Toelichting bij COM(2009)1 - Evaluatie ex post van het gemeenschappelijk statistisch programma voor de periode 2003-2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0001

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de evaluatie ex post van het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 {SEC(2009)14} /* COM/2009/0001 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

3.

Brussel, 13.1.2009


COM(2009) 1 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE DE EVALUATIE EX POST VAN HET COMMUNAUTAIR STATISTISCH PROGRAMMA VOOR DE PERIODE 2003-2007

{SEC(2009)14}

4.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE DE EVALUATIE EX POST VAN HET COMMUNAUTAIR STATISTISCH PROGRAMMA VOOR DE PERIODE 2003-2007


1.

Inleiding



Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (CSP) is op 16 december 2002 vastgesteld i. Het programma omvatte de voornaamste beleidsprioriteiten van de Gemeenschap op het gebied van de Economische en Monetaire Unie, de uitbreiding van de Europese Unie en de concurrentiepositie, de duurzame ontwikkeling en de sociale agenda. Het programma was gebaseerd op de doelstellingen zoals vastgelegd in de taakomschrijving van Eurostat, op de doelstelling van het leveren van kwalitatief hoogwaardige statistieken ten behoeve van alle EU-beleidsterreinen en op de doelstelling van efficiëntie bij het gebruik van middelen en bij de budgettaire uitvoering van het programma.

In artikel 4 van de beschikking is bepaald: “Aan het eind van de looptijd van het programma legt de Commissie na overleg met het Comité statistisch programma een passend evaluatieverslag over de uitvoering van het programma voor, waarin rekening wordt gehouden met de adviezen van onafhankelijke deskundigen. Dit verslag wordt uiterlijk eind 2008 voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.”[2]

Het onderhavige document bevat het vereiste evaluatieverslag en voldoet aan de verplichting van het Financieel Reglement i en de bijbehorende uitvoeringsvoorschriften i dat er een evaluatie van programma's moet plaatsvinden wat de menselijke en financiële hulpbronnen en de verkregen resultaten betreft om te beoordelen of deze in overeenstemming met de gestelde doelen zijn. De evaluatie van dit programma moet ook een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van toekomstige vijfjarenprogramma's voor de statistiek en aan het opzetten van een controlesysteem voor de follow-up van die programma's.

Het verslag is gebaseerd op de tussentijdse evaluatie die door Eurostat in 2006 is voorbereid en op een verslag dat door een extern evaluatiebureau als bedoeld in artikel 4 van het CSP is opgesteld. In hoofdstuk 2 worden de voornaamste bevindingen met betrekking tot het behalen van de doelstellingen van het programma samengevat en wordt een overzicht gegeven van horizontale kwesties en nieuwe initiatieven die aanvankelijk niet in het programma waren opgenomen. In hoofdstuk 3 komen de voornaamste aanbevelingen voor de toekomstige planning en uitvoering van programma's aan de orde.

Het eindverslag van de externe deskundigen is opgenomen in het bijgevoegde werkdocument van de Commissie.

5.

2. DE BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN HET PROGRAMMA


In dit hoofdstuk komen de resultaten aan de orde die gedurende de looptijd van het programma zijn behaald op alle statistische gebieden van de in het programma genoemde titels, evenals de horizontale doelstellingen die bij de uitvoeringsstrategieën worden vermeld. Tevens wordt verslag gedaan van activiteiten en initiatieven die ten dele niet expliciet als doelstelling van het CSP werden vermeld, of die te maken hebben met horizontale kwesties, of die gaan over personeel en financiële middelen.

2.

