Toelichting bij COM(1998)181 - Omvattend partnerschap met China - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)181 - Omvattend partnerschap met China. |
---|---|
bron | COM(1998)181 ![]() ![]() |
datum | 25-03-1998 |
Brussel, 25.03.1998 COM(1998) 181 def.
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Voor een omvattend partnerschap met China
Inhoud
biz.
Samenvatting 3
A. Streven naar verdere aansluiting van China bij de internationale gemeenschap 5
A. I De politieke dialoog tussen de EU en China versterken 5
A.2. Voortbouwen op het ASEM-proces 5
A3. Mondiale kwesties aanpakken 6
A.4. Dialoog over regionale kwesties in Azie bevorderen 1
A. 5. De autonomie van Hongkong en Macau ondersteunen 8
B. Steun voor China’s overgang naar een open samenwerking die gebaseerd is op de rechtsorde en de eerbiediging van
de mensenrechten 9
II. I. lievordering van de mensenrechten door open discussie 9
II.2 en door samenwerking 10
C. Verdergaande integrate van China in de wereldeconomie 11
C. I China beter in het mondiale handelssysteem opnemen 11
1. China’s toetreding tot de WTO ondersteunen 12
2. Versterking van de bilaterale handelsagenda 14
3. lievordering van investeringen 16
4. Bilaterale overeenkomsten 16
5. Financiele liberalisering, gekoppeld aan regulering 17
6. De euro propageren 18
C.2. Steun voor economische en sociale hervormingen 18
1. Bijeffecten van de herstructurering van ondernemingen 19
2. Financiele hervorming 19
3. Industriele samenwerking 20
4. Bedrijfsdialoog 20
5. Juridische en hestuurlijke hervormingen 20
6. Scholing 20
7. Wetenschap en technologie 21
8. Milieu 21
9. Fnergie 21
10. Regionale ongelijkheden, armoedeverlichting en maatschappelijke
cohesie 21
I). Het effect van de Europese financieringen verhogen 22
E. Versterking van het profiel van de Europese Unie 24
25
Condusie
Sinds China twintig jaar geleden onder Deng Xiaoping aan economische hervormingen begon, heeft het een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Door een diepgaande interne transformatie is het land bezig over te gaan van een centraal geplande, grotendeels van de wereld afgesloten economic naar een steeds nicer door de mark I bcpaalde economic die deelneeml aan de mondiale handcl. Dit allcs ging vergezekl van een aanmcrkclijke evolutie in China’s burgersamenleving, ook al is de ecrbiediging van de universclc normen op het gebied van de mcnsenrechten nog niet volledig.
De Europese Unie reageerde in 1995 op de veranderingen in China en de daaraan verbonden economische en politieke uitdagingen door een omvattend beleid uit te stippelen voor de toekomstige ontwikkeling van haar betrekkingen met China. In de geest van de “nieuwe Azie-strategie”, die door de Europese Raad van Essen is goedgekeurd, nam zij een mededeling aan over een beleid op lange termijn voor de betrekkingen tussen China en liuropa', die de EU gocde diensten heeft bewezen en een nuttige wegwijzer is voor de toekomst.
Veel van de initiatieven die in het stralegiesluk van 1995 waren voorgesteld zijn reeds in uitvoering, maar voor andere is de tijd nog niet rijp. De analytische grondslagen van de mededeling van 1995 behouden hun geldigheid en deze blijft dan ook de fundering waarop het EU-bcleid jegens China berust. Sinds 1995 hebben zich echter zo belangrijke ontwikkelingen voorgedaan dat de EU daarop zou moeten reageren door haar beleid verdcr te versterken en te intensiveren.
Inhoudsopgave
mondiale integratie uitgesproken dan zij ooit heeft gedaan sinds het begin van de
hcrvorming in 1978. Het XVe Congres van de Chinese Communistisehe Partij luidde in
programma van economische en sociale hervormingen voor de kontende vijf jaren. Dit
kan worden gezien als een duidelijk signaal dat China van plan is de begonnen overgang
te consolideren en versneld af te ronden.
\
Ten tweede is China nicer assertief en tegelijk verantwoordelijkcr geworden in zijn builcnlandse beleid, zowel regionaal als mondiaal. China's ml als vredeslichter in Korea en Camhodjn bewijst dal het wecr betrokken is bij de ontwikkeling van A/ie als geheel. lien hele reeks lopconferenlics tussen China en sommige van zijn voornaamste wereklpartners tijdens het afgelopen jaar getuigen van China's wens om als wereldmacht erkcnd le worden, maar ook van het gezamcnlijke inzicht bij deze partners dat een conslructievc betrokkenheid bij China een cssentiele beleidsprioriteit moot worden. IX' vlekkeloos verlopen overdracht van Hongkong aan de Chinese soevereiniteit in juli 1997 was een bijzonder duidelijke uiting van China’s steeds rijperc en veranlwoordelijkere bonding t.a.v. zijn veranderende rol in de regio en op het wereldtonecl.
fen derde heeft de financiele crisis die zich in 1997 over Azie begon te verspreiden de vinger gelegd op ernstige structurele zwakten bij sommige van China’s buurlanden en zal
(’()M(l)5 )279 van 5.7.1‘)‘)5.
deze onvermijdelijk enig effect hebben op China zelf. Zij zou kunnen worden gezien als een tijdige waarschuwing voor China, want zij legt de vinger op de risico’s die verbonden zijn met de manier waarop andere Aziatische landen hun ontwikkeling aanpakken. Deze crisis onderstreept de noodzaak van verdere hervormingen en liberalisering in China, om soortgelijke problemen in zijn eigen economie te voorkomen.
Tcnslotte is de EU zelf zozeer aan het veranderen dat China zijn eigen strategische visie op het Europese continent zal moeten bijstellen. De EU staat vlak voor de invoering van een enkele valuta en uitbreiding naar het Oostcn,en is door het Vcrdrag van Amsterdam uitgerust met nieuwe middelen om zich op de wereldscenc tc manifesleren.
Dergelijkc ontwikkelingen vereisen zowel een lange-termijnvisie als acticvc inzet. De opkomst van China’s economische en politieke machl en de integratie van China in de internalionalc gemeenschap zouden voor Europa en andere partners een van de belangrijkstc uitdagingcn kunnen blijken in hun externe beleid van de 21 e eeuw.
Deze mededeling wil die uitdaging oppakken door voort te bouwen op de analyse van China’s politieke en economische ontwikkeling die in het document van ll)95 was uiteengczet, teneinde de prioriteiten te bepalen voor een nieuw, omvattend partnerschap tussen de EU en China.
Het nieuwe partnerschap EU-China zal het volgende beogen :
• Via een versterkte politieke dialoog China meer bij de internationale gemeenschap betrekken
• Steun voor China’s overgang naar een open samenleving, gevestigd op de rechtsorde en eerbiediging van de mensenrechten
• China’s integratie in de wereldeconomie bevorderen door het land volop aan het mondiale handelssysteem te laten deelnemen en het lopende proees van economische en sociale hervormingen in het land te ondersteunen
• Het effect van Europa’s financieringen verhogen
• Het profiel van de EU in China versterken.
A. Streven naar verdere aansluiting van China bij de internationale _ gemeenschap_._
China's opkomst als een steeds meer zelfbewuste wereldmacht is van onmetelijk historisch belang, voor Europa en voor de internationale gemeenschap als geheel. China is een vooraanstaande partner geworden in een wereld die steeds meer verstrengeld raakt door de krachten van globalisering. De eerste oogmerken van de EU moet zijn dat China /owe! in politiek als economisch opzicht snel en volledig in de internationale gemeenschap wordl opgenomen en zijn overgang naar een open, op de reehtsorde gehaseerde samenhang tc ondersleunen : dit zal zowel de ontwikkeling van China als de mondiale stabiliteit ten goede komen.
De EU streeft in haar strategic naar een omvattende relatie met China, en wil dat bereiken door middcl van een vcrnieuwde en versterktc bilaterale politieke dialoog met China aan regionale en multilaterale initiatieven van mondiaal belang.
A. I De politieke dialoog tussen de EU en China versterken
Dat China bereid is op het wcreldtoneel een grotere rol te spelen maakte hot land onlangs duidelijk met een lot nu toe ongekende reeks bilaterale topconferenties met Japan, Rusland en de VS, waarin deze sleutelpartners elk de kans kregen hun inzet voor China in het openbaar tentoon te spreiden.
l ot 1994 bleef de politieke dialoog van de EU met China beperkt tot korte jaarlijkse ontmoetingen in de wandelgangen van de algemene vergadering van do Verenigde Naties. Na een briefwisseling in 1994 heeft de EU deze politieke dialoog voortdurend geintensiveerd. Thans is voor de EU en China de tijd aangebroken om hun relatie op een huger peil te brengen door jaarlijks een top van staats- en regeringshoofden te organiseren, contacten op ministerniveau aan te moedigen en ontmoetingen tussen politieke directeuren te houden, zoals ook in de contacten met andere sleutelpartners gebruikelijk is. Jaarlijkse EU-China topconferenties zouden de politieke dialoog EU-China op min of meer dezelfde voet plaatsen als de EU-relatie met andere belangrijke partners, het profiel van de EU in China en omgekeerd, versterken en onderhandelingen over sleutelkwesties meer gewicht verlenen.
