Toelichting bij COM(2009)542 - Uitvoering van Verordening 48/2004 betreffende de productie van jaarlijkse gemeenschappelijke statistieken over de staalindustrie voor de referentiejaren 2003-2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0542

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 48/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de productie van jaarlijkse communautaire statistieken over de staalindustrie voor de referentiejaren 2003-2009 /* COM/2009/0542 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 15.10.2009


COM(2009)542 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 48/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de productie van jaarlijkse communautaire statistieken over de staalindustrie voor de referentiejaren 2003-2009

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 48/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de productie van jaarlijkse communautaire statistieken over de staalindustrie voor de referentiejaren 2003-2009

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

3.

2. Voordelen van de geproduceerde staalstatistieken in verhouding tot de kosten 4


4.

2.1. Geproduceerde gegevensreeksen 4


5.

2.2. Voordelen 4


6.

2.2.1. Schrootbalans voor staal en gietijzer 5


7.

2.2.2. Verbruik van brandstoffen en energie en elektriciteitsbalans 5


8.

2.2.3. Statistieken over investeringen in de ijzer- en staalindustrie 5


9.

2.3. Kosten van de verzameling van staalstatistieken 6


10.

3. Kwaliteit van staalstatistieken 7


11.

3.1. Tijdigheid, punctualiteit en volledigheid van de voor de gebruikers beschikbare gegevensreeksen 7


12.

3.2. Vertrouwelijkheidsvoorschriften 9


13.

4. Synergie met andere communautaire statistische activiteiten 10


14.

4.1. Structurele bedrijfsstatistieken 11


15.

4.2. Statistieken over de industriële productie 11


16.

4.3. Statistiek van de buitenlandse handel 12


17.

4.4. Statistieken over energieverbruik 12


18.

4.5. Statistieken over luchtemissies 12


19.

5. De toekomst van de staalstatistieken 12


Inhoudsopgave

1.

Inleiding



Toen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) nog bestond, verzamelde de Commissie (Eurostat) de noodzakelijke statistieken over de staalindustrie op basis van de voorschriften in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS-Verdrag) rechtstreeks bij de staalondernemingen. Verordening (EG) nr. 1840/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 30 september 2002 tot verlenging van het EGKS-stelsel voor de staalstatistiek na afloop van het EGKS-Verdrag i is vastgesteld om dit stelsel na afloop van het EGKS-Verdrag op 23 juli 2002 te verlengen tot 31 december 2002.

Met het oog op de uitvoering van het communautaire staalindustriebeleid werd het noodzakelijk geacht om na 31 december 2002 door te gaan met het verzamelen van statistieken over de staalindustrie. Aangezien geen ander bestaand Europees statistisch stelsel in de behoefte aan deze statistieken kon voorzien, werd een nieuwe verordening op basis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vastgesteld, namelijk Verordening (EG) nr. 48/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de productie van jaarlijkse communautaire statistieken over de staalindustrie voor de referentiejaren 2003-2009 i. Verordening (EG) nr. 48/2004 voorziet in een overgangsfase van 2003 tot en met 2009 om vast te stellen of de staalstatistiek in andere statistische stelsels kan worden geïntegreerd.

Dit verslag betreft de uitvoering van Verordening (EG) nr. 48/2004. Op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 48/2004 moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad binnen vijf jaar na de inwerkingtreding ervan een verslag voorleggen over de uitvoering ervan. In dit verslag moeten met name de volgende aspecten aan de orde komen:

a) beoordelen van de voordelen voor de Gemeenschap, de lidstaten en de verstrekkers en gebruikers van de in de statistieken verstrekte statistische informatie in verhouding tot de kosten;

b) beoordelen van de kwaliteit van de statistieken;

c) nagaan van de synergie met andere communautaire activiteiten;

d) voorstellen van eventueel nodig geachte wijzigingen voor een betere uitvoering van Verordening (EG) nr. 48/2004.

20.

