 2003 bevestigde een verdere verschuiving van de communautaire bijstand van wederopbouw en stabilisatie van de democratie naar andere sectoren die nauwer aanleunen bij de hervormingsagenda van het stabilisatie- en associatieproces zoals opbouw van de administratieve en institutionele capaciteit, economische en sociale ontwikkeling, justitie en binnenlandse zaken, en sterkere aanpassing aan het EU-acquis.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen in de Westelijke Balkan 620 miljoen euro en de betalingen 425 miljoen euro.

13.

Oost-Europa en Centraal-Azië


In het vooruitzicht van de uitbreiding van de Unie in mei 2004 was een van de hoofdprioriteiten voor 2003 een nauwere samenwerking langs de buitengrenzen van de Unie. In november 2003 is een nieuwe strategie en indicatief programma 2004-2006 voor de grensoverschrijdende samenwerking van TACIS goedgekeurd; daarin wordt uiteengezet hoe dit beleid aan beide zijden van de oostelijke grenzen van de uitgebreide Unie ten uitvoer zal worden gelegd: eind 2003 heeft de Commissie een aanvang gemaakt met de herziening van de TACIS-verordening. Het is van belang de sociale gevolgen van de overgang in te calculeren, in te spelen op de behoefte aan een grotere veiligheid in de nucleaire industrie en ervoor te zorgen dat het TACIS-programma goed is aangepast aan de nieuwe prioriteiten van het Europees Nabuurschapsbeleid.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen in Oost-Europa en Centraal-Azië 504 miljoen euro en de betalingen 420 miljoen euro.

14.

Middellandse-Zeelanden en Midden-Oosten


De activiteiten in deze regio, die via het MEDA-programma ten uitvoer worden gelegd, vormden de neerslag van het Proces van Barcelona en het Nabuurschapsbeleid van de EG.

In 2003 is de Gemeenschap doorgegaan met het ondersteunen van initiatieven ter versterking van de subregionale integratie op terreinen zoals handel, infrastructuurnetwerken en migratiebeleid, met inachtneming van de richtsnoeren van de Arabische Maghreb-landen en het Proces van Agadir. Het bevorderen van investeringen in de landen ten zuiden van de Middellandse Zee vormt ook een belangrijke uitdaging: in dit verband heeft de Raad ECOFIN van november 2003 voorgesteld de Europees-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP) verder te ontwikkelen.

De Conferentie van Napels van december 2003 heeft haar goedkeuring gehecht aan de oprichting van een Euro-mediterrane stichting voor de bevordering van een interculturele dialoog. Op onderwijsgebied zal de uitbreiding van het Tempus-programma tot de mediterrane landen leiden tot een versterkte samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs en de beroepsopleiding. Ten slotte is een samenwerkingsprogramma op het gebied van justitie en binnenlandse zaken opgestart en worden specifieke projecten uitgevoerd voor opleiding en samenwerking van de politiediensten, justitiële opleiding en samenwerking alsmede het verzamelen en analyseren van informatie over migratiestromen in het Middellandse-Zeegebied.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen in het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten 600 miljoen euro en de betalingen 498 miljoen euro.

15.

Landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan/Landen en gebieden overzee


De politieke dialoog EU-ACS die in de Overeenkomst van Cotonou is vastgesteld, behandelde gemeenschappelijke aandachtspunten met inbegrip van ontwikkelingen inzake mensenrechten en de democratische beginselen. De EG heeft bijgedragen tot de vredeshandhavingsmaatregelen van de Afrikaanse Unie en de Economische gemeenschap van West-Afrikaanse staten (ECOWAS).

De belangrijkste steunsectoren van de bilaterale samenwerkingsprogramma's waren vervoer, regionale integratie, plattelandsontwikkeling, macro-economische steun en steun voor de sociale sector en andere kernsectoren die in afdeling 1 zijn vermeld. De EG-bijdragen tot mondiale initiatieven zoals het initiatief voor de arme landen met zware schuldenlast (HIPC) en het Wereldfonds ter bestrijding van AIDS, tuberculose en malaria, zijn hoofdzakelijk ten goede gekomen aan de arme landen in Afrika bezuiden de Sahara.

Op handelsgebied zijn onderhandelingen gestart voor het sluiten van economische partnerschapsovereenkomsten met regionale groepen, waarbij Midden- en West-Afrika het eerst aan de beurt kwamen. Het doel is na 2008 een nieuwe handelsregeling met de ACS-landen tot stand te brengen. In het licht van het feit dat bijna 40% van de bevolking in Afrika bezuiden de Sahara geen toegang heeft tot veilig drinkwater of adequate sanitaire voorzieningen heeft de EG in 2003 een ander belangrijk initiatief gelanceerd: de Waterfaciliteit van de Europese Unie, die goed is voor 500 miljoen euro.