A.2 Voortbouwen op het ASEM-proccs
Net proces van de Asia-Europe Meetings (ASEM), dat in 1996 in Bangkok word gelanceerd, heeft zich ontwikkcld tot een breed forum voor diepgaande besprekingen tussen Europese en Aziatische politici en deskundigen en heeft de aanzet gegeven tot een uilgcbreide reeks samenwerkingsinitiatieven. Door zijn informele sfeer en de uitccnlopcndc kwesties die er worden behandeld heeft ASEM een nieuwe dimensie aan de EU-China toegevoegde relatie. China heeft in het proces een constructive houding aangenomen en heeft zich bij alle ASEM-initiatieven voor economische samenwerking bijzonder aclief betoond.
Dc dialoog met China moet worden versterkt in het kader van de bredere regionale EU-strategie jegens Azie die in ASEM vorm krijgt. De EU moet China aanmoedigen om actief aan ASEM en het follow-up proces daarvan te blijven deelnemen. Dialoog met China over duurzame ontwikkeling in de Aziatische regio, de veiligheid van de scheepvaart in die regio, bestrijding van onwettige drugssmokkel, het opvangen van de elTcctcn van de financiele crisis in Azie en de kwestie van wapencontrole en non-proliferatie, ziedaar enkele voorbeelden van onderwerpen waarvoor China’s actieve dcclncming aan ASEM geweesl is.
A.3 Mondiale kwesties aanpakken
De algelopen jaren is China een nicer solide, coherent en extravcrt buitenlands beleid aan het opbouwen waarin zijn groeiend economisch gewicht beter tot zijn recht komt. De EU zou hierop moeten inspelen door China aan te moedigen om in mondiale kwesties een proactieve en verantwoordelijke rol te spelen.
De EU moet met China, permanent lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. een dialoog aanknopen over belangrijke ontwikkelingen binnen de VN, waaronder met name de hervorming.
Tijdcns bijeenkomsten van de G7/8 zou de EU moeten trachten meer geregeld kwesties in verband met China ter sprakc te brengen. Tevens zou zij moeten ijveren voor intensivering van de dialoog met China die de OESO in 1995 lieel’t gelanceerd en die steeds meer inhoud krijgt. .
Vanwegc China’s status als kernmogendheid is zijn beleid voor ontwapening en non-pi oli I eratic van bijzonder groot belang. De algelopen jaren heeft China verheugende stappen genomen, namelijk toetreding tot het nucleaire non-prolileratievcrdrag, de C’onventie betreffende ehemische wapens, de Conventie betreffende biologisehe wapens en het Zanggercomitc (een regeling voor eontrole op de kernwapenexportk alsmede naleving van essentiele bepalingen van de controleregeling voor rakettenteehnologie. Tevens tekende China het Verdrag inzake een totaal verbod op kernproeven. Europa moet Beijing’s sterkere betrokkenheid bij multilaterale onderhandelingen over dergelijke kwesties blijven steunen en aanmoedigen. Tevens zou Europa met China een dialoog moeten opzetten over de kwestie van de landmijnen en daarbij aandringen op een permanent exportverbod en actieve deelneming aan het internationale proces voor het uitschakelen van deze wapens.
Onwettige immigratie en internationale eriminaliteit zijn kwesties waarover men zieh zowel in China als de EU ernslig bezorgd maakl. De EU zou dienaangaande een subslanliele dialoog met China moeten opzetten en samenwerking aanmoedigen bij de bestrijding van handcl in drugs, witwassen van geld, georganiseerde misdaad en klaiulesliene immigratie. De ervaring die de EU in andcrc derdc landen m.b.t. dergelijke kwesties lieel't opgcdaan zou een nuttig uilgangspunl kunnen vormen voor het laneeren van spccifieke samenwerkingsinitialieven met China.
I)e EU zal in het kader van de politieke dialoog elke gclcgcnhcid blijven aangrijpen om tie mensenreehtenkwesties ter sprake te brengen, naast de speeifieke bilaterale dialoog over mensenreehten die in deel B van deze mededeling wordl vermeld.
De manicr waarop de Chinese economic zich ontwikkelt en zijn energiebehoeften stijgen, cn hel hoge tempo waarin de industrialisering wordt voortgezet, laten diepe sporen na in hei nationale, regionale en mondiale milieu. De EU zou moeten trachten te verzekeren dal China zich blijft inzetten voor de oplossing van mondiale ecologische problemen zoals het opwarmen van de aarde en het broeikaseffect niet in de laatste plaats via de in deel B 2 vermelde, door de EU te financieren samenwerkingsprojecten. In het bijzonder zou de EU China moeten aansporen om te blijven werken aan de verwezenlijking van mondiale milieudoelstellingen in het kader van de Top van de Aarde van 1992 in Rio en de follow-up daarvan, met name op het gebied van klimaatsverandering.
A. 4 Dialoog over regionale kwesties in Azie stimuleren
Voor de EU is een rol weggelegd bij de handhaving van de stabiliteit in de Aziatische regio door de gcwcldloze oplossing van conflicton aldaar, met name als deelnemer aan door ASEAN gcorganiscerdc regionale fora. China deell zijn grenzen met 14 landen en heefi met sommige daarvan onopgelostc grensgeschillen. De toenemende vraag naar een multilaterale veiligheidsdialoog in Oost-Azie schept voor Europa kansen om haar algemcne invloed in de regio te versterken. Naarmate het Regionale Forum van ASEAN (ARE)1 zich verder ontwikkelt cn China zich bereid loom wider te gaan met veilioiiwenwekkende maalregelen in Azie zou de EU zich voor hel bespreken van vcilighcidskwcstics met China meer stelselmatig van dil forum moeten bcdieiien.
Europa, dat veel bijdraagt aan de KEDO (Economische Ontwikkelingsorganisatie van het Koreaanse Schiereiland) en grote hoeveelheden voedselhulp aan Noord-Korea verstrekt. heelt duidelijk belang bij een vreedzame oplossing van de Koreaanse kwestie, net zoals China. Het Koreaanse Schiereiland zou als een van de sleutelkwesties moeten worden aangekaart in de geregelde dialoog van de EU met China.
Towns zouden de EU en China kunnen overwegen een dialoog te lanceren over andere landen in de regio zoals Cambodja, Vietnam en Birma, die sterk onder de invloed van China slaan.
Vanwege zijn toenemende afhankclijkhcid van energie-importen uit Centraal Azie wordt stabiliteit in die regio door China gezien als een strategische prioriteit. Ciezien het siraicgische belang van de El) zclf in Ccnlraal-Azie en haar bevoorrechte betrekking met Rusiand, zouden de ontwikkelingen in Centraal-Azie op de juiste tijd en binnen de daarloc passende organen moeten worden besproken.
I)c recente aanwijzingen voor een verbetering in de betrekkingen met Taiwan en het vooruitzicht op een meer open en rechtstreekse dialoog tussen Beijing en Taipei zijn bemoedigend. Zoals tevoren moet de EU alle maatregelen verwelkomen die het proces van vreedzame verzoening kunnen bevorderen.
A. 5 De autonomie van Hongkong en Macau ondersteunen
Door de historische banden van Europa met Hongkong en Macau is het onvermijdelijk dat deze twee gebieden de speciale belangstelling van Europa behouden, niet in de laatste plants met het oog op de overdracht van Macau in 1999. In de geest van de mededeling “De Europese Unie en Hongkong : 1997 en verder”1 en verder moet de EU blijven wijzcn op de autonome bevoegdheden van de Speciale Bestuurlijke Regio Hongkong, na do vlottc overdracht in juli 1997 en het tot dusverre geslaagde beheer in de periode daarna. De Commissie zal elk jaar een rapport publiceren over de betrekkingen tussen dc EIJ en Hongkong. Zij zal ook trachten te verzekeren dat dc handels- en samcnwcrkingsovereenkomst tussen de EU en Macau ook na de overdracht van Macau volledig wordt uitgevoerd. Hongkong en Macau hebben een belangrijke t'unctie als poortcn naar andere streken van China, en met beide gebieden zou de EU bilaterale samenwerkingsinitiatieven moeten opzetten.
De EU beschouwt het feit dat in Hongkong via de media en andere kanalen nog steeds uitecnlopende meningen worden verkondigd als een gezond teken van politieke volwasscnheid. De EU zal het verkiezingsproces in Hongkong nauvv in het oog blijven liouden en bijzondere nadruk leggen op de EU-steun voor dc uiteindelijke invoering van het algemene kiesrecht in het gebied.
Voorgestelde inditiatieven :
• Voorstellen doen voor jaarlijkse EU-China-toppen en andere ontmoetingen op het hoogste niveau, alsook vergaderingen tussen politieke directeuren van de Ell en China
• China’s deelneming aan ASEM nog meer stimuleren
• Samenwerken inzake de toekomst van de VN
• Hij de G7 meer aandacht vragen voor met China samenhangende kwesties en voortzetting van de dialoog tussen China en de OESO aanmoedigen
• Een dialoog voorstellen over non-proliferatie en samenwerken voor versterking van de exportcontroles
• China aansporen om zich volledig bij het mondiale wapencontroleproces aan te sluiten, met name om een permanent verbod op de export van anti-personele iandmijnen in te voeren
• Samenwerking inzake bestrijding van drugshandel, witwassen van geld, misdaad en onwettige immigrate
• De kwestie van de mensenrechten in de politieke dialoog aan de orde stellen
• Een dialoog opzetten over milieu en duurzame ontwikkeling
• De regionale veiligheid in Azie met China bespreken
• Met China overleggen over het Koreaanse Schierciland, Centraal- en Zuidoost-Azie
• Werken om de autonomie van Hongkong te ondersteunen
• Zorgen voor een vlotte soevereiniteitsoverdracht in Macau in 1999 en
samenwerking met Macau opzetten_
B. Steun voor China’s overgang naar een open samenleving die gebaseerd is op de rechtsorde en de eerbiediging van de mensenrechten
China voldoet nog lang niet aan de internationaal aanvaarde normen inzake de mensenrechten. Wat dat betreft vertoont China nog ernstige tekortkomingen, onder meer op gebieden als de opheffing van de vrijheden voor bepaaide etnische minderheden en polilieke dissidenten, gevangenen die dwangarbeid moeten verrichten, een nog steeds onderontwikkeld rechtsordesysteem en de veelvuldige toepassing van de doodstraf. Dit zijn zaken waarover de EU, haar instellingen en de publieke opinie in het algemeen zich ernstig zorgen blijven maken.
