Toelichting bij COM(1998)511 - Actieprogramma van de EG op het gebied van veiligheid, hygiëne en gezondheidsbescherming op het werk (1996-2000) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)511 - Actieprogramma van de EG op het gebied van veiligheid, hygiëne en gezondheidsbescherming op het werk (1996-2000). |
---|---|
bron | COM(1998)511 ![]() ![]() |
datum | 03-09-1998 |
Brussel, 03.09.1998 COM(1998) 511 def.
TUSSENTIJDS VERSLAG OVER HET ACTIEPROGRAMMA VAN DE GEMEENSCHAP OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID, HYGIENE EN
GEZONDHEIDSBESCHERMIN G OP HET WERK (1996-2000)
(door de Commissie ingediend)
TUSSENTIJDS VERSLAG OVER HET ACT IE PROG RAM IMA VAN DE GEMEENSCHAP OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID, HYGIENE EN GEZONDHEIDSBESCHERMING OP HET WERK
(1996-2000)
Dc Commissie heeft toegezegd een verslag op te stellen over de stand van zaken van de activiteiten die in het kader van het actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van veiligheid, hygiene en gezondheidsbescherming op het werk (1996-2000)1 zijn uitgevoerd.
Het programma werd voorgesteld na de totstandkoming van een groot corpus van krachtens artikel 118 A goedgekeurde Gemeenschapswetgeving. Het heeft tot doel de tenuitvoerlegging en toepassing van de bestaande wetgeving te ondersteunen en legt eveneens sterkere nadruk op niet-wetgevende maatregelen.
DE PERIODE 1996-1998
De volgendc voor de periodc 1996-1998 geplande maatregelen verdienen speciale aandacht.
• Opzetten van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk in Bilbao.
Dit Agentschap is opgericht en operationeel. Zijn taak bestaat erin informatie over arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid op het werk te verstrekken. In dat verband zal het nauw samenwerken met de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden in Dublin, die een complementair werkprogramma voor 1998-2000 op dit gebied heeft opgezet. Het Agentschap van Bilbao zal voor alle betrokkenen een bron van wetenschappelijke, technische en economische informatie zijn.
• Het SAFE-programma
In 1995 legde de Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van een programma betreffende niet-wetgevende maatregelen ter verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk (SAFE) aan de Raad voor2. Het SAFE-voorstel beoogt met name de financiering van begeleiding en voorlichting om de geldende wetgeving correct te helpen toepassen, met bijzondere aandacht voor de verbetering van de gezondheid en veiligheid in het midden- en kleinbedrijf. Het voorstel is in 1997 na raadpleging van het Europees Parlement3 gewijzigd en is herhaaldelijk door de werkgroep Sociale vraagstukken van de Raad besproken zonder dat daarbij overeenstemming is bereikt.
Om aan de specifieke behoeften van het midden- en kleinbedrijf te helpen tegemoetkomen, om beste praktijken te bevorderen als norm voor de ontwikkeling van een veilig, productief en concurrentieel arbeidsmilieu en om vooruitgang te boeken met de correcte en doeltreffende toepassing van de Gemeenschapswetgeving inzake gezondheid en veiligheid is een aantal voorbereidende en proefjprojecten medegefinancierd.
De Commissie vreest dat het programma niet wordt goedgekeurd. Het is met aanzienlijke steun van de sociale partners, de regeringen en het Europees Parlement voorgesteld ter bevordering van een cultuur van gezondheid en veiligheid als essentieel onderdeel van goed beheer en als sleutelelement van het streven van de Gemeenschap naar een betere toepassing van de bestaande wetgeving.
De Commissie zal dit en andere hangende voorstellen op sociaal gebied met het Parlement en de Raad bespreken om te trachten op de betrokken punten vooruitgang te bewerken.
