Toelichting bij SEC(2005)1379 - Amending letter n° 2 to the preliminary draft budget for 2006 - General statement of revenue - Statement of revenue and expenditure by section - Section III - Commission

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. INLEIDING

In het op 6 mei 1999 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ondertekende Interinstitutioneel Akkoord over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure i is het volgende bepaald: “Indien zij zulks nodig acht, kan de Commissie bij de begrotingsautoriteit een nota van wijzigingen ad hoc indienen, teneinde de achterliggende gegevens van de in het voorontwerp van begroting opgenomen raming van de landbouwuitgaven bij te werken en/of op basis van de recentst beschikbare informatie over de op 1 januari van het betrokken begrotingsjaar van kracht zijnde visserijovereenkomsten de verdeling van de beleidskredieten voor de internationale visserijovereenkomsten en de kredieten die in een reserve zijn opgenomen, te corrigeren. Deze nota van wijzigingen moet vóór eind oktober bij de begrotingsautoriteit worden ingediend.”.

Hierbij dient de Commissie de bovenbedoelde nota van wijzigingen (NvW) ad hoc bij het voorontwerp van begroting 2006 in. Het betreft een zorgvuldige actualisatie per begrotingsonderdeel van de geraamde behoeften voor de landbouwuitgaven. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met de veranderingen wat de marktfactoren betreft, maar ook met de regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van het voorontwerp van begroting (VOB), en met alle voorgestelde besluiten die naar verwachting van invloed zullen zijn in het komende begrotingsjaar.

Net als het VOB zelf, is ook de NvW gebaseerd op de behoeften in de Gemeenschap als geheel. Wat de marktmaatregelen betreft, is geen uitsplitsing van de kredieten over de lidstaten beschikbaar. Voorts moet worden beklemtoond dat deze kredieten dienen te worden beschouwd als prognoses, en niet als streefcijfers voor de uitgaven. De werkelijke uitgaven zullen met name afhangen van de feitelijke marktomstandigheden, van de feitelijke wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar en van het tempo van de betalingen door de lidstaten. Aangezien het hier om verplichte uitgaven gaat, zal welk bedrag ook dat een lidstaat op grond van de verordeningen moet betalen, volledig worden vergoed.

In overeenstemming met de verordening van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline is de gebruikte koers van de euro ten opzichte van de dollar gebaseerd op de gemiddelde koers die in de periode van 1 juli tot en met 30 september 2005 is geconstateerd. De aldus bepaalde koers bedraagt 1,22 (1 EUR = 1,22 USD). Bij deze koers zullen de behoeften aan kredieten ongeveer 169 miljoen EUR lager zijn dan volgens het VOB, vooral voor granen, suiker en katoen.

De totale behoeften voor subrubriek 1a (GLB-uitgaven, plattelandsontwikkeling uitgezonderd) worden geraamd op 43 280 miljoen EUR, wat 362 miljoen EUR minder is dan in het VOB, zodat er ten opzichte van het maximum volgens de financiële vooruitzichten een marge is van 1 567 miljoen EUR.

Deze verlaging is hoofdzakelijk het gevolg van de verwachte geringere uitgaven uit hoofdstuk 05 02 “Interventies op de landbouwmarkten” (- 350 miljoen EUR). Wat plantaardige producten betreft, worden geringere behoeften aan kredieten verwacht voor granen (- 136 miljoen EUR), rijst (- 22 miljoen EUR), suiker (- 122 miljoen EUR) en vezelgewassen (- 28 miljoen EUR). Deze meevallers worden echter grotendeels tenietgedaan door verwachte stijgingen van de uitgaven voor groenten en fruit (+ 110 miljoen EUR) en wijn (+ 165 miljoen EUR). Bij de dierlijke producten worden geringere behoeften aan kredieten verwacht voor melk en zuivelproducten (- 285 miljoen EUR) en voor rundvlees (- 80 miljoen EUR). De uitgaven voor voedselprogramma’s zullen naar verwachting hoger uitvallen (+ 48 miljoen EUR). De kredieten voor ontkoppelde rechtstreekse steun blijven ongewijzigd.

