Toelichting bij COM(2010)287 - Van de Commissiea aan de Raaden het Europees Parlement - Oprichting van een eu-delegatie bij de vn in geneve

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0287


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 26.5.2010

COM(2010) 287 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

OPRICHTING VAN EEN EU-DELEGATIE BIJ DE VN IN GENEVE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

OPRICHTING VAN EEN EU-DELEGATIE BIJ DE VN IN GENEVE

1.

Inleiding



Op 1 december 2009, de datum van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, zijn de delegaties van de Commissie EU-delegaties geworden. Zij zullen deel uitmaken van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO), die onder het gezag staat van de Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie (hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter), Catherine Ashton.

In oktober 2009 heeft de Europese Raad een verslag van het voorzitterschap over de EDEO goedgekeurd (document 14930/09), waarin onder meer wordt gewezen op de noodzaak van snelle opwaardering van EU-delegaties wanneer de behoefte aan coördinatie en efficiëntie van het externe optreden om politieke of operationele redenen van zeer groot belang is. Dit geldt meer in het bijzonder voor de vijf EU-delegaties bij internationale organisaties, waaronder de delegatie in Genève.

De kwestie van de EU-delegaties komt ook aan de orde in het ontwerpbesluit van de hoge vertegenwoordiger van 25 maart 2010 tot vaststelling van de inrichting en werking van de Europese dienst voor extern optreden (document 8029/10). Op 26 april bereikte de Raad (Algemene zaken) een politieke oriëntatie over de essentiële elementen van het toekomstige besluit. De onderhandelingen zullen worden voortgezet, onder meer in het kader van de voorstellen van de Commissie betreffende het Statuut en het Financieel Reglement.

In dit verband zij opgemerkt dat de Commissie met het oog op de oprichting van de EDEO, waarvan de personeelsformatie zal bestaan uit personeel van de Commissie, het secretariaat-generaal van de Raad en de diplomatieke diensten van de lidstaten, de selectieprocedure 2010 voor delegatiehoofden heeft opengesteld voor kandidaten van de drie personeelscategorieën.

Het is de bedoeling dat het verbindingsbureau van het secretariaat-generaal van de Raad in Genève met de EU-delegatie wordt samengevoegd zodra de Raad een besluit betreffende de EDEO heeft genomen.

Tegen die achtergrond behandelt deze mededeling de splitsing van de EU-delegatie in Genève teneinde de EU in staat te stellen de nieuwe taken in verband met de VN op zich te nemen. De eigenlijke splitsing zal plaatsvinden binnen de bestaande middelen en onder de huidige voorwaarden, zonder vooruit te lopen op een eventuele latere versterking na de oprichting van de EDEO, teneinde de delegatie bij de VN in staat te stellen haar grotere takenpakket uit te voeren.

2. REDENEN OM EEN TWEEDE EU-DELEGATIE IN GENEVE OP TE RICHTEN

1. Een breed takenpakket

Het huidige mandaat van de delegatie omvat aan de ene kant de diplomatieke werkzaamheden in verband met de Wereldhandelsorganisatie en aan de andere de taken met betrekking tot de achttien VN-organisaties en bijbehorende organen en andere gespecialiseerde organisaties i die in Genève zijn gevestigd. De delegatie omvat twee beleidsafdelingen: een voor de WTO en daarmee verband houdende economische en handelsaangelegenheden en de tweede voor VN-aangelegenheden, alsmede een gemeenschappelijke administratieve dienst.

Met betrekking tot de WTO-onderhandelingen is de delegatie belast met een breed takenpakket, gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie voor buitenlandse handel, haar lidmaatschap van de WTO, de rol van de Commissie als enige onderhandelaar voor de EU en last but not least het belang van de EU als grootste handelsblok in de wereld. Daarom blijft het voor de EU een topprioriteit dat zij op het vereiste hoge niveau wordt vertegenwoordigd.