In dit verband is het wellicht nuttig te overwegen of het Agentschap van Bilbao dan wel de Stichting van Dublin enkele van de wezenlijke onderdelen van het SAFE-programma zou kunnen ovememen. Dit is alleen mogelijk indien voldoende middelen ter beschikking worden gesteld. Om dit in de praktijk om te zetten dient de bcgrotingsautoritcil dc dcsbetrcffcndc bcgrotingsrcgelingen aan te passen.
• Omzetting en bijwerking van de bestaande wetgevende maatregelen
Omzetting
In 1996 waren de uit hoofde van artikel 118 A goedgekeurde richtlijnen voor (ca.) 74% door de lidstaten omgezet. Dit percentage is inmiddels gestegen tot 95%.
Tijdens de betrokken periode heeft de Commissie ongeveer 30 met redenen omklede adviezen uitgebracht en in zes gevallen besloten om een zaak bij het Hof van Justitie aanhangig te maken. Het Hof heeft een arrest tegen een lidstaat geveld. Een en ander heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van het omzettingspercentage. Momenteel zijn nog slechts negen zaken hangende.
Bijwerking
Dc richtlijn “chemische agentia” is op 7 april 1998 aangepast4. Deze tekst is het resultaat van lange besprekingen in het Europees Parlement en de Raad en is een voorbeeld van vereenvoudigde en gerationaliseerde wetgeving, aangezien hij verscheidene richtlijnen op dit gebied samenvat.
Op soortgelijke wijze omvat de door de Raad goedgekeurde wijziging van Richtlijn 89/65 5/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats5 een uitbreiding van de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid tot mobiele arbeidsmiddelen en hijs- en hefhulpmiddelen. De bepalingen inzake steigers zijn bij deze gelegenheid niet door de Raad goedgekeurd. De Commissie overweegt een afzonderlijk voorstel te doen om aan de eisen in dit verband te voldoen.
De Commissie heeft voorgesteld de richtlijnen betreffende gezondheid en veiligheid aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang en aan andere rclevante factoren. Met name inzake de opstclling van indicaticve grcnswaardcn heeft de Commissie Richtlijn 96/94/EG houdcnde vaslstelling van ccn tweedc lijst van indicatievc grcnswaarden aangenomen6.
Richtlijn 90/679/EEG van de Raad betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk is bij de richtlijnen 97/59/EG7 en 97/65/EG8 van de Commissie aan de technische vooruitgang aangepast. Daarbij heeft de Commissie rekening gehouden met nieuw wetenschappelijk bewijsmateriaal inzake de overdraagbaarheid van het BSE-agens op mensen zodra dit beschikbaar was. Met name Richtlijn 97/65/EG garandeert de werknemers een aanzicnlijk betere bescherming tegen blootstelling aan BSE- en TSE-agentia op het werk.
Richtlijn 97/42/EG van de Raad van 27 juni 1997 tot cerste wijziging van Richtlijn 90/394/EEG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk werd in September 1995 door de Commissie voorgesteld en in juni 1997 door de Raad goedgekeurd. Dit is een belangrijke stap voorwaarts omdat hiermee het toepassingsgebied van de richtlijn wordt uitgebreid tot het hanteren van stoffen en preparaten (met een hoger kankerrisico) die niet in de vorige versie waren opgenomen. Daamaast bevat de richtlijn een beroepsmatige grenswaarde voor een bekend carcinogeen.
DE PERIODE 1998-2000
De tweede periode van het Gemeenschapsprogramma zal plaatsvinden in een andere omgeving, na de politieke akkoorden die tijdens de top in Amsterdam en die in Luxemburg zijn bereikt en de start van de onderhandelingen over de uitbreiding.
De algcmene context is dat de structuur van de werkende bevolking en de wcrkgelcgenheidspatronen aan het veranderen zijn: een vergrijzende arbeidsbevolking, een gestage groei van het percentage vrouwelijke werknemers, een toename van tijdelijk en deeltijdwerk en, in economische sectoren buiten de landbouw, van het aantal zelfstandigen, met een voortdurende banengroei in de dienstensector. De doelstelling van de Commissie is en blijft erin bestaan alle actoren te betrekken bij het tot stand brengen van een modem, effectief en efficient beleid inzake gezondheid en veiligheid in Europa dat de ongevallen- en ziektecijfers doet dalen en een positief effect heeft op de inzetbaarheid en het bedrijfsleven.