Voor plattelandsontwikkeling (subrubriek 1b) worden de in het VOB opgenomen ramingen van de benodigde kredieten voor vastleggingen en voor betalingen ongewijzigd gehandhaafd op respectievelijk 7 771 miljoen EUR en 7 711 miljoen EUR. Voor de 15 “oude” lidstaten zijn de kredieten voor vastleggingen bepaald op het maximum volgens de financiële vooruitzichten. De vastleggingskredieten die worden voorgesteld voor de 10 nieuwe lidstaten, zijn gelijk aan het in Kopenhagen overeengekomen bedrag.

Inhoudsopgave

1.

2. RUBRIEK 1: LANDBOUW


Met NvW nr. 2/2006 wordt beoogd ervoor te zorgen dat de landbouwbegroting is gebaseerd op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van zaken op het gebied van de regelgeving. Tegen de maand oktober beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie (oogsten) in 2005, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een betrouwbare raming van de budgettaire behoeften in 2006 te kunnen maken.

Net als de vorige keren heeft de Commissie al haar ramingen van landbouwuitgaven per begrotingsonderdeel zorgvuldig opnieuw bekeken. In NvW nr. 2/2006 wordt niet alleen rekening gehouden met de marktfactoren, maar ook met alle regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van het VOB, en voorts met de relevante voorgestelde besluiten.

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de begrotingsprognoses per onderdeel voor de afdeling Garantie van het EOGFL en laat de marges zien ten opzichte van de maxima volgens de financiële vooruitzichten.

2.

Nota van wijzigingen nr. 2/2006


Rubriek 1

VOB NvW Verschil

1€ = 1,31 $ 1€ = 1,22 $

(a) (b) (c)=(a)-(b)

05 Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein “Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 Controle- en preventiemaatregelen – Rechtstreekse betalingen door de EG 3, 3,

05 01 04 Proefproject betreffende kwaliteitsverbetering p.m. p.m. p.m.

05 01 04 Proefproject betreffende een zekerheidsfonds in de sector groenten en fruit 0, 0,

Totaal 3, 4, 0,

3.

05 Interventies op de landbouwmarkten


4.

05 02 Granen -


5.

05 02 Rijst 4, -


6.

05 02 Restituties voor niet in bijlage I genoemde producten


05 02 Voedselprogramma’s

7.

05 02 Suiker 1. 1. -


8.

05 02 Olijfolie


9.

05 02 Vezelgewassen -


10.

05 02 Groenten en fruit 1. 1.


11.

05 02 Producten van de wijnbouwsector 1. 1.


12.

05 02 Afzetbevordering


13.

05 02 Overige plantaardige producten/overige maatregelen 297, 297,


14.

05 02 Melk en zuivelproducten 1. -


15.

05 02 Rundvlees -


16.

05 02 Schapen- en geitenvlees p.m. p.m.


17.

05 02 Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten


18.

05 02 Terugvorderingen - -


Totaal 8. 8. -

19.

05 Rechtstreekse steun


20.

05 03 Ontkoppelde rechtstreekse steun 16. 16.


21.

05 03 Andere rechtstreekse steun 18. 18. -


22.

05 03 Extra steunbedragen


23.

05 03 Tot een restcategorie behorende rechtstreekse steun (restbedragen, kleine producenten, agromonetaire steun, enz.) p.m. p.m.


24.

05 03 Terugvorderingen - -


Totaal 34. 34. -

25.

05 Plattelandsontwikkeling


26.

05 04 Plattelandsontwikkeling in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie 5. 5.


27.

05 04 Overgangsinstrument voor de financiering van plattelandsontwikkeling uit het EOGFL, Garantie, voor de EU- 2. 2.


Totaal 7. 7.

Audit van de landbouwuitgaven

28.

05 07 01 Controle- en preventiemaatregelen - Betalingen door de lidstaten p.m. p.m.


29.

05 07 01 Controle- en preventiemaatregelen - Rechtstreekse betalingen door de EG 9, 9,


30.

05 07 01 Boekhoudkundige goedkeuring rekeningen voorgaande begrotingsjaren (rubriek 1a) - -


31.

05 07 01 Rechtmatigheidsgoedkeuring rekeningen voorgaande begrotingsjaren (rubriek 1a) - -


32.

05 07 01 Boekhoudkundige goedkeuring rekeningen voorgaande begrotingsjaren (rubriek 1b) p.m. p.m.


33.

05 07 01 Rechtmatigheidsgoedkeuring rekeningen voorgaande begrotingsjaren (rubriek 1b) p.m. p.m.


34.

05 07 Regeling van geschillen p.m. p.m.


Totaal - -

Beleidsstrategie en –coördinatie

35.

05 08 Voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid 6, 6,


Totaal 6, 6,

Andere beleidsterreinen

36.

11 Visserijmarkten 33, 33,


17 01 04 Fytosanitaire maatregelen – administratief beheer 0, 0,

37.

17 01 04 Verkennende studie : risicofinancieringsmodel vee-epidemieën p.m. p.m.


17 01 04 Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden – administratief beheer 8, 8,

17 03 Gemeenschappelijk Fonds voor tabak – directe betalingen door de EU 14, 14,

17 04 Programma’s uitroeiing en bewaking dierziekten 209, 209,

38.

17 04 Andere maatregelen veterinair gebied/dierenwelzijn/volksgezondheid


39.

17 04 Noodfonds (diergezondheid/voedselveiligheid)


40.

17 04 Fytosanitaire maatregelen 2, 2,


41.

17 04 Andere maatregelen p.m. p.m.


42.

17 04 Controle voeder- en voedselveiligheid 8, 8,


Totaal

Subrubriek 1a – Landbouwuitgaven (plattelandsontwikkeling uitgezonderd)

43.

Subtotaal 43. 43. -


Submaximum 44. 44.

Marge -1. -1. -

Subrubriek 1b – Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen

44.

Subtotaal 7. 7.


Submaximum 7. 7.

Marge

Totaal kredieten rubriek 51. 51. -

45.

2.1. Subrubriek 1a: GLB-uitgaven (plattelandsontwikkeling uitgezonderd)


46.

2.1.1. Marktordeningen en aanverwante uitgaven


In NvW nr. 2/2006 zijn de totale kredieten voor subrubriek 1a (GLB-uitgaven, plattelandsontwikkeling uitgezonderd) lager dan die in het VOB (-362 miljoen EUR). Deze besparing is het resultaat van een combinatie van stijgingen en dalingen van de benodigde kredieten in de verschillende sectoren.

Het belangrijkst is de daling van de behoeften voor melk en zuivelproducten. Deze daling is grotendeels te danken aan de gunstige marktomstandigheden, die leiden tot lagere uitgaven voor de verschillende marktmaatregelen. De totale besparing in deze sector vergeleken met het VOB 2006 wordt geraamd op 285 miljoen EUR. Ook de kredieten voor de sector suiker worden verlaagd, en wel met 122 miljoen EUR. Dit houdt hoofdzakelijk verband met enige ontvangsten die zullen voortvloeien uit de verkoop van suiker uit de communautaire voorraden, en met de veranderde koers van de euro ten opzichte van de dollar. Op die interventiesuiker is reeds in 2005 afgeschreven, zodat voor uitvoer ervan minder begrotingsuitgaven per ton nodig zijn dan voor uitvoer op de vrije markt. Het betreft in het verkoopseizoen 2004/2005 gekochte suiker, die dus tot extra uitgaven ten laste van de begroting 2005 heeft geleid. De verlaging van de kredieten voor granen (- 136 miljoen EUR) is hoofdzakelijk het gevolg van de veranderde koers van de euro ten opzichte van de dollar en van een kleinere graanoogst dan die welke was voorspeld. Voorts worden lagere uitgaven verwacht in de sector rundvlees (-80 miljoen EUR). In die sector heeft de grote interne vraag er namelijk toe geleid dat minder rundvlees wordt uitgevoerd met een restitutie. Een daling van de steun voor katoen levert een besparing van 28 miljoen EUR op bij de kredieten voor vezelgewassen.

Daar staan stijgingen van de behoeften in een aantal sectoren tegenover. Zo zullen de behoeften aan kredieten in de sector wijn 165 miljoen EUR hoger zijn dan oorspronkelijk was verwacht, zulks door hogere uitgaven voor crisisdistillatie en voor definitieve stopzetting van de wijnbouw. De kredieten voor de sector groenten en fruit worden met 110 miljoen EUR verhoogd omdat meer middelen nodig zijn voor de actiefondsen van de telersverenigingen. Ten slotte nemen de lidstaten in sterkere mate deel aan de voedselprogramma’s, zodat de betrokken kredieten met 48 miljoen EUR moeten worden verhoogd.