Desalnicttemin is de situatie van de mensenrechten in China over de afgelopen twintig jaar verbeterd. Dankzij de economisehe hervormingen is er thans meer keuzevrijheid met betrekking lot onderwijs, werk, huisvesting, reizen en andere domeinen van sociale aelivileil. China heeft nieuwe burger- en slral’wellen aangenomen om de reehten van de burgers te beschermen en komt door het ondertekenen van verseheidene belangrijke overeenkomsten thans diehtcr in de buurt van de internationale normen. Tevens heeft het land stappen ondernomen om het verkiezingsproees op plaatselijk niveau tot ontwikkeling te brengen : de dorpelingen mogen voortaan zelf hun plaatselijke bestuursorganen kiezen.
Het streven naar de universele erkenning van de mensenrechten en t'undamentele vrijheden staat in het EU-beleid overal ter wereld centraal. De voile eerbiediging van deze beginselen is onlosmakelijk verbonden met economisehe ontwikkeling en welvaart. en uiteindelijk met de sociale en politieke stabiliteit van een land, waar ook ter wereld.
Thans staat China voor de uitdaging om de economisehe groei te ondersteunen en de sociale stabiliteit te bewaren tcrwijl het legelijk werkt aan de totstandkoming van een open, op de rechtsorde gebasccrde samenleving. Indien Europa aan dit proees wenst mee te werken moot het allc besehikbare middelen blijven benulten om de zaak van de mensenrechten in China voortdurcnd op een acticve, eonstruetieve manier te bevorderen. De hervatting van de mensenreehtendiak)og tussen de EU en China, /onder enige vooralgaande voorwaarde, verschaft de EU een reele gelegenheid voor intense besprekingen die, gekoppeld aan specifieke samenwerkingsprojeeten, momenteel nog altijd het meest passende middel zijn om bij te dragen aan de handhaving van de mensenrechten in China.
It. /. lievordering van de mensenrechten door open discussie......
De EU gelooft meer in diaioog bij alle daarvoor passende gelegenheden dan in confrontatie. De EU en China zouden dan ook hun verschillen op vrije, open en respect voile wijze in kaart moeten brengen.
lien specifieke diaioog tussen de EU en China over mensenrechten werd in l4)t>5 gclanceerd, maar in het voorjaar van ll)l)b tijdelijk afgebroken. Siiuls de hervatting in november l‘)()7 toont China een nieuwe bereidlieid tot serieuze, op resultalen gerichte diaioog. Alle onderwerpen, /.ells de meest gevoelige. zijn tijdens het overlcg ter sprake gekomen en thans is algesproken de gesprekken geregeld voorl te zetten. Dank zij deze diaioog heeli de liU vooits van China een principeakkoord verkregen betreffende een samenwerkingsprogramma dat beoogt de rechtsorde te versterken en de politieke, economische, sociale en burgerrechten te bevorderen. Sinds de hervatting van de dialoog heeft China een reeks hoopgevende signalen afgegeven, zoals het besluit om het VN-Verdrag over economische, sociale en culturele rechten te ondertekenen. Tevens heeft China zich verbonden het VN-Verdrag over politieke en burgerrechten te bestuderen met het oog op ondertekening daarvan en heeft het de dialoog met de VN-autoriteiten op het gebied van mensenrechten opgevoerd.
De EU zal China blijven aansporen om het VN-Verdrag over politieke en burgerrechten te ondertekenen en het VN-Verdrag over economische, sociale en culturele rechten te ratil'iceren. Voorts zal de EU versterkte samenwerking met gespecialiseerde VN-organen aanmoedigen en alle moeilijke kwesties ter sprake brengen, zoals de benarde situatie van bcpaaldc Chinese onderdanen.
Aangczien de EU groot belang hecht aan de eerbiediging van de culturele en religieuze identiteit en de taal van ctnische minderheden zal zij de desbetreffende kwesties in Tibet blijven aankaarten in het kader van de bilalcrale dialoog over mensenrechten.
Tenslotte zal dc Commissic binnen de Internationale arbeidsorganisatie blijven aandringen op de ratificatie door alle leden, inclusief China, van de lLO-conventies over essentiele arbeidsnormen, met inbegrip van de vrijheid van vereniging, het recht op colleclief onderhandelen, cn het verbod op dwangarbeid, uitbuitende kinderarbeid en discriminatie.
B.2.......en door samenwerking
Door de hervatting van de EU-China-dialoog over mensenrechten staat de constructieve aanpak van meningsverschillen weer volop in de aandacht. Dit is voor de Europese Unie een kans om haar goede bedoelingen in de praktijk te brengen en tastbare bijstand te verstrekken. De twee voornaamste prioriteiten hierbij rnoeten zijn :
• Bevordering van de rechtsorde. De EU moet China helpen bij diens pogingen om een samcnleving op te bouwen waarin de rechtsorde heerst. Het opzelten van een tlcgclijk, doorzichtig juridisch raainwcrk - in het burgerrecht en het strafreeht - dat de Chinese burgers rechten verleent, voorlichting van de burgers over hun rechten en een opleiding van advocaten en rechters, zou een eerste stap zijn om dit doel te bereiken. Met deze doelstellingen voor ogen is de EU momenteel een ambitious programma voor juridische en justitiele samenwerking aan het uitwerken dat tegen najaar ll>4>8 met tic Chinese autoriteiten zal worden besproken en dan klaar zal zijn om te worden uilgcvocrd.
• Versterking van de civiele maatschappij. De EU moet steun verlenen voor alle activilcilen die de ruggegraat van een sterke civiele samenleving vormen. Zij moet de politieke en burgerrechten bevorderen met initiatieven zoals steun voor een opleidingsccntrum in China voor ambtenaren die werken aan de uitvoering van de doipsbesluurwet. Tevens zou zij geld kunnen uittrekken voor bijstand aan tie kweslbaarsle groepen van tie samenleving, zoals etnisehe minderheden, vrouwen als Ibllow-up van tie Vrouwenconlerentie van IW5 in Beijing - en kinderen. Initiatieven voor het bevorderen van tie rechten van consumenten en steun voor fonsumentenorganisaties zoutlen ook een manier kunnen zijn om tie civiele samenleving te versterken. De rol van niet-gouvernementele organisaties bij de uitvoering van op de civiele samenleving gerichte projecten moet ten voile worden benut.
Voorgestelde initiatieven :
• Bij China aandringen op ondertekening en ratificatie van de VN-Verdragen over mensenrechten en de IAO-conventies over essentiele arbeidsnormen
• Versterking van de bilaterale mensenrechtendialoog met China
• l)t* dialoog ondersteunen met concrete samenwerkmgsprogramma's
• Bevordering van de rechtsorde
• Versterking van de civiele samenleving_
C. Verdergaande integratie van China in de wereldcconomie
China, met zijn enorrne en zeer snelle economisehe groci, is eon van Europa’s voornaamste economisehe partners geworden. China’s handel met de wereld is over de afgelopen vijf jaren in waardc bijna verdubbeld en het land heeft thans een gigantisch handelsoverschot, zowcl met Europa als met de Verenigde Staten. Na de VS is het de staat die de meeste rechtstreekse buitenlandse investeringen ontvangt, en de tiende handelsnatie ter wereld. Volgens de voorspellingen van de Wereldbank zal het tegen 2020 een van ‘s wereld drie grootste handelsnaties geworden zijn.
China’s ongehoordc economisehe ontwikkeling is lid resultant van een zorgvuldig gedoseerd evenwicht tussen economisehe hervorming en sociale aanpassing. Aan dit proccs kunnen repercussies verbonden zijn, zowel voor China en als voor de wereldcconomie, en Europa heeft er alle belang bij deze overgang te blijven ondersteunen lot zij vrucht heeft gedragen en China een sterke, stabiele en open partner is geworden.
De EIJ is van mcning dat het doel nl. China helpcn een mondiale economisehe speler te worden die ten voile in de wcreldeconomie is gei'ntegreerd en in staat is zieh aan gcmecnschappclijke regels te houden, zou moeten worden nagestreefd via een eombinatie van handelsbcsprekingen en samenwerkingsiniliatieven. Deze strategisehe aanpak moet beogen China’s integratic in het wereldhandclssysteem te bespoedigen en eonsolideren, en tcgelijk Ssteun te verstrekken voor de hervormingen waaraan China zo’n behoefte heeft oiii binnen clat systcem te kunnen gedijen.