De Commissie heeft haar prioriteiten inzake gezondheid en veiligheid voor de periode van nu tot het jaar 2000 aan een nieuw onderzoek onderworpen.
PRIORITEITEN 1998-2000
Inhoudsopgave
/ De uitbreiding voorbereiden
/ De band met inzctbaarheid versterkcn
/ Arbeidsomstandigheden in tijden van verandering: aandacht voor nieuwe risico's
DE EUROPESE WETGEVING EFFECTIEVER MAKEN
Inzake gezondheid en veiligheid op het werk is een omvangrijk en actueel corpus van Gemeenschapswetgeving voorhanden. De lidstaten hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om deze wetgeving om te zetten, hetgeen inmiddels voor 95% is gebeurd. De Commissie onderzoekt momenteel of de nationale wetgeving aan de EU-normen voldoet.
Een corrcclc omzctting moct gcpaard gaan met een degelijkc tenuitvoerlegging en praklische toepassing. De Commissie zal op basis van door de lidstaten in te dienen verslagen en aan de hand van haar eigen evaluatie zich een oordeel vormen over de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving, de mate van naleving op de arbeidsplaats en de handhavingsinspanningen bij de toepassing. Om doorzichtigheid te waarborgen is de Commissie voomemens de evaluatieverslagen aan het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comite, het Comite van de Regio’s en de Raad toe te sturen.
De Commissie zal een grotere betrokkenheid van de 9000 arbeidsinspecteurs in de 15 lidstaten bevorderen ter aanmoediging van de daadwerkelijke handhaving van de Gemeenschapswetgeving. Het Comite van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie verstrekt adviezen over problemen in verband met de naleving door de lidstaten van de Gemeenschapswetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk. De Commissie werkt nauw samen met het Comite om initiatieven te ontwikkelen die nodig zijn om de Gemeenschapswetgeving daadwerkelijk te doen naleven en het Comite zal worden aangemoedigd om mee te werken aan de beoordeling van de tenuitvoerlegging van de Gemeenschapswetgeving op dit gebied.
Ook is het van wezenlijk belang de standpunten van de sociale partners ter dege in het cvaluatieproces te verwerken, aangezien zij de primaire verantwoordelijkheid dragen voor de toepassing van de regels in de praktijk. Hierbij worden het Raadgevend Comite voor de veiligheid, de hygiene en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats en het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen en andere winningsindustrieen betrokken.
De Commissie zal nagaan hoe zij in samenwerking met de nationale autoriteiten een reeks communautaire indicatoren kan opstellen die informatie kunnen bieden over de meeste effectieve beleidslijnen. De Europese statistieken over arbeidsongevallen (ESAW, European Statistics on Accidents at Work) en de Europese statistieken van beroepsziekten (EODS, European Occupational Diseases Statistics), een voor begin 1999 geplande arbeidskrachtenenquete en studies van de Europese Commissie naar de sociaal-economische kosten van arbeidsongevallen en beroepsziekten zijn elementen voor de opstelling van deze indicatoren.
Doel is te helpen nagaan of de wetgeving daadwerkelijk de juiste veiligheids- en gezondheidsomstandigheden tot stand brengt en handhaaft, dan wel verbetering behoeft. Wijziging van bestaande wetgeving is wellicht ook nodig gezien de snel veranderende arbeidssituatie en het ontstaan van nieuwe risico’s. De Commissie zal haar beleid van herziening van de bestaande richtlijnen voortzetten ten einde modemisering en rationalisering te waarborgen wanneer dit noodzakelijk is.
