Toelichting bij COM(1999)299-1 - Onderlinge erkenning in het kader van de follow-up van het actieprogramma voor de interne markt - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)299-1 - Onderlinge erkenning in het kader van de follow-up van het actieprogramma voor de interne markt. |
---|---|
bron | COM(1999)299 ![]() ![]() |
datum | 16-06-1999 |
☆ ** ☆ ☆ "ft ^ | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 16.06.1999 COM(1999)299 def. |
De wederzijdse erkenning in het kader van de follow-up van het actieprogramma voor de interne markt
INHOUD
INLEIDING
I. HET BELANG VAN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VOOR DE
INTERNE MARKT
II. PROBLEMEN BIJ DE TOEPASSING VAN HET BEGINSEL VAN WEDERZIJDSE ERKENNING EN ANALYSE VAN DE OORZAKEN
l>0p het gebied van goederen
2. Op het gebied van diensten
III. VOORGESTELDE ACTIELIJNEN
1. Een geloofwaardig toezicht op de toepassing van de wederzijdse erkenning waarborgen
2. Op de burger en op de economische actoren gerichte acties
- SAMENVATHNCT' ~~ ‘ ...... ~......
Het beginsel van wederzijdse erkenning neemt in de interne markt een centrale plaats in en maakt een vrij verkeer van goederen en diensten mogelijk, zonder dat nationale wettelijke voorschriften hoeven te worden geharmoniseerd. De wederzijdse -erkenning is in dit opzicht een doeltieffend instrument voor economische integratie dat het subsidiariteitsbeginselrespecteert.
In een aantal lidstaten heerst de opvatting, diein.sommige ^evallen door.de Commissie wordt gede^d;*damrbd^hsel^an ^d^efee“efkenthirrhier*goed fdnctibneefteii altfjd problemen oplevert voor de economische actoren.
Uit de analyse van de Commissie bhjkt dat de toepassing van de wederzijdse erkenning vruchten afwerpt, maar dat er grijze gebieden zijn, met name doordat hetzij lidstaten hetzij economische actoren niet voldoende bekend zijn met het beginsel en het systeem bepaalde praktische gevolgen meebrengt voor de gebruikers.
In dezelfde geest als bij de opstelling van het actieprogramma voor de interne markt stelt de Commissie een reeks initiatieven met het oog op een betere toepassing van het ’ beginsel'van wederzijdse erkenning voor. Sommige van deze initiatieven zijn gericht tot de economische actoren, andere moeten door de lidstaten worden uitgevoerd. De Commissie verplicht zich eveneens tot een beter toezicht op de daadwerkelijke toepassing van het beginsel._
Inhoudsopgave
- Inleiding
- MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
- I. HET BELANG VAN DE WEDERZIJDSE ERKENNING VOOR DE INTERNE MARKT
- II. PROBLEMEN BIJ DE TOEPASSING VAN HET BEGINSEL VAN WEDERZIJDSE ERKENNING EN ANALYSE VAN DE OORZAKEN
- III. VOORGESTELDE ACTIELIJNEN-
- waarborgen
- Acties van de Commissie
- wederzijdse erkenning in specifieke bedrijfstakken. Hiervoor zullen
- Gemeenschap met derde landen, daar het een instrument is om
- Acties van de lidstaten
- ISSN 0254-1513
- Bureau voor officiele publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg
De Raad interne markt van maart 1998 heeft erop gewezen dat politieke aandacht nodig is voor de daadwerkelijke toepassing van de wederzijdse erkenning. Hij heeft voorts de nadruk gelegd op de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de lidstaten op dit gebied. De Commissie werd verzocht een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement voor te leggen waarin de moeilijkheden die bij de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning zijn ondervonden worden geanalyseerd en oplossingen voor een betere werking worden voorgesteld. Deze analyse moest zowel de goederen als de diensten omvatten.
Deze mededeling heeft tot doel nog eens te wijzen op de centrale betekenis van het beginsel van wederzijdse erkenning voor de interne markt, de praktijk te onderzoeken en voorstellen te doen voor een betere werking van de wederzijdse erkenning. Zij sluit ook aan bij het eerste verslag over de werking van de producten- en kapitaalmarkten dat door de Commissie werd voorgelegd naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van Cardiff (Cardiff I-verslag).
De mededeling is gericht tot het Europees Parlement en de Raad. Bepaalde voorstellen zijn vooral bedoeld voor het economische actoren, in overeenstemming met de dialoog voor burgers en bedrijfsleven die met succes door de Commissie is ingevoerd.
Het beginsel van wederzijdse erkenning neemt bij de werking van de interne markt een centrale plaats in en maakt een vrij verkeer van goederen en diensten mogelijk, zonder dat de nationale wetgevingen op communautair niveau hoeven te worden geharmoniseerd. Op grond van dit beginsel is het een lidstaat in principe niet toegestaan om de verkoop van een product dat rechtmatig in een andere lidstaat werd geproduceerd en in de handel gebracht, op zijn grondgebied te verbieden, ook wanneer het volgens technische of kwaliteitsvoorschriften werd gefabriceerd die afwijken van die welke van toepassing zijn op zijn eigen producten. De lidstaat van bestemming mag slechts in een paar heel precies omschreven uitzonderingsgevallen van dit beginsel afwijken, namelijk als hij dwingende redenen van algemeeri belangkan * aarivodrcn,~ met name de volksgezondheid of de bescherming van de consument of het milieu. Er zij bijvoorbeeld op gewezen dat het gemeenschappelijk milieubeleid een hoog niveau van bescherming nastreeft en met name op het voorzorgsbeginsel berust; in bepaalde gevallen kan dit beleid een beperking van het vrije verkeer van goederen rechtvaardigen. Toch mogen ook dan de maatregelen van de lidstaten niet indruisen tegen de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid.
