Toelichting bij COM(2006)617 - Goedkeuring van een Overeenkomst voor samenwerking op het gebied van het vreedzame gebruik van kernenergie tussen Euratom en de Regering van Kazachstan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52006DC0617


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 24.10.2006


COM(2006) 617 definitief

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de goedkeuring van een Overeenkomst voor samenwerking op het gebied van het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Regering van de Republiek Kazachstan

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de goedkeuring van een Overeenkomst voor samenwerking op het gebied van het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Regering van de Republiek Kazachstan

1.

Inleiding



In de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst i tussen de EU en de Republiek Kazachstan (hierna 'Kazachstan') wordt in artikel 18 gesteld dat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Kazachstan een overeenkomst moeten sluiten inzake de handel in nucleaire materialen.

Op 27 juni 2000 heeft de Raad een besluit vastgesteld betreffende richtsnoeren i voor de Commissie voor onderhandelingen met het oog op een nucleaire samenwerkingsovereenkomst tussen Euratom en Kazachstan.

Op 18 januari 2001 heeft de Commissie bij de Kazachse autoriteiten een eerste ontwerp van overeenkomst ingediend, gepaard aan het voorstel onderhandelingen te beginnen.

Deze onderhandelingen hebben geduurd tot in september 2006, wanneer de tekst door beide partijen werd goedgekeurd.

Het doel van deze overeenkomst is de bestaande samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid en kernfusie aan te vullen met samenwerking inzake het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de EU en Kazachstan, dat potentieel een belangrijke leverancier van uraan is.

3.

2. BELANG VAN DE OVEREENKOMST


Deze overeenkomst is vooral vanuit commercieel oogpunt belangrijk. Kazachstan beschikt over ongeveer 20% van de bekende uraanvoorraden ter wereld, wat het in volume tot de derde grootste producent van uraan maakt. Het heeft ook nucleaire activiteiten op diverse gebieden ontwikkeld, voornamelijk in de uraanindustrie en het onderzoek.

Voor Euratom is de ondertekening van deze overeenkomst belangrijk omdat Kazachstan potentieel een van haar belangrijkste uraanleveranciers is. Momenteel komt slechts 3% van het door de EU ingevoerde uraan rechtstreeks uit Kazachstan. De laatste jaren stijgt het volume van de invoer van Kazachs uraan echter (in 2005 is het haast verdrievoudigd ten opzichte van het jaar 2004) en naar verwachting zal deze trend doorzetten. De looptijd van de overeenkomst is initieel tien jaar. Zij heeft dus potentieel betrekking op een commerciële waarde van verscheidene honderden miljoenen euro.

Een vergemakkelijking van de handel in nucleair materiaal draagt bij tot het communautair beleid van veiligstelling van de energievoorziening en diversificatie van de energiebronnen. De overeenkomst zal de toegang tot de Kazachse markt van Europese ondernemingen die actief zijn op het gebied van de uraanwinning en –handel vergemakkelijken. Tot dusverre is slechts één Europese onderneming erin geslaagd een partnerschap aan te gaan met een uraanwinningsonderneming uit Kazachstan. .

De sluiting van deze overeenkomst houdt voorts een bevestiging in van de non-proliferatieverbintenissen, de versterking en strikte toepassing van de veiligheids- en uitvoercontrole en de regelingen voor de fysieke beveiliging van kernmaterialen van de Republiek Kazachstan, de Gemeenschap en de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie.

4.

3. OVERZICHT VAN DE OVEREENKOMST


Doelstelling van de overeenkomst is de samenwerking tussen Euratom en Kazachstan op het gebied van het vreedzame gebruik van kernenergie. Het terrein van de samenwerking is voornamelijk nucleaire veiligheid, beheerste kernfusie, onderzoek en ontwikkeling op kernenergiegebied, handel in nucleaire materialen en levering van diensten in verband met de splijtstofkringloop (art.

3). Mits het akkoord van beide partijen kan deze werkingssfeer worden uitgebreid (art.

8).

De onderhavige overeenkomst bouwt voort op twee overeenkomsten op het gebied van de nucleaire veiligheid en kernfusie, die respectievelijk in juni 2003 i en april 2004 i in werking zijn getreden (art. 4 en 5).