De Commissie heeft ook rekening gehouden met sommige van de wensen die de begrotingsautoriteit tijdens haar eerste lezing heeft geuit. In dit verband stelt zij voor om via de NvW de volgende wijzigingen aan te brengen:

- op post 05 01 04 07 zal 500 000 EUR worden uitgetrokken voor een proefproject om de haalbaarheid van de invoering van een zekerheidsfonds in de sector groenten en fruit te onderzoeken;

- op post 05 04 03 01 zal 300 000 EUR worden uitgetrokken om een studie te financieren over de middelen ter bestrijding van de achteruitgang van bossen in de Europese Unie (kredieten uit rubriek 3 van de financiële vooruitzichten).

47.

2.1.2. Wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar


Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad betreffende de begrotingsdiscipline is de koers van de euro ten opzichte van de dollar die voor een nota van wijzigingen moet worden gebruikt, de gemiddelde koers in de meest recente periode van drie maanden. Voor deze nota van wijzigingen betekent dit de periode van 1 juli tot en met 30 september 2005. De gemiddelde wisselkoers die in die periode is geconstateerd, bedraagt 1 EUR = 1,22 USD, wat lager is dan de koers die is gebruikt voor het voorontwerp (1 EUR = 1,31 USD). Het gevolg van dit verschil in wisselkoers is dat de behoeften aan kredieten afnemen met ongeveer 169 miljoen EUR (- 94 miljoen EUR voor de marktmaatregelen voor granen, - 55 miljoen EUR voor suiker, - 2 miljoen EUR voor rijst en - 18 miljoen EUR voor katoen).

In het navolgende worden de belangrijkste verschillen tussen de kredieten in het VOB en die in de NvW toegelicht.

05 01 04 07 – Proefproject betreffende een zekerheidsfonds in de sector groenten en fruit (kredieten + 0,5 miljoen EUR ) (NIEUW BEGROTINGSONDERDEEL)

48.

kredieten in voorontwerp van begroting: geen


kredieten na nota van wijzigingen : 0,5 miljoen EUR

Dit proefproject heeft met name tot doel de haalbaarheid te onderzoeken van:

- de invoering van een communautair systeem voor het voorspellen van de productie van groenten en fruit met behulp van marktvolgcentra op communautair en nationaal niveau die tot taak hebben crises te voorzien zodat er sneller op kan worden gereageerd;

- de invoering van een door de telersverenigingen te beheren zekerheidsfonds dat de huidige regeling voor het uit de markt nemen van producten aanvult en zal worden gebruikt in geval van een crisis (op grote schaal instortende prijzen, rampen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden, enz.).

05 02 01 – Granen (kredieten – 136 miljoen EUR)

49.

kredieten in voorontwerp van begroting: 836 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 700 miljoen EUR

De daling van de kredieten die nodig zijn voor de marktmaatregelen voor granen, is het resultaat van twee verschillende effecten: ongeveer 94 miljoen EUR kan worden toegeschreven aan het effect van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. De resterende 42 miljoen EUR aan besparingen is te danken aan een markteffect. De verlagingen van kredieten betreffen de interventieopslag van granen (-72 miljoen EUR) en de uitvoerrestituties voor granen (-65 miljoen EUR). Voor de interventie voor zetmeel zou 1 miljoen EUR meer nodig zijn.

Volgens de jongste prognoses zou de productie van granen in de EU-25 in 2005/2006 ongeveer 11 miljoen ton kleiner zijn dan in het VOB was aangenomen. Ondanks die kleinere graanoogst is de verwachting dat de interventieaankopen groter en de verkopen kleiner zullen zijn dan de hoeveelheden waarvan voor het VOB is uitgegaan. Toch wordt verwacht dat op de interventieopslag van granen kan worden bespaard omdat de raming van de kosten van het vervoer en van de afschrijving wegens waardevermindering is verlaagd. In de onderstaande tabel wordt de situatie volgens deze NvW vergeleken met die volgens het VOB.

50.