VOORDELEN VAN DE GEPRODUCEERDE STAALSTATISTIEKEN IN VERHOUDING TOT DE KOSTEN


Geproduceerde gegevensreeksen

Staalstatistieken betreffen gegevens over de vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen, in primaire vorm (groep 27.1 van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, NACE Rev. 1.1, vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap i).

Op basis van Verordening (EG) nr. 48/2004 wordt de volgende statistische informatie verzameld:

Jaarlijkse statistieken over de schrootbalans voor staal en gietijzer (hierna 'S10' genoemd);

Jaarlijkse statistieken over het verbruik van brandstoffen en energie naar installatietype (hierna 'S2A' genoemd);

Jaarlijkse statistieken over de elektriciteitsbalans voor de staalindustrie (hierna 'S2B' genoemd);

Investeringen in de ijzer- en staalindustrie; jaarlijkse statistieken over de uitgaven (hierna 'S3A' genoemd);

Investeringen in de ijzer- en staalindustrie; jaarlijkse statistieken over de capaciteit (hierna 'S3B' genoemd).

De hierboven bedoelde informatie wordt doorgaans door de respectieve statistische instanties van de lidstaten verzameld door middel van de respectieve statistische enquêtes, die soms worden georganiseerd in samenwerking met de nationale federaties van de betrokken bedrijfstak. In bepaalde gevallen verstrekken de nationale federaties van de betrokken bedrijfstak de gegevens rechtstreeks aan Eurostat.

Bij Eurostat worden de gegevens vóór publicatie gevalideerd. Verscheidene variabelen worden aan een aantal logische controles onderworpen, terwijl er ook controles op de coherentie van de gegevens in de tijd worden uitgevoerd.

21.

Voordelen


Staalstatistieken worden vooral verzameld als instrument voor beleidsvorming en om economische analyses door de belanghebbenden in de desbetreffende sector (zoals overheidsinstanties, ondernemingen en federaties) mogelijk te maken, almede als informatiebron voor burgers en ondernemingen i. Er zijn statistieken over het aantal downloads van Eurostat-gegevenstabellen beschikbaar; deze zijn te gebruiken om de interesse van de gebruikers voor de statistieken te meten. In 2008 is 1725 maal gegevens uit de tabellen met staalstatistieken gedownload. De gebruikers hebben vooral belangstelling voor de jaarlijkse statistieken over de capaciteit en de jaarlijkse statistieken over de schrootbalans voor staal en gietijzer.

Onderstaand overzicht van het gebruik van staalstatistieken is gebaseerd op de resultaten van een enquête onder de belangrijkste gebruikers van de informatie, zoals de diensten van de Commissie en de European Confederation of Iron and Steel Industries (EUROFER).

22.

Schrootbalans voor staal en gietijzer


De statistieken over schroot van staal en gietijzer zijn onder meer nodig om het gebruik van deze materialen voor de staalproductie te volgen met het oog op de ontwikkeling van de aanvoer en de prijzen van deze grondstoffen op de wereldmarkt.

Die informatie is vooral nuttig om de aanbevelingen op dit gebied, zoals opgenomen in de mededeling van de Commissie 'Het grondstoffeninitiatief: voorzien in onze kritieke behoeften aan groei en werkgelegenheid in Europa' i, te beoordelen en wordt meer in het bijzonder gebruikt om een kader te creëren dat een duurzame aanvoer van grondstoffen van Europese oorsprong en een efficiëntere benutting van de voor recycling gebruikte middelen mogelijk maakt.

Bovendien is de meer gedetailleerde informatie over het verbruik van staal- en gietijzerschroot in elektrische ovens onder meer nuttig om de ontwikkelingen in de verhouding tussen de verwerking van schroot in elektrische vlamboogovens en die in conventionele oxystaalfabrieken te volgen.

23.