Wat de diensten betreft, is hetzelfde beginsel van toepassing. Dat wil zeggen dat een ondememer die op rechtmatige wijze in een lidstaat een dienst levert, deze dienst ook vrij in andere lidstaten moet kunnen verrichten. De lidstaat van bestemming kan zich alleen in een aantal zeer precies omschreven uitzonderingsgevallen tegen een dienstverrichting door een in een andere lidstaat gevestigde dienstveriener verzetten, namelijk als hij dwingende redenen van algemeen belang kan aanvoeren, zoals de bescherming van de consument.
De toepassing van de wederzijdse erkenning is volledig in overeenstemming met de aan de interne markt ten grondslag liggende opvatting dat gewoonlijk de voorschriften van de lidstaat van bestemming doorslaggevend zijn. De toepassing van dit beginsel is ook in overeenstemming met het streven naar een dynamische toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. Door namelijk de systematische invoering van gedetailleerde communautaire voorschriften te vermijden, garandeert de wederzijdse erkenning meer respect voor plaatselijke, regionale en nationale tradities en kan de diversiteit van goederen en diensten op de markt worden behouden. Het beginsel van wederzydse erkenning is dus een praktisch en doeltreffend middel om de economische integrate te bevorderen.
De verplichtingen die de Commissie is aangegaan om haar wetgeving te vereenvoudigen en daardoor te verbeteren, dragen bij tot de essentiele plaats die het beginsel van wederzijdse erkenning in het kader van de werking van de interne markt inneemt.
II. PROBLEMEN BIJ DE TOEPASSING VAN HET BEGINSEL VAN WEDERZIJDSE ERKENNING EN ANALYSE VAN DE OORZAKEN
Ten eerste wordt door de Commissie onderstreept dat meer betrouwbare gegevens noodzakelijk zijn om de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning nauwkeurig te kunnen beoordelen. Op het ogenblik beschikt men niet over voldoende informatie om een precieze schatting te maken van de economische draagwijdte van de wederzijdse erkenning, maar de cijfers in de bijlage tonen duidelijk aan dat dit
Tnechanisme voor tal van bedrijfstakken in denijverheid en dienstensector van groot belangis1.
Het behoort tot de taken van de Commissie om op te treden in gevallen waarin wordt geweigerd het beginsel van wederzijdse erkenning toe te passen, ongeacht of zij kennis hiervan heeft genomen via een klacht van een marktdeelnemer of dat zij het probleem ambtshalve heeft geconstateerd. De Commissie wordt ook op de hoogte gehouden van ontwerpen van normen en technische voorschriften door middel van kennisgeving door de lidstaten (Richtlijn 98/34/EG) en van nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van ”het vrije Vefkeervan'goederen''(-Beschttddng'3052/95). A1 deze gevallen samen geven een beeld van de praktische werking van de wederzijdse erkenning.
Ondanks de resultaten die al door de toepassing van de wederzijdse erkenning zijn geboekt, zijn er nog altijd problemen op het gebied van het goederen-2 en misschien nog meer op dat van het dienstenverkeer. Gevraagd naar de belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel, menen ondememingen in de dienstensector vaker dan ondememingen in de goederensector (30% tegen 24%) dat de belemmeringen vo6r de interne markt in de periode 1996-1998 nagenoeg gelijk zijn gebleven.
Er bestaan moeilijkheden bij de toepassing van voorschriften die onder andere bedoeld zijn om de consument te beschermen, waarbij vaak de opvatting een rol speelt dat een dergelijke bescherming alleen volledig kan zijn door een controle in het land van bestemming. Een dergelijke controle is echter niet altijd noodzakelijk om de consument voldoende te beschermen.
Sommige klachten die aan de Commissie werden gericht, wezen erop dat de interne organisatie van het overheidsbestuur te kort schiet. Dit leidt tot administratieve vertragingen, duurdere administratieve procedures, afschrikkende maatregelen en tot onvermogen bij het betrokken overheidsorgaan om complexe gevallen te behandelen (bijvoorbeeld in verband met innoverende producten en diensten).
Ook andere administratieve praktijken veroorzaken problemen: sommige ambtenaren in het land van invoer zijn bang om zich persoonlijk verantwoordelijk te stellen voor een product dat zij niet goed kennen of om verklaringen te accepteren in een taal die zij niet goed beheersen; deze administratieve houding gaat vaak gepaard met een gebrek aan vertrouwen in de wetgeving van het land van oorsprong.
Sommigevan de genoemdepraktijken leiden ertoe dat economische actoren ervan afzien om te vragen dat door het betrokken overheidsorgaan het beginsel van wederzijdse erkenning wordt toegepast en uiteindelijk besluften hun productie aan de plaatselijke voorschriften aan te passen of een filiaal of bijkantoor te openen. In extreme gevallen kan het voorkomen dat zij ervan afzien hun producten of diensten in een andere lidstaat op de markt te brengen. In deze gevallen wordt bij de Commissie geen klacht ingediend, of als dat wel zo is, wordt deze vervolgens ingetrokken. Dat wil echter niet zeggen dat de situatie is verbeterd.