In de overeenkomst worden de methoden en de omvang van de samenwerking tussen Euratom en Kazachstan op het stuk van onderzoek en ontwikkeling gespecificeerd (art.

6). De samenwerking omvat activiteiten op kernenergiegebied, voornamelijk toepassingen van kernenergie in de geneeskunde en de industrie. Zij geldt ook voor de evaluatie van de milieueffecten van kernenergie. De samenwerking bestaat uit een uitwisseling van informatie, deskundigen en apparatuur en uit gezamenlijke studies en activiteiten. Concrete projecten kunnen worden voorafgegaan door de tenuitvoerlegging van meer gedetailleerde regelingen met betrekking tot diverse bepalingen. Uit de samenwerkingsactiviteiten voortvloeiende kosten worden gedragen door de partij die deze maakt.

Een bijzondere aandacht wordt gegeven aan de handel in nucleaire materialen (art.

7). De overeenkomst omvat een reeks bepalingen tot vaststelling van de criteria voor de overdracht van nucleair materiaal en met het oog op de oplossing van conflictsituaties. Er wordt onderstreept dat nucleair materiaal moet worden gebruikt voor vreedzame doeleinden en in overeenstemming met de veiligheidscontroleovereenkomsten (voor de Gemeenschap: de Euratom-veiligheidscontrole overeenkomstig het Euratom-Verdrag en het veiligheidscontrolesysteem van de IAEA met de aanvullende protocollen daarvan i, alsmede afzonderlijke trilaterale overeenkomsten van Euratom en de IAEA met de lidstaten i, Frankrijk i en het VK i; voor Kazachstan: het IAEA-veiligheidscontrolesysteem i en de aanvullende protocollen daarvan), en de overdrachten moeten in overeenstemming zijn met het Internationale Verdrag inzake de fysieke bescherming van kernmaterialen i.

Voorts worden in de overeenkomst de beginselen van het vrije verkeer van nucleaire materialen binnen de Gemeenschap bevestigd, wordt gewaarborgd dat de handel in nucleaire materialen en de levering van relevante diensten tussen de partijen plaatsvinden tegen marktgerelateerde prijzen en worden administratieve belemmeringen, zoals in- of uitvoervergunningen, die verplaatsingen van nucleaire materialen op het grondgebied van de partijen belemmeren, onmogelijk gemaakt.

Het aspect van de intellectuele eigendomsrechten (art. 10) wordt uitvoerig behandeld in de samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van nucleaire veiligheid en beheerste kernfusie.

De partijen verbinden zich ertoe om op gezette tijden overleg te plegen in het kader van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (PSO) (art. 11). Deze PSO zal ook worden gebruikt om geschillen met betrekking tot de toepassing of interpretatie van de onderhavige overeenkomst te beslechten.

De overeenkomst geldt voor een eerste termijn van 10 jaar en zij kan geheel of gedeeltelijk worden opgeschort of beëindigd wanneer een partij de materiële bepalingen ervan schendt (art. 13).

5.

4. CONCLUSIE


De Commissie is van mening dat de ter goedkeuring voorgelegde overeenkomst betreffende samenwerking inzake het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan:

- in overeenstemming is met de op de Raad van 26 juni 2000 vastgelegde onderhandelingsrichtsnoeren;

- een bevestiging vormt van de duidelijke verbintenis van beide partijen om de non-proliferatie te bevorderen en een hoog niveau van nucleaire veiligheid te waarborgen met het oog op een vreedzaam en veilig gebruik van kernenergie;

- in overeenstemming is met het beleid van de Gemeenschap betreffende de continuïteit van de energievoorziening;

- samen met de door beide partijen reeds ondertekende overeenkomsten op het gebied van kernfusie en nucleaire veiligheid een heel pakket van samenwerking op nucleair gebied vormen;

- de politieke en handelsbetrekkingen tussen de EU en de Republiek Kazachstan zal versterken.

De Commissie beveelt de Raad dan ook aan om, overeenkomstig artikel 101, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de in bijlage aangehechte overeenkomst betreffende samenwerking inzake het vreedzame gebruik van kernenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan goed te keuren.

6.

BIJLAGE


OVEREENKOMST BETREFFENDE SAMENWERKING INZAKE HET VREEDZAME GEBRUIK VAN KERNENERGIE TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK KAZACHSTAN

De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna 'de Gemeenschap' genoemd,

en de regering van de Republiek Kazachstan, hierna 'de Regering van Kazachstan' genoemd,

beide hierna ook in het algemeen 'de partij' of 'de partijen', naar gelang van het geval, genoemd,

GELET op het feit dat de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Republiek Kazachstan die op 1 juli 1999 in werking is getreden, bepaalt dat de handel in nucleair materiaal moet worden onderworpen aan een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Regering van Kazachstan te sluiten specifieke overeenkomst,

OVERWEGENDE dat de partijen een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan voor samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid en een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan voor samenwerking op het gebied van beheerste kernfusie hebben ondertekend, die in werking zijn getreden op respectievelijk 1 juni 2003 en 13 april 2004;

OVERWEGENDE dat alle lidstaten van de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan partij zijn bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, hierna 'het non-proliferatieverdrag' genoemd,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Kazachstan zich ertoe hebben verbonden te waarborgen dat onderzoek en ontwikkeling inzake en gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden plaatsvindt op een wijze die strookt met de doelstellingen van het non-proliferatieverdrag,

OVERWEGENDE dat de nucleaire veiligheidscontrole in de Gemeenschap wordt toegepast op grond van titel II, hoofdstuk 7, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna het 'Euratom-Verdrag' genoemd, en de veiligheidscontroleovereenkomsten tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, hierna de 'IAEA' genoemd, en in de Republiek Kazachstan wordt toegepast op grond van een op 11 augustus 1995 in werking getreden veiligheidscontroleovereenkomst tussen de Republiek Kazachstan en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie voor de toepassing van veiligheidscontroles in verband met het non-proliferatieverdrag, hierna de 'Overeenkomst betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole' genoemd,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Kazachstan hun steun aan de IAEA en het uitgebreide veiligheidscontrolesysteem van die organisatie bevestigen,

OVERWEGENDE dat de partijen de handel in nucleaire materialen tussen henzelf of tussen gemachtigde personen en ondernemingen die op het onderscheiden grondgebied van de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan zijn gevestigd, in het wederzijds belang van de producenten, de splijtstofkringloopindustrie, de nutsbedrijven en de consumenten,

OVERWEGENDE dat er rekening moet worden gehouden met de verbintenissen die in het kader van de Club van nucleaire leveranciers zijn aangegaan door de regering van elke lidstaat van de Gemeenschap en de regering van de Republiek Kazachstan,

OVERWEGENDE dat de basis voor samenwerking tussen de partijen in de civiele nucleaire sector dient te worden verstevigd door middel van een kaderovereenkomst,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

7.

Artikel 1 DEFINITIES


Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1) 'nucleair materiaal', elke splijtgrondstof of speciale splijtstof als gedefinieerd in artikel XX van het statuut van de IAEA;

2) 'Gemeenschap', zowel:

8.

a) de rechtspersoon die is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, partij bij deze overeenkomst, als


b) het grondgebied waarop genoemd verdrag van toepassing is;

3) 'bevoegde instanties van de partijen':

a) voor de Gemeenschap, de Europese Commissie;

b) voor de Republiek Kazachstan, het Comité voor kernenergie van het Ministerie van Energie en Grondstoffen van de Republiek Kazachstan,

In het geval van een eventuele wijziging stellen de partijen elkaar daarvan via de geijkte diplomatieke kanalen in kennis.

9.

Artikel 2 DOELSTELLING


Het doel van deze overeenkomst is een kader te bieden voor samenwerking tussen de partijen inzake het vreedzame gebruik van kernenergie, teneinde de algemene samenwerkingsrelatie tussen de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan te versterken op basis van wederzijds voordeel en wederkerigheid en zonder afbreuk te doen aan de onderscheiden bevoegdheden van elke partij.

10.