(I. C hina beler in het nwndiale handelssysteem opnemen
Sinds het begin van de hervormingen is de handel tussen de EU en China meer dan twinlig maul zo groot geworden. China is thans de vierde handelspartner van de Ell en hcl potentieel voor Europese handel en investeringen aldaar is groot. Het handelstekort van de HIJ met China bercikle in 1997 20 miljard ecu en is zowel het resultant van China’s loencmende exportprestaties als van de remmendc working van de maiklobstakcls in C’hina zelf. I)e EU moet alle beschikbare gelegenheden te baal nemen, met name China's WTO-loetrcding en de bilaterale eommereiele onderhandelingen van de Id I, oni deze obstakeis glad te strijken en bij te dragon aan de totstandkoming van een open Chinese economic die de Europese en de mondiale belangen tot voordeel strekt. Ook verbetering van het klimaat voor Europese investeringen in China moet voor de EU een van de hoofdoogmerken zijn.
1.1. China’s toetreding tot de WTO steunen
De EU blijft een van de vurigste bepleiters van China’s spoedige toetreding tot de WTO. Deze zal een belangrijke stimulans zijn voor China’s economische hervorming en zal het internationale vertrouwen in het hervormingsproces versterken. Tevens zal China daardoor een vaste plaats krijgen in de mondiale economie, zodat handelaars en investeerders meer zekerheid hebben wanneer zij in China zaken doen. Indien men erin slaagt voor China de juiste toetredingsvoorwaarden te vinden, zal dat een doorslaggevende factor zijn voor het tempo en de reikwijdte van latere multilaterale hundelsronden.
Door de financiele onrust in Azie is een vertrouwenscrisis in verscheidene Aziatische cconomicen ontstaan die zou kunnen overslaan naar China. Aldus gezicn heel't China er groot bclang bij te bewijzen dat het nog steeds warm loopt voor toetreding tot de WTO, als middcl om het externe vertrouwen in de fundamenlele gezondheid en vitaliteit van zijn economic in stand te houdcn. Marklen slnilen of hervormingen uitstellen zou een vcrkcerde reactic zijn op de financiele onstabilileit en zou averechls werken.
China hecft de al'gelopen jarcn aanzienlijk vooruitgang geboekt met de liberalisering van zijn handclsregimc en de openstelling van zijn economie voor de wereld. Verlaging van de douanetarieven, hervorming van de valuta of onlwikkeling van het juridische systeem, alles is in een opmerkelijk tempo gegaan, en nu zijn de EU en China samen op weg naar een handelsrplatie die moet culmineren in China’s lidmaatschap van de WTO. Voor het zovcr is moet China zich echter nog geducht inspannen om aan de volgende voorschriften te voldoen :
• Naleving van essentiele WTO-beginselen als :
doorzichtigheid, onder meer snelle bekendmaking van alle relevante wetten en regelingen, duidelijke criteria voor de afgifte van vergunningen en betere opgave van de voor goedkeuring van vergunningen verantwoordelijke instantics. nationale behandeling, met name door buitenlandse firma’s dezelfde bedrijfsvoorwaarden te bieden als binnenlandse.
geen discriminatie legen EU-firma's ten opzichte van die van atulcre haiKlelspartners.
• Industrie- en landbouwproducten werkelijk loegang tot de markt bieden door aanzienlijke reduclie van de douanetarieven - onder meer afschaffing van “spits"-larieven (rcchlen van 15 % en meer) en toetreding tot de informatietechnologie-ovcrcenkomst - en afschaffing van alle quota, onlerechte technische luindelsobstakels en andere non-tarifaire maatregelen. Dil zou moeten gebeuren in het kielzog van de conccplucle doorbraak die de El) in oklober 1997 met China heel't bereikt door een reeks preciezc beginselen overeen te komen, zodat men nu over duidelijke parameters beschikt waarmee de onderhandelingen over China’s gedetailleerde verbintenissen inzake tarieven worden voortgezel.
• Snelle afschaffing van de huidige monopolies op buitenlandse handel, zodat alle Chinese of buitenlandse burgers in China aan im- en export kunnen doen.
• Ruime openstelling van China’s markt voor dienstverlening in distributie, telecoms, financiele diensten, professionele diensten, toerisme, reizen en medische diensten. In China begint thans een nieuwe fase van economische ontwikkeling waarbij diensten als de locomotief zullen fungeren voor de toekomstige groei. Buitenlandse bedrijven hebben China heel wat te bieden in de vorm van arbcidsplaatsen, technologic, scholing op de werkplek en beheerkunde.
• Mcer systematische en omvallende, zij het geleidelijke, openstelling van de financiele sector (bank-, bcurs- en verzekeringswezen). Dit zou China's lange-termijngroei en het buitenlandse vertrouwen in de economic stimuleren en kan worden bewerkstelligd zonder oncontroleerbare kapitaalbewegingen en wisselvallige toestanden te veroorzaken. Het is evcncens in China’s bclang oin een behoorlijk regelkader en een onafhankelijke toeziehlhoudende instanlie op te zetten.
• Verbctcring van de voorwaarden voor buitenlandse firma's die zieh in China vestigen. Dit houdt onder meer in : afschaffing van alle beperkingen op de juridische vorm van vestiging (als een joint venture of geheel in buitenlands bezit), van geografische beperkingen en beperkingen op de omvang van toegestane aetiviteit, van aan de vestiging voorafgaande voorwaarden en tcvens van exportsubsidies en eisen met bctrekking tot exportprestaties.
• Afschaffing van met het WTO-lidmaatschap onverenigbare maatregelen om prioriteitsindustrieen een steuntje in de rug te geven.
• Snelle uitvoering van TRIPS-overeenkomst van de WTO en volledige naleving en bcscherming van intellectuelc eigendomsrechten
• Invoering van een transparante, open en op concurrentie gerichte regeling voor aanbeslcdingcn. Van csscntieel bclang zou in dit verband zijn te verzekeren dat China lid wordt van de WTO-ovcreenkomst bctrelTcnde overheidsopdrachten in het kadcr van het WTO-toetredingspakket. China heeft de grootste markt voor aanbestedingcn ter wereld en indien men er niet in slaagt toegang tot die markt te krijgen zou het markttoegangspakket veel van zijn waarde verliezen.
• Toetreding tot de met de WTO samenhangende Code inzake burgerluchtvaartuigen.
De opstelling van de EU lijdens de toetredingsonderhandelingen moet nog steeds de volgcnde kenmerken verlonen :
Ten cerslc moet de Ell vaslhcraden onderhandelen om vaste Icvcnsvatbarc verbintenissen te veikrijgen die op China’s onlwikkelingsstadium zijn algcstcmd. om van China's toetreding een blijvcnd succes te maken.
fen Iwcede heeft de EU het idee uitgewerkl dat het definitieve pakket voor een deel de toepassing van duidelijk bepaalde overgangsperioden zal vereisen in seetoren waarvoor ('hina lijtl nodig heeft om de WTO-verplichtingen na de toetredingsdatum geleidelijk in te voeren en zijn wclten en gebruiken aan te passen. De Ell heeft deze benadcring
voorgesteld met het oog op China’s eigen beleid om hervormingen geleidelijk uit te voeren.
Ten derde zou de EU China moeten aanmoedigen om op zijn toetreding vooruit te lopen door voorrang te geven aan de wijziging van binnenlandse wetten en regelingen die van toepassing zijn op buitenlandse investeringen, om te komen tot een niet zo beperkende, meer eenvormige investeringsregeling waarvan de ontwikkeling beter te voorspellen is.
Tenslotte zou de EU klaar moeten staan om China te helpen met de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke aanpassingen, hetzij door middel van samenwerking of praktische bij stand tijdens de onderhandelingen zelf. De EU is reeds bezig met het opstellen van een reeks samenwerkingsprogramma’s die China’s hervormingen tijdens en na het toetredingsproces moeten ondersteunen, vooral tijdens de overgangsperiodes wanneer het land zich aan de WTO-disciplines moet aanpassen. Dit initiatief zal voorlichtingsprogramma’s bevatten om regeringsambtenaren op alle niveaus en bedrijfskader meer bewust te maken van de WTO-beginselen - bijvoorbeeld in zaken als intellectuele eigendom, overheidsopdrachten, normen en standaarden, en douane en om China’s wet- en regelkader op een lijn te brengen met de WTO-regels. Elet onderwerp WTO zal ook centraal staan in een breder scholingsprogramma voor de Chinese overheidsadministratie. Voorts zal de EU met China na diens toetreding een specifieke dialoog opzetten om te verzekeren dat het land zijn WTO-verbintenissen zowel tijdens de overgangsperiode als daarna nakomt. ■
De EU is bereid de onderhandelingen te beeindigen zodra China laat zien dat het zijn markt daadwerkelijk kan openstellen, zo nodig in fasen volgens een overeengekomen tijdschema, en ervoor kan zorgen dat het land een open, proactief en vooruitziend WTO-lid wordt dat klaarstaat om aan verdere liberalisering mee te werken. Bovenal moet China’s toetreding tot de WTO niet worden gezien als een nieuwe dwang die de buitenwereld aan China oplegt maar veeleer als een ondersteunend proces dat zijn binnenlandse hervormingsprogramma zal versterken.