Samenvatting



Op grond van de resultaten die hieronder per titel i van het programma nader aan de orde komen, kan worden gesteld dat vrijwel alle doelstellingen zijn behaald. Hierbij wordt opgemerkt dat het Europees statistisch systeem (ESS) in staat is gebleken om ervoor te zorgen dat nieuwe en opkomende beleidsterreinen werden onderbouwd met aanvullende statistische informatie, zoals bijvoorbeeld het geval is geweest met de behoefte aan gegevens over de nieuwe lidstaten in verband met de uitbreiding van de EU in 2004 en in 2007, energiestatistieken, milieustatistieken, asiel- en migratiestatistieken, statistieken over buitenlandse filialen, flash-schattingen van het bruto binnenlands product (bbp) en het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP), Europese sectorrekeningen, indicatoren met betrekking tot sociale bescherming, enzovoorts. Voorts is er een meerjarenprogramma over de modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistieken voorbereid. Deze vooruitgang is mede te danken aan de intensieve werkzaamheden bij de opstelling van nieuwe of herziene wetgeving (met name op het gebied van economische, bedrijfs-, en sociale statistieken), maar vooral ook aan de ontwikkeling en invoering van nieuwe methodes en hulpmiddelen. Illustratief hiervoor is dat het aanzienlijk aantal activiteiten voor het opstellen van nieuwe statistieken vrijwel gelijk was aan het aantal voor het opstellen van de routinegegevens. Een relatief groot aantal activiteiten was gericht op kwaliteitsbewaking en op de ontwikkeling van het ESS, waarmee wordt aangetoond dat er ruimte is voor verdere vooruitgang en verbetering. Dit wordt bevestigd door de ontwikkeling en invoering van de Praktijkcode, het geven van vrije toegang tot alle statistische gegevens van Eurostat op de website en door activiteiten ter verbetering van de prioriteitstelling en ter vermindering van de responslast.

6.

RESULTATEN OP DE VERSCHILLENDE STATISTISCHE GEBIEDEN


Vrij verkeer van goederen: Voor zowel Intrastat als Extrastat is nieuwe wetgeving ontwikkeld, gericht op verhoging van de rapportagedrempels, doeltreffender gebruik van bestaande informatie en afstemming van de statistische systemen met de douanesystemen, om zo de lasten voor ondernemingen te verminderen.

Landbouw: De lidstaten hebben aanzienlijke steun gekregen om zowel de indicatoren voor milieumaatregelen in de landbouw en plattelandsontwikkeling te verbeteren als om voortgang te maken met de registers van landbouwbedrijven. Op het gebied van de landbouwstructuurenquête is nieuwe wetgeving ontwikkeld om de rapportagelast te verminderen.

Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal: Op het terrein van de statistiek over de buitenlandse filialen (in het binnenland en in het buitenland) is nieuwe wetgeving met de daarbij behorende methodologische handleiding ontwikkeld en heeft een eerste gegevensverzameling plaatsgehad. Met betrekking tot het gebied van de informatiemaatschappij is een regelgevingkader ontwikkeld, gevolgd door de jaarlijkse gegevensverzameling inclusief een vast en een wisselend onderdeel met vragen, om zo een snelle reactie op nieuwe behoeften aan gegevens mogelijk te maken.

Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen: In 2007 is een nieuwe verordening betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming vastgesteld. Hierin zijn de inhoud en de structuur van gegevens over verblijfsvergunningen herzien, zijn er met de lidstaten intensieve besprekingen gevoerd over de harmonisatie van statistische definities en output en over metagegevens om de vergelijkbaarheid van migratie- en asielgegevens te verbeteren.

Vervoer: Voor alle vervoerswijzen is de dekking en kwaliteit van de gegevens verbeterd en zijn er inspanningen geleverd voor een regelmatige verstrekking en een betere kwaliteit van de verschillende indicatoren, zoals wegverkeer, intermodaal vervoer en de prestaties.

