Toelichting bij COM(2000)563 - Standpunt van de EG betreffende een besluit van de gemengde commissie inzake wijziging van de sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie, computerappatuur en radiozenders, elektromagnetische compatibiliteit, beveiliging van elektrisch materieel, pleziervaartuigen en medische hulpmiddelen bij de Overeenkomst inzake onderlinge erkenning tussen de EG en Canada - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)563 - Standpunt van de EG betreffende een besluit van de gemengde commissie inzake wijziging van de sectorbijlage betreffende ... |
---|---|
bron | COM(2000)563 |
datum | 22-09-2000 |
1. De Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap (EG) en Canada werd door de Raad goedgekeurd bij besluit van 20 juli 1998 i en is in werking getreden op 1 november 1998.
2. Op grond van artikel XV, lid 2, van de Overeenkomst hebben de partijen de algemene verplichting nieuwe of aanvullende overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die gevolgen hebben voor een sector waarop een sectorbijlage van toepassing is, in het toepassingsgebied van de Overeenkomst op te nemen. De Gemeenschap heeft op 9 maart haar goedkeuring gehecht aan de nieuwe Richtlijn 99/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, die sedert 8 april 2000 Richtlijn 98/13/EG vervangt. De sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie (ET-sectorbijlage) dient derhalve te worden gewijzigd, ten einde deze bijlage aan de nieuwe regelgeving in de Gemeenschap aan te passen.
3. De sectorbijlagen van de Overeenkomst voorzien eveneens in een overgangsperiode van 18 maanden voor activiteiten gericht op het tot stand brengen van wederzijds vertrouwen. Deze overgangsperiode dient van 1 april 2000 tot en met 31/01/2001 (een aanvullende periode van negen maanden) te worden verlengd, zodat de op het tot stand brengen van wederzijds vertrouwen gerichte maatregelen grondig en volledig ten uitvoer kunnen worden gelegd.
II. Wijzigingen van de sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie, computerapparatuur en radiozenders (ET)
4. Richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur i, waarbij Richtlijn 98/13/EG i op 8 april 2000 werd ingetrokken, werd vastgesteld op 9 maart 2000. De bestaande ET-sectorbijlage bevat een verwijzing naar Richtlijn 98/13/EG en dient derhalve te worden geüpdatet ten einde deze bijlage aan de nieuwe regelgeving in de Gemeenschap aan te passen. De wijzigingen dienen meer in het bijzonder betrekking te hebben op:
- het ten opzichte van Richtlijn 98/13/EG gewijzigde toepassingsgebied van Richtlijn 99/5/EG;
- de gewijzigde overeenstemmingsbeoordelingsprocedures; en
- het gewijzigde verband met Richtlijn 73/23/EEG betreffende laagspanningsapparatuur en Richtlijn 89/336/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit.
5. Het toepassingsgebied van de bestaande ET-sectorbijlage komt met dat van Richtlijn 99/5/EG overeen. Overleg met de Canadese autoriteiten heeft geleid tot overeenstemming over de wijzigingen welke in de ET-sectorbijlage dienen te worden aangebracht.
6. Met betrekking tot sommige bijlagen van de Overeenkomst zijn de activiteiten gericht op het tot stand brengen van wederzijds vertrouwen, waarvoor in een overgangsperiode werd voorzien, nog niet voltooid, zodat bedoelde overgangsperiode met negen maanden, te weten van 1 april 2000 tot en met 31/01/2001, dient te worden verlengd.
III. Besluitvormingsprocedures
In artikel XIX, lid 2, tweede zin, van de Overeenkomst wordt bepaald dat de sectorbijlagen door de partijen door tussenkomst van de gemengde commissie kunnen worden gewijzigd. Bovendien wordt in artikel XI, lid 3, sub a), en artikel IV, lid 3, bepaald dat de gemengde commissie verantwoordelijk is voor het wijzigen van de sectorbijlagen. Er is dus een besluit van de gemengde commissie overeenkomstig artikel XI, lid 3, sub a), van de Overeenkomst nodig.
Met betrekking tot een besluit van de gemengde commissie wordt het standpunt van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Besluit 98/566/EG van de Raad, vastgesteld door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie.