Toelichting bij SEC(2005)1226 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de algemene begroting voor 2005 - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. INLEIDING

De Commissie komt met dit voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 voor 2005 in verband met de volgende uitzonderlijke omstandigheden:

- met name in verband met een herziene raming van het BTW- en het BNI-saldo (2,6 miljard EUR) is een buitengewoon sterke opwaartse bijstelling van de geraamde ontvangsten in de begroting noodzakelijk;

- bij de meeste begrotingsonderdelen van rubriek 2 moeten de betalingskredieten worden verhoogd (650 miljoen EUR). Daarbij is al rekening gehouden met herschikkingen uit andere rubrieken in het kader van de globale overschrijving.

Daarnaast stelt de Commissie voor om de toelichting bij begrotingsonderdeel 17 04 02 – Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid – te wijzigen en Verordening (EG) nr. 178/2002 als rechtsgrond aan dit onderdeel toe te voegen.

1.

2. HOGERE RAMINGEN VAN DE ONTVANGSTEN


2.

2.1. Herziene ramingen van het BTW- en het BNI-saldo


Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van 22 mei 2000 stelt de Commissie voor om de ramingen van het BTW- en het BNI-saldo op basis van de beschikbare informatie te herzien en deze te verhogen met 2,6 miljard EUR. Deze wijzigingen betreffen de hoofdstukken 31 en 32 van de ontvangstenzijde van de begroting.

Op dit moment hebben deze berekeningen evenwel nog een zeer voorlopig karakter omdat de definitieve gegevens over het BNI van de lidstaten nog niet zijn bevestigd.

Daarom stelt de Commissie voor om de exacte bedragen voor de ontvangstenzijde en de wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten in een latere fase van de procedure te presenteren in een nota van wijzigingen i.

3.

2.2. Overige ontvangsten


4.

2.2.1. Terugbetaling van niet-gebruikte communautaire bijstand


Als rekening wordt gehouden met de ontvangen bedragen bij de onderdelen 6150 en 6157 en ervan wordt uitgegaan dat deze bedragen dit jaar niet worden gebruikt om de kredieten opnieuw beschikbaar te stellen, wordt voorgesteld om een bedrag van 360 miljoen EUR in de begroting op te nemen.

5.

2.2.2. Achterstandsrente en geldboeten


De hoofdstukken 70 en 71 van de algemene staat van ontvangsten betreffen de achterstandsrente en geldboeten. Een bedrag van 118 miljoen EUR was al in de begroting 2005 opgenomen. Gezien de bedragen die dit jaar al zijn ontvangen of waarschijnlijk worden ontvangen, wordt voorgesteld om een extra bedrag van 200 miljoen EUR te boeken.

6.

3. RUBRIEK 2: HOGERE BETALINGSKREDIETEN VOOR DE STRUCTUURFONDSEN


1. De begroting 2005 is vastgesteld met bij rubriek 2 een bedrag aan betalingskredieten dat in vergelijking met het voorstel van de Commissie drie miljard EUR lager is uitgevallen. Tegelijk is een verklaring over de betalingskredieten van deze rubriek afgegeven: 'Indien de besteding van de betalingskredieten voor de structuurfondsen einde juli boven de 40% uitstijgt of de Commissie op een andere manier overtuigd raakt van een tekort aan betalingskredieten, zal zij, na te hebben onderzocht of binnen de hele begroting, inclusief rubriek 2, betalingskredieten kunnen worden herschikt en na de mogelijkheid van extra inkomsten te hebben overwogen, zo snel mogelijk een VOGB indienen bij de begrotingsautoriteit . Het Europees Parlement en de Raad zullen in één enkele lezing een besluit nemen over dit VOGB, zodat de benodigde extra kredieten ten laatste in november 2005 beschikbaar zijn. Dit VOGB, dat in één lezing moet worden voorgesteld en aangenomen, is uitsluitend bestemd voor de onder rubriek 2 benodigde kredieten' .

2. De in de verklaring genoemde drempel van 40% is eind mei overschreden. Toen was namelijk al 42% van de beschikbare kredieten voor de structuurfondsen gebruikt. Omdat de bestedingen sinds april afvlakken, heeft de Commissie evenwel besloten te wachten totdat zij in september een beter beeld heeft van de extra inkomsten en van de herschikkingsmogelijkheden bij alle begrotingsrubrieken, en de bestedingen nog een aantal maanden te volgen om solidere ramingen te kunnen opstellen voor de eindejaarsresultaten.

3. Uit het onderzoek naar de bestedingen tot eind augustus en uit de resulterende prognoses voor het eind van het jaar blijkt dat de betalingskredieten in rubriek 2 met 1,04 miljard EUR moeten worden verhoogd.