VOB (miljoen ton) NvW (miljoen ton)


Beginvoorraad Aankopen Verkopen Eindvoorraad Gemiddelde voorraad 150 5,5 10,8 9,7 14, 14,5 6,5 6,1 14,9 15,

Wat de uitvoerrestituties betreft, wordt verwacht dat de wereldmarktprijzen in dollars voor de meeste graansoorten tamelijk stabiel zullen zijn, maar heeft de lagere wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar inmiddels bijgedragen tot lagere restitutiebedragen in EUR/ton. Ook de raming van de uitgevoerde hoeveelheden speelt een rol. Zo worden bijvoorbeeld minder kredieten voor de uitvoerrestituties voor gerst uitgetrokken (- 39 miljoen EUR), omdat geringere hoeveelheden zullen worden uitgevoerd tegen een lager restitutietarief.

05 02 02 – Rijst ( kredieten -22 miljoen EUR)

51.

kredieten in voorontwerp van begroting: 26 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 4 miljoen EUR

De betere marktvooruitzichten voor rijst leiden tot geringere behoeften aan kredieten, onder meer dankzij de veranderende interventiepatronen die daarvan het gevolg zijn. Zoals blijkt uit de onderstaande tabel, wordt in vergelijking met het VOB verwacht dat de beginvoorraad kleiner zal zijn, dat geen rijst zal worden aangekocht en dat meer interventierijst zal worden verkocht, zodat ook de eindvoorraad lager zal zijn. De behoefte aan kredieten neemt daardoor met 15 miljoen EUR af.

52.

VOB (ton) NvW (ton)


Beginvoorraad Aankopen Verkopen Eindvoorraad Gemiddelde voorraad 472 000 75 000 150 000 397 000 440 302 000 0 200 000 102 000 202

De behoefte aan kredieten voor uitvoerrestituties wordt 7 miljoen EUR lager geraamd dan voor het VOB omdat wordt verwacht dat een verdere daling van het restitutiebedrag in EUR/ton gepaard zal gaan met een geringere uitvoer van rijst.

05 02 04 – Voedselprogramma’s (kredieten + 48 miljoen EUR)

53.

kredieten in voorontwerp van begroting: 220 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 268 miljoen EUR

Gezien de veel hogere besteding in 2005, de uitbreiding van de programma’s tot de nieuwe lidstaten en de verzoeken van oude lidstaten die in het verleden een goede uitvoering aan de programma’s hebben gegeven, wordt de raming van de benodigde kredieten voor de programma’s voor behoeftigen verhoogd met 48 miljoen EUR.

05 02 05 – Suiker (kredieten -122 miljoen EUR)

54.

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 498 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 1 376 miljoen EUR

De verwachting dat de kredieten voor de sector suiker per saldo kunnen worden verlaagd, is gebaseerd op diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op de marktsituatie. De Commissie verwacht dat de 700 000 ton suiker die zich op 1 oktober 2005 reeds in de interventievoorraden bevindt, nog zal toenemen met 800 000 ton. Dit zal leiden tot een nettostijging van de uitgaven ten laste van post 05 02 05 99 (Overige maatregelen) met 271 miljoen EUR.

De verwachting is echter dat het grootste deel van de interventievoorraden suiker door de Commissie zal worden verkocht, voornamelijk voor uitvoer met restitutie (1 miljoen ton). Om desondanks binnen het door de WTO vastgestelde uitvoerplafond te blijven zullen marktpartijen nog slechts 210 000 ton suiker met restitutie mogen uitvoeren (vergeleken met de 1,1 miljoen ton waarvan voor het VOB was uitgegaan). Dit feit, gecombineerd met de lagere wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar, leidt tot een besparing van 412 miljoen EUR op de uitgaven ten laste van post 05 02 05 01 (uitvoerrestituties).

05 02 07 – Vezelgewassen (kredieten – 28 miljoen EUR)

55.

kredieten in voorontwerp van begroting: 997 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 969 miljoen EUR

De verlaging van de kredieten in dit begrotingsonderdeel houdt verband met de geringere behoefte aan kredieten voor de steun voor katoen, hoofdzakelijk als gevolg van de lagere wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar, die van invloed is op de hoogte van de voor katoen betaalde steun.