1.2. Versterking van de bilaterale handelsagenda
De EU heeft een lang verleden van handelsbetrekkingen met China, zoals blijkt uit de handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-China van 19851 en de bijeenkomsten van het gezamenlijke EU-China-comite. De bilaterale handelsgesprekken zouden tegelijk met het WTO-proces moeten worden voortgezet als een doeltreffend middel voor de uitwisseling van informatie en het oplossen van bilaterale kwesties. Tevens is dit een nuttig forum om toe te zien op de strikte naleving van het beginsel van non-discriminatie, op gebieden als zeevervoer en financiele diensten bijvoorbeeld. De kwesties die in het kader van deze bilaterale dialoog worden behandeld moeten aansluiten op de markttoegangsstrategie die de EU in 1996 heeft gelanceerd om te werken aan de verwijdering van obstakels voor EU-exporten en -investeringen overal ter wereld. Daarnaast zou de EU dit bilaterale kanaal moeten gebruiken om informatie in te winnen over de uitvoering van China ‘s WTO-verbintenissen en erop toe te zien dat deze een concrete invulling krijgen.
PB EG L 250 van 19.9.1985, biz. 1.
Van alle landen profiteert China verreweg het meest van het EU-stelsel van algemene tariefpreferenties (SAP) : in 1997 nam het in waarde meer dan 30 % van de importen van alle begunstigden voor zijn rekening. Door de invoering van de differentiatieregeling in het SAP (waarbij de voordelen van het SAP voor bepaalde sectoren worden ingetrokken vanwege het hoge peil van industriele ontwikkeling in die sectoren) zullen de voordelen die China tot dusverre heeft genoten onvermijdelijk gereduceerd worden. In het kader van nieuwe speciale SAP-stimulansen (sociale en milieuclausules)1 kunnen ontvangende landen echter wel een extra preferentiemarge krijgen indien zij voldoen aan de internationale normen voor arbeidsrechten (de Normen van de Internationale Arbeidsorganisatie over kinderarbeid, vrijheid van vereniging en recht tot onderhandelen) en milieubescherming (de normen van de internationale houtorganisatie betreffende duurzaam beheer van tropische bossen). Mocht de Commissie aanvragen van China ontvangen dan zal zij zorgvuldig onderzoeken of het land aan de vereiste normen voldoet.
De Europese Commissie heeft amendementen voorgesteld op de antidumpingwetten jegens China met het oog op de markthervormingen die in het land aan de gang zijn. Het voorstel2 3 omvat de afschaffing van de aanduiding “geen markteconomie” die in de huidige wetgeving voor China geldt en de invoering van een nieuwe aanpak per geval in antidumpingprocedures waarbij Chinese exporteurs die onder duidelijk bepaalde voorwaarden van een markteconomie blijken te werken, de behandeling van een markteconomie wordt gegund. Dit betekent dat de binnenlandse prijzen en kosten van deze exporteurs zullen worden gebruikt voor het vaststellen van de normale waarde en niet de informatie uit een derde land met een soortgelijke markt.
Tevens omvat het voorstel de invoering van een meer systematische aanpak bij het gunnen van afzonderlijke behandelingen en de berekening van comparatief voordeel. Het voorstel is ingesteld op de specifieke praktijk en werkwijze van afzonderlijke firma’s en dient tegelijk als stimulans voor verdere hervormingen bij Chinese ondernemingen. Het zal op een positieve manier inspelen op de lopende onderhandelingen voor toetreding tot de WTO.
De EU heeft aan China bevestigd dat zij bereid is een eind te maken aan haar kwantitatieve beperkingen voor Chinese producten zodra China in staat is de hare af te schaffen. De wederzijdse afschaffing van kwantitatieve beperkingen zou moeten worden nagestreefd als onderdeel van een algemene marktopeningsstrategie en in het kader van de WTO-toetredingsonderhandelingen.
Het is nodig dat de Commissie en de lidstaten in alle stadia over de meest recente gegevens beschikken over de handelswetgeving en de bestuurlijke praktijk betreffende de goederen- en dienstenhandel in China. Versterking van de coordinatie en geregelde uitwisseling van gedetailleerde informatie tussen de ambassades van de lidstaten en de delegatie van de Commissie in Beijing zouden kunnen zorgen voor een meer doeltreffende en doelgerichte bilaterale handelsdialoog.
1.3. Bevordering van investeringen
Dc ontwikkeling van rechtstreekse buitenlandse investeringen (RBI) is een sleutelfactor geweest in China’s economische groei sinds de start van de hervormingen in 1978. Onder de ontwikkelingslanden is China jarenlang de grootste ontvanger van RBI geweest en thans is het na de Verenigde Staten de grootste RBI-ontvanger ter wereld. Bij de RBI in China overheersen investeringen vanuit de regio Azie-Stille Zuidzee, met name nit Hongkong en Taiwan, een toil dat geluigl van de rcgionalc dimensie in China’s integratie in de werckleconomie. Nu er door de financiele crisis minder RBI vanuit Azie zullen binnenkomen is het voor China des to bclangrijkcr om nicer investeringen van Europese hedrijven aan le trekken, indien het zijn eeonomisclie groei wil handhaven.
De EU zou moeten streven naar een beter investeringsklimaat voor Europese bedrijven in China. Het opbouwen van een degelijk en doorzichtig regelingskader voor investeringen en beter loezicht op de naleving van de Chinese voorschriften over intellectuele eigendomsrechten zijn voor de hand liggende voorbeelden van wat nodig is om dit doel te hereiken.
Het EU-handelsbeleid moet worden ondersteund met een omvattende strategic voor het bevordcren van investeringen, alsook industriele en bedrijfssamenwerking met China, zodat de Europese aanwczigheid op de Chinese markt versterkt wordt. De EU zou een dcrgelijke strategic moeten lanceren en zich daarbij hoofdzakelijk richten op de industricsectorcn - zoals telecommunicaties, energie, milieutechnologie en -diensten, vervoer en financiele diensten - waarin Europa duidelijk over een competitief voordeel beschikt (zie ook dee! C.2). De EU zou voor China liaar facilileiten voor export- en invesleringsbevordering moeten versterken, met name het programma European ('onimnnity Investment Partners (ECIP), een steunregeling voor het opzetten van joint ventures lussen Europese en Chinese maalschappijen in China, en het programma Asia-In vest, dat het Europese MKB moet helpen in China potentiele partners op te sporen. In de Id I-strategic voor dc bevordering van handel en investeringen in China moet het MKB ook in de toekomst bijzondere aandacht krijgen.
1.4. Bilaterale oveeenkomsten
Het handelsoverleg tussen de EU en China zou nog versterkt kunnen worden door het sluiten van specifieke bilaterale overeenkomsten op gebieden van speciaal belang, zoals :
• Zeevervoer. Een sectorale overeenkomst betreffende zeevervoer, waarvoor de Commissie een ondcrhandelingsmandaal lice ft, moet gericht zijn op versterking van de samenwerking met C’hina en verbetering van de markltocgangsvoorwaarden voor Europese ondernemers in C’hina. De EU is voornemens deze overeenkomst te baseren op de beginselen van vrijc verslrckking van zeevaartdiensten, vrije loegang tot vracht en onbeperkte loegang tot ondersteunende diensten. De overeenkomst zal wellicht voorzien in de oprichling van een werkgroep die verslag kan uilbrengen aan het gczamcnlijkc comitc dat in het kader van de Overeenkomst voor Economische en I landelssamenwerking lussen de EG en C’hina is opgericht.
• Luchtvervoer. De sluiting van een Akkoordmemorandum tussen de Commissie, C’hina en de Europese Associatie van Luchtvaartindustrie over industriele samenwerking in de luchtvaartsector zou als uitgangspunt kunnen dienen voor samenwerking op het gebied van veiligheid, milieu en infrastructuur in de luchtvaart.
Deze samenwerking zou moeten worden begeleid door het opzetten van een dialoog over luchtvaartzaken.
• Nucleaire Handel en kernveiligheid. De Commissie zou moeten onderzoeken of het dienstig is met China een bilaterale overeenkomst met China te sluiten in het kader van het Euratom-Verdrag, betreffende gebieden die samenhangen met nucleaire handel en kernveiligheid. China’s beleid inzake non-proliferatie is een van de voornaamste punten die in die analyse aan bod moeten komen.
• Douane. De Commissie is door de Raad gemachtigd om te onderhandelen over een overeenkomst betreffende douanesamcnwerking en wederzijdsc administratieve hi island. Hicrmee zal men ener/ijds de handel tussen de EU en China vergcmakkelijkcn en anderzijds een kader seheppen voor het bestrijden van fraude in de douanesfeer.
• YVetenschap en technologic. De EU en China zouden een specifieke overeenkomst
voor wetcnsehap en technologie moeten sluiten om hun samenwerking te versterken en uit te breiden op gebieden als energie, milieu, biowetenschappen. maleriaalwetenschappen, vervoer, telematiea, informatie- en
eommunicatietechnologie. Een dergeiijke overeenkomst zal de aanwezigheid van het Europese bedrijfslcven in China versterken.
1.5. Financiele liberalisering, gekoppeld aan regulering
Het seheppen van een gezonde financiele omgeving is essentieel om bij investeerders en zakenlui het vertrouwen in China te bewaren. De financiele crisis die sommige van China’s buurlanden in 1997 heeft getroffen kan worden gezien als een tijdige waarschuwing waarvan China kan leren. China moet, dat is thans overduidelijk. een solide, doorzichtig en open financierings- en banksysteem opbouwen en erop toe/icn dat bankleningen door de markt gestuurd en commcrcieel lcvensvatbaar /ijn, om te vermijden dat men in de toekomst ten prooi valt aan soortgelijke zwakten als die van andere Aziatische economieen.
Tegelijk met de hervorming van zijn staatsbcdrijvcn heeft China zich in een ambiteuze hervorming van zijn financileel systeem gestorl. Dit houdt onder nicer in de invoering van een degelijk regelkader voor financieringsactiviteiten. De EU staat hier geheel achter en is bereid om China via samenwerkingsprojecten te laten profiteren van haar eigen expertise in financiele regulering en bedrijfseconomisch toezicht. Men zou zich hiervoor ook moeten bedicnen van alle mogelijke initiatievcn in het kader van ASEM.
Daarnaast zou de EU moeten trachten China ervan te overtuigen dat de gelijktijdige liberalisering van zijn markten voor financiele diensten - banken, verzekeringen en clTcclcnhandcl - de ruimere bankhervormingen zou versterken en ook bevorderlijk zou zijn voor een meer levensvalbare en doelmatige toewijzing van krediet binnen de economic. Dit zou de werkgelegcnheid en de groei ten goede komen. Een tijdige vcrbinlenis om financiele diensten in China’s WTO-aanbod op te nemen zou het vertrouwen bij investeerders versterken op een ogenblik dat het een dieptcpunt heeft bcrcikt in sommige van China's buurlanden. Voor een plotselinge bloolstelling aan markli isico’s hoefl men nict te vrezen, want de EU heeft niet voorgesteld dat China in de nabije toekomst voile vrijheid van kapitaalverkeer moet invoeren.
1.6. De euro propageren
In verband met de komst van de Economische en Monetaire Unie is het voor de EU van het grootste belang China te informeren over de grote veranderingen die de EMU teweeg zal brengen in zijn economische banden met Europa en ook in het internationale financiele systeem als geheel. In het kader van haar streven naar de opbouw van een gczond, open financierings- en banksysteem in China moet de EU een geregelde macro-economische dialoog met China opzetten. Deze dialoog moet onder meer beogen China -dat reeds nu de op een na grootste deviezenreserves ter wereld heeft - te informeren over de EMU en over het potentieel van de euro als een stabiele reservevaluta.
In hel kader van haar lockomslige informatieeampagne over de euro voor derde landen, moel tie Commissie aan China speeiale aandacht sehenken.
Voorgestelde initiatieven :
• Vaart blijven zetten achter de WTO-toetredingsonderhandelingen totdat een haalbaar toetredingspakket is bereikt
• China overgangsperioden toestaan om sommige sectoren de tijd te gunnen zich op de WTO-verplichtingen in te stellen
• China samenwerkingsprojecten aanbieden om zijn economie te helpen zich aan de WTO-verplichtingen aan te passen
• De bilaterale handelsbesprekingen weer op gang brengen om informatie uit te vvisselen en een oplossing te vinden voor kwesties die beide partijen bezighouden
• I)e bilaterale handelsbesprekingen gebruiken om de bij het WTO-proces aangegane verbintenissen te consolideren en de EU-strategie voor markttoegaug te versterken
• De voorgestelde nieuwe antidumpingverordening van de Commissie jegens China en Kusland aannemen
• Streven naar de geleidelijke, wederkerige afschaffing van kwantitatieve beperkingen door de EU en China
• Invoering van een omvattende EU-strategie voor het bevorderen van investeringen en industriele en bedrijfssamenwerking in China
• Sluiting van bilaterale overeenkomsten in specifieke sectoren
• Bi j China aandringen op liberalisering van de financiele dienstverlening, tegelijk met de hervorming van zijn financiele systeem, en daarvoor EU-deskundigen ter heschikking stellen
• China voorlichten over het belang van de euro als een stabiele reservevaluta_
C.2. Steun voor economische en sociale hervormingen
Door China's hervormingen is het economische en sociale landschnp radieaal aan het verantleren. I let tempo waarin de hervormingen worden doorgevoerd is indrukwekkend, maar het proces blijft broos en onvolledig. De uitdaging waarvoor China staat is zijn economische overgang voort te zetten, maar tcgelijkertijd het begrip “duur/aamheid” in de economische groei te verankeren en sociale onrust te vermijden. Daarom moet de EU niet alleen trachten via onderhandelingen een eind te maken aan de belemmeringen voor handel en investeringen, maar zou zij China ook moeten helpen met het opbouwen van de instellingen, bcleidsvormen, deskundige staf, beheermethoden en andere hulpmiddelen die het bindwccfscl vormcn van een moderne, naar buiten gerichte economie.
18
De voor dit proces beschikbare middelen zullen altijd ontoereikend zijn in verhouding tot de behoeften. Wil de EU met deze middelen een maximaal effect bereiken dan moet zij haar samenwerking concentreren op een klein aantal hoofddoelstellingen.
De vijf traditionele pijlers van de EU-samenwerking met China volgens de mededeling van 1995 - personeelsscholing, bestuurlijke en sociale hervormingen, industriele en bedrijfssamenwerking, milieusamenwerking, armoedeverlichting in stad en land - hebben linn waarde bewezen met de geslaagde uitvoering van een reeks projecten, en de EU zal in de aanpak van het samenwerkingsprogramma blijven steunen op de beginselen die aan de lange-termijnstrategie van 1995 ten gronde lagen. De aanpak werd verder ontwikkeld in het memorandum van akkoord over de programmering van samenwerkingsprojecten tussen de EU en China, dat in oktober 1997 door de Commissie en de Chinese overheidsinstanties is ondertekend.
Gezien het tempo van de veranderingen in China is het van belang de oogmerken van het samenwerkingsprogramma bij te stellcn naarmate de hervormingen in China voortschrijdcn. De volgende specifieke priorileiten - waaraan nog
samcnwerkingsprojeclcn op WTO-gebied (deel C. 1.1) en op het gebied van de
mcnscnrechlen (deel B) moelen worden loegevoegd - moeten de nadruk krijgen :
1. Bijeffecten van de herstructurering van ondernemingen. China is be/.ig met het herstructureren van een groot aantal staatsbedrijven, die nog steeds de kern van zijn industrie vormen. Dit proces van ongekende omvang en complexiteit zou belangrijke sociale en politieke bijeffecten kunnen hebben. De EU moet niet trachten zich met alle aspecten van dit ontzaglijke hervormingsproces te bemoeien, maar zich veeleer op beperkte prioriteiten richten. in hechte coordinate met andere donors en met name de Wereldbank. Op grond van haar ervaring met herstructurering en privatisering, zowel binnen de EU als in Midden-en Oost-Europa en de Nieuwe Onafhankelijke Staten, verkeert de El: in een goede positie om China desgewenst van haar deskundigheid te laten profiteren bij de invoering van nieuwe modellen van eigendom, bestuur van ondernemingen, boekhouding en beheer. Ook zou de EU China kunnen helpen met de hervorming van de sociale voorzieningen als een belangrijke consequence van de herstructurering van staatsbedrijven, want in China komen de sociale voorzieningen in de sleden voornamelijk voor rekening van de staatsbedrijven zclf. Conform aan China’s wens om de sociale bijeffecten van de economische hervorming zoveel mogelijk te beperken en ten einde bij te dragen aan verliehting van de armoedc in de steden zou de EU China kunnen helpen bij het zoeken naar nieuwe modellen voor sociale voorzieningen, zoals medische zorg, sociale zekerheid, werkloosheidsverzekering en pensioenen.
2. Financiele hervorming. China is zo verstandig geweest te beginnen met de hervorming van zijn financiele systeem, waarvan het lot nauw verbonden is met de door schulden geplaagde staatsbedrijven. Een degelijk, doorzichtig en door de markl gestuurd banksysleem is ononlbecrlijk voor de totslandkoming van een duurzame economic. De EU zou - in hechle samenwerking met de iuternationale financiele instellingen en de organen van de lidslaten die verantwoordelijk zijn voor financieel toezicht en prudentiele normen - China moeten helpen het soon regels, toeziehtsystemen en beleidsnormen te ontwikkelen die het land kunnen
behoeden tegen de structurele zwakten die elders in Azie door de financiele crisis aan het licht zijn gekomen.
3. Industriele samenwerking. Sectorale samenwerkingsprogramma’s, gericht op sectoren waarin de EU-industrie duidelijk technologische en concurrentievoordelen en China specifieke behoeften heeft, moeten worden opgezet als een middel voor het aanpakken van kwesties als regulering, vaslstelling van gemeenschappelijke normen en standaarden, uitwerken van wederzijds erkende certificatieprocedures, invoering van schonere productieprocessen, alsook scholing in handel en industrie. Overheidsdiensten, regulerende organen en industrieen van beide kanten zouden hierbij betrokken moeten zijn. Kleine en middelgrote ondernemingen moeten worden aangemoedigd aan dit proces deel te nemen. Bij toekomstige initiatieven zou prioriteit kunnen worden verleend aan onder meer telecommunicaties, ini’ormatietechnologie en luchtvaartkunde.
4. Bedrijfsdialoog. De EU zou steun moeten verlenen om het Europese zaken- en bedrijfsleven in staat te stellen meer activiteit in China te ontplooien. Er zou een bedrijfsdialoog moeten worden opgezet waarbij EU-bedrijfskader en Chinese zakenlieden en beleidsmakers elkaar kunnen ontmoeten om beter inzieht le krijgen in China’s ovegangsproegs en adviezen te verstrekken over marklhervorming. I)e resullaten van tleze dialoog zouden ook moeten worden gehruikt om verdere prioriteiten aan le wij/.en voor het handelsbeleid en de samenwerkingsvoorstellen van de Ell.