De Commissie zal steun verlcnen aan de initiatieven van de lidstaten die gericht zijn op het tot stand brengen, op zo vroeg mogelijke leeftijd, van de noodzakelijke veiligheidscultuur bij de individuele personen. De Gemeenschapswetgeving stimuleert de werkgevers en werknemers tot deelneming aan dit streven, en de verstrekking van informatie door het Agentschap van Bilbao en de Stichting van Dublin is een essentieel element in het beleid. In dit verband zal de Commissie opnieuw nagaan in hoeverre er ruimte is voor verbetering in de uitwisseling van informatie met de lidstaten over voorgestelde nationale wetgeving inzake veiligheid, hygiene en gezondheid op het werk. Overleg in een vroeg stadium, zoals bedoeld in Besluit 88/383/EG van de Commissie, zal hiertoe bijdragen.
Over het algemeen heeft het midden- en kleinbedrijf (MKB) weinig begrip voor het belang van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen en het positieve economische effect daarvan, aangezien het deze vaak uitsluitend als bijkomende kosten ziet. De Commissie heeft een aantal acties ondernomen om het bewustzijn van het MKB aangaande gezondheid en veiligheid op het werk te verbeteren en methoden te ontwikkelen om goede prestaties en de uitwisseling van informatie te bevorderen. De reacties op de voorbereidende projecten voor SAFE hebben aangetoond dat het MKB ertoe kan worden gebracht goede veiligheids- en gezondheidsomstandigheden in de praktijk om te zetten.
Uit een recent onderzoek in het Europese MKB blijkt dat gezaghebbend advies behulpzaam en doeltreffend is bij de tenuitvoerlegging van wetsvoorschriften. Met name kleine en middelgrote ondememingen hebben behoeft aan informatie over nationale wetgeving en aan advies inzake beste praktijken, methoden voor het verbeteren van de normen in hun arbeidsplaats en over de noodzaak om bij het beheer van de ondememing rekening te houden met gezondheid en veiligheid. Voor ondememingen en hun tussenpersonen in elektronische vorm toegankelijke actuele informatie over zowel de Europese als de nationale voorschriften inzake gezondheid en veiligheid is belangrijk en wordt momenteel verzameld. Bovendien werkt de Commissie aan een uitbreiding van de elektronische toegang tot de wetgeving en de bijbehorende begeleidende documenten. Zo zullen de werkgevers spoedig specifieke en gerichte informatie van hoge kwaliteit aan hun werknemers kunnen verstrekken.
De Commissie is voornemens om in samenwerking met de lidstaten specifieke studies uit te voeren naar het effect van de Gemeenschapswetgeving op ondememingsniveau, teneinde de invloed op de verbetering van gezondheid en veiligheid te beoordelen.
Voorts draagt het beleid van de Gemeenschap, onder andere inzake vervoer en milieu, ook bij tot verbetering in de gezondheid en veiligheid op het werk. De Commissie is voornemens een verslag op te stellen over gezondheid en veiligheid in andere beleidslijnen
DE UITBREIDING VOORBERE1DEN
De Commissie heeft in haar Mededeling “Agenda 2000”9 haar toekomstige strategic betreffende de uitbreiding uiteengezet. Een van de belangrijkste principes is dat de kandidaat-lidstaten de rechten en verplichtingen van het lidmaatschap ovememen op basis van het acquis communautaire, en dat van hen verwacht wordt dat zij bij hun toctrcding dit acquis toepasscn, ten uitvoer leggen en doen naleven. De Commissie heeft gezondheid en veiligheid aangeduid als een van de essentiele elementen van het acquis op sociaal gebied en benadrukt dat het aanzienlijke inspanningen van de kandidaat-lidstaten zal kosten om het niveau van veiligheid en gezondheidsbescherming van de Unie te halen.