1. Ob het gebfed van goederen ' ' * - - .......
Er doen zich problemen voor, wanneer de economische actoren verplicht zijn een bepaald beschermingsniveau te waarborgen, met name ten aanzien van samengestelde producten of producten waarbij gezondheids- en veiligheidsoverwegingen3 of de bescherming van de consument een rol spelen. In dit soort situaties is het land van bestemming er vaak van overtuigd dat het wat de bescherming van het algemeen belang betreft de wijsheid in pacht heeft.
Het vaakst worden problemen gemeld met betrekking tot de voedingsmiddelensector, de elektrotechnische industrie, transportmiddelen, edele metalen, de bouw en de chemische industrie (zie tabel 1 en 2 in de bijlage).
2. OP HET GEBIED VAN DIENSTEN
Op het gebied van de diensten is het heel moeilijk om aan volledige gegevens en statistieken over de toepassing van de wederzijdse erkenning te komen, met name omdat dit gebied niet homogeen is en zeer uiteenlopende aspecten omvat.
In het algemeen doen zich bij de toepassing van de wederzijdse erkenning op het gebied van de diensten problemen voor, wanneer de lidstaten maatregelen treffen om het "algemeen belang", bijvoorbeeld de consument, te beschermen. Op deze manier kunnen belemmeringen worden opgeworpen voor het vrij verrichten van diensten binnen de interne markt. De meeste klachten over diensten ontvangt de Commissie op het ogenblik ten aanzien van commerciele communicatie, de bouw, octrooiagenten en veiligheidsdiensten (tabel 3). Het aantal klachten dat is ontvangen is echter een zeer gebrekkig criterium, daar bijvoorbeeld de verrichters van financiele diensten meestal geen klachten bij de Commissie indienen. Klachten op dit gebied moeten doorgaans worden gericht tot de toezichthoudende autoriteiten van het land van ontvangst waarmee de dienstverleners een duurzame band moeten opbouwen.
Wat de gereglementeerde beroepen betreft, hebben de problemen bij de toepassing van de wederzijdse erkenning op diploma's meer gevolgen voor individuele burgers dan voor ondememingen4. Hoewel indicatorenorop wijzen dat de wederzijdse erkenning op dit gebied een positieve rol heeft gespeeld, zijn er toch nog een groot aantal klachten van individuele burgers, zoals blijkt uit het verslag over de Wegwijzerdienst voor burgers dat in februari 1999 voor de Commissie werd opgesteld. De moeilijkheden worden vooral veroorzaakt door de individuele wijze waarop de gelijkwaardigheid van de verworven opleiding wordt beoordeeld (zie tabel 4 in de bijlage).
Op het gebied van de fmanciele diensten heeft men kunnen vaststellen dat soms misbruik wordt gemaakt van het begrip algemeenbelang om afwijkingen. van de toepassing van het beginsel Van wederzijdse erkenning te mdttvaardigen ■ eirte'voorkomen fiat fmanciele producten die door fmanciele ondememingen in hun land van oorsprong rechtmatig worden aangeboden, op de markt worden gebracht. De Commissie heeft vastgesteld dat dit misbruik van het begrip algemeen belang voortvloeit uit uiteenlopende interpretaties en toepassingen door de lidstaten.
Als alle lidstaten op het gebied van de consumentenbescherming dezelfde basiscriteria zouden hanteren, zouden zij eerder bereid zijn om fmanciele ondememingen die in hun land van oorsprong zijn erkend, toe te staan om op basis van de regeling vrije vestiging of vrij verrichten van diensten zaken te doen met nationale klanten en hen producten aan te bieden tlfe in ander lidstaten op de markt zijn, zonder dat daarbij extra eisen worden gesteld. Derhalve heeft de Commissie in haar mededeling over de tenuitvoerlegging van een actiekader voor de fmanciele diensten5 aangekondigd dat zij in samenwerking met de lidstaten een inventaris zal opmaken van de belemmeringen voor grensoverschrijdende transacties tussen ondememingen en consumenten ten aanzien van de betrokken fmanciele diensten en dat zij zal onderzoeken onder welke voorwaarden de regels ter bescherming van de consument van het land van ontvangst moeten worden toegepast.
Op het gebied van de commerciele communicatie komen de moeilijkheden vooral voort uit de sterk uiteenlopende nationale regels, met name wat de reclame betreft. Zo hebben legitieme doelstellingen (bescherming van de volksgezondheid, bescherming van mindeijarigen) tot heel verschillende reaches geleid (algeheel verbod, gedeeltelijk verbod, zelfregulering enz.). De Commissie heeft op dit gebied een geheel nieuwe aanpak ontwikkeld waarbij de lidstaten in het kader van een deskundigengroep op een zeer hoog niveau bij de discussie worden betrokken.
Wat de elektronische handel betreft, zijn door de Commissie een aantal juridische belemmeringen geidentificeerd die de mogelijkheden die door de interne markt worden geboden beperken en die niet alleen door toepassing van het Verdrag kunnen worden opgeheven. De Commissie heeft dus een voorstel voor een richtlijn betreffende bepaalde juridische aspecten van de elektronische handel in de interne markt voorgelegd, die tot doel heeft het vrij verkeer van diensten van de informatiemaatschappij tussen lidstaten te garanderen door de totstandbrenging van een duidelijk en stabiel juridisch kader. Daartoe wordt in de richtlijn voorgesteld om bepaalde gebieden met specifieke problemen te
harmoniseren en wordt voor andere gebieden uitgegaan van de reeds tot stand gebrachte harmonisatie en de wederzijdse erkenning.