De overschrijding van de totale gegarandeerde hoeveelheid voor katoen in de drie producerende landen (Griekenland, Spanje en Portugal) zal kleiner zijn dan bij de opstelling van het VOB werd verwacht. De procentuele korting moet daardoor naar beneden worden bijgesteld, wat een verhogend effect heeft op het steunbedrag per hectare. De hogere wereldmarktprijs voor katoen heeft dan weer een verlagend effect op de behoefte aan kredieten voor de steun voor katoen, welk effect nog wordt versterkt door de gunstiger wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar. Dit levert een besparing voor de begroting op ten bedrage van 28 miljoen EUR.

05 02 08 – Groenten en fruit (kredieten +110 miljoen EUR)

56.

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 434 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 1 544 miljoen EUR

Voor groenten en fruit worden hogere uitgaven verwacht dan in het VOB is aangegeven, omdat meer kredieten nodig zullen zijn voor de telersverenigingen en het uit de markt nemen van producten en deze stijgingen niet voldoende zullen worden gecompenseerd door de besparingen bij de steun voor verwerkt fruit.

De kredieten voor de compensatie voor het uit de markt nemen en aankopen van producten zijn iets verhoogd (met 9 miljoen EUR). Op grond van de meest recente cijfers voor het lopende verkoopseizoen zijn de geraamde behoeften aan kredieten uit de begroting 2006 namelijk enigszins bijgesteld.

De kredieten voor de telersverenigingen worden sterk verhoogd (met 171 miljoen EUR) op grond van de prognoses van de lidstaten over de operationele programma’s van deze verenigingen voor 2005. Over het geheel genomen zouden de budgetten voor de programma’s voor 2005 54% hoger kunnen zijn dan die voor de programma’s voor 2004.

De kredieten voor verwerkte tomaten worden met 14 miljoen EUR verlaagd omdat wordt verwacht dat iets kleinere hoeveelheden zullen worden verwerkt.

De kredieten voor verwerkte citrusvruchten worden iets verlaagd (met 13 miljoen EUR), vooral wegens een verdere verlaging van de steun (overschrijding van het maximum voor sinaasappelen).

05 02 09 – Producten van de wijnbouwsector (kredieten + 165 miljoen EUR)

57.

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 329 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 1 494 miljoen EUR

Door een grote oogst in het wijnoogstjaar 2004/2005 is de wijnproductie sterk toegenomen, wat heeft geleid tot een overschotsituatie aan het einde van het wijnoogstjaar. Aan het einde van het begrotingsjaar 2005 is reeds tot crisisdistillatie in verscheidene lidstaten voor 8 miljoen hl besloten, maar uit budgettaire overweging is besloten alle betrokken betalingen uit te stellen tot 2006. Bovendien zal in 2006 naar schatting 4 miljoen hl moeten worden gedistilleerd, zodat het in totaal om 12 miljoen hl gaat. In vergelijking met de voor het VOB geraamde 8 miljoen hl zal 114 miljoen EUR aan kredieten meer nodig zijn. Op grond van de in verband met de nieuwe distillatieramingen geactualiseerde cijfers over de opslag van alcohol wordt een extra behoefte aan kredieten ten bedrage van 5 miljoen EUR verwacht.

Hoewel voor het wijnoogstjaar 2005/2006 op EU-niveau een kleinere productie wordt verwacht, zullen wegens de specifieke situatie in sommige wijnbouwgebieden versterkte maatregelen voor definitieve stopzetting van de wijnbouw nodig zijn. De betrokken extra uitgaven ten laste van de begroting 2006 worden geraamd op 46 miljoen EUR.

05 02 12 – Melk en zuivelproducten (kredieten – 285 miljoen EUR)

58.

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 143 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 858 miljoen EUR

Verwacht wordt dat de totale uitgaven voor melk en zuivelproducten 285 miljoen EUR lager zullen zijn dan volgens het VOB. Dit komt grotendeels door de gunstige marktomstandigheden, die leiden tot lagere uitgaven voor de verschillende marktmaatregelen.

De ramingen van de gesubsidieerde uitvoer zijn verlaagd en voor de meeste zuivelproducten mag worden aangenomen dat de tarieven van de uitvoerrestituties lager zullen zijn. Dit levert een besparing van 202 miljoen EUR op.