De EU speelt eveneens een belangrijke rol in het kader van de VN en in verband met het beleid en de programma's van de VN, en de bijdrage van de delegatie tot de werkzaamheden van vele VN-organen is gestadig gegroeid. Het hoofddoel van de delegatie in dit verband is de samenwerking tussen de EU en de VN helpen versterken, ervoor zorgen dat het beleid en de bevoegdheden van de EU de nodige aandacht krijgen binnen de VN en de coherentie op internationaal niveau verbeteren. De delegatie moet steeds vaker deelnemen aan alle VN-activiteiten in Genève en zorgen voor uitgebreide en snelle rapportage en bijstand aan de Commissiediensten, meer in het bijzonder op het gebied van mensenrechten, humanitaire hulp, asiel en migratie, gezondheid, arbeid en intellectuele eigendom en ontwapening. Zij brengt daarbij verslag uit over het groeiende aantal gewone en speciale zittingen.

De samenwerking met de EU-lidstaten in Genève is een cruciaal aspect van de taken van de delegatie, die daarvoor heel wat werk verzet. Daarnaast moet de delegatie de rol en het beleid van de EU zichtbaarder en begrijpelijker maken via haar contacten, voorlichtingsactiviteiten en netwerken met andere diplomatieke vertegenwoordigingen en in Genève gevestigde internationale organisaties, organen en agentschappen.

Bovendien ontvangt de delegatie talrijke missies uit Brussel, waaronder vele commissarissen. Het hoofd/adjunct-hoofd van de delegatie moet daarom waar nodig zorgen voor organisatie, ondersteuning en begeleiding en hulp bieden bij de rapportage over bezoeken van missies van de Commissie of indien daarom wordt gevraagd, van andere EU-instellingen.

Sinds lang is een van de belangrijkste taken van het hoofd en het adjunct-hoofd van de delegatie het juiste evenwicht te vinden tussen de activiteiten voor de WTO en de VN, aangezien de WTO-taken voor beiden bijna een full time baan vertegenwoordigen en ook de werkzaamheden voor de VN steeds meer toenemen. Al in 1994 heeft de inspectiedienst van de Commissie aanbevolen twee afzonderlijke posten van adjunct-delegatiehoofd te creëren, een voor de WTO en een voor de VN. Ook bij de jongste inspectie in 2008 werd gewezen op de groeiende hoeveelheid werk voor de VN en de daaruit voortvloeiende noodzaak van een afzonderlijke ambassadeur bij de VN. Zo bijvoorbeeld zijn er thans evenveel coördinatievergaderingen over VN-aangelegenheden als over WTO-aangelegenheden. De inspectiemissie nam ook nota van de ontevredenheid van de EU-lidstaten over de geringe status en beperkte aanwezigheid van de EU binnen de VN.

2. Nieuwe uitdagingen

Nu het Verdrag van Lissabon in werking is getreden, zal de delegatie in Genève de plaatselijke taken van het voorzitterschap op het gebied van lokale coördinatie en vertegenwoordiging van de Unie moeten overnemen. Dit is nog niet het geval doordat de delegatie daartoe over onvoldoende personeel beschikt. Intussen hebben de delegatie, de Spaanse ambassade en de ambassades van andere lidstaten pragmatische werkregelingen getroffen. Ook de andere EU-delegaties bij internationale organisaties hebben dit gedaan.

In de toekomst zal de coördinatie van het EU-standpunt in verschillende VN-fora een veel zwaardere werklast voor het delegatiehoofd inhouden. Een van de belangrijkste aspecten daarbij is de noodzaak dat het delegatiehoofd fysiek aanwezig moet zijn op de verschillende EU-coördinatievergaderingen op het niveau van de delegatiehoofden. Tegelijk zal de 'VN-component' van de delegatie zich moeten voorbereiden op zijn nieuwe rol als vervanger van het roulerend voorzitterschap, wat inhoudt de EU bij de VN vertegenwoordigen, zorgen voor interne coördinatie en van analyse en rapportage overschakelen op een meer proactieve rol en politiek optreden. Deze ontwikkeling houdt meer verband met de werkzaamheden binnen de VN en de andere agentschappen dan binnen de WTO, waar de delegatie een sinds lang gevestigde en zelfs meer substantiële rol vervult, zoals hierboven beschreven.