4. Er is een aparte evaluatie verricht voor elk van de drie voornaamste onderdelen van rubriek 2: de structuurfondsenprogramma´s 2000-2006 voor de EU-25, de afsluiting van de structuurfondsenprogramma´s van voor 2000 voor de EU-15 en het Cohesiefonds. De conclusies van deze analyse worden hieronder geschetst.

5. Bij de structuurfondsenprogramma´s 2000-2006 voor de EU-25 zijn de betalingen tot eind augustus uitgekomen op 16,795 miljard EUR. In de begroting is een bedrag van 28,386 miljard EUR beschikbaar. Geraamd wordt dat eind van het jaar 29,593 miljard EUR is besteed. Er is dus 1,207 miljard EUR extra nodig, en wel voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Oriëntatie, waar dit jaar sprake is van zeer forse betalingen. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) hoeven niet te worden aangevuld. Bij het FIOV kan nog een kleine herschikking plaatsvinden.De door de Commissie geraamde bestedingen aan het eind van het jaar liggen dus ver onder de prognoses van de lidstaten. Volgens de lidstaten zouden deze uitkomen op bijna 38 miljard EUR. Dit is duidelijk in tegenspraak met de stand tot nu toe. In het kader van de programma´s ten behoeve van de EU-10 is tot dusver een miljard EUR uitbetaald, voornamelijk in verband met de automatische voorschotten. Er zijn bijna geen verzoeken om tussentijdse betaling ontvangen. Voordat alle middelen voor deze programma´s, waarvoor ingevolge de Kopenhagen-overeenkomst 3,093 miljard EUR is uitgetrokken, volledig zijn besteed, moet nog een aanzienlijk beroep worden gedaan op tussentijdse betalingen.

6. In het kader van de afsluiting van de programma´s van voor 2000 is tot eind augustus 556 miljoen EUR uitgekeerd. Momenteel is er nog voor 967 miljoen EUR aan kredieten beschikbaar. Op basis van een analyse van de dossiers die voldoen aan de voorwaarden om eind van het jaar te kunnen worden afgesloten, wordt de behoefte voor het gehele jaar geraamd op 1,2 miljard EUR. Er is derhalve nog 233 miljoen EUR extra nodig.

7. Ten slotte kwamen de betalingen bij het Cohesiefonds tot eind augustus uit op 1,167 miljard EUR. Er is voor een bedrag van 3,146 miljard EUR aan kredieten beschikbaar. Op grond van de eindejaarsraming van de Commissie (2,746 miljard EUR) rest er een overschot van 400 miljoen EUR, dat in het kader van dit VOGB zal worden herschikt. Deze op de huidige bestedingen gebaseerde raming van de Commissie ligt dus ook ver onder de betalingsprognoses van de lidstaten, die uitgaan van 4,2 miljard EUR.

8. Een groot deel van de begroting voor de EU-10 moet nog worden uitgevoerd. De uitvoering van de programma´s voor de EU-15 is evenmin bij alle fondsen even ver gevorderd. Daar kan evenwel vóór 31 oktober, de voorgeschreven termijn voor de indiening van betalingsverzoeken voor dit jaar, verandering in komen. De Commissie zal de bestedingen nauwlettend blijven volgen en vóór eind oktober een eindevaluatie verrichten van de betalingsverzoeken die van de lidstaten zijn ontvangen. De Commissie kan haar verzoek dus in de loop van deze VOGB-procedure nog herzien. Alleen met deze aanpak kunnen gelijktijdig twee belangrijke, maar wel conflicterende doelstellingen worden verwezenlijkt: 1. ervoor zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor alle ontvangen betalingsverzoeken; 2. overschotten aan het eind van het jaar zoveel mogelijk voorkomen. Daarom verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit haar procedure ten aanzien van dit VOGB zodanig te plannen dat de hier voorgestelde wijzigingen begin november eventueel nog kunnen worden bijgesteld.

9. Van de 1,04 miljard EUR die extra nodig zijn voor de onderdelen van rubriek 2, kan 390 miljoen EUR uit een herschikking van andere rubrieken in het kader van de globale overschrijving worden gebruikt om EOGFL-rubriek 05 04 02 01 met 190 miljoen EUR en ESF-rubriek 04 02 06 met 200 miljoen EUR te verhogen.

10. Daarmee loopt het bedrag dat nog extra nodig is voor rubriek 2, terug tot 650 miljoen EUR.

11. De volgende tabel geeft een overzicht van de wijzigingen die in het kader van dit VOGB worden voorgesteld voor rubriek 2.

7.

Bedrag in EUR


NUMMER BEGROTINGSONDERDEEL NAAM Wijzig. in VOGB

EU-

05 01 04 EOGFL – Niet-operationele TB -1 200

8.

05 04 02 EOGFL - Doelstelling 388 750


9.

05 04 02 EOGFL - Vrede -


10.