De Commissie zal via de partnerschappen voor toetreding beoordelen in welke mate het acquis in de kandidaat-lidstaten is overgenomen en tegelijkertijd, onder andere via PHARE en TA1EX, steun verlenen aan deze landen bij hun inspanningen in het kader van een versterkte pre-toetredingsstrategie. Bij deze beoordeling zal worden nagegaan:
=> wat de praktische stand van zaken is aangaande gezondheid en veiligheid op het werk in de kandidaat-lidstaten, zoals het aantal ongevallen en beroepsziekten;
=> hoe de situatie in deze landen zich ontwikkelt (d.w.z. gaat het beter of slechter?);
=> welke de grootste uitdagingen zijn voor het optrekken van de normen in deze landen (bijvoorbeeld gebrek aan voorlichting, schaarse middelen, verouderde en gevaarlijke installaties en uitrusting, onveilige input, milieufactoren, enz.?);
=> hoe de wetgeving er uitziet in vergelijking met die in de EU, en wat de handhavingsprocedures zijn;
=> wat de doeltreffendste maatregelen zijn die kunnen worden bevorderd om de gezondheid en veiligheid in de kandidaat-lidstaten te verbeteren.
Uit deze beoordeling zal blijken welke hulp nodig is om de veranderingen door te voeren, bijvoorbeeld door steun voor de opleiding van specialisten op gebieden zoals arbeidshygiene, recht en technische inspecties. Dit zal een aanzienlijke bijdrage vergen aan opleiding, voorlichting en technische kennis [die in grote mate zou kunnen worden verstrekt via het Agentschap van Bilbao en de Stichting van Dublin] alsmede deskundigheid uit de lidstaten en andere gezaghebbende bronnen. Op soortgelijke manier biedt het Comite van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie een waardevol forum, niet alleen voor de uitwisseling van technische informatie, maar ook voor de dialoog tussen de kandidaat-lidstaten, die informed in het Comite vertegenwoordigd zijn.
DE BAND MET INZETBAARHEID VERSTERKEN
Voor het individu is een goede en veilige arbeidsomgeving uiteraard belangrijk voor bet behoud van zijn gezondheid en arbeidsgeschiktheid, voor de bedrijven is het een belangrijkc concurrenticfactor. De kwalitcit en de organisatie van het werk oefenen steeds nicer invloed uit op de beschikbaarhcid van geschooldc arbeidskrachten, de motivatie van het personecl en de ontwikkeling van de pcrsoonlijke hulpbronnen in het algemeen.
Een duurzame verhoging van de werkgelegenheid en de bevordering van de inzetbaarheid zijn twee van de belangrijkste aandachtspunten van de tijdens de topontmoetingen van Amsterdam en Luxemburg overeengekomen Europese werkgelegenheidsstrategie. Maatregelen om de gezondheid en veiligheid op het werk te verbeteren vormen een belangrijke bijdrage tot de inzetbaarheid van de arbeidskrachten. Deze beleidslijnen kunnen op twee manieren bijdragen tot het behoud en de verbetering van de inzetbaarheid.
=> Voorkomcn van ongevallcn en ziekten: elk jaar kan een aanzienlijk aantal van de wcrkncmers die het slachtoffcr wordcn van de 5 miljoen arbeidsongevallcn cn beroepsziekten tijdelijk of permanent nict meer werken. Het beleid inzake gezondheid en veiligheid beoogt arbeidsongevallen en beroepsziekten te vermijden en hun gevolgen voor de gezondheid te verzachten. Op deze manier kunnen maatregelen inzake gezondheid en veiligheid bijdragen tot een verbetering van de productiviteit en helpen de economische prestaties van de bedrijven te verbeteren.
=> Werkgelegenheid voor mensen met een handicap: volgens de in 1997 door Eurostat uitgevoerde Europese huishoudpanelenquete (European Household Panel Survey) beschouwde ongeveer 17% van de bevolking in de werkende leeftijd zich in de dagelijkse activiteiten als emstig of in zekere mate gehinderd door een chronisch fysiek of mentaal gezondheidsprobleem. een ziekte of een handicap. Wanneer werknemers een handicap oplopen, door een arbeidsongeval, een beroepsziekte of een andere oorzaak, mag er niet van worden uitgegaan dat deze mensen permanent van de arbeidsmarkt dienen te worden uitgesloten. Werknemers met een handicap dienen hulp te krijgen bij het vinden van een baan, en in de arbeidsomgeving moet rekening worden gehouden met hun spccificke behoeften. Ramingen van Eurostat op basis van een in 1991/1992 in 10 lidstaten gehouden telling wijzen erop dat in de meeste lidstaten ongeveer 10-12% van de bevolking een handicap heeft.