Volgens de analyse van de Commissie is het van belong dat de economische actoren en de bevoegde overheidsorganen van de lidstaten meer en beter bekend zijn met het beginsel van wederzijdse erkenning. __
De Commissie streefternaarhet esseniiele^beldng van de wederzijdse erkenning voor de werking van de interne markt opnieuw te onderstrepen door een aantal aanpassingen aan te brengen die noodzakelijk zijn voor een nog betere werking van dit beginsel_
1. Een geloofwaardig toezicht op de toepassing van de wederzijdse erkenning
• Teneinde te beoordelen welke vorderingen bij de toepassing van de wederzijdse erkenning zijn gemaakt en te kunnen beschikken over betrouwbare en volledigere gegevens dan op het ogenblik, zal de Commissie om de twee jaar een evaluatieverslag voorleggen aan de Raad en het Europees Parlement. De belangrijkste conclusies kunnen worden opgenomen in het scorebord van de interne markt6. Het tweejaarlijks verslag zal een duidelijker beeld moeten geven van de gebieden waarop de wederzijdse erkenning nog problemen oplevert, maar zal ook moeten vermelden welke bilaterale oplossingen er met bepaalde lidstaten zijn gevonden, teneinde andere lidstaten met soortgelijke problemen hiervan bewust te maken. Het eerste tweejaarlijkse verslag van de Commissie over dit onderwerp is bij deze mededeling gevoegd.
• De Commissie zal er ook verder systematisch en met meer aandacht en spoed op toezien dat de verplichtingen worden nagekomen die voortvloeien uit een behoorlijke toepassing van het Gemeenschapsrecht door de lidstaten op het gebied van de wederzijdse erkenning. Op grond van de bij haar ingediende klachten zal zij nagaan of een in een lidstaat in een bepaalde sector ondervonden probleem ook in andere lidstaten bestaat en, als dat zo is, zal zij in alle betrokken gevallen ambtshalve een procedure wegens inbreuk overeenkomstig het Verdrag instellen.
• Er dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van de mogelijkheden die worden geboden door de kennisgevingsprocedure van Richtlijn 98/34/EG als instrument om de wederzijdse erkenning te bevorderen. De kennisgevingsprocedure speelt een doorslaggevende rol bij de voorkoming van belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen en diensten van de informatiemaatschappij7. Op de niet-geharmoniseerde gebieden, waar de technische voorschriften zich opstapelen, is invoering van het beginsel van wederzijdse erkenning in de nationale wetgeving een
eerste stap op weg naar toepassing ervan en naar een betere informatie van de economische actoren over hun rechten waardoor aan de wederzijdse erkenning concrete invulling kan worden gegeven.
2. OP DE BURGER EN OP DE ECONOMISCHE ACTOREN GERICHTE AERIES
De Commissie heeft zich ertoe verplicht de dialoog met burgers en bedrijfsleven te bevorderen. Er zijn talrijke ■initiatieven -op dit - gebied genomen: -werkzaamheden in verband met het actieprogramma voor de interne markt hebben in juni 1997 geleid tot de oprichting van 'contactpunten' in elke lidstaat, in juni 1998 tot de start van de Dialoog met burgers en bedrijfsleven en begin 1999 tot een intemetsite voor bedrijven8. De door Richtlijn 98/34 ingevoerde procedure zal nog transparanter worden door de nieuwe intemetsite 'PISA' die in de zomer van 1999 beschikbaar zal komen; hierop zullen alle economische actoren in de Gemeenschap informatie kunnen vinden over de stand van de wetgevingsinitiatieven van de lidstaten om de producteii en diensten van de infoimatiemaatschappij aan regels te binden9.
Verbetering van de voorlichting en economische analyse
De Commissie wijst er nog eens op dat op het gebied van de wederzijdse erkenning een grote inzet op praktisch niveau noodzakelijk is. Een van de gebieden waarop inspanningen een must zijn is de voorlichting. In dit verband worden door de Commissie verscheidene nieuwe acties gelanceerd:
• In de loop van 2000 zal door de Commissie een gids over de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op het gebied van industrieproducten worden opgesteld en uitgegeven die specifiek bedoeld is voor de actoren van dit systeem (nationale en regionale overheidsorganen, ondememingen, advocaten enz.). In bepaalde kwetsbare sectoren zullen de betrokkenen door de Commissie worden geraadpleegd, bijvoorbeeld met behulp van vragenlijsten. Later zullen in overleg met de betrokkenen gidsen over de toepassing van de wederzijdse erkenning in specifieke bedrijfstakken worden opgesteld. Er zal in dit verband met name rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van het MKB.
• De Commissie zal een brochure opstellen met nadere uitleg over de toepassing van Beschikking 3052/95 betreffende nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het begmsel van het vrije verkeer van goederen. Deze brochure zal zijn gericht tot een breed publiek (economische actoren, beroepsorganisaties). Voorts werkt de Commissie momenteel in het kader van de samenwerking op administratief gebied aan de bijwerking van het vademecum over de toepassing van deze beschikking, dat met name is bestemd voor de overheidsorganen van de lidstaten.
• Het tweejaarlijks verslag over de toepassing van de wederzijdse erkenning zou in de toekomst moeten worden voorafgegaan door een economische analyse betreffende de toepassing van dit mechanisme in diverse bedrijfstakken. Het is van belang dat de economische draagwijdte van de wederzijdse erkenning beter kan worden beoordeeld; hierdoor kan ook worden bijgedragen aan de discussie over het toezicht op de producten-, diensten- en kapitaalmarkten in het kader van het Cardiff I-proces. De economische analyse moet inzicht verschaffen in de kosten die met niet-toepassing van de wederzijdse erkenning in bepaalde bedrijfstakken zijn gemoeid en in de voordelen die uit een goede toepassing van dit beginsel voortvloeien. Hierbij zou het mogelijk moeten zijn de omvang van de nog bestaande problemen te meten en prioriteiten vast te stellen voor toekomstige acties.
