Toelichting bij COM(2011)26 - Wijziging van Verordening 765/2006 over maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Besluit 2010/639/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 voorziet in beperkende maatregelen tegen onder andere personen die verantwoordelijk zijn voor de schendingen van de internationale verkiezingsnormen bij de presidentsverkiezingen in Belarus op 19 maart 2006, en voor het daarmee verband houdende hardhandige optreden tegen het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie.

Nu zich bij de presidentsverkiezingen van 19 december 2010 vergelijkbare problemen hebben voorgedaan, stellen de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie voor om de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de personen die verantwoordelijk zijn voor de schendingen van de internationale verkiezingsnormen en voor het daarmee verband houdende hardhandige optreden tegen het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, en van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die banden met hen onderhouden. Hiertoe moet een verordening worden vastgesteld op basis van artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Daarom wordt voorgesteld Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus te wijzigen.

In artikel 291, lid 2, van het VWEU is bepaald dat indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie (zoals verordeningen gebaseerd op artikel 215 VWEU) volgens eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd, de Commissie, of in naar behoren gemotiveerde specifieke gevallen, de Raad, bij die handelingen uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.

Volgens het GBVB-besluit deelt de Raad aan op de lijst geplaatste personen, entiteiten of lichamen mee waarom zij op de lijst zijn geplaatst, biedt hij de mogelijkheid om opmerkingen te maken, en voorziet hij in een herzieningsprocedure die gevolgd dient te worden indien een in de bijlage bij dat besluit opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam opmerkingen indient of wanneer nieuw bewijsmateriaal aan het licht komt, zulks met het oog op de eerbiediging van met name de rechten van de verdediging en het recht op rechterlijke controle. Deze rechten moeten ook door de verordening worden gerespecteerd.

Het Hof van Justitie heeft de bevoegdheid tot herziening van de besluiten om een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam aan te wijzen, zowel uit hoofde van het GBVB-besluit als uit hoofde van de verordening, overeenkomstig respectievelijk artikel 275 en 263 VWEU.