Vooruitgang in de werkgelegenheid van mensen met een handicap vergt fundamentele veranderingen in de acties voor het verwijderen van gevestigde arbeidsmarktnadelen.
Dit omvat toegang tot opleidings- en onderwijsprogramma’s van hoog gehalte, opheffmg van discriminerende praktijken in de arbeidsmarkt, en aanpassing van werkplekken. Hier ligt een rol voor de wetgeving inzake gezondheid en veiligheid.
Om deze redenen is het essentieel de inffastructuur te verbeteren teneinde de toegang tot de arbeidsplaatsen te vergemakkelijken. Het is belangrijk de nodige aanpassingen aan de werkplekken aan te brengen zodat zij beter aan de individuele behoeften en vaardigheden van mensen met een handicap beantwoorden; voorts draagt een dergelijke verbeterde gezondheids- en veiligheidssituatie op het werk bij tot een betere inzetbaarheid van mensen met een handicap.
De Commissie is voornemens een debat op gang te brengen teneinde bij de opstelling van de toekomstige werkgelegenheidsrichtsnoeren met deze kwesties rekening te houden.
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN IN TIJDEN VAN VERANDERING: AANDACHT VOOR NIEUWE RISICO’S
De arbeidsmarkt is aan het veranderen. Een belangrijke trend is de omvorming van de economie in een diensteneconomie die nieuwe uitdagingen voor arbeidshygiene en -veiligheid met zich brengt. Arbeidsongevallen komen in deze sector minder vaak voor dan in de traditionele bedrijfstakken met een hoog risico, zoals landbouw, bouwbedrijf en productie-industrie. In de dienstensector, waar 65% van de werknemers werkt, gebeuren 45% van de arbeidsongevallen. Daarentegen komen andere gezondheidsproblemen, zoals stress, nu vaker voor.
Een ander aspect waarmee rekening moet worden gehouden is de gestage toename van hcl aantal wcrkcndc vrouwen. De participaticgraad van de vrouw is van 44% in 1975 gcstcgen naar mecr dan 50% in 1996, en verwacht wordt dat de cijfcrs blijven stijgen. Dit brengt specifieke gezondheids- en veiligheidsvereisten met zich.
Een derde trend is de vergrijzing van de arbeidskrachten. Volgens de prognoses zal het percentage werknemers van 40 jaar en ouder van ongeveer 45% in 1996 stijgen naar iets meer dan 50% in 2005 en meer dan 54% in 2020. Dit onderstreept de noodzaak dat werknemers langer op de arbeidsmarkt blijven en kan tevens specifieke eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid impliceren.
Een vierde factor die de gezondheids- en veiligheidsomstandigheden bemvloedt, is de verandering van de economie in een diensteneconomie en de ontwikkeling van nieuwe vormen van arbeidsorganisatie. Dit heeft geleid tot een verandering van de arbeidspatronen, met een toename van het deeltijdwerk van minder dan 11% in 1985 naar meer dan 16% in 1996, een stijging van 12-13 miljoen, en in termen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten, van 9% naar bijna 12%. De grootschalige toepassing van nieuwe technologieen en van nieuwe vormen van werkorganisatie kan wellicht oude risico’s verminderen, maar kan eveneens tot nieuwe problemen leiden.
=> De Commissie zal meer nadruk leggen op de implicaties van deze veranderingen en dc te verwachtcn ontwikkelingen teneinde ervoor te zorgen dat in de toekomstige beleidslijnen inzake gezondheid en veiligheid met deze kwesties rekening wordt gehouden. De veranderende arbeidspatronen hebben mogelijk ook aanzienlijke gevolgen voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake arbeidshygiene en -veiligheid. Zo kunnen zij een uitwerking hebben op de opleiding, is de keten van toezicht wellicht niet voldoende en kan er een gebrek aan continui'teit voor het personeel ontstaan dat op zijn beurt leidt tot een verlies aan bedrijfskennis over gezondheids- en veiligheidsproblemen en de aanpak ervan.