• Wat een aantal financiele producten betreft, heeft de Commissie toegezegd een analyse uit te voeren van de nationale regels ter bescherming van de consument (met inbegrip van algemene bepalingen die op producten of dienstverleners uit andere lidstaten van invloed zijn). Zij zal nauwkeurig vaststellen of er equivalence bestaat tussen regels die op het eerste gezicht vergelijkbaar lijken. Op grond van deze werkzaamheden zal aan de Raad en het Europees Parlement een gedetailleerd verslag worden voorgelegd waarvan de conclusies de basis zullen vormen voor het toekomstig beleid op dit gebied. De Commissie zal tevens een mededeling doen over de toepassing van het begrip "algemeen belang” in de verzekeringsbranche. Tot slot zal overeenkomstig het actieprogramma voor de financiele diensten een groenboek over de elektronische handel en financiele diensten worden opgesteld, teneinde het aantal transacties van financiele diensten door middel van elektronische handel te vergroten en een adequate bescherming van de consument te garanderen.
Ontwikkeling van de opleiding
• De Commissie is van plan om op Europees niveau ronde tafels te organiseren over de
vertegenwoordigers van de bevoegde overheidsorganen van de lidstaten en van degenen die in de bedrijfstakken het meest direct bij de toepassing van de wederzijdse erkenning betrokken zijn, worden uitgenodigd. De Commissie stelt voor dat iedere lidstaat daamaast op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau seminars over de wederzijdse erkenning organiseert. Hieraan zou moeten worden deelgenomen door de verschillende overheidsorganen en een aantal vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Het midden- en kleinbedrijf wordt in het bijzonder aangemoedigd om aan deze initiatieven deel te nemen.
• Naar het voorbeeld van de actie ter verbetering van de kennis van advocaten en rechterlijke ambtenaren over het Gemeenschapsrecht (' Actie Robert Schuman ') wil de Commissie de lidstaten vragen haar concrete projecten voor te stellen ter verbetering van de kennis van het beginsel van wederzijdse erkenning bij de doelgroepen en aan de financiering hiervan bij te dragen, ongeacht of deze projecten op nationaal niveau worden uitgevoerd of verscheidene lidstaten bestrijken. Dit moet leiden tot een interactief voorlichtingsbeleid over de activiteiten van de lidstaten.
Doeltreffendere mechanismen voor de oplossing van problemen
• Door het tweejaarlijks verslag van de Commissie over de toepassing van de wederzijdse erkenning zal nauwkeuriger kunnen worden beoordeeld of in
' overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel op bepaalde specifieke gebieden een nieuw harmonisatie-initiatief of een aanvuliende harmonisatiemaatregel noodzakelijk is. Als dat nodig wordt geacht moet er worden gehannoniseerd, bijvoorbeeld als alle pogingen de wederzijdse erkenning toe te passen hebben gefaald of als een communautaire regeling waarde toevoegt. In elk geval zal met name moeten worden onderzocht wat de economische kosten zijn van niet-harmonisatie op het gegeven gebied.
• De Commissie zal een model voor een verzoek opstellen en dit naar de Europese en nationale beroepsorgamsaties stureri. De leden van deze orgaiiisaties zullen dan hiervan gebraik kunnen maken bij hun contacten met de overheidsorganen die belast zijn met de toepassing van de wederzijdse erkenning. Immers, als toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning wordt geweigerd, moeten de economische actoren volgens de Commissie van de bevoegde overheidsorganen van het land van bestemming kunnen verlangen dat deze zeer snel, in detail en op basis van een wetenschappelijke beoordeling aangeven waarom een product dat of dienst die rechtmatig in het land van oorsprong op de markt is, niet geacht wordt een gelijkwaardig beschermingsniveau van het algemeen belang in het land van bestemming te garanderen.
• Door toepassing van de interne voorschriften die onlangs van kracht zijn geworden10 en in overeenstemming met de recente vorderingen bij de behandeling van bij haar ingediende klachten, zal de Commissie ook verder de vereiste ijver aan de dag leggen en erop toezien dat de termijnen die nodig zijn voor het beheer van de individuele klachten die in het kader van de toepassing van de wederzijdse erkenning bij haar worden ingediend, nog verder worden verkort. Zij zal ook door gerichte acties in bedrijfstakken met problemen trachten een betere toepassing van dit beginsel te bereiken.
• De bilaterale 'pakketvergaderingen' over het goederenverkeer die door de Commissie met een lidstaat worden georganiseerd, zullen worden uitgebreid tot het dienstenverkeer (waarbij deze vergaderingen natuurlijk niet tot een vertraging bij de instelling van inbreukprocedures mogen leiden). Er zal worden gezorgd voor een systematischere follow-up van de door de lidstaten bij deze vergaderingen voorgestelde oplossingen.
• Wat de commerciele communicatie betreft, is een moderne benadering van de evaluatie en toepassing van de wederzijdse erkenning ontwikkeld, waarbij de betrokken overheidsorganen van de lidstaten een grotere rol spelen11. Dit model heeft de Commissie overtuigd van het grote nut van mechanismen die een betere synergie tussen Commissie en lidstaten tot stand brengen. Deze methode zou kunnen worden uitgebreid tot andere terreinen van de dienstenmarkt.