Het WTO-proces functioneert hoofdzakelijk op ambassadeursniveau, waarbij de besprekingen soms uitsluitend plaatsvinden tussen een beperkt aantal missiehoofden in Genève, met inbegrip van het delegatiehoofd van de EU, maar zonder de lidstaten. Op andere, minder beperkte WTO-bijeenkomsten voert het hoofd of het adjunct-hoofd van de EU-delegatie het woord namens de EU. Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie is het belangrijk dat de EU-ambassadeur bij de WTO op het hoogste niveau wordt aangewezen en gelijkwaardig is aan zijn/haar ambtgenoten, aangezien hij/zij goede en doeltreffende contacten moet onderhouden met bij de WTO geaccrediteerde derde landen en met de directeur-generaal van de WTO en moet zorgen voor dagelijkse doeltreffende coördinatie met de EU-lidstaten.

De EU-ambassadeur bij de WTO moet ook blijven zorgen voor de deelname van de delegatie, op basis van een mandaat, aan alle WTO-besprekingen en -vergaderingen en moet de EU vertegenwoordigen op officiële plechtigheden en diplomatieke bijeenkomsten in Genève in verband met die functie. Dit omvat zijn/haar aanwezigheid op bijeenkomsten van hoge ambtenaren, actieve deelneming aan geschillenbeslechting en zelfs het optreden als onderhandelaar in de talrijke gevallen wanneer geen vertegenwoordiging van Brussel op het passende niveau mogelijk is.

Als gevolg van de substantiële werklast in de WTO en de VN hebben ook andere mondiale spelers zoals de VS, China, Canada, India, Australië en Brazilië vaak twee ambassadeurs en meestal twee missies, een voor de WTO en een voor de VN.

Het is dus duidelijk dat het volledige nieuwe takenpakket dat uit de uitbreiding van de VN-werkzaamheden en het Verdrag van Lissabon voortvloeit, voor één delegatiehoofd te omvangrijk is en zal blijven. Gezien het zeer uiteenlopende karakter van de werkzaamheden, enerzijds in verband met de WTO en anderzijds met de VN, moet de EU-delegatie in Genève dus worden opgesplitst in twee afzonderlijke delegaties met twee ambassadeurs, die zich respectievelijk met de VN en de WTO bezighouden. De splitsing in twee delegaties zal moeten plaatsvinden binnen de bestaande middelen en capaciteiten. De twee delegaties moeten gebruikmaken van hetzelfde kantoor en dezelfde administratieve dienst teneinde een optimaal synergetisch effect te bereiken. De definitieve interne organisatie van deze twee missies moet worden vastgelegd zodra het verbindingsbureau van het secretariaat van de Raad met de EU-delegatie is samengevoegd.

3. PERSONELE EN FINANCIËLE MIDDELEN

Het voorstel mag niet leiden tot een wijziging van het aantal posten. De post van het tweede delegatiehoofd zal worden gecreëerd met gebruikmaking van de bestaande post van adjunct-delegatiehoofd, die in de begroting 2010 zal worden geschrapt. De functie-eisen voor deze post zullen worden verhoogd en de post zal opnieuw worden gepubliceerd op een hoger niveau.

Wanneer er voldoende begrotingsmiddelen beschikbaar komen, zal in beide delegaties een post van adjunct-delegatiehoofd worden gecreëerd. Dit zou kunnen gebeuren in het kader van de oprichting van de EDEO en de samenvoeging van de EU-delegatie met het verbindingsbureau van de Raad. In afwachting zal de personeelsbezetting van de EU-delegatie ongewijzigd blijven.

Hierdoor en doordat de bestaande administratieve dienst voor beide delegaties zal werken, blijven eventuele extra kosten in verband met de aanwijzing van een tweede delegatiehoofd, die binnen de bestaande middelen moet worden gefinancierd, tot een minimum beperkt.

NL

VEREENVOUDIGD FINANCIEEL MEMORANDUM

1 Benaming van het ontwerpbesluit

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: OPRICHTING VAN EEN EU-DELEGATIE BIJ DE VN IN GENÈVE

2 Betrokken beleidsterrein(en) en ABB-activiteit(en)

Beleidsterreinen: Buitenlandse betrekkingen, Handel, Ontwikkeling, Uitbreiding

Activiteit: Buitenlandse dienst – Administratieve uitgaven delegaties

3

Rechtsgrondslag



Administratieve autonomie ( Andere ( specificeren) :_________________

4 Beschrijving en motivering

Voorgesteld wordt de bestaande delegatie op te splitsen in twee aparte entiteiten, de ene voor WTO-aangelegenheden en de andere voor VN-aangelegenheden. Dit is noodzakelijk door de stijging van de werkdruk bij de delegatie na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, vanwege de noodzaak om de Europese Unie zowel bij de WTO als bij de VN op passend niveau te vertegenwoordigen. Deze taak kan niet langer worden uitgevoerd door slechts één delegatiehoofd.