Economisch en monetair beleid: Wat de nationale rekeningen betreft is de uitvoering van de verordening inzake het Europees systeem van rekeningen (ESR 1995) voortgezet door actualisering van het indieningsprogramma en toezicht op de naleving. Flash-schattingen van het bbp zijn volgens het tijdschema uitgevoerd; de jaarrekeningen en de kwartaalrekeningen per sector zijn voor het eerst in 2006, respectievelijk 2007, gepubliceerd. Er werd verder gewerkt aan de validering van de statistieken over de eigen middelen op basis van het bni en de btw. In internationaal en Europees verband is een begin gemaakt met een herziening van de methoden die ten grondslag liggen aan de nationale rekeningen. Het methodologisch kader in verband met de procedure bij buitensporige tekorten en de statistieken van de overheidsfinanciën in het algemeen is verder ontwikkeld; tevens zijn jaarlijks en per kwartaal geïntegreerde financiële overheidsstatistieken verspreid. De statistieken en bijbehorende metagegevens over de buitenlandse directe investeringen, de internationale handel in diensten en de betalingsbalans (BoP) , inclusief kwartaalgegevens voor deze laatste, zijn verspreid en tevens zijn kwaliteitsverslagen opgesteld. Het gegevensverzamelingssysteem voor de statistieken over de betalingsbalans is herzien, waarbij rekening is gehouden met de gewijzigde drempels voor verslaglegging door banken. Voorts is een aanzienlijke hoeveelheid gegevens aangeleverd voor het ontwerp van de IMF Balance of Payments and International Investment Position Manual (BPM6) (handleiding van het IMF over de betalingsbalans en de internationale investeringspositie). Ten aanzien van de kortetermijnstatistieken is de verordening gewijzigd en zijn de beschikbaarheid en de tijdigheid van de indicatoren aanmerkelijk verbeterd. Voorts zijn er inspanningen verricht om de dekking, de lengte van de tijdreeksen en de tijdigheid van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI's) vast te stellen en te verbeteren. Bij de statistieken over de prijzen hebben methodologische werkzaamheden en verbeterde strategische richtsnoeren geleid tot verbetering van de tijdigheid en de kwaliteit van de gegevens over het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP). In 2007 is een verordening betreffende de koopkrachtpariteiten vastgesteld.

Werkgelegenheid: Belangrijke onderdelen van het geïntegreerde systeem voor lonen en loonkosten zijn opgesteld, waaronder de loonkostenindex per kwartaal en de vierjaarlijkse uitvoerige structuurenquêtes over lonen en loonkosten. In alle lidstaten is de doorlopende arbeidskrachtenenquête per kwartaal ingevoerd, de Europese Commissie heeft een nieuwe verordening over vacaturestatistieken vastgesteld en de database voor arbeidsmarktbeleid is verder ontwikkeld.

Gemeenschappelijke handelspolitiek: Er zijn verschillende acties ter verbetering van de kwaliteit van de betalingsbalansgegevens gestart en er is een reeks indicatoren voor duurzame ontwikkeling in verband met buitenlandse handel geactualiseerd. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van de harmonisatie van de betalingsbalansstatistiek met de nationale rekeningen en de statistiek van de buitenlandse handel.

Sociale politiek, onderwijs, beroepsopleiding en jeugd: De indicatoren voor maatschappelijke integratie en sociale bescherming zijn herzien en het merendeel van de bijbehorende gegevens is geleverd. Er is een kaderverordening betreffende statistieken over onderwijs en een leven lang leren vastgesteld, de enquête over beroepsopleiding is gehouden en de gegevens ervan zijn in 2007 gepubliceerd, en er is een proefenquête over volwassenenonderwijs gehouden. Er is gestart met de voorbereiding voor de Europese enquête onder de huishoudens, een geïntegreerd programma voor sociale statistieken voor het rationaliseren van bestaande en geplande Europese sociale enquêtes dat door middel van ad-hocmodules kan inspelen op de behoeften van beleidsmakers. Er zijn voorbereidingen getroffen voor een kaderverordening voor volks- en woningtellingen en er zijn bevolkingsprognoses op nationaal en regionaal niveau opgesteld.

Cultuur: Er zijn een methodologisch verslag en een pocketbook gepubliceerd, waarin verschillende aspecten van cultuurstatistiek zijn opgenomen.

Volksgezondheid: De Europese Commissie heeft een kaderverordening betreffende volksgezondheid en veiligheid op het werk vastgesteld en heeft een aanvang gemaakt met de werkzaamheden voor het opstellen van gezondheidsindicatoren van de Europese Gemeenschap. Het Europees gezondheidsonderzoek door middel van interviews is gestart en er zijn ook voorbereidingen getroffen voor verschillende modules, bijvoorbeeld over de gezondheidstoestand. De eerste gegevensverzamelingen voor een systeem van gezondheidsrekeningen zijn gepubliceerd en de Europese statistieken over arbeidsongevallen en over beroepsziekten zijn verbeterd.