• Op het gebied van de financiele dienstverlening aan particulieren heeft de Commissie
zich verplicht om te onderzoeken of het mogelijk is een communautair netwerk voor de regeling van klachten te ontwikkelen (met een speciale ombudsman voor financiele diensten)12. Hierdoor zou de samenwerking tussen de nationale instanties die zich inzetten voor een minnelijke schikking van geschillen kunnen worden versterkt met het oog op de oplossing van grensoverschrijdende geschillen, wat ten goede zou komen aan deEuropese consument. “ .............
• Specifieke initiatieven voor een bepaalde bedrijfstak zullen ook bijdragen tot een betere toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning in de dienstensector, met name de initiatieven in de luchtvaart (voorstel tot oprichting van een Europese organisatie voor veiligheid in de luchtvaart) en in de telecommuniCatiebranche (toekomstige mededeling van de Commissie over de regelgeving op telecommunicatiegebied).
De internationale dimensie
. ■ - • ^ A*;..
• De wederzijdse erkenning speelt ook een belangrijke rol bij de betrekkingen van de
handelsbelemmeringen op te heffen of op zijn minst te verlagen. Wat de diensten betreft, biedt de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) mogelijkheden om overeenkomsten te sluiten over de wederzijdse erkenning van kwalificaties, vergunningen, voorschriften en andere eisen betreffende het venichten van diensten. Op goederengebied kunnen de WTO-leden op grond van de GATT-code betreffende technische handelsbelemmeringen akkoorden sluiten over wederzijdse erkenning en worden zij zelfs aangemoedigd dat te doen. De wederzijdse erkenning gaat in dit verband minder ver dan in het kader van de interne markt, maar is toch een zeer nuttig instrument voor het communautair beleid op het gebied van de buitenlandse handel. De Gemeenschap heeft in dit kader akkoorden over de wederzijdse erkenning betreffende de conformiteitsbeoordeling gesloten of voert daarover onderhandelingen. Wat het TEP (Transatlantisch Economisch Partnerschap) betreft, onderzoekt de Gemeenschap momenteel welke mogelijkheden er zijn voor een wederzijdse erkenning van technische voorschriften op de versehillende terreinen van de goederen- en dienstenmarkten.
De lidstaten dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van het beginsel van wederzijdse erkenning en de Commissie hoopt dat een waar partnerschap tussen haar en de lidstaten tot stand komt teneinde de werking van de wederzijdse erkenning te verbeteren.
• Het Hof van Justitie heeft onlangs in een uitspraak bevestigd dat in nationale wetten en besluiten clausules inzake de wederzydse erkenning moeten worden
— opgenomen13. De formele opneming van een clausule inzake wederzijdse erkenning vloeit met name voort uit de toepassing van de kennisgevingsprocedure overcenkomstig Richtlijn 98/34/EG; aangezien’nationale technische voorsehriften in de ontwerpfase door de andere lidstaten en de Commissie aan een onderzoek Worden onderworpen, moeten de lidstaten hun wetgeving aanpassen aan de toepasselijke eisen van artikel 28 (voorheen artikel 30) van het EG-Verdrag. Iedere lidstaat kan zelf kiezen welk juridisch instrument hij hiervoor gebruikt, maar de Commissie raadt aan ervoor te zorgen dat dit proces goed zichtbaar is. Door deze clausules weten niet alleen particulieren, maar ook de bevoegde nationale instances en degenen die op dit gebied in de kernings- en controledieristen verantwoordelijk zijn hoe de wederzijdse erkenning op een bepaald gebied moet worden toegepast.
• Behalve in bijzonder gevoelige gevallen zouden de lidstaten zich ertoe moeten verplichten om binnen een redelijke termijn (bijvoorbeeld binnen drie maanden) te antwoorden op aanvragen om toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning die bij hen door economische actoren en burgers zijn ingediend. In het verleden zijn op dit punt tekortkomingen geconstateerd.
• Bovendien zouden de lidstaten onderling meer moeten samenwerken teneinde een gemeenschappelijke administratieve cultuur tot stand te brengen en oplossingen te vinden voor de problemen die zich bij de toepassing van de wederzijdse erkenning voordoen. De vergaderingen van de leiders van de coordinatiecentra kunnen in dit verband een nuttig instrument zijn.
• Door de installatie van een nieuw telematicanetwerk voor contacten tussen de lidstaten zal de dialoog die in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/34/EG reeds tussen de nationale overheidsdiensten en tussen deze en de Commissie tot stand is gebracht, verder worden geintensifieerd.
• Alle lidstaten zouden een systematischer gebruik van de 'contactpunten' die in het kader van de uitvoering van het actieprogramma van 1997 en Beschikking nr. 3052/95 voor alle terreinen van de interne markt zijn opgezet, moeten aanmoedigen14. Wat de gereglementeerde beroepen betreft, zijn krachtens de richtlijnen van het algemeen stelsel nationale codrdinatoren aangewezen. Zij hebben een soortgelijke taak als de contactpunten voor de interne markt en zouden een grotere rol moeten spelen.
• De Commissie wijst de lidstaten op hun rol en verantwoordelijkheid om toe te zien op de daadwerkelijke uitvoering van Beschikking nr. 3052/95 en verzoekt hun derhalve om met regelmatige tussenpozen (bijvoorbeeld een keer per jaar) een beknopt verslag op te stellen van de moeilijkheden bij de toepassing en van de verbeteringen die kunnen worden aangebracht.