De Commissie zal een debat over de veranderende arbeidsomstandigheden op gang brengen om het bewustzijn van de gevolgen voor gezondheid en veiligheid te verhogen en de ontwikkeling van beleid ter verbetering van de arbeidsomstandigheden te stimuleren.
=> Monitoring van de effecten van dergelijke wijzigingen wordt nu ondersteund door de eerste gegevens op basis van een geharmoniseerde methodologie op Europees niveau over arbeidsongevallen en beroepsziekten. Het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) heeft Europese statistieken over arbeidsongevallen (ESAW) verzameld vanaf het referentiejaar 1993. De proefgegevens van de Europese statistieken van beroepsziekten (EODS) over 31 punten van het Europees schema van beroepsziekten worden nu jaarlijks door Eurostat verzameld om de Commissie en de lidstaten een duidelijk beeld te geven van hoe goed de lidstaten in vergelijking met elkaar presteren en om de beste praktijken op Gemeenschapsniveau en de gebieden waarop nadere acties nodig zijn te identificeren. De Commissie (Eurostat) en de betrokken instanties in de lidstaten gaan voort met het ontwikkelen van een systeem van geharmoniseerde gegevens over ongevallen en beroepsziekten. De Commissie zal tevens aandacht besteden aan statistieken uit andere bronnen.
De beschikbare gegevens zullen worden gebundeld in een verslag over “De stand van zaken van gezondheid en veiligheid in de EU”, dat door de Commissie zal worden gepubliceerd. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van een gedetailleerd technisch verslag waaraan het Agentschap van Bilbao werkt, alsmede van wetenschappelijke en technische informatie van de Stichting van Dublin en andere Agentschappen.
==> De arbeidsomstandigheden in de Europese Unie worden ook beinvloed door tcchnologische vemieuwingen, economische veranderingen en de waameming van gezondheid en veiligheid in de rest van de wereld. Soortgelijke veranderingen vinden ook elders ter wereld plaats, en de bilaterale contacten worden voortgezet. Het gezamenlijke actieplan van de EU/VS, bijvoorbeeld, vermeldt gezondheid en veiligheid als een prioritair gebied in de context van de oprichting van een Nieuwe Transatlantische Markt. De Commissie zal tevens met Japan verdere initiatieven ontplooien. Deze veranderingen in de arbeidsomstandigheden worden ook weerspiegeld in het werk van de intemationale organisaties. De Commissie zal blijven samenwerken met de intemationale organisaties (zoals VN, WGO, IAO) die de gezondheid en de veiligheid op het werk bevorderen.
=> Dit zal mede worden ondersteund door de relevante activiteiten betreffende onderzoek naar gezondheid en veiligheid in het voorstel voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van een specifiek programma over "Levenskwaliteit en beheer van hulpbronnen" (1998-2002) in de context van het Vijfde Kaderprogramma van de EG voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstrate.
ISSN 0254-1513
COM(98) 511 def.
DOCUMENTEN
NL
04 05 16 17
Catalogusnummer : CB-CO-98-519-NL-C
ISBN 92-78-38906-4
(i
1
COM(95)282 def. - PB C 262 van 07.10.1995, biz. 18
2
COM(95)282 def. - PB C 262 van 07.10.1995, biz. 18
3
C:OM(96) 652 def. - PB L 92 van 21.03.1997, biz. 3
4
Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7.4.1998 - PB L 131 van 5.5.1998, biz. 11
5
Richtlijn 95/63/EG van de Raad van 5.12.1995 - PB L 335 van 30.12.1995, biz. 28
6
PB L 338 van 28.12.1996, biz. 86
7
PBL 282 van 15.10.1997, biz. 33
8
PB L 335 van 6.12.1997, blz.17
9
COM(97) 2000 def.