Consumentenbescherming: Er zijn verscheidene publicaties over consumenten in Europa verschenen en de gegevens over voedselveiligheid zijn beschikbaar gesteld. Er zijn indicatoren voor het bewaken van de voedselveiligheid en voor het voedingsbeleid vastgelegd en er zijn gegevensbronnen onderzocht om voor de EU relevante gegevens te kunnen vaststellen.

Industrie: Er is vooral gewerkt aan ontwikkeling van de statistieken over de dienstensector en van de statistieken die verband houden met ondernemerschap. Er heeft een herschikking van de rechtsgrondslag voor structurele bedrijfsstatistieken plaatsgevonden, waarbij nu ook gegevens over de bedrijvendemografie en de zakelijke dienstverlening worden verzameld, minder belangrijke vereisten zijn geschrapt en ad-hocmodules en de Europese steekproefsgewijze benadering zijn ingevoerd. De nieuwe verordening betreffende het Ondernemingsregister is vastgesteld en er is een aanvang gemaakt met de werkzaamheden voor een Gemeenschapsregister voor multinationale ondernemingsgroepen. Er zijn nieuwe classificaties over economische activiteiten en producten vastgesteld. Er hebben intensieve onderhandelingen plaatsgevonden om een verordening betreffende energiestatistieken voor te bereiden. Voorts is de herschikking van de prijstransparantierichtlijn ter hand genomen, zijn de rapportageverplichtingen inzake warmtekrachtkoppeling vervuld en zijn belangrijke bijdragen geleverd aan het EU-jaarverslag over de inventarisatie van CO2.

Economische en sociale samenhang: In vervolg op de uitbreiding is de herziening van de territoriale classificatie, de NUTS, afgerond en is er gestart met een uitgebreide verzameling van gegevens voor de audit stedelijk leefmilieu. De gegevens die nodig zijn voor het cohesieverslag zijn geleverd.

Onderzoek en technologische ontwikkeling: Er zijn verscheidene methodologische en onderzoeksprojecten afgerond of begonnen, zoals over nieuwe methoden voor de controle op de openbaarmaking van statistische gegevens, richtsnoeren voor seizoenscorrecties, de methodologie voor de integratie van verschillende bronnen in het ESS, waarbij in enkele gevallen gebruik wordt gemaakt van nieuw opgezette samenwerkingsinstrumenten. Communautaire enquêtes inzake innovatie, de loopbaanontwikkeling van gepromoveerden en onderzoek en ontwikkeling zijn uitgevoerd en de toegang tot gegevens is uitgebreid.

Milieu: Voor het eerst zijn op grond van de verordening afvalstoffenstatistieken verspreid. Samen met andere diensten is een instrument voor toezicht op het nieuwe Gemeenschapsbeleid inzake chemische stoffen ontwikkeld. Een volledige herziening van de lijst van indicatoren voor duurzame ontwikkeling is voltooid. Er zijn verscheidene gegevensverzamelingen voor het opstellen van milieurekeningen ingevoerd en de bijbehorende methodologische werkzaamheden zijn uitgevoerd.

Ontwikkelingssamenwerking (en andere externe acties): Via de desbetreffende diensten van de Commissie is een breed scala aan technische adviezen en ondersteuning voor de buurlanden van Europa geleverd. Eurostat heeft aan de diensten van de Commissie technische adviezen gegeven voor grootschalige samenwerkingsactiviteiten op het gebied van de statistiek op regionaal niveau in de ACS-landen, Azië en Latijns-Amerika; tevens heeft Eurostat deelgenomen aan stuurgroepen en andere bijeenkomsten op hoog niveau over statistiek.

Enkele doelstellingen van het programma zijn niet geheel behaald. Dit betreft de audiovisuele statistiek, die is afgeschaft tengevolge van een beleidsverandering, de culturele statistiek, waar de doelstelling niet volledig is gehaald tengevolge van budgettaire beperkingen, en de methodologische ondersteuning inzake gegevens over ongevallen in en om de woning, waarvoor de verantwoordelijkheid is overgedragen aan een andere dienst van de Commissie.