Artikel 3 WERKINGSSFEER


1. De partijen kunnen bij het vreedzame gebruik van kernenergie op de in de artikelen 4 tot en met 8 van deze overeenkomst beschreven wijze samenwerken op de volgende gebieden:

a) nucleaire veiligheid (artikel 4);

b) beheerste kernfusie (artikel 5);

c) onderzoek en ontwikkeling op andere gebieden van het vreedzame gebruik van kernenergie dan bedoeld onder a) en b) van lid 1 van dit artikel (artikel 6);

d) handel in nucleaire materialen en levering van diensten in verband met de splijtstofkringloop (artikel 7);

e) andere gebieden die relevant zijn in het kader van deze overeenkomst (artikel 8).

2. De in dit artikel bedoelde samenwerking kan plaatsvinden tussen de partijen, echter ook tussen gemachtigde personen en ondernemingen die in de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan zijn gevestigd.

11.

Artikel 4 NUCLEAIRE VEILIGHEID


De samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan op het gebied van nucleaire veiligheid, die op 1 juni 2003 in werking is getreden.

12.

Artikel 5 BEHEERSTE KERNFUSIE


De samenwerking op het gebied van beheerste kernfusie wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Kazachstan op het gebied van beheerste kernfusie, die op 13 april 2004 in werking is getreden.

13.

Artikel 6 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING OP ANDERE GEBIEDEN VAN HET VREEDZAME GEBRUIK VAN KERNENERGIE


1. De samenwerking omvat de door partijen overeen te komen activiteiten van wederzijds belang op het gebied van nucleair onderzoek en ontwikkeling, welke niet onder de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst vallen, voor zover deze activiteiten deel uitmaken van hun respectieve programma's.

2. De samenwerking kan met name de volgende gebieden omvatten:

a) toepassingen van kernenergie in de geneeskunde en de industrie, met inbegrip van de opwekking van elektriciteit;

b) de milieueffecten van kernenergie;

c) andere gebieden van nucleair onderzoek en ontwikkeling, als overeengekomen tussen de partijen en voor zover deze activiteiten deel uitmaken van hun respectieve programma's.

3. De samenwerking wordt met name uitgevoerd via de:

a) uitwisseling van technische informatie door middel van rapporten, bezoeken, seminars, technische bijeenkomsten, enz.;

b) uitwisseling van personeel tussen laboratoria en/of betrokken instanties, ook voor opleidingsdoeleinden;

c) uitwisseling van monsters, materialen, instrumenten en apparatuur voor experimentele doeleinden;

d) evenwichtige deelneming aan gezamenlijke studies en activiteiten.

4.

a) Voor zover nodig kunnen uitvoeringsregelingen met betrekking tot de werkingssfeer en voorwaarden voor samenwerking in concrete projecten worden vastgesteld door de partijen middels hun bevoegde instanties, die daarbij te werk gaan overeenkomstig de respectieve eisen van de wetgeving van de Gemeenschap en de wetgeving van de Republiek Kazachstan.

b) Dergelijke uitvoeringsregelingen kunnen onder meer betrekking hebben op financieringsbepalingen, toewijzing van beheerstaken en nadere bepalingen betreffende de verspreiding van informatie en intellectuele-eigendomsrechten.

5. Uit de samenwerkingsactiviteiten voortvloeiende kosten worden gedragen door de partij die deze maakt, tenzij uitdrukkelijk anderszins door de partijen is overeengekomen.

14.

Artikel 7 HANDEL IN NUCLEAIRE MATERIALEN EN LEVERING VAN DIENSTEN IN DAT VERBAND


1. Nucleair materiaal dat, hetzij rechtstreeks, hetzij via een derde land, tussen de partijen wordt overgedragen, wordt, zodra het onder de territoriale jurisdictie van de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan valt, voorwerp van deze overeenkomst op voorwaarde dat de leverende partij de ontvangende partij vóór of op het tijdstip van de verzending schriftelijk in kennis heeft gesteld volgens procedures die zijn neergelegd in een door de bevoegde instanties van de partijen vast te stellen administratieve regeling.