Verbruik van brandstoffen en energie en elektriciteitsbalans


Statistieken over het verbruik van brandstoffen en energie en de elektriciteitsbalans in een energie-intensieve industrie zoals de staalindustrie verschaffen informatie over het verbruik en de productie van energie in die bedrijfstak. Bovendien verschaffen statistieken over energieverbruik ook informatie over de emissie van verontreinigende stoffen door de staalindustrie. Daarom zijn deze statistieken bruikbaar in de strijd tegen de opwarming van de aarde waarin de Commissie zich heeft geëngageerd.

Opgesplitst naar installatietype zijn de jaarlijkse statistieken over brandstof- en energieverbruik ook bruikbaar als kader voor benchmarking.

Met behulp van de informatie over de elektriciteitsbalans in de staalindustrie kan worden vastgesteld of een verbetering van de energie-efficiëntie noodzakelijk is.

24.

Statistieken over investeringen in de ijzer- en staalindustrie


De Commissie heeft behoefte aan gegevens over de uitgaven voor investeringen en de maximale productiecapaciteit in de ijzer- en staalindustrie. Vooral de statistieken over investeringen en capaciteit dragen bij tot een wereldwijd netwerk van informatie over de mondiale staalcapaciteit, dat onder auspiciën van de OESO is opgezet.

Ondernemingen in de staalindustrie hebben behoefte aan wereldwijde informatie over de investeringen en de capaciteit om mogelijke onder- of overcapaciteit voor bepaalde categorieën van staalproducten in de toekomst te onderkennen. Bovendien maken de statistische gegevens over de investeringen in de ijzer- en staalindustrie het mogelijk om de verschillende stadia van het productieproces te volgen.

25.

Kosten van de verzameling van staalstatistieken


Er is informatie verzameld over de kosten in verband met de verzameling, verwerking en opstelling van staalstatistieken. Elf landen hebben geantwoord op de specifieke enquête over de lasten i.v.m. Verordening (EG) nr. 48/2004. Voor drie andere landen was informatie over de lasten voor de ondernemingen en de nationale bureaus voor de statistiek beschikbaar uit een meer algemene enquête over de lasten in verband met de verzameling van bedrijfsstatistieken.

26.

Tabel 2. Resultaat van enquête over lasten voor ondernemingen en rapporterende instanties


Steekproefgrootte, aantal statistische eenheden i Totaal aantal statistische eenheden Totale door alle eenheden in de steekproef bestede tijd (lasten), uren per jaar Door rapporterende instantie bestede tijd, uren per jaar

27.

BE n.b.


CZ

DE 31. 9903 i

28.

FR


IT

LU n.b.

NL

AT

PL

RO n.b.

SK

SE

FI n.b.

UK n.b.

n.b. = niet beschikbaar

Een 'eenheid' kan zowel een onderneming als een eenheid van economische activiteit (EEA) zijn.

De Duitse gegevens over de door de rapporterende instantie bestede tijd omvatten ook de tijd voor de opstelling van staalindustriegegevens die niet onder Verordening (EG) nr. 48/2004 vallen en die alleen voor nationale doeleinden worden verzameld. Het is onmogelijk te bepalen hoeveel tijd aan de op EU-niveau vereiste gegevens is besteed.

Niet alle landen konden informatie verstrekken over de tijd die de eenheden aan het invullen van de vragenlijsten hebben besteed, aangezien deze informatie niet wordt verzameld. Negen landen gaven die informatie wel. Een berekening op basis van de beschikbare informatie leert dat een geënquêteerde eenheid gemiddeld ongeveer twee uur aan het invullen van de vragenlijst besteedt. De benodigde tijd verschilt echter aanzienlijk van land tot land, namelijk van 3,78 minuten in Duitsland i tot meer dan 15 uur in Polen. In de meeste landen waarover Eurostat gegevens heeft, werd de enquête uitgevoerd in de vorm van een telling, zodat alle eenheden in de bedrijfstak een vragenlijst ontvingen. Op basis van door de gegevensverstrekkers verschafte informatie, plus de uit de structurele bedrijfsstatistieken beschikbare informatie over het aantal ondernemingen van groep 27.1 van de NACE Rev.1.1. met meer dan 50 werknemers voor de landen die geen gegevens hebben verstrekt, is het mogelijk het totale aantal betrokken eenheden te berekenen. In totaal zijn ongeveer 1000 eenheden bij de enquête over de verzameling van staalstatistieken betrokken.

Rekening houdend met de gemiddelde tijd die nodig is om de vragenlijst in te vullen, kan een schatting worden gemaakt van de tijd die de ondernemingen in de communautaire staalindustrie in totaal aan het invullen van de enquêtes hebben besteed. Voor alle staalondernemingen samen gaat het om ongeveer 2000 uren; de geschatte kosten bedragen tussen 80 000 en 100 000 euro. Op basis daarvan is het effect van Verordening (EG) nr. 48/2004 op de algemene statistische lasten voor de ondernemingen dan ook als relatief laag te beschouwen. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat dit alleen ondernemingen met 50 of meer werknemers betreft. Vrijwel al deze ondernemingen moeten verscheidene andere statistische enquêtes invullen, zodat de totale statistische lasten voor deze individuele ondernemingen relatief hoog zijn.

De kostenenquête liet ook zien dat de kosten voor de rapporterende instanties (de nationale bureaus voor de statistiek en in sommige lidstaten de bedrijfstakorganisaties) in de meeste gevallen hoger waren dan die voor de ondernemingen van de bedrijfstak. Op EU-niveau worden de totale kosten voor de rapporterende instanties geschat op tussen 400 000 en 500 000 euro, hetgeen overeenkomt met ongeveer 10 000 arbeidsuren voor de verwerking en opstelling van staalstatistieken. De totale kosten voor de verstrekking van staalstatistieken voor de hele communautaire economie kunnen daarom worden geschat op tussen 480 000 en 600 000 euro.

29.

KWALITEIT VAN STAALSTATISTIEKEN


Tijdigheid, punctualiteit en volledigheid van de voor de gebruikers beschikbare gegevensreeksen

Op grond van artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 48/2004 moeten de lidstaten de gegevens en metagegevens uiterlijk zes maanden na het einde van het referentiejaar indienen. Artikel 3 van de verordening bepaalt dat indien de toegevoegde waarde tegen factorkosten van de ondernemingen in de staalindustrie van de lidstaat minder dan 1% van het totaal in de Gemeenschap bedraagt, de gegevens over de kenmerken niet hoeven te worden verzameld. Deze ontheffing van de indiening van gegevens is van toepassing op Bulgarije, Denemarken, Estland, Ierland, Griekenland, Cyprus, Litouwen, Letland, Hongarije, Malta, Portugal en Slovenië. Toch hebben enkele van deze landen tijdig de gegevens over de ijzer- en staalindustrie bij Eurostat ingediend.

Tabel 3. Vertraging (in dagen) bij de indiening van gegevens voor staalstatistieken, referentiejaar 2007 (ten opzichte van 30 juni 2008, d.w.z. de indieningstermijn volgens Verordening (EG) nr. 48/2004)

Situatie op 1/2/2009

Minder dan 1% van de toegevoegde waarde van de EU

Zoals blijkt uit tabel 3, hebben de meeste lidstaten die op grond van Verordening (EG) nr. 48/2004 staalstatistieken moesten indienen, dit binnen de in de Verordening vastgelegde termijn gedaan.

Wat de verspreiding van statistische gegevens door Eurostat betreft, zijn alle gegevens voor referentiejaar 2007 naar behoren gepubliceerd vóór 1 december 2008.

30.

Tabel 4. Staalstatistieken 2007, percentage beschikbare cellen van het totale aantal vereiste cellen naar land en serie (gegevens bekendgemaakt op 1.9.2008) (1)


S S2A S2B S3A S3B Totaal

EU

BE

BG

CZ

DE

ES

EE

FR

IT

LU

NL

AT

PL

RO

SK

FI

SE

UK

Landen die minder dan 1% van het totaal van de Gemeenschap voor de toegevoegde waarde voor groep 27.1 van de NACE Rev.1.1 vertegenwoordigen, zijn niet in deze tabel opgenomen, tenzij die landen gegevens verstrekten.

Tabel 4 laat zien dat van slechts twee landen die gegevens verstrekten, deze gegevens onvolledig waren. De beschikbaarheid van de gegevens op EU-niveau wordt verminderd doordat de Spaanse gegevens over 2007 voor verscheidene reeksen ontbreken. Aangezien de Spaanse staalindustrie een aanzienlijk deel van de communautaire staalindustrie uitmaakt, gaat dit ten koste van de kwaliteit van de EU-aggregaten, waarvoor de ontbrekende gegevens moeten worden geschat.

31.

Vertrouwelijkheidsvoorschriften


Op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek i worden gegevens die door de nationale instanties en de communautaire instantie worden gebruikt om communautaire statistieken te produceren, als vertrouwelijk beschouwd indien hierdoor statistische eenheden direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd en aldus individuele gegevens worden onthuld. Aangezien het aantal ondernemingen in de ijzer- en staalindustrie vrij gering is, kunnen veel van de bij Eurostat ingediende gegevens niet worden bekendgemaakt. Tabel 5 laat zien in welke mate de vertrouwelijkheidsvoorschriften de beschikbaarheid van gegevens verminderen i.

32.

Tabel 5. Vertrouwelijke cellen als percentage van de verstrekte gegevens


S S2A S2B S3A S3B Totaal

EU-aggregaat i

33.

Alle rapporterende landen samen


BE

BG

CZ

DE

ES i :

34.

EE


FR

IT

LV

LU

HU

NL

AT

PL

RO

SK

FI

SE

UK

Het percentage vertrouwelijke cellen van de EU-aggregaten betreft referentiejaar 2006.

Voor Spanje is het percentage vertrouwelijke cellen berekend op basis van de gegevens van 2006, behalve voor de S2B-reeks, waarvoor de gegevens van 2007 zijn gebruikt.

Finland en het Verenigd Koninkrijk zijn de enige landen waarvan alle verstrekte gegevens zijn bekendgemaakt. Estland heeft geen staalindustrie. Alle statistieken voor Estland hebben de waarde '0' gekregen. Het aantal vertrouwelijke cellen in de andere landen varieert tussen 19% en 100%. Over het geheel genomen kan 44% van de ingediende nationale gegevens om vertrouwelijkheidsredenen niet worden bekendgemaakt. Door de vele vertrouwelijke cellen op nationaal niveau zijn de gegevens veel minder bruikbaar voor analysedoeleinden.

De meeste EU-aggregaten die op basis van de landengegevens voor de staalstatistieken zijn berekend, zijn niet vertrouwelijk. Alleen in de reeks over het brandstof- en energieverbruik naar installatietype mogen de EU-aggregaten voor sommige op basis van de nationale gegevens berekende statistieken om vertrouwelijkheidsredenen niet worden gepubliceerd.

35.

SYNERGIE MET ANDERE COMMUNAUTAIRE STATISTISCHE ACTIVITEITEN


In dit hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre andere door Eurostat verzamelde en verspreide statistische gegevensreeksen over de ijzer- en staalindustrie kunnen worden gebruikt om de statistische informatie te vervangen die op het ogenblik op grond van Verordening (EG) nr. 48/2004 wordt verzameld en verspreid.

36.