RESULTATEN OP HET GEBIED VAN DE HORIZONTALE DOELSTELLINGEN:

Horizontale doelstellingen zijn doelstellingen die betrekking hebben op het feit dat Eurostat ten dienste staat van de Commissie, van de andere Europese instellingen en van een grotere gemeenschap van gebruikers, en dat het bijdraagt aan het onderhoud en de ontwikkeling van het Europees statistisch systeem (ESS), meewerkt aan verbetering van de motivatie en tevredenheid van het personeel, de kwaliteit van de producten en diensten verbetert en intern de productiviteit verhoogt.

De doelstellingen konden in belangrijke mate worden bereikt door de ontwikkeling van de IT-infrastructuur, door het ontwerp en de invoering van een kader voor kwaliteitsborging, door de verbetering van de arbeidsomstandigheden op basis van de uitkomsten van personeelsenquêtes en door de start van een Europees opleidingsprogramma statistiek, de ontwikkeling van strategieën voor interne informatie en externe verspreiding en de versterking van de beheersstructuur van het ESS.

7.

RESULTATEN OP HET GEBIED VAN DE HORIZONTALE KWESTIES


Uitbreiding

Tijdens de looptijd van het programma is de integratie van de statistische mechanismen van de nieuwe lidstaten met de statistische mechanismen van de Gemeenschap, zowel wat de verzameling en verspreiding van gegevens als de werkstructuren betreft, in grote lijnen voltooid. Er is op doeltreffende wijze technische bijstand verleend teneinde deze integratie te versterken, maar ook om de huidige kandidaat-lidstaten te helpen de relevante statistische gegevens te verschaffen ten behoeve van het onderhandelingsproces en hen voor te bereiden op de toetreding.

8.

Verlichting van de responslast


Er zijn uiteenlopende activiteiten uitgevoerd gericht op verbetering van de jaarlijkse statistische programmering, op prioriteitstelling en op de meting van de lasten en kosten op geselecteerde statistische terreinen (transportstatistieken, kortetermijnstatistieken, Intrastat, bedrijfsstatistieken). De resultaten van deze werkzaamheden hebben geleid tot de mededeling van de Commissie betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken, die in november 2006 is gepubliceerd. Wat de werkzaamheden inzake de meting van de lasten en de kosten betreft is een project opgezet dat zich uitstrekt over alle thans van kracht zijnde wettelijke besluiten in alle lidstaten en door andere initiatieven op geselecteerde statistische gebieden (beter gebruik van bestaande gegevens, Europese steekproeven). De eerste resultaten die behaald zijn in het kader van betere regelgeving wijzen er ook op dat de administratieve last als gevolg van statistische verslaglegging relatief laag is.

9.

Ontwikkeling van het ESS


In 2006 hebben Eurostat en de lidstaten besloten om een debat over de werking van het ESS (Krakow Action Plan) te starten, waarbij wordt gekeken naar het juridische en institutionele kader, statistische uitdagingen en het beheer van middelen en de programmering van het ESS. Er zijn hiertoe taakgroepen op hoog niveau ingesteld. Het eerste resultaat was een voorstel voor een herziening van de Europese statistische wetgeving. Voorts is er een nieuwe netwerktechniek voor de sturing van kennis en middelen in het ESS opgezet, ESSnets. Daarin zijn de projectwerkzaamheden van sommige lidstaten opgenomen; de resultaten worden beschikbaar gesteld voor gebruik door alle deelnemers aan het ESS.

10.

Uitvoering van de Praktijkcode


In 2005 is de Praktijkcode Europese statistieken vastgesteld, met als grondslag de noodzaak om in adequate praktijken, middelen en capaciteit te voorzien om statistieken van hoge kwaliteit te produceren met het oog op vergroting van de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale bureaus voor de statistiek en van Eurostat. Uitgebreide zelfbeoordelingen zijn aangevuld met collegiale toetsingen over de periode 2006-2008, waarbij de laatstgenoemde specifiek gericht waren op het institutionele kader, de verspreidingspraktijken en de coördinerende functie van de nationale bureaus voor statistiek in de nationale statistische systemen. In een verslag van de Commissie zijn de resultaten van alle toetsingen samengevat. Er is een Europees Adviesorgaan voor statistische governance voor toezicht op de uitvoering van de Praktijkcode opgericht.