2. Nucleair materiaal als bedoeld in lid 1 van dit artikel blijft voorwerp van deze overeenkomst totdat:

a) overeenkomstig de bepalingen inzake de beëindiging van de veiligheidscontrole in de in lid 6, onder b), van dit artikel bedoelde overeenkomst wordt vastgesteld dat het materiaal, uit het oogpunt van veiligheidscontrole niet langer bruikbaar is voor enige nucleaire activiteit, dan wel praktisch gesproken niet kan worden gerecupereerd;

15.

b) het materiaal in overeenstemming met lid 6, onder e), van dit artikel is overgedragen, waardoor het niet langer onder de jurisdictie van de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan valt; of


c) de partijen schriftelijk overeenkomen dat het materiaal niet langer onder deze overeenkomst valt.

3. Alle overdrachten van nucleaire materialen die plaatsvinden in verband met samenwerkingsactiviteiten, vinden plaats in overeenstemming met de toepasselijke internationale en multilaterale verbintenissen van de Gemeenschap, de lidstaten daarvan en de Republiek Kazachstan met betrekking tot het vreedzame gebruik van kernenergie als vermeld in lid 6 van dit artikel.

4. De handel in nucleaire materialen en de levering van relevante diensten tussen de partijen dienen plaats te vinden tegen marktgerelateerde prijzen.

5. De partijen trachten conflictsituaties te vermijden die bij hun onderlinge handel in nucleaire materialen commerciële veiligheidsmaatregelen noodzakelijk maken. Ingeval desondanks bij die handel toch problemen optreden die de levensvatbaarheid van de nucleaire industrie, met inbegrip van de uraanwinning, van de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan ernstig in gevaar brengen, kan elk van beide partijen verzoeken om overleg, dat zo spoedig mogelijk in het kader van een ad hoc-comité plaatsvindt en waarbij de bijeenroepingsprocedure, de overlegperiode en het niveau van de deelnemers aan het overleg door de partijen worden vastgesteld.

Als dit overleg geen oplossing voor deze problemen oplevert die voor beide partijen aanvaardbaar is, kan de partij die om overleg heeft verzocht de nodige commerciële veiligheidsmaatregelen treffen om deze problemen op te lossen of de gevolgen daarvan te beperken overeenkomstig de wetgeving van de Gemeenschap en die van de Republiek Kazachstan en met inachtneming van de toepasselijke beginselen van het internationale recht.

De tenuitvoerlegging van lid 5 van dit artikel laat het Euratom-Verdrag alsmede het daarvan afgeleide recht onverlet.

6. Voor overdrachten van nucleair materiaal gelden de volgende voorwaarden:

a) het nucleaire materiaal wordt gebruikt voor vreedzame doeleinden en niet voor enigerlei nucleair explosiemiddel of voor onderzoek aan of ontwikkeling van een dergelijk explosiemiddel;

b) het nucleaire materiaal is onderworpen aan:

1) in de Gemeenschap, de toepassing van de Euratom-veiligheidscontrole ingevolge het Euratom-Verdrag en het veiligheidscontrolesysteem van de IAEA overeenkomstig onderstaande veiligheidscontroleovereenkomsten voor zover van toepassing, eventueel gewijzigd of vervangen, met dien verstande dat aan de door het non-proliferatieverdrag opgelegde voorwaarden moet worden voldaan:

- de overeenkomst tussen de niet-kernwapenlidstaten van de Gemeenschap, Euratom en de IAEA die op 21 februari 1977 in werking is getreden (gepubliceerd als INFCIRC/193);

- de overeenkomst tussen Frankrijk, Euratom en de IAEA die op 12 september 1981 in werking is getreden (gepubliceerd als INFCIRC/290);

- de overeenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk, Euratom en de IAEA die op 14 augustus 1978 in werking is getreden (gepubliceerd als INFCIRC/263);

aangevuld met de aanvullende protocollen die op 30 april 2004 in werking zijn getreden op basis van document INFCIRC/540 (Model Protocol Additional to the Agreement(s) between State(s) and the IAEA for the Application of Safeguards);