Op grond van geactualiseerde voorraadcijfers , gecombineerd met herziene ramingen van de opslagkosten, wordt verwacht dat een gering extra bedrag nodig zal zijn voor mageremelkpoeder, namelijk 5 miljoen EUR. Dit wordt echter meer dan gecompenseerd door een besparing van 26 miljoen EUR voor boter, wat leidt tot een nettobesparing van 21 miljoen EUR bij de opslagmaatregelen.

Een verdere besparing van 63 miljoen EUR is het gevolg van herziene ramingen voor de maatregelen voor interne afzet, zowel voor ondermelk en mageremelkpoeder (- 52 miljoen EUR ) als voor botervet (- 11 miljoen EUR). Verwacht wordt dat geringere hoeveelheden mageremelkpoeder aan kalveren zullen worden gevoerd. Daarentegen is de verwachting dat meer ondermelk zal worden gebruikt voor de productie van caseïne, waar echter tegenover staat dat het betrokken steunbedrag lager zal zijn. Bij de afzetmaatregelen voor botervet zal naar verwachting een besparing mogelijk zijn doordat voor geringere hoeveelheden een beroep op de verschillende regelingen zal worden gedaan dankzij de goede marktvooruitzichten in de zuivelsector.

Ten slotte is het geringe bedrag van 1 miljoen EUR toegevoegd aan de kredieten in begrotingspost 05 02 12 99 “Overige maatregelen (melk en zuivelprodukten)” ter dekking van enige nog uitstaande betalingen in verband met vroegere maatregelen in de sector, en met name ter compensatie van verscheidene producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (“SLOM-producenten”).

05 02 13 – Rundvlees (kredieten – 80 miljoen EUR)

59.

kredieten in voorontwerp van begroting: 468 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 388 miljoen EUR

De sector rundvlees heeft zich goed hersteld van de verschillende crises in het verleden. Een grote vraag in combinatie met een stabielere productie heeft geleid tot een situatie waarin de EU een netto-importeur is geworden. De besparingen in vergelijking met het VOB betreffen de twee begrotingsposten voor uitvoerrestituties en zijn het gevolg van een geringere uitvoer met restitutie en lagere restitutietarieven. Voor de uitvoer van vlees (05 02 13 01) wordt de besparing geraamd op 60 miljoen EUR, en voor die van levende dieren (05 02 13 04) op 17 miljoen EUR.

Een kleine extra besparing van 3 miljoen EUR wordt verwacht bij begrotingspost 05 02 13 99, waaruit nog enige uitstaande betalingen in verband met eerdere BSE-maatregelen zouden moeten worden gefinancierd. Omdat er echter tot dusver in 2005 geen betalingen zijn geweest, stelt de Commissie nu voor deze begrotingspost een “p.m.” voor.

05 03 02 – Andere rechtstreekse steun (kredieten – 12,1 miljoen EUR)

60.

kredieten in voorontwerp van begroting: 18 118 miljoen EUR


kredieten na nota van wijzigingen: 18 106 miljoen EUR

De kredieten voor de productiesteun voor olijfolie (05 03 02 21) zijn met 92 miljoen EUR verhoogd op grond van de geactualiseerde cijfers over de in aanmerking komende geproduceerde hoeveelheden. De behoeften aan kredieten volgens de NvW zijn gebaseerd op de jongste productieramingen die de lidstaten voor het verkoopseizoen 2004/2005 hebben meegedeeld. Met name zijn de productiecijfers voor Griekenland verhoogd van 0,434 tot 0,481 miljoen ton, voor Spanje van 0,984 tot 1,118 miljoen ton en voor Italië van 0,769 tot 0,952 miljoen ton (zie de verordening van de Commissie tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de geraamde olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten). Ook de premies voor tabak zullen 1 miljoen EUR meer kosten dan het bedrag waarvan in het VOB was uitgegaan.

Op grond van de jongste gegevens die van de lidstaten zijn ontvangen, is besloten tot verlagingen van de kredieten voor de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe (-20 miljoen EUR), de premie voor eiwithoudende gewassen (- 10,5 miljoen EUR) en de steun voor energiegewassen (-23,3 miljoen EUR).