11.

Kwaliteitsbeheer


Er is een breed scala aan activiteiten uitgevoerd, zoals de regelmatig gehouden kwaliteitsconferenties en initiatieven op het gebied van kwaliteitsbeheer in het hele ESS, waaronder de ontwikkeling van de beoordelingschecklist voor statistische processen en uitkomsten (DESAP) en het handboek met methoden en hulpmiddelen voor de kwaliteitsbeoordeling van gegevens (DATQAM), alhoewel het bewaken van de kwaliteitsaspecten van gegevens en de harmonisatie van kwaliteitsverslaglegging nog verder kunnen worden verbeterd. De lidstaten hebben ondersteuning gekregen voor hun kwaliteitsinitiatieven en de uitkomsten van goede praktijken zijn doorgegeven.

12.

Dialoog met de gebruikers en verspreiding van gegevens


De start van de vrije verspreiding van de statistische gegevens op de website van Eurostat op 1 oktober 2004 is een belangrijke prestatie. Als gevolg daarvan zijn er een significante toename in toegang tot het webportaal, een veel grotere aandacht in de media en een volledige dekking van metagegevens waargenomen. Het publicatieprogramma en het tijdschema zijn verbeterd en er zijn verschillende soorten gebruikersenquêtes uitgevoerd. Er is een samenwerkingsschema voor gebruikersondersteuning in de lidstaten ontwikkeld en de feedback van gebruikers is regelmatig bekeken. Ten slotte is er een Europees Raadgevend Comité voor de statistiek (ERCS) ingesteld om de dialoog met de gebruikers te bevorderen.

13.

Ontwikkeling van de infrastructuur


Er is een nieuwe website geopend en er is een herziene referentiedatabank ingevoerd om de toegang tot de gegevens en de functionaliteiten van de website te verbeteren. De ontwikkeling van de infrastructuur is zodanig uitgevoerd dat het centrale punt voor gegevenstoezending (SEP) in toenemende mate door de lidstaten voor hun gegevensverstrekking wordt gebruikt, waarmee de efficiëntie en de veiligheid worden vergroot. Voorts heeft het initiatief tot ontwikkeling van gemeenschappelijke normen en richtsnoeren voor uitwisseling van gegevens en metagegevens (SDMX) in internationaal verband profijt gehad van de voortrekkersrol van Eurostat.

14.

PERSONEEL EN FINANCIËLE MIDDELEN


Over de desbetreffende periode was er een gestage toename van personeel met ongeveer 15%, voornamelijk tengevolge van de uitbreiding. Ongeveer 82% van het personeel is betrokken bij de productie van statistieken, de overigen bieden administratieve en beleidsondersteuning. Deze verhouding is relatief gelijk gebleven door de jaren heen, met een lichte verhoging in de laatste jaren. Het totale budget voor invoering van het programma bedroeg in deze periode 220,6 miljoen euro.

De toestand op het gebied van de middelen was in het algemeen bevredigend in deze programmaperiode, omdat nieuwe statistische taken, bijvoorbeeld in verband met de uitbreiding en nieuwe beleidsvragen, werden gecompenseerd door een productiviteitsverhoging en een beperkte hoeveelheid extra middelen.

15.

3. AANBEVELINGEN VOOR DE TOEKOMST


De aanbevelingen in het evaluatieverslag ex post van het CSP 1998-2002 zijn grotendeels opgenomen bij de uitvoering van het onderhavige CSP. Inzake twee aanbevelingen zijn de werkzaamheden gestart maar nog niet afgerond. Het betreft de aanbeveling ter verbetering van de meting van de prestaties van Eurostat en de aanbeveling voor de herkenning en het beheer van kennis en kunde op het niveau van het ESS.