5. Juridische en bestuurlijke hervorming. De EU dient haar commerciele onderhandelingen in bi- en multilateraal verband te ondersteunen met concrete bij stand aan China voor de hervorming en modernisering van het algemene juridische en administratieve raamwerk van zijn economie. Hierbij zou men zich specifiek moeten richten op o.a. de opstelling en toepassing van wetgeving -bijvoorbeeld op het gebied van intellectuele eigendom, vennootsehapsrecht en overheidsopdrachten, alsook organisatie en beheer van de overheidsadministratie. De voortzetting van de EU-steun voor het opzetten van een degelijk, op concurrence berustend systeem voor overheidsopdrachten zou met name de industrie stimuleren om eoncurrerend te worden en China hclpen om een moderne en efficiente overheidssector op te zetten.
6. wScholing. De samenwerking zou China moeten helpen zijn eigen
seholingseapaeiteit te verslcrkcn door het aanbieden van moderne professionele scholingsnormen en -metlioden, waaraan zowel bij de overheid als in de industrie behoefte is. Met vakscholingsprogramma’s voor de industrie zou men bijdragen aan een belerc opleiding van arbeidskrachten in China en tegelijk Europese managementsmethoden, teehnische kennis en normen kunnen propageren en daarmee de weg banen voor Europese investeringen. Trainingsprogramma’s voor amblenaren zouden deze wapenen voor de uitdagingen van een door de mark! gestuurdc economie die openslaat voor de wereld.
7. Wetcnschap en technologic. Welenschappelijke en teehnologische
samenwerking zou meer bewust moeten worden ingezet als middel om de positie van Europese ondernemingen op de Chinese mark! le verslerken en ilaarnaast ('Inna's eigen economische ontwikkeling le oiulersleunen. De samenwerking zou geconcentreerd moeten zijn op landbouw, informatie- en communicatietechnologie, biotechnologie, materiaalwetenschappen, vervoer, energie, het milieu en natuurlijke hulpbronnen. De EU en China moeten snel gaan onderhandelen over een specifieke overeenkomst voor wetenschap en technologie (zie deel C.1.4) en een netwerk van partnerschappen opzetten voor de uitwisseling van jonge wetenschappers, managers en ingenieurs in daarvoor gekozen economische sectoren.
8. Milieu. China vvordt zich steeds meer bewust van de ecologische kosten van zijn
vroegere industriemodel en het effect daarvan op het mondiale milieu en probecrt thans snelle groei tc verenigen met duurzame productie- en consumptiepatroncn. De EU zou volgcns de koers die is uitgezet in de Mededeling betreffende een strategic voor samenwerking op miliengebied tussen Europa en Azie1 samenwerkingsprojcclen moeten opzetten die gericht zijn op schone
productiemethodcn, zo min mogclijk afval, milieunormen en -scholing, en opbouw van milieubeheereapaeileit, alsook overdracht van aangepaste technologie. In het bijzonder zou de EU China moeten helpcn om ecologische prioriteiten, zoals de voorkoming van industriele vervuiling en de uitstoot van broeikasgassen, en behoud van de biologische diversiteit - beter in te passen in de nationale economische beleidsformulering en in regionale en lokale ontwikkelingsprogramma’s. Waar dat wenselijk is en aansluit hij de Chinese doeistclling van armoedebestrijding zou men project en voor milicubehoud en projecten voor armoedeverlichting aan elkaar moeten koppelen.
9. Energie. Europa zou zijn deskundigheid op milieu- en energiegebied beschikbaar moeten stellen om China te helpcn efficientc en schone industrieen op te zetten. en ook om zich een positie te verschaffen op deze potenlieel lucratieve mark! voor groene technologic, volgens de koers die is uitgezet in de Mededeling van dc Commissie over een strategic voor energiesatnemverking tussen Europa en A:ie:. Het bevorderen van efficient energieverbruik en de ontwikkeling van schone stcenkooltechnologieen en alternatievc energiebronnen zoals aardgas moeten daarbij de hoogste prioriteit krijgen. In deze kwesties moet de EU streven naar synergie met de internationale financieringsinstellingen (IFI’s).
10. Regionale ongelijkheid, armoedeverlichting en maatschappelijke cohesie.
Ondanks een aanzienlijke verhoging van de levensstandaard is China nog steeds een ontwikkelingsland. Op het platteland en in de sleden is armoede troef, China’s grotc zwcrvende bevolking vormt een ernstige bedreiging voor de sociale slabililcit en duurzame economische wclvaart. en de ongelijkheden tussen de ontwikkclde kustgebieden en de achtergcbicvcn provincies van het binnenland baren de (’hinese regionale en cent rale overheden grote zorg. De Hll zou China moeten helpcn om de wclvaart snellcr over het gehelc land te verspreiden en de regionale cohcsie tc verbelcren door under andere projecten voor de ontwikkeling van verbindingen in elke vorm tussen de kustgebieden en de minderontwikkelde streken in het binnenland. Dit zou in het bijzonder het binnenland aantrekkelijker kunnen maken voor Chinese en buitenlandse investcerders.
C'()M(‘)7)4‘)()clct. van I3.IO.IW7.
COMtWo.WNilel'. van IK.7.IW0.
Voorgestelde initiatieven :
• Deskundig advies verstrekken om de bijeffecten van de herstructurering van bedrijven te verzachten, met name hervorming van de sociale voorzieningen
• Deskundig advies voor de hervorming van de financiele sector
• Versterkte industriele en bedrijfssamenwerking
• Samenwerking inzake een juridisch en bestuurlijk raamwerk
• Samenwerking op het gebied van de scholing van arbeidskrachten, met nadruk op vakscholing en uitwisselingsprogramma’s
• Uitbreiding van de wetenschappelijke en technologische samenwerking
• Duurzanie ontwikkeling bevorderen en China helpen om milieubehoud in zijn beleid op te nemen
• De overdracht van know-how en technologie in de energiesector stimuleren
• Samenwerking voor reductie van de regionale ongeiijkheden en verlichting van de armoede
Een omvattend beleid voor de betrekkingen met China inoet ondersteund vvorden met de passende financiele middelen om het uit te voeren. Als rechtstreeks resultant van het in 1995 gelanceerde beleid heeft de EU haar begrotingsmiddelen voor China meer dan verdriedubbeld : van een jaarlijks gemiddelde van 20 miljoen ecu over de periode 19911994 zijn deze gestegen lot circa 70 miljoen ecu per jaar tot 1999. Hiermee kon de F.l’ bewi jzen dat het haar crust is met de samenwerking met China door de uilvoering van het grote merendeel van de voorgesteldc nieuwe ideeen op gang te brengen. In het tuiidigc stadium lijkt de toewijzing dan ook voldocnde om daarmee de in de/e mededeling vermelde kort- en langlopende initiatieven te l’inancieren, mils de begroling in de periode 2000 tot 2006 gchandhaafd blijl't.
Desalniettcmin zou de EU allc mogelijke manieren om de efficiency van zijn aetiviteiten te verbeteren in overweging moeten nemen.
Een belangrijke boodschap van deze mededeling is dat door de EU gefinancierde samenwerkingsprogramma’s nog nauwer aan haar ruimere Chinabeleid moeten gekoppeld. Van de mensenrcchtendialoog via de WTO-toetredingsonderhandclingen tot kwesties in verband tnel China’s economische ontwikkeling zou de FA) de kails moeten grijpen haar beleid waar dat ook maar mogelijk is met concrete bijstandsprojecten te illustrcren. De EU komt in China naur voren als een van de belangrijkste subsidiegevers en men moet alles doen om dit voordeel zovccl mogelijk uit te buiten. Projeeten i eel list reeks op cssenlielc beleidsdoelslell ingen te laten aansluiten is een van de bcslc manieren om ze doellrelTender te maken. Dit is gewoon een kwestie van waarde voor zijn geld krijgcn, en dat zou kunnen zonder de U)tale begroting voor China hoegenaamd te verliogcn.
Evenals andere internalionale donors is de EU voortdurcnd op zoek naar manieren om de resullaten van haar projeeten te verbeteren. Tot dusverre pleegt zij zieh te concentreren op belrekkelijk dure, over verscheidene jaren gespreide programma's. Met een samenwerkingsbudget dat altijd klein zal blijven in verhouding tot de behoeften van een zo groot land als China levert dit een maximaal effect op. Toch zou het programma op vijf belangrijke punten moeten worden verfijnd :
Ten eerste ontvangt de EU steeds meer aanvragen om steun voor kleine, maar uiterst zichtbare projecten. Sommige van deze initiatieven - zoals het snel beschikbaar stellen van Europese deskundigen voor het opstellen van nieuwe wetgeving, vakscholing, netwerken met EU counterparts, het organiseren van seminars, informatie- en communicatiemateriaal enz. - hebben een potentieel effect dat in geen verhouding staat tot het kleine bedrag dat er voor nodig is. De Europese Unie zou een faciliteit moeten opzetten waarmee een selectie van de allerbeste van deze kleine projecten snel rechtstreeks vanuit de delegatie van de Commissie in Beijing kan worden gefinancierd.
Ten tweede is de synergie tussen de samenwerkingsprogramma’s van de EU en haar lidstaten nog onderontwikkeld. Regelingen voor betere coordinate, complementariteit en mogelijk gezamenlijke projecten moeten dringend in overweging worden genomen.