Het jaar 2003 bood ook de mogelijkheid tot bezinning over de toekomstige ontwikkeling van de associatie LGO-EG. Twaalf van de landen en gebieden overzee die voor de periode tot 2007 begrotingssteun hadden ontvangen, hebben tegen het eind van het jaar hun ontwerp-programmeringsdocumenten ingediend.

De prestatiecijfers voor het Europees Ontwikkelingsfonds lagen bijzonder hoog, met een sterke toename van de primaire betalingsverplichtingen (in totaal 3,7 miljard euro) en recordcijfers voor gesloten contracten (3 miljard euro) en verrichte betalingen (2,5 miljard euro).

16.

Azië


Overeenkomstig de samenwerkingsstrategie van de Europese Unie voor Azië is de praktische samenwerking opgevoerd op de volgende terreinen: handel en investeringen, sectorale aanpak van armoedebestrijding, goed bestuur, mensenrechten en democratie, en conflictbeheersing. De economische betrekkingen met Azie werden versterkt door een regelmatige dialoog op regionaal en bilateraal niveau en ondersteund door samenwerkingsprogramma's voor geheel Azië alsmede steun voor handelsgerelateerde bijstand.

De EG-strategie is steeds meer toegespitst op de ontwikkeling van de institutionele capaciteit via handelsgerelateerde bijstand in overeenstemming met de WTO-ontwikkelingsagenda van Doha, inclusief bijstand voor het beheer van overheidsfinanciën. Goede voorbeelden van praktische samenwereking zijn de vijf programma's die heel Azië bestrijken en gericht zijn op belangrijke terreinen zoals bedrijfsinvestering en handelsbevordering, stadsontwikkeling, twinning en beurzen op het gebied van het hoger onderwijs, een versneld gebruik van de informatie- en communicatietechnologie en de bevordering van milieuvriendelijke technieken.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen in Azië 558 miljoen euro en de betalingen 470 miljoen euro.

17.

Latijns-Amerika


De samenwerking van de EG met Latijns-Amerika in 2003 vond plaats in aansluiting bij de conclusies van de Top van Madrid van 2002. De samenwerking met deze regio in 2003 was op de volgende hoofdactiviteiten geconcentreerd: versterking van instellingen en democratie; modernisering van de staat en mensenrechten; sociale ontwikkeling en ontwikkeling van de achtergebleven gebieden; handelsgerelateerde bijstand en regionale integratie.

De Europese Commissie heeft in 2003 de onderhandelingen met de Mercosur-landen voortgezet, overeenkomsten inzake politieke dialoog en samenwerking met de zes Midden-Amerikaanse landen en de Andesgemeenschap ondertekend en een overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking met Mexico alsmede een associatieovereenkomst met Chili ten uitvoer gelegd.

In 2003 beliepen de totale betalingsverplichtingen in de regio Latijns-Amerika 329 miljoen euro en de betalingen 280 miljoen euro.

18.

4. Bijzonder aandachtspunt: de vrede een prioriteit


In de bijlage bij dit verslag wordt bijzondere aandacht verleend aan een aspect waaraan de ontwikkelingsgemeenschap in toenemende mate belang is gaan hechten, namelijk het verband tussen goed bestuur, vrede en veiligheid en ontwikkeling. De bijlage bevat een diepgaande analyse van deze onderlinge samenhang en een beschrijving van de stappen die de EG onderneemt om het peil van bestuur en veiligheid te verhogen en daardoor een klimaat van stabiliteit en vrede te creëren waarbinnen een doeltreffende ontwikkeling kan plaatsvinden.

19.

5. Bijlagen (werkdocument van de diensten van de commissie SEC(2004)1027)


De bijlagen bevatten een analyse van de vorderingen bij de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen, de harmonisatie van financiële procedures en administratie alsmede een lijst van mededelingen over ontwikkelingsbeleid en externe bijstand die de EG in de loop van het jaar heeft opgesteld.

Ten slotte bevatten de financiële bijlagen tabellen van DAC met een opsplitsing van de betalingsverplichtingen en betalingen in 2003. Bovendien wordt een overzicht gegeven van alle betalingsverplichtingen van 2003 per regio en per geografische en thematische begrotingslijn.