2) in de Republiek Kazachstan, de toepassing van de veiligheidscontroleovereenkomst die op 11 augustus 1995 in werking is getreden (gepubliceerd als INFCIRC/504); aangevuld met een aanvullend protocol tussen de Republiek Kazachstan en de IAEA inzake de toepassing van de veiligheidscontroles in verband met het non-proliferatieverdrag, die op 6 februari 2004 is gesloten op basis van document INFCIRC/540 (Model Protocol Additional to the Agreement(s) between State(s) and the IAEA for the Application of Safeguards), indien dit van kracht is;

c) ingeval de toepassing van een der onder b) van lid 6 genoemde overeenkomsten met de IAEA om eender welke reden in de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan wordt opgeschort of beëindigd, sluit de desbetreffende partij met de IAEA een overeenkomst welke voorziet in een doelmatigheid en dekking die gelijkwaardig zijn aan die waarin de onder b), punt 1) of 2), van lid 6 bedoelde veiligheidscontroleovereenkomsten voorzien, of, wanneer dat niet mogelijk is, past de Gemeenschap wat haar betreft op het veiligheidscontrolesysteem van Euratom gebaseerde veiligheidscontroles toe, die een doelmatigheid en dekking bieden die gelijkwaardig zijn aan die waarin de in onder b), punt 1), van lid 6 bedoelde veiligheidscontroleovereenkomsten voorzien, of, wanneer dat niet mogelijk is, treffen de partijen regelingen inzake de toepassing van veiligheidscontroles welke voorzien in een doelmatigheid en dekking die gelijkwaardig zijn aan die waarin de in onder b), punt 1) of 2), van lid 6 bedoelde veiligheidscontroleovereenkomsten voorzien;

d) toepassing van maatregelen voor fysieke beveiliging van een niveau dat tenminste voldoet aan de criteria van de, eventueel gewijzigde, bijlage C bij IAEA-document INFCIRC/254/Rev.6/Part 1 (Richtlijnen voor de overdracht van nucleaire materialen); ter aanvulling van dit document gaan de lidstaten van de Gemeenschap of de Europese Commissie, naar gelang van het geval, en de Republiek Kazachstan bij de toepassing van fysieke beveiligingsmaatregelen uit van de aanbevelingen van het, eventueel gewijzigde, IAEA-document INFCIRC/225/Rev.4, gecorrigeerd (Fysieke beveiliging van nucleair materiaal en nucleaire faciliteiten). Voor internationaal vervoer gelden de voorschriften van het Internationale Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (IAEA-document INFCIRC/274/Rev.1), als eventueel gewijzigd en aanvaard door de partijen en de lidstaten van de Gemeenschap, alsmede de IAEA-voorschriften voor het veilig vervoer van radioactieve materialen (IAEA Safety Standards Series TS-R-1/ ST-1, Gewijzigd), als eventueel gewijzigd en omgezet in de wetgeving van de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan;

e) heroverdrachten van onder dit artikel vallende goederen, die buiten de jurisdictie van de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan vallen, vinden uitsluitend plaats overeenkomstig de Richtlijnen voor de overdracht van nucleaire materialen, die zijn neergelegd in het, eventueel gewijzigde, IAEA-document INFCIRC/254/Rev.6/Part1.

7. Vergunningen in verband met handel, industriële activiteiten of verplaatsingen van nucleaire materialen op het grondgebied van de Gemeenschap of de Republiek Kazachstan worden niet gebruikt om de handel te beperken of de commerciële belangen van een der partijen in verband met het vreedzame gebruik van kernenergie internationaal of binnenslands te belemmeren.

De bepalingen van deze overeenkomst worden niet gebruikt om het vrije verkeer van nucleaire materialen op het grondgebied van de Gemeenschap te belemmeren.

De tenuitvoerlegging van lid 7 van dit artikel laat het Euratom-Verdrag alsmede het daarvan afgeleide recht onverlet.

8. Onverminderd eventuele opschorting of beëindiging van deze overeenkomst om eender welke reden, blijft lid 6 van dit artikel van toepassing zolang enig nucleair materiaal dat voorwerp van deze bepalingen is nog onder de jurisdictie van een van beide partijen valt of totdat in overeenstemming met lid 2 van dit artikel een vaststelling is gedaan.

16.

Artikel 8 ANDERE GEBIEDEN DIE RELEVANT ZIJN IN HET KADER VAN DEZE OVEREENKOMST


1. De partijen kunnen binnen hun onderscheiden bevoegdheden overeenkomen om bij andere activiteiten op het gebied van de kernenergie samen te werken.