* * *
De Commissie nodigt het Europees Parlement en de Raad uit om:
• te bevestigen dat zij gcoot Jbelang Jiechten aan iiet beginsel -van wederzijdse erkenning als kernpunt van de interne markt;
• kennis te nemen van deze mededeling en van het eerste tweejaarlijkse verslag over de toepassing van de wederzijdse erkenning en bun steun te betuigen aan de oplossingen die door de Commissie worden voorgesteld met het oog op een betere toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning in de praktijk, een betere kennis van de uit dit mechanisme voortvloeiende rechten en een verbetering van de middelen om voor deze rechten op te komen;
• de initiatieven te steunen die tot doel hebben meer begrip te kweken voor het economisch belang van de wederzydse erkenning en toe te zien op de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van dit mechanisme teneinde de bestaande distorsies te beperken;
• de lidstaten te verzoeken om de nodige maatregelen te treffen voor een betere toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op alle niveaus.
Tabel 1 .....* Aantal gevallen van inbreuk ten aanzien van de wederzijdse erkenning voor
producten 1996/1998 (bron: diensten van de Commissie)
Lidstaat | Aantal gevallen | Opgeloste gevallen | Geseponeerde gevallen | Gemiddelde duur van de procedure (in maanden) | Lopende zaken |
A | 16 | 4 | 1 | 12 | 11 |
B | 15 | 2 | 4 | 13 | 9 |
DK j | g | -1 | *.......3 ------ | —-1-8 — — | .....-4 |
D | 33 | 9 | 10 | 14,5 | 14 |
E | 19 | 5 | 4 | 10 | 10 |
FIN | 6 | 2 | 0 | 28,5 | 4 |
F | 52 | 22 | 5 | 16,5 | 25 |
GR | 10 | 3 | 2 | 8,5 | 5 |
IRL | 1 | 0 | 0 | N/A | 1 |
I | 23 | 2 | 4 | 12,5 | 17 |
L | 0 | 0 | 0 | N/A | 0 |
NL | 12 | 4 | 1 | 11,5 | 7 |
•P ■ | 7 | 1 | 2 | 14,5 | 4 |
S | 17 | 7 | 3 | 22,5 | 7 |
UK | 10 | 1 | 3 | 6 | 6 |
Totaal | 228 | 63 | 42 | 15,5 | 123 |
Bedrijfstak | Aantal gevallen | % van totaal |
Voedingsmiddelen | 61 | 25% |
Elektrotechnische industrie | 58 | 24% |
Transportmiddelen | 57 | 23% |
Edele metalen | 18 | 7% |
Bouw | 17 | 7% |
Chemische industrie | 7 | 3% |
Overige bedrijfstakken | 27 | 11% |
Tabel 3 Aantal gevallen waarin wordt geweigerd de wederzijdse erkenning toe te passen ten danzien van niet-geharmoniseerde diensten (bron: diensten van de Commissie)
Activiteit | Aantal inbreu- ken | Aanleiding | Type Inbreuk | Voor oplossing van de zaak vereiste tijd |
Opleidings- instellingen | 1 | 2 klachten | Vestigingseis | Procedure gaande sinds maart 1998 |
Particulierc veiligheidsdiensten “■ | 3 .. . .*' •: * | 6klachten - | Vestigingseis | Procedures gaande sinds "1993-en-1995 •Een andere zaak werd opgelost tussen 1993 en 1998. |
Diensten voor technische warenkeuring | 1 | 1 klacht | Vestigingseis | Zaak opgelost tussen 1997 en 1998 (ljaar) |
Uitzendbureaus, bemiddelings- bureaus | 3 | 10 klachten | Vestigingseis (2) en vereiste financiele waarborg in het land van ontvangst (1) | Procedures gaande sinds 1992,1994 en 1997 . |
Bouw | 5 | SO klachten | Vereiste betaling van sociale of andere premies voor ter beschikking gestelde werknemers | Procedures gaande sinds 1990(1), 1993 (1), 1996(2) en 1998(1). |
Metallurgie | 1 | 3 klachten | Vereiste betaling van sociale of andere premies voor ter beschikking gestelde werknemers | Procedure gaande sinds 1989 |
Octrooiagenten | 5 | 1 klacht 4 ambtshalve geconstateerde gevallen | Vereiste vergunning of inschrijving in een register | 1 procedure gaande sinds 1997, de 4 andere sinds 1998. |
Bouw | 1 | 3 klachten | Vereiste voorafgaande vergunning of voorafgaande inschrijving in een register | Procedure gaande sinds 1997 |
Bouw/metallurgie | 5 | 5 klachten | Rechtspositie van een ter beschikking gesteld werknemer uit een derde land - werkvergunning van het land van oorsprong | Procedures gaande sinds 1995 (3) en 1998 (2) |
Commerciele communicatie | 13 | klachten | Twijfels over de evenredigheid van de tegels van het land van bestemming van de dienst | Procedures gaande sinds 1994,1996,1998 en 1999. |
Tabel4 ~ Wedemjdse erkenning op het gebied van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen (bron: diensten van de Commissie)
Aantal gevallen van erkenning van diploma's
Beroep | Periode | Totaal | Voomaamste lidstaten van bestemming | Lidstaten van oorsprong |
Artsen | 1995/96 | 18336 | UK, B, F | UK, F, E |
Verpleegkundigen • | 1995/96 . | . *3598.....- - | UK,JNL, B----- | JRL,UK,NL |
Tandartsen | 1995/96 | 952 | UK, E, B | UK, I, E |
Vroedvrouwen | 1995/96 | 324 | UK, IRL, NL | UK, IRL, NL |
Architecten | 1991/96 | 1221 | UK, ERL, NL | UK, IRL, NL |
Dierenartsen | 1993/94 | 1988 | UK, F, B | B, IRL, D |
Apothekers | 1993/94 | 306 | UK, B, IRL | UK, B, F |
Leraren | 1995/96 | 1544 | UK, E, D | E, UK, D |
Fysiotherapeuten | 1995/96 | 1015 | F, D, A | NL, B, D |
Ingenieurs | 1995/96 | 386 | UK, P, D | NL, D, E |
Advocaten | 1995/96 | 311 | UK,D,IT | IRL, F, E |
Overige^- | 1995/96 | 1959 | ||
Totaal | 31940 |
Beroep | Aantal klachten |
Artsen | 30 |
Verpleegkundigen | 18 |
Tandartsen | 29 |
Paramedische beroepen | 26 |
Architecten | 15 |
Dierenartsen | 1 |
Apothekers | 2 |
Leraren | 38 |
Ingenieurs | 15 |
Advocaten | 14 |
Overige | 40 |
Totaal | 228 |
COM(1999) 299 def.