Ten derde heeft de Commissie, gezien de beperkingen waaraan een betrekkelijk geringe samenwerkingsbegroting onderhevig is, gespeurd naar manieren om nauwer met de de internationale financieringsinstellingen samen te werken. Hierbij zijn nieuwe mogelijkheden ontstaan om met EU-subsidies gefinancierde projecten te gebruiken om de weg te banen voor grotere financieringen van organisaties zoals de Wereldbank. Daarnaast zou de EU moeten overwegen Europese deskundigen te laten deelnemen aan sommige van de beleidsdiscussies van de Bank met de Chinese regering. Dit komt alle betrokken partners ten goede en is bijzonder goed geschikt voor sectoren als hervorming van de sociale voorzieningen, energie en het milieu.
Ten vierde : de Europese Investeringsbank (EIB), die een mandaat heeft voor activiteiten in Azie tot het jaar 2000, houdt zich momenteel slechts weinig met China bezig. Tot dusverre heeft zij slechts een project gelanceerd - op energiegebied - met een begroting van 50 miljoen ecu. Toch lijkt het binnen het huidige mandaat ruimte te zijn voor meer activiteiten van de Bank in China. Dit is des te belangrijker omdat de Wereldbank voornemens is de concessionele financieringen in zijn ontwikkelingshulp te reduceren en vanaf 1999 geheel af te schaffen. De kwestie van de omvang en bestemming van de financiele EIB-toewijzing in Azie na het verstrijken van zijn huidige mandaat blijft open.
Om de intree van de EIB in China te vergemakkelijken, zijn leningen concurrerender te maken en zijn uitvoeringscapaciteit te versterken is de Commissie bereid te overwegen ecu deel van haar samenwerkingsbegroting aan de EIB toe te wijzen voor het financieren van uitvoerbaarheidsstudies en voorafgaande investeringsanalyses om de grond te effenen voor EIB-leningen aan Chinese instellingen die met de uitvoering van projecten van gcmecnschappelijk belang worden belast. Door een actiever optreden van de EIB in China zouden zijn samenwerkingsactiviteiten en zijn betrekkingen met het land in het algemeen aan zichtbaarheid winnen en een hoger peil bereiken.
Ten vijfde is het essentieel steeds met de Chinese instanties in contact te blijven om er zeker van te zijn dat de projecten zich volgens de gezamenlijke doelstellingen ontwikkelen. In deze dialoog moeten alle fasen van de projectcyclus besproken worden, maar in het bijzonder de programmeringsfase, zoals is aangegeven in het memorandum van akkoord over de programmering van de samenwerking in 1998 en 1999 dat in oktober 1997 door de Commissie en de Chinese overheid is ondertekend.
In het licht van deze dialoog zou een vroegtijdige bespreking en uitwisseling van informatie met de lidstaten op basis van meerjarenprogrammering ook de synergie met de programma’s van de lidstaten ten goede komen. Hetzelfde geldt voor de EIB, de Wereldbank en andere donors.
Voorgestelde initiatieven:
• De vlotte financiering van kleine, snel uit te voeren projecten vanuit Beijing bevorderen
• Versterking van de synergie tussen de doelstellingen van het Chinabeleid van de EU en de samenwerkingsprogramma’s
• Verbetering van de synergie met de EU-lidstaten
• Bestudering van diverse methoden en benaderingen voor samenwerking met de Wereldbank en andere geldschieters
• Samen met de EIB werken aan de uitbreiding van EIB-activiteiten in China binnen zijn huidige mandaat
• De geregeide dialoog met China over de programmering en de projectcyclus
versterken en zorgen voor tijdige informatie van de lidstaten en de IFI’s_
E. Versterking van het profiel van de Europese Unie
De publieke opinie is diep onder de indruk van de herrijzenis van China. Er zijn maar weinig bedrijven, instellingen of enkelingen buiten China die zich niet op een of andere manier aangesproken voelen door zijn snel groeiende aanwezigheid op de wereldscene. Sommigen zien deze als een onuitputtelijke bron van kansen, anderen zijn voorzichtiger in hun oordeel, maar de meesten zien hierin een over het geheel genomen positieve ontwikkeling die vraagt om een zorgvuldig afgewogen, maar beslissende reactie van hun overheidsinstanties, dus ook van de Europese Unie. Om zijn doel te bereiken moet een dergelijke reactie zichtbaar zijn, niet alleen in Europa, maar ook in China en overal ter wereld. Door betere zichtbaarheid zal de EU in haar betrekkingen met China meer gewicht in de schaal leggen.
Wil de EU erin slagen haar profiel in China te versterken, dan is hechte codrdinatie binnen de EU noodzakelijk. Jaarlijkse toppen en andere ontmoetingen op hoog niveau met de Chinese leiders, zoals in deel A.1 van deze mededeling wordt aanbevolen, zouden Europa’s zichtbaarheid al enigszins kunnen verbeteren en moeten in de media passende aandacht krijgen.
Tevens zou de EU haar voorlichtingsbeleid in de richting van China aanzienlijk moeten verbeteren. Om te beginnen zou zij voor de allereerste maal uitsluitend voor haar betrekkingen met China een voorlichtingsstrategie moeten uitstippelen. De strategic moet belangrijke doelgroepen aanwijzen binnen het bedrijfsleven, de overheid, de academische wereld, de NGO’s, de media en andere groepen voor de verspreiding van informatie over de relatie. Waar mogelijk moet men deze doelgroepen zowel in China als in Europa opsporen. Een nieuwe voorlichtingsstrategie zou onder meer de volgende acties kunnen omvatten :
Voorgestelde initiatieven :
• Vestiging van een pers- en informatiedienst van de Commissie in Beijing, naast de reeds bestaande in Washington en Tokyo
• Meer Chinese reizigers naar Europa halen via het EU-bezoekersprogramma
• Meer culturele uitwisseling via scholen, universiteiten en andere onderwijsinstellingen
• Culturele evenementen zoals tentoonstellingen organiseren en zoeken naar manieren waarop de samenwerking op cultuurgebied in de toekomst kan worden uitgebreid
• De aanwezigheid van de EU versterken op conferenties over Chinese kwesties en seminars en conferenties organiseren over de betrekkingen van de EU met China
• Versterkte samenwerking met bestaande EU-studiecentra aan Chinese
universiteiten en met de Chinese vereniging voor Europese studies__
Conclusie
China’s groeiende politieke en economische zelfvertrouwen zou voor de EU een stimulans moeten zijn om meer met het land in zee te gaan. Tegelijk met China’s kracht groeit, algemeen gesproken, ook zijn verantwoordelijkheidsbesef. China’s steeds meer assertieve houding op het wereldtoneel verdient dan ook een positieve reactie van Europa, maar er is ook visie voor nodig. In deze mdedeling is getracht die visie weer te geven door de grondslagen te leggen voor een omvattend partnerschap dat berust op een reeks specifieke, op actie gerichte initiatieven.
Het centrale punt in die visie moet zijn het streven naar de succesvolle, duurzame integrate van China als een volwaardige partner in de wereldeconomie. Dit moet gekoppeld worden aan een actieve inzet voor de totstandkoming van een krachtige, open, op de fundamentele vrijheden en de mensenrechten gebaseerde civiele samenleving, tegelijk met China’s overgang naar een markteconomie. China’s toetredingsproces tot de WTO, alsook de bilaterale handelsagenda van de EU met China blijven, samen met Europa’s uitgebreide samenwerkingsprogramma met China, bij uitstek de instrumenten om dit te bewerkstelligen. Tegelijkertijd moet de EU paraat zijn om haar beleid snel aan te passen aan onvoorziene veranderingen, die gezien het tempo en de omvang van China’s overgang altijd kunnen optreden.
Europa en China staan beide op de drempel van radicale verandering. Dit zou voor de eerste een bijkomende drijfveer moeten zijn om met zorg zijn eigen, echt Europese strategic jegens de laatste te formuleren.
De Raad wordt opgewekt de in deze mededeling vermelde initiatieven goed te keuren en dc Commissie, het Europees Parlement, de lidstaten, het bedrijfsleven en andere actoren uii te nodigen mee te werken aan de hierboven geschetste aanpak. De Commissie staut klaar om in de komende maanden met de genoemde initiatieven aan het werk te gaan.
De Commissie zal aan de Raad en het Europees Parlement geregeld verslag uitbrengen over de vorderingen met de uitvoering van de voorstellen in deze mededeling. Te dien einde zal een jaarverslag worden opgesteld.
ISSN 0254-1513
COM(98) 181 def.
DOCUMENTEN
NL
11 02 10
Catalogusnummer : CB-CO-98-212-NL-C
ISBN 92-78-32900-2
Bureau voor officiele publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg
1
Id Regionale Eomm van ASEAN (ARE) is in 1W4 opgerieht als een forum waarin mogendheden van ile regio en van huilen tie regio veiligheidsvraagslukken in de regio Azie-Stille Oeeaaivbespreken om vreile en slabiliteil te liandliaven. Ilel beslaal nil de negen ASEAN-lidstalen, de lien ASEAN dialoogparlners (Auslralie. Canada, China, Zuid-Korea, de Verenigde Staten, India. Japan, Nieuw-Zeeland, Rusiand en tie Europese Unie) en de twee ASEAN-waarnemers (Cambodja, en Papoea-Nieuw-( iuinea).
C’()M(‘)7)I7I del', van 23.4.1W7.
2
COM(97)534 def. van 29.10.1997.
3
SEC(97) 2290.