Toelichting bij SEC(2005)1083 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting voor 2005 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN 9

1.

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven voor afdeling III – Commissie - worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Bij wijze van voorbeeld wordt de Engelse versie als budgettaire bijlage bijgevoegd.

2.

TOELICHTING


Op 8 januari 2005 werden grote delen van Noord-Europa getroffen door een felle storm die in een aantal landen zware schade aanrichtte. Binnen de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2012/2002 i van de Raad gestelde termijn van tien weken dienden Zweden, Estland, Letland en Litouwen een aanvraag in voor financiële bijstand uit het EU-Solidariteitsfonds in verband met de storm.

De diensten van de Commissie hebben de aanvragen grondig onderzocht in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2012/2002, en met name met de artikelen 2, 3 en 4 daarvan.

De evaluaties kunnen als volgt beknopt worden samengevat:

3.

Zweden


1. De aanvraag werd ingediend op 10 maart 2005, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 8 januari 2005. De Zweedse autoriteiten verstrekten aanvullende inlichtingen op verzoek van de diensten van de Commissie, die de betrokken informatie op 26 mei 2005 ontvingen.

2. Er is sprake van een natuurramp. De totale directe schade is door Zweden geraamd op 2,297 miljard EUR. Aangezien dit bedrag boven de drempel van 0,6% van het BNI van Zweden (1,603 miljard EUR) uitkomt, kan de gebeurtenis worden aangemerkt als grote ramp die onder het toepassingsgebied van Verordening 2012/2002 valt.

3. De storm veroorzaakte aanzienlijke schade aan bossen en infrastructuur, vooral in het zuiden van Zweden. Volgens een raming is daarbij 75 miljoen kubieke meter hout vernield (wat evenveel is als Zweden in een heel jaar aan timmerhout velt). 450 000 gezinnen zaten zonder stroom en 250 000 telefoonabonnees waren van de buitenwereld afgesneden. In geheel Zuid-Zweden konden de treinen niet rijden en waren de wegen geblokkeerd door massale hoeveelheden omgevallen bomen en door afgerukte elektriciteitsdraden. Er vielen negen directe slachtoffers onder de bevolking. Volgens de Zweedse autoriteiten heeft geen enkele andere door natuurkrachten veroorzaakte ramp in de recente geschiedenis van Zweden meer schade aangericht.

4. De kosten van noodacties om in de eerste behoeften te voorzien, zijn door Zweden – uitgesplitst naar soort actie - geraamd op in totaal 85,858 miljoen EUR. In dit bedrag zijn de verzekerbare operaties van 1,177 miljoen EUR inbegrepen. Aangezien betalingen uit het Solidariteitsfonds in beginsel beperkt zijn tot de financiering van maatregelen om niet-verzekerbare schade te herstellen, bedraagt het totale bedrag van de operaties die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening 2012/2002 voor financiering in aanmerking komen 84, 682 miljoen EUR.

5. De Zweedse autoriteiten hebben meegedeeld dat er geen wijzigingen van de programma's voor Doelstelling 2 in de getroffen gebieden worden overwogen als gevolg van de storm. Alle kredieten voor het Zweedse programma van plattelandsontwikkeling zijn in principe vastgelegd binnen het huidige begrotingskader. De regionale autoriteiten beschikken over enige flexibiliteit inzake maatregelen om duurzame ontwikkeling in plattelandsgebieden te bevorderen (zo kunnen zij b.v. nieuwe prioriteiten voor opleidingsacties stellen).

6. De Zweedse autoriteiten hebben bevestigd dat het in punt 4 vermelde bedrag van 84,682 miljoen EUR exclusief door de verzekering gedekte kosten is.

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvraag van Zweden tot erkenning van de gebeurtenissen als “grote ramp” goed te keuren en middelen uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

4.

Estland


7. De aanvraag werd ingediend op 14 maart 2005, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 8 januari 2005. De autoriteiten van Estland verstrekten aanvullende inlichtingen op verzoek van de diensten van de Commissie, die de betrokken informatie op 6 juni 2005 ontvingen.

8. Er is sprake van een natuurramp. De totale directe schade is door Estland geraamd op 47,868 miljoen EUR. Aangezien dit bedrag boven de drempel van 0,6% van het BNI van Estland (45,209 miljoen EUR) uitkomt, kan de gebeurtenis worden aangemerkt als grote ramp die onder het toepassingsgebied van Verordening 2012/2002 valt.

9. Ongeveer 39% van het grondgebied van Estland en 18% van de bevolking zijn getroffen. De westkust had niet alleen te lijden van stormwind, maar ook van overstroming. Er was zware schade aan infrastructuur en bossen (geraamd wordt dat ruim 1,1 miljoen kubieke meter exploitatiebos omgewaaid is). Grootschalige beschadiging van elektriciteits- en telefoonnetwerken door omvallende bomen zorgde voor veel hinder bij de bevolking.

10. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn - opgesplitst volgens het soort actie – door Estland geraamd op 19,644 miljoen EUR. Dit omvat 5,752 miljoen EUR voor de volledige wederopbouw van de havendam van Narva-Jõesuu, die niet tot de noodacties voor eerste levensbehoeften kan worden gerekend. De maximumraming moet daarom worden gecorrigeerd tot 16,768 miljoen EUR.

11. Er is door Estland op gewezen dat geen andere Gemeenschapsgelden zijn gebruikt om de onmiddellijke gevolgen van de natuurramp op te vangen. Er zijn plannen om voor een gedeeltelijk herstel van de stormschade middelen uit de Structuurfondsen te herschikken binnen maatregel 4.2 “Ontwikkeling van milieu-infrastructuur (EFRO)” van het EPD voor doelstelling 1.

12. Volgens de autoriteiten van Estland is het in punt 4 vermelde bedrag exclusief door de verzekering gedekte kosten.

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvraag van Estland tot erkenning van de gebeurtenissen als “grote ramp” goed te keuren en middelen uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

5.

Letland


13. De aanvraag werd ingediend op 10 maart 2005, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 8 januari 2005. De autoriteiten van Letland verstrekten aanvullende inlichtingen op verzoek van de diensten van de Commissie, die de betrokken informatie op 20 juni 2005 ontvingen.

14. Er is sprake van een natuurramp. De totale directe schade is door Letland geraamd op 192,590 miljoen EUR. Aangezien dit bedrag boven de drempel van 0,6% van het BNI van Letland (59,092 miljoen EUR) uitkomt, kan de gebeurtenis worden aangemerkt als grote ramp die onder het toepassingsgebied van Verordening 2012/2002 valt.

15. Van de drie Oostzeestaten is Letland het ergst door de storm getroffen, in het bijzonder het kustgebied dat ook met overstroming af te rekenen had. Er was zware schade in de land- en bosbouw en aan het elektriciteitsnet, de verkeers- en communicatievoorzieningen en andere infrastructuurnetwerken. In de bosbouw wordt geraamd dat circa 6,9 miljoen kubieke meter exploitatiebos is omgewaaid, wat leidde tot een destabilisering van de markt voor timmerhout, die ongeveer 40% van de uitvoer van Letland uitmaakt. Grootschalige beschadiging van elektriciteits- en telefoonnetwerken, waterleidingen en riolering zorgde voor veel ellende bij de bevolking. Men verwacht dat de storm een budgettaire nasleep voor het land zal hebben vanwege de nadelige impact op het begrotingstekort.

16. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn - opgesplitst volgens het soort actie – door Letland geraamd op 57,191 miljoen EUR.

17. Er is door Letland op gewezen dat geen andere Gemeenschapsgelden zijn gebruikt om de onmiddellijke gevolgen van de natuurramp op te vangen. Het Structuurfondsenprogramma is aangepast om herstel van de beschadigde bossen mogelijk te maken.

18. Volgens de autoriteiten van Letland is het in punt 4 vermelde bedrag exclusief door de verzekering gedekte kosten.

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvraag van Letland tot erkenning van de gebeurtenissen als “grote ramp” goed te keuren en middelen uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

6.

Litouwen


19. De aanvraag werd ingediend op 16 maart 2005, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 8 januari 2005. De Litouwse autoriteiten verstrekten aanvullende inlichtingen op verzoek van de diensten van de Commissie, die de betrokken informatie op 15 juni 2005 ontvingen.

20. Er is sprake van een natuurramp. De totale directe schade is door Litouwen geraamd op 15,156 miljoen EUR. Aangezien dit bedrag niet boven de drempel van 0,6% van het BNI van Litouwen uitkomt (94,261 miljoen EUR), wordt de storm niet aangemerkt als grote ramp in de zin van Verordening 2012/2002. Het gaat voor Litouwen echter om dezelfde windstorm in de nacht van 8 op 9 januari 2005 die in het geval van Letland als grote ramp werd gekwalificeerd. Bijgevolg is geacht te zijn voldaan aan de voorwaarde van artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening 2012/2002 om uitzonderlijk ook steun uit het Fonds te kunnen ontvangen, nl. wanneer men buurland is van een reeds erkend land en door “dezelfde ramp” is getroffen.

21. De zwaarst getroffen regio’s zijn Klaipėda, Šiauliai, Telšiai, Panevėžys and Tauragė. Particuliere huizen en openbare gebouwen, toeristische trekpleisters, beschermende zanddijken aan de kust, ziekenhuizen, elektriciteitsleidingen en verkeersinfrastructuur werden ernstig beschadigd. In de bosbouw wordt geraamd dat ruim 1 miljoen kubieke meter exploitatiebos is omgewaaid, wat leidde tot een destabilisering van de markt voor timmerhout en extra uitgaven meebracht om de bossen tegen insecten te beschermen en om de bospaden op te ruimen. De storm veroorzaakte ook schade aan cultureel waardevolle sites (voornamelijk kerken en kastelen).

22. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn - opgesplitst volgens het soort actie – door Litouwen geraamd op 9,296 miljoen EUR.

23. Er is door Litouwen op gewezen dat geen andere Gemeenschapsgelden zijn gebruikt om de onmiddellijke gevolgen van de natuurramp op te vangen. Litouwen is niet van plan middelen uit de Structuurfondsen te gebruiken om de gevolgen van de natuurramp op te vangen.

24. Volgens de Litouwse autoriteiten is het verzekeren van staatseigendommen niet verplicht en waren er voor de operaties die in aanmerking komen geen verzekeringen afgesloten.

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvraag van Litouwen tot erkenning van de gebeurtenissen als “grote ramp” goed te keuren en middelen uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

7.

Bosbouw


De storm heeft in alle vier de landen aanzienlijke vernielingen aangericht in de bosbouw. De diensten van de Commissie hebben de berekening van de schade in de bosbouw onderzocht en enkele verschillen vastgesteld in de benadering van de schadetaxatie en de respectieve uitgangspunten. Daarbij moet worden aangestipt dat de bosbouwcontext in de diverse landen niet zomaar met elkaar kan worden vergeleken en dat ook de respectieve houtmarkten verschillen vertonen. De berekening van de totale schade (ramingen) is gebaseerd op de gegevens die door de aanvragende lidstaten zijn verstrekt. In het algemeen kan worden gesteld dat de in de aanvragen meegedeelde ramingen acceptabel zijn.

Financiering



Het totale jaarlijkse budget van het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard EUR. In 2005 is een bedrag van 5,667578 miljoen EUR al gereserveerd voor eerder gedane aanvragen, waardoor 994,332422 miljoen beschikbaar blijft.

Aangezien solidariteit de belangrijkste rechtvaardiging van de oprichting van het fonds was, is de Commissie van mening dat de steun van het fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet op de praktijk tot dusverre, dat het deel van de schade dat de drempel overstijgt (0,6% van het BNI of 3 miljard EUR in prijzen van 2002, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5% van de totale directe schade onder de drempel en 6% van de schade boven de drempel. De Commissie stelt voor deze percentages ook in dit geval toe te passen.

De door de Commissie voorgesteld toewijzing uit het fonds is gebaseerd op de gegevens die de aanvragers hebben verstrekt.

De Commissie stelt derhalve voor de volgende bedragen ter beschikking te stellen:

8.

IN EURO


Directe schade Bedrag op basis van 2,5% Bedrag op basis van 6% Voorgesteld totaal steunbedrag

9.

Zweden 2 297 313 40 081 41 643 81 724


Estland 47 868 1 130 159 1 289

Letland 192 590 1 477 8 009 9 487

Litouwen 15 156 378 378

Totaal 92 880

Na deze bijstandsverlening blijft ten minste 25% van het EU-Solidariteitsfonds beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening 2012/2002.

10.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN


Financiële vooruitzichten Rubriek/subrubriek Financiële vooruitzichten Begroting 2005 incl. GB 1 en 2/2005, VOGB 3-5/ VOGB 6/ Begroting 2005 incl. GB 1 en 2/2005, VOGB 3-6/

|VKBKVKBKVKBKVKBK1. DE LANDBOUW- Landbouwuitgaven44 598 000 42 835 450 42 835 450 42 835 450 42 835 450 - Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen6 841 000 6 841 000 6 279 400 6 841 000 6 279 400 Totaal51 439 000 49 676 450 49 114 850 49 676 450 49 114 850 Margin1 762 550 1 762 550 2. STRUCTURELE MAATREGELEN- Structuurfondsen37 247 000 37 291 564 29 390 527 37 291 564 29 390 527 -Cohesiefonds5 194 000 5 131 932 3 005 500 5 131 932 3 005 500 Totaal42 441 000 42 423 497 32 396 027 42 423 497 32 396 027 Margin17 502 17 502 3. INTERN BELEID i9 012 000 9 057 667 7 923 781 92 880 92 880 9 150 548 8 016 662 Marge-40 000 -40 000 4. EXTERN BELEID5 119 000 5 219 000 5 476 162 5 219 000 5 476 162 Marge-100 000 -100 000 5. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN6 360 000 6 292 367 6 292 367 6 292 367 6 292 367 Marge67 632 67 632 6. RESERVES- Reserve voor garanties223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 - Reserve voor noodhulp i223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 Totaal446 000 446 000 446 000 446 000 446 000 Marge 7. PRETOETREDINGSSTEUN3 472 000 2 081 000 3 286 990 2 081 000 3 286 990 Marge 1 391 000 1 391 000 8. COMPENSATIE1 305 000 1 304 988 1 304 988 1 304 988 1 304 988 Marge 11 11 TOTAAL 119 594 000 114 235 000 116 500 971 106 241 168 92 880 92 880 116 593 852 106 334 048 Marge3 098 696 3 098 696