De huidige post van adjunct-delegatiehoofd wordt daarom opgewaardeerd van AD13 naar AD14/15.

Verder zullen er geen aanvullende middelen noodzakelijk zijn omdat beide delegaties op dezelfde locatie gevestigd zullen zijn en gebruik zullen maken van dezelfde administratieve diensten. De secretaresse van het nieuwe delegatiehoofd zal beschikbaar worden gesteld door interne overplaatsing.

5 Duur en geraamde financiële gevolgen

5.1 Duur:

Besluit met beperkte looptijd

Besluit van kracht van [YYYY] tot [YYYY]

Financiële gevolgen van [YYYY] tot [YYYY]

Besluit van onbeperkte duur vanaf 2010

5.2 Geraamde gevolgen voor de begroting

Het voorstel voor een besluit leidt tot:

besparingen

extra kosten (zo ja, vermeld de titel(s) van het meerjarig financieel kader)

De extra kosten zijn verwaarloosbaar en zullen worden gefinancierd uit de bestaande middelen voor de buitenlandse dienst van titel 5.

5.3 Bijdragen van derde partijen aan de financiering van het ontwerpbesluit GEEN

5.4 Verklaring van de cijfers

De extra kosten op basis van de begroting voor 2010 omvatten:

Verschil in salariskosten tussen AD13 en AD15 – naar schatting 5000 euro per maand.

De extra kosten van een ambtswoning vergeleken met een standaardwoning: 29 200 euro per jaar.

Bijkomende representatiekosten: 20 000 euro per jaar.

De aankoop van een dienstauto: 30 000 euro in 2010 en gebruikskosten 2400 euro per jaar.

Deze kosten zijn berekend voor zes maanden voor 2010 en twaalf maanden voor 2011 en daarna. De dienstauto wordt in jaar 4 vervangen.

De aankoop van meubilair voor de ambtswoning in 2010: 43 000 euro.

6 Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

Het voorstel vergt gebruikt van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader i.

7 Gevolgen van de besparingen of de extra kosten voor de toewijzing van middelen

Middelen waarin zal worden voorzien door interne overplaatsing binnen diensten

Middelen reeds toegewezen aan betrokken dienst(en)

Middelen waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

De benodigde administratieve en personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die aan het beherende DG in het kader van de jaarlijkse procedure worden toegewezen met inachtneming van de budgettaire beperkingen.

BIJLAGE:

GESCHATTE FINANCIËLE GEVOLGEN (besparingen of extra kosten) VOOR TOEWIJZINGEN VAN ADMINISTRATIEVE AARD OF VOOR PERSONELE MIDDELEN

VTE = voltijdsequivalent XX is het betrokken beleidsterrein of de betrokken titel in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel)

n n+ n+ n+ n+ n+ n+6 e.v.

Titel

Brussel/Luxemburg

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen en representatie

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen

XX 01 02 11 03 – Comités

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen

XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen

XX 01 02 11 06 – Bijscholing

XX 01 03 01 03 – Uitrusting en meubilair

XX 01 03 01 04 – Diensten en andere exploitatiekosten

Overige begrotingsonderdelen (specificeren)

Delegatie

s

XX 01 02 12 01 – Dienstreizen, conferenties en representatie 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,

XX 01 02 12 02 – Bijscholing van ambtenaren

XX 01 03 02 01 – Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,

XX 01 03 02 02 – Uitrusting, meubilair, leveringen en diensten 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,

Subtotaal – titel 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,

Buiten titel

XX 01 04 yy – Uitgaven voor technische en administratieve bijstand (exclusief extern personeel) uit beleidskredieten (vroegere BA-onderdelen)

- Brussel/Luxemburg

Delegatie

s

XX 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek – onderzoek onder contract

10 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek – eigen onderzoek

Overige begrotingsonderdelen (specificeren)

Subtotaal – buiten titel

EINDTOTAAL 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,