2. Wat de Gemeenschap betreft, dienen die activiteiten deel uit te maken van de relevante actieprogramma's en te beantwoorden aan de daarvoor geldende voorwaarden, bijvoorbeeld op gebieden als nucleaire veiligheid, het veilige vervoer van nucleaire materialen, veiligheidscontrole of industriële samenwerking ter bevordering van bepaalde aspecten van de veiligheid van nucleaire installaties.

3. De bepalingen van artikel 6, lid 4, van deze overeenkomst zijn eveneens van toepassing op deze overeenkomst.

17.

Artikel 9 TOEPASSELIJK RECHT


De samenwerking in het kader van deze overeenkomst dient in overeenstemming te zijn met de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die in de Gemeenschap en in de Republiek Kazachstan van kracht zijn en met de internationale overeenkomsten die door de partijen zijn aangegaan.

18.

Artikel 10 INTELLECTUELE EIGENDOM


Het gebruik en de verspreiding van informatie en intellectuele-eigendomsrechten, octrooien en auteursrechten met betrekking tot de samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst geschieden overeenkomstig de bijlagen van de samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van nucleaire veiligheid en beheerste kernfusie, als bedoeld in respectievelijk de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst.

19.

Artikel 11 OVERLEG EN GESCHILLENBESLECHTING


1. De partijen plegen regelmatig overleg in het kader van de PSO teneinde de samenwerking in het kader van onderhavige overeenkomst te volgen, tenzij de partijen specifieke overlegmechanismen instellen.

2. Elk geschil met betrekking tot de tenuitvoerlegging of de interpretatie van deze overeenkomst kan worden behandeld overeenkomstig artikel 88 van de PSO.

20.

Artikel 12 BILATERALE SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN OP NUCLEAIR GEBIED


1. De bepalingen van deze overeenkomst vervangen de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten van de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan met betrekking tot de in deze overeenkomst vervatte rechten en verplichtingen.

2. Voor zover bovengenoemde bilaterale overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten van de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan voorzien in rechten en verplichtingen voor de Republiek Kazachstan en de respectieve lidstaten die verder gaan dan die welke in de onderhavige overeenkomst zijn vervat, blijven bedoelde rechten en verplichtingen van kracht overeenkomstig de bilaterale overeenkomsten in kwestie.

21.

Artikel 13 INWERKINGTREDING EN LOOPTIJD


1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum die de partijen door middel van uitwisseling van diplomatieke nota's na voltooiing van de passende procedures vaststellen en geldt voor een eerste termijn van tien jaar.

2. De overeenkomst wordt daarna automatisch verlengd met perioden van telkens vijf jaar, tenzij een van de partijen uiterlijk zes maanden vóór de verstrijkingsdatum schriftelijk om beëindiging van de overeenkomst of om nieuwe onderhandelingen verzoekt. De overeenkomst verstrijkt dan binnen een periode van zes maanden na ontvangst van de kennisgeving van de partij in kwestie.

3. Wanneer een van beide partijen of een lidstaat van de Gemeenschap materiële bepalingen van deze overeenkomst schendt, kan de andere partij de samenwerking in het kader van deze overeenkomst schriftelijk geheel of gedeeltelijk opschorten of beëindigen. Voordat een van beide partijen een dergelijke stap neemt, overleggen de partijen om overeenstemming te bereiken over corrigerende maatregelen die moeten worden getroffen en over de termijn waarbinnen die maatregelen moeten worden getroffen. Een dergelijke stap wordt alleen genomen wanneer de overeengekomen maatregelen niet binnen de overeengekomen termijn worden getroffen of, indien geen overeenstemming wordt bereikt, nadat een door de partijen vastgestelde periode is verstreken.

22.

Artikel 14


Met wederzijdse instemming van de partijen kunnen amendementen en wijzigingen in de vorm van notulen worden opgenomen in de overeenkomst en worden zij zo een integrerend onderdeel van de overeenkomst.

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de Deense, Duitse, Engelse, Estlandse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letlandse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische, Zweedse en Kazachse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. {Roemeense en Bulgaarse}

Gedaan te ____________________ op _____________________.

Voor de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE Voor de Regering van DE REPUBLIEK KAZACHSTAN