DOCUMENTEN
NL
10 08 02 17
Catalogusnummer: CB-CO-99-312-NL-C
1
Op het ogenblik zijn er geen statistieken betreffende alle gevallen waarin de wederzijdse erkenning probleemloos verloopt; ook zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot de gevallen waarin economische actoren ervoor gekozen hebben zich te conformeren aan de voorschriften van het land van bestemming of waarin zij er vanaf hebben gezien hun producten en diensten in andere lidstaten op de markt te brengen. Als de wederzijdse erkenning geen problemen oplevert, wordt geen klacht ingediend; daarentegen betreffen de door de Commissie geregistreerde klachten waarschijnlijk slechts een klein deel van de problemen die door economische actoren worden ondervonden.
2
Volgens de resultaten van een enquete die in het kader van het scorebord van de interne markt van oktober 1998 onder ondememers in de nijverheid werd gehouden, is 80% van de ondervraagde ondememers van mening dat er belemmeringen zijn die hen ervan weerhouden ten voile profijt te trekken van de interne markt. Gevraagd naar de aard van de ondervonden belemmeringen noemde 41% de uiteenlopende normen en technische voorschriften en 34% de test-, kernings- en toelatingsprocedures.
3
Zo had circa 20% van de kennisgevingen die in het kader van Richtlijn 98/34 in 1998 werden ontvangen betrekking op voedingssupplementen of voedingsmiddelen. Voor kennisgevingen die sinds de inwerkingtreding van Beschikking nr. 3052/95 in het kader van deze beschikking werden ontvangen, bedroeg dit percentage 65%. In het groenboek van de Commissie over de algemene beginselen van het levensmiddelenrecht in de Europese Unie heeft de Commissie een aantal gebieden aangewezen (zoals voedingssupplementen) waar harmonisatie de voorkeur heeft boven toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning.
4
De richtlijnen over de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties komen rechtstreeks ten goede aan personen die over deze kwalificaties beschikken. Toch wordt in een aantal richtlijnen de vrijheid van vestiging voor ondememingen gekoppeld aan de kwalificaties of ervaring van de personen die deze ondememingen leiden.
5
COM (1999)232 def. van 11.5.1999.
6
Het scorebord bevat reeds informatie over de kennisgevingen die door de Commissie zijn ontvangen in het kader van Richtlijn 98/34 (normen en technische voorschriften) en Beschikking 3052/95 (nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen).
7
Richtlijn 98/48 van 20 juli 1998 die op 5 augustus 1999 in werking treedt, PB L 217 van 5.8.1998, biz. 18.
8
europa.eu.int/business
9
Er zij ook gewezen op de brochure "Richtlijn 83/189/EEG toegelicht - gids voor de informatieprocedures op het gebied van nationale normen en technische voorschriften" (Richtlijn 83/189/EEG is inmiddels vervangen door Richtlijn 98/34/EG); deze brochure geeft de economische actoren nuttige en volledige informatie over de kennisgevingsprocedure.
10
"Verbetering van de werkmethoden van de Commissie inzake inbreukprocedures", SEC (1998) 1109 van24juni 1998.
11
Na een analyse van de bestaande nationale maatregelen wordt de deskundigen van de lidstaten verzocht een standpunt in te nemen over de toepassing van de wederzijdse erkenning op basis van de vastgestelde overeenkomsten tussen de verschillende nationale wettelijke bepalingen. Bij het uiteenlopen van de nationale voorschriften wordt samen besproken welke oplossing het beste is (harmonisatie of een andere maatregel).
12
"Financiele diensten - tenuitvoerlegging van het kader voor financiele markten: een actieplan", COM (1999)232 van 11.5.1999.
13
Door een clausule inzake de wederzijdse erkenning in de wetgeving van een lidstaat op te nemen, kunnen afzonderlijke producten die aan de voorsehriften van een andere lidstaat voldoen op het grondgebied van eerstgenoemde lidstaat worden toegelaten. Arrest C-184/96, Commissie tegen Frankrijk ("foie gras"), Jurispr. 1998, biz. 1-6197.
14
De economische actoren zijn nog niet voldoende op de hoogte van het bestaan van de contactpunten. De Commissie verzoekt de lidstaten om de informatie hieromtrent op zo ruim mogelijke schaal te verspreiden en hierbij voor zover mogelijk steeds de betrokken gedecentraliseerde organen te betrekken.