05 04 02 Leader 73 216


04 01 04 ESF – Niet-operationele TB -5 376

11.

04 02 ESF - Doelstelling 159 267


12.

04 02 ESF - Doelstelling 250 385


13.

04 49 04 ESF - Gel. afsch. uitg. adm. beheer -1 422


11 06 FIOV - Regio´s buiten doelstelling -43 807

14.

11 06 FIOV - Operationele TB en IA -842


13 03 EFRO – Innovatieve maatregelen -2 396

15.

TOTAAL SF-progr. 2002-2006: EOGFL 460 767


TOTAAL SF-progr. 2002-2006: ESF 402 854

TOTAAL SF-progr. 2002-2006: FIOV -44 649

TOTAAL SF-progr. 2002-2006: EFRO -2 396

TOTAAL SF-progr. 2002- 816 575

16.

05 04 02 EOGFL 86 314


17.

05 04 02 EOGFL - Oude doelstelling 5a 30 230


18.

05 04 02 EOGFL 1994- 20 300


19.

04 02 ESF 51 106


20.

04 02 ESF - Oude doelstellingen 2 en 5b 29 503


21.

04 02 ESF - Oude doelstellingen 3 en 24 485


22.

04 02 ESF 1994- 15 310


23.

04 02 ESF 175


24.

11 06 FIOV 1994- -4 000


25.

13 03 EFRO -12 000


26.

13 03 EOGFL/EFRO/ESF - Doelst. 2 en 5b -8 000


TOTAAL SF-progr. van voor 2000: EOGFL 136 844

TOTAAL SF-progr. van voor 2000: ESF 120 579

TOTAAL SF-progr. van voor 2000: FIOV -4 000

TOTAAL SF-progr. van voor 2000: EFRO -20 000

TOTAAL SF-progr. van voor 233 424

27.

13 04 Cohesiefonds -400 000


TOTAAL Cohesiefonds -400 000

TOTAAL-GENERAAL 650 000

28.

4. WIJZIGING VAN DE TOELICHTING BIJ BEGROTINGSONDERDEEL 17 04 02


In Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 (diervoeder- en levensmiddelenwetgeving), en met name artikel 50, is bepaald dat er een systeem voor snelle waarschuwingen moet worden opgezet via welke melding kan worden gemaakt van directe of indirecte risico's voor de gezondheid van de mens die het gevolg zijn van levensmiddelen en diervoeders.

De begroting 2005 bevat onder onderdeel 17 04 02 echter geen verwijzing naar deze verordening. Daarom wordt voorgesteld om in de toelichting bij deze rubriek de volgende passage als rechtsgrond op te nemen:

"De middelen van dit artikel dienen ter dekking van de uitgaven in verband met artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz.

1)".

29.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN


Financiële vooruitzichten Rubriek/subrubriek Financiële vooruitzichten Begroting 2005, incl. GB 1-5/2005 en VOGB 6 en 7/2005 i VOGB 8/ Begroting 2005, incl. GB 1-5/2005 en VOGB 6-8/

|VKBKVKBKVK iBKVKBK1. LANDBOUW- Landbouwuitgaven44 598 000 42 835 450 42 835 450 42 835 450 42 835 450 - Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen6 841 000 6 841 000 6 279 400 6 841 000 6 279 400 Totaal51 439 000 49 676 450 49 114 850 49 676 450 49 114 850 Marge1 762 550 1 762 550 2. STRUCTURELE MAATREGELEN- Structuurfondsen37 247 000 37 291 564 29 390 527 -6 576 1 050 000 37 284 988 30 440 527 - Cohesiefonds5 194 000 5 131 932 3 005 500 -400 000 5 131 932 2 605 500 Totaal42 441 000 42 423 497 32 396 027 -6 576 650 000 42 416 921 33 046 027 Marge17 502 24 078 3. INTERN BELEID i9 012 000 9 150 548 8 016 662 9 150 548 8 016 662 Marge-40 000 -40 000 4. EXTERNE MAATREGELEN5 119 000 5 219 000 5 476 162 5 219 000 5 476 162 Marge-100 000 -100 000 5. ADMINISTRATIE6 360 000 6 292 367 6 292 367 6 292 367 6 292 367 Marge67 632 67 632 6. RESERVES- Reserve voor garanties223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 - Reserve voor noodhulp i223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 Totaal446 000 446 000 446 000 446 000 446 000 Marge 7. PRETOETREDINGSSTEUN3 472 000 2 081 000 3 286 990 2 081 000 3 286 990 Marge 1 391 000 1 391 000 8. COMPENSATIES1 305 000 1 304 988 1 304 988 1 304 988 1 304 988 Marge 11 11 TOTAAL 119 594 000 114 235 000 116 593 852 106 334 048 -6 576 650 000 116 587 276 106 984 048 Marge3 000 147 3 006 723 7 250 951