Structurele bedrijfsstatistieken


De structurele bedrijfsstatistieken die op het ogenblik over groep 27.1 van de NACE Rev. 1.1. (vervaardiging van ijzer en staal en van ferrolegeringen, in primaire vorm) worden verzameld op basis van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken i kunnen samen met de staalstatistieken worden gebruikt, maar met bepaalde beperkingen wat de vergelijkbaarheid van de gegevens betreft i. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 48/2004 bepaalt dat de verstrekte gegevens betrekking moeten hebben op de kenmerken van de eenheden van economische activiteit, zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap i en op ondernemingen met ten minste vijftig werknemers.

Alle door Eurostat gepubliceerde gegevens uit de bedrijfsstatistiek hebben betrekking op de onderneming als statistische eenheid. Bovendien worden grootteklassen van ondernemingen gedefinieerd op basis van het aantal personen dat volgens de structurele bedrijfsstatistieken in dienst is en niet op basis van het aantal werknemers. Daarom zijn de gegevens uit de bedrijfsstatistiek en de staalstatistieken moeilijk met elkaar te vergelijken. De enige overlappende informatie bestaat uit investeringsgegevens, maar aangezien de indeling van deze variabele naar grootteklasse van aantallen werknemers facultatief is, is moeilijk te controleren of de dekking van de gegevens dezelfde is. De verordening inzake structurele bedrijfsstatistieken vereist echter niet het type gedetailleerde onderverdeling naar materiële goederen dat de staalstatistiek wel levert.

In dit kader is informatie over investeringen in milieuvriendelijker technologieën verzameld, inclusief investeringen in apparatuur en installaties ter voorkoming van verontreiniging en speciale toebehoren ter bestrijding van verontreiniging (hoofdzakelijk 'end-of-pipe'-apparatuur) en investeringen in apparatuur en installaties voor schonere technologieën ("geïntegreerde technologie"). Tot slot omvatten gegevens uit de bedrijfsstatistiek geen gegevens die in hoeveelheid worden uitgedrukt.

37.

Statistieken over de industriële productie


Op grond van Verordening (EEG) nr. 3924/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de totstandbrenging van een communautaire enquête naar de industriële productie i wordt informatie verzameld over de hoeveelheid van de verschillende staalproducten die tijdens de referentieperiode zijn geproduceerd. Deze informatie is vooral nuttig voor de staalindustrie. Gezien het vrij geringe aantal ondernemingen in deze bedrijfstak zijn veel gegevens op nationaal niveau vertrouwelijk. Dit maakt deze statistieken minder bruikbaar voor economische analyse.

38.

Statistiek van de buitenlandse handel


Informatie over de omvang en de waarde van de in- en uitvoer van staal- en gietijzerschroot is te vinden in de statistiek van de buitenlandse handel, die wordt opgesteld op basis van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad van 7 november 1991 betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten i en Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad van 22 mei 1995 betreffende de statistieken van het goederenverkeer van de Gemeenschap en haar lidstaten met derde landen i. Deze informatie overlapt gedeeltelijk de informatie die in het kader van de jaarlijkse statistieken over de schrootbalans voor staal en gietijzer wordt verzameld, maar de informatie over aankopen op de binnenlandse markt, voorraadbewegingen en verbruik, die in de gegevensreeksen van Verordening (EG) nr. 48/2004 beschikbaar zijn, is niet beschikbaar in de statistiek van de buitenlandse handel. Omdat de beginselen van passieve vertrouwelijkheid worden toegepast – die inhouden dat gegevens altijd worden bekendgemaakt, zelfs als zij slechts één onderneming betreffen, tenzij de onderneming expliciet verzoekt haar gegevens niet bekend te maken – zijn er geen vertrouwelijke gegevens voor deze producten.

39.

Statistieken over energieverbruik


De energiestatistieken verschaffen informatie over het verbruik van verschillende energieproducten voor de ijzer- en staalindustrie. Deze gegevens zijn echter niet opgesplitst naar installatietype zoals door Verordening (EG) nr. 48/2004 wordt voorgeschreven. De informatie uit de energieverbruikstatistieken is daarom in dit stadium te sterk geaggregeerd om de gedetailleerde informatie te vervangen die aan de op basis van Verordening (EG) nr. 48/2004 beschikbare gegevens kan worden ontleend.

40.

Statistieken over luchtemissies


De statistieken van het Europees milieuagentschap over luchtemissies verschaffen informatie over de emissie van broeikasgassen door de ijzer- en staalindustrie. Deze informatie is bruikbaar om de milieueffecten van de ijzer- en staalindustrie te meten.

41.

DE TOEKOMST VAN DE STAALSTATISTIEKEN


Aangezien Verordening (EG) nr. 48/2004 slechts de verzameling van gegevens voor de referentiejaren 2003-2009 betreft, leidt het verstrijken van de overgangsperiode er waarschijnlijk toe dat de onder die verordening vallende staalstatistieken niet meer worden verzameld wanneer de overgangsperiode is verstreken.

In de mededeling van de Commissie getiteld 'Betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen in de Europese Unie' van 16 maart 2005 i wordt vereenvoudiging aangeduid als een prioritaire actie voor de EU. In de mededeling van de Commissie betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken i wordt dit engagement specifiek op statistieken toegepast. Een betere prioriteitenstelling wordt als een essentieel aspect van het vereenvoudigingsproces aangeduid. Bij het kiezen van prioriteitsgebieden voor vereenvoudiging is de bepaling van de relevantie en het nut van statistieken voor EU-beleid cruciaal, net als een beoordeling van de kosten van de productie van communautaire statistieken voor de lidstaten, de respondenten en de Europese Commissie. Hoewel de ondersteuning van de productie van (nationale en) communautaire statistieken slechts een gering deel van de totale administratieve belasting van ondernemingen vormt, wordt de last als veel zwaarder ervaren. De Commissie moet daarom nader onderzoeken hoe op communautair niveau aan de verlichting van de responslast kan worden bijgedragen. De Commissie moet dan ook voortdurend prioriteiten stellen tussen nieuwe statistische activiteiten (globalisering, klimaatverandering) en de bestaande vereisten voor statistieken om het statistisch programma geleidelijk evenwichtiger te maken.

De beslissing over een mogelijke verzameling van alle of een deel van de in Verordening nr. 48/2004 genoemde statistieken na de overgangsperiode moet daarom worden genomen op basis van prioritering, de lasten voor de ondernemingen in de bedrijfstak en het streven van de Commissie om deze lasten te verminderen. Gezien het geringe aantal ondernemingen in de betrokken sector zijn de totale kosten voor de Europese Unie voor het organiseren van de verzameling en opstelling van gegevens beperkt. Het betreft echter vooral grote ondernemingen die aan veel andere enquêtes zijn onderworpen, en de vragenlijst voor de staalstatistieken maakt voor hen de statistische last zwaarder. Bovendien zijn de gegevens uit de jaarrekeningen van ondernemingen niet direct beschikbaar.

Afgezien van de landbouw is de staalindustrie de enige economische activiteit waarvoor gedetailleerde gegevens worden verzameld over het gebruik van grondstoffen, energieverbruik naar installatietype, investeringen en capaciteiten. Er is geen rechtvaardiging om voor één specifieke sector op regelmatige basis zulke gedetailleerde statistieken te verzamelen. Om de last voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden, kan daarom de regelmatige productie van officiële statistieken worden vervangen door speciale ad-hocstudies om in de behoefte aan gegevens te voorzien.

Gezien de behoefte aan een duidelijke prioriteitenstelling op statistiekgebied, de kosten van de verzameling van gegevens, het nut van staalstatistieken en de beschikbaarheid van gegevens over sectoren van vergelijkbaar belang in de Europese Unie, is het niet de bedoeling een verordening voor de voortzetting van de verzameling van staalstatistieken voor te stellen. Daarom zullen voor de referentiejaren na 2009 geen staalstatistieken in de zin van Verordening (EG) nr. 48/2004 meer beschikbaar zijn.