De volgende aanbevelingen zijn opgesteld door de onafhankelijke deskundigen bij de evaluatie van dit CSP (meer bijzonderheden zijn te vinden in het bijgevoegde verslag).

16.

VERBETERING VAN DE SAMENHANG TUSSEN HET CSP EN DE JAARLIJKSE WERKPROGRAMMA'S


Het CSP is ontworpen als kaderprogramma, waarin de strategische visie voor een periode van vijf jaar wordt verwoord en waarmee, in combinatie met de jaarlijkse werkprogramma's, in de gehele periode wordt gezorgd voor flexibiliteit en relevantie van het CSP. Door het CSP als referentiekader te gebruiken, moeten de jaarlijkse werkprogramma's uitdrukkelijk verwijzen naar en gebaseerd zijn op het desbetreffende CSP. De hoofddoelstellingen van het CSP moeten terug te vinden zijn in de overeenkomstige hiërarchische doelstellingen van de jaarlijkse programma's. Op die manier wordt het mogelijk om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden van beide soorten programma's en om de strategische doelstellingen beter in de gaten te kunnen houden.

17.

VERBETERING VAN HET TOEZICHT OP DE UITVOERING VAN HET CSP


Eurostat heeft al een aantal toezichtinstrumenten, zoals bewaking van de kwaliteit van de gegevens, de website, de naleving van wettelijke besluiten, onderzoeken naar de gebruikerstevredenheid en personeelsenquêtes. Toch maken deze instrumenten nog geen deel uit van een integraal systeem en bovendien wordt niet gecontroleerd of de doelstellingen van het CSP zijn verwezenlijkt. Er moet een algeheel toezicht op de uitvoering van het CSP worden ingevoerd door middel van de vaststelling van hoofdindicatoren die adequate informatie verstrekken om te beoordelen of de operationele en strategische doelstellingen van de programmaperiode zijn gehaald. De bestaande toezichtactiviteiten moeten worden gestroomlijnd en in een toezichtsysteem worden opgenomen.

18.

EVENWICHT TUSSEN DE VRAAG EN DE MIDDELEN


Het is de taak van Eurostat om te fungeren als tussenpersoon tussen de hoofdgebruikers op Europees niveau (voornamelijk de andere diensten van de Commissie) en de nationale bureaus voor de statistiek en andere leveranciers van nationale informatie. Samen met deze partijen zijn vele instrumenten ingevoerd om de doelmatigheid van de samenwerking te vergroten. De vraag van de gebruikers naar frequente en gedetailleerde gegevens zal in de toekomst nog toenemen vanwege nieuw beleid en de behoefte aan toezicht op de uitvoering en evaluatie van bestaand beleid. De productiviteit kan echter niet eindeloos worden verhoogd om steeds weer te voldoen aan de toenemende vraag naar geavanceerde en complexe gegevens. Daarom is een strategische beoordeling van de vraag nodig, in combinatie met een modernisering van de productiesystemen, verdere harmonisatie van de processen en eventueel een verhoging van de (personele en financiële) middelen voor het gehele ESS. Er moeten inspanningen worden geleverd om deze ESS-brede uitdaging op te pakken door de prioriteitstelling te verbeteren, de wetgeving te vereenvoudigen, het effect van nieuwe vraag vooraf te beoordelen en de behoefte aan middelen te herzien.

19.

VERSTERKING VAN HET VERTROUWEN EN HET PARTNERSCHAP IN HET ESS


Vertrouwen en partnerschap tussen de verschillende deelnemers is van doorslaggevend belang voor het goed functioneren van het ESS. Als tussenpersoon tussen de nationale bureaus voor de statistiek en de diensten van de Commissie wordt Eurostat soms geconfronteerd met conflicterende belangen van de verschillende partijen in het systeem. Er bestaan verscheidene instanties en geïnstitutionaliseerde instrumenten om de dialoog tussen alle partijen te bevorderen en aldus vertrouwen te wekken en partnerschap te bevorderen. Vertrouwen en partnerschap zijn de hoeksteen van het systeem; Eurostat moet doorgaan om beide in de toekomst te versterken.