De kredieten voor de compenserende steun voor bananen (05 03 02 30) worden met 51 miljoen EUR verlaagd in verband met de wijziging van het verwachte bedrag van de compenserende steun voor de productie in 2005 op grond van de hoge prijzen, en in verband met de gewijzigde ramingen van de productie in 2005 en 2006. De raming van de productie in 2005 is verlaagd van 780 000 ton tot 720 000 ton en die van de productie in 2006 van 780 000 ton tot 740 000 ton.

05 04 03 01 – Bosbouw (niet in het kader van het EOGFL) (kredieten + 0,3 miljoen EUR)

kredieten in voorontwerp van begroting: p.m.

61.

kredieten na nota van wijzigingen: 300 000 EUR


Het betrokken geld zal worden gebruikt voor de financiering van:

- een grondig onderzoek naar de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van bossen in de Europese Unie, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan bosbranden en luchtverontreiniging en aan mogelijkheden om deze tegen te gaan;

- een analyse van het effect van de preventieve maatregelen tegen brand die in het kader van het beleid voor plattelandsontwikkeling in de lidstaten zijn genomen, en van de wijze waarop de beschikbare middelen het best kunnen worden gebruikt, hoofdzakelijk door verbetering van de coördinatie tussen lidstaten en tussen regio’s.

62.

2.2. Wijziging van de toelichting bij begrotingsonderdeel 17 04 02


Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 (voeder- en voedingsmiddelenwetgeving), en met name artikel 50 daarvan, voorziet in de instelling van een systeem voor snelle waarschuwingen ten behoeve van kennisgevingen van het bestaan van een direct of indirect risico voor de gezondheid van de mens dat verband houdt met een levensmiddel of diervoeder.

In het VOB 2006, en met name in de toelichting bij begrotingsonderdeel 17 04 02, wordt naar de genoemde verordening verwezen. Die verwijzing moet echter beperkt blijven tot de toepassing van artikel 50.

Daarom wordt voorgesteld de toelichting bij dit begrotingsonderdeel te wijzigen door er een verwijzing naar artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 aan toe te voegen.

63.

2.3. Wijzigingen van de nomenclatuur


Begrotingsonderdeel Aard wijziging Kredieten 2006 EUR

64.

05 01 04 07 Proefproject betreffende een zekerheidsfonds in de sector groenten en fruit Nieuw begrotingsonderdeel 500


OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN

Financiële vooruitzichten Rubriek/subrubriek Financiële vooruitzichten VOB 2006 (inclusief NvW nr. 1/2006) NvW nr. 2/ VOB 2006 + NvW’s nrs. 1 en 2/

|KV’sKB’sKV’sKB’sKV’sKB’sKV’sKB’s1. LANDBOUW- Landbouwuitgaven45 502 000 43 641 320 43 641 320 -361 600 -361 600 43 279 720 43 279 720 - Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen7 116 000 7 771 000 7 711 300 7 771 000 7 711 300 Totaal52 618 000 51 412 320 51 352 620 51 050 720 50 991 020 Marge1 205 680 1 567 280 2. STRUCTURELE MAATREGELEN- Structuurfondsen38 523 000 38 522 922 32 134 099 38 522 922 32 134 099 - Cohesiefonds6 094 000 6 032 082 3 505 500 6 032 082 3 505 500 Totaal44 617 000 44 555 004 35 639 599 44 555 004 35 639 599 Marge61 995 61 995 3. INTERN BELEID9 385 000 9 218 359 8 836 227 +300 9 218 659 8 836 227 Marge166 640 166 340 4. EXTERN BELEID5 269 000 5 432 500 5 378 395 5 432 500 5 378 395 Marge-163 500 -163 500 5. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN6 708 000 6 697 756 6 697 756 6 697 756 6 697 756 Marge10 243 10 243 6. RESERVES- Reserve voor garanties op leningen229 000 229 000 229 000 229 000 229 000 - Reserve voor noodhulp229 000 229 000 229 000 229 000 229 000 Totaal458 000 458 000 458 000 458 000 458 000 Marge7. PRETOETREDINGS-STRATEGIE3 566 000 2 480 600 3 152 150 2 480 600 3 152 150 Marge 1 085 400 1 085 400 8. COMPENSATIES1 074 000 1 073 500 1 073 500 1 073 500 1 073 500 Marge 499 499 TOTAAL123 695 000 119 292 000 121 328 040 112 588 249 -361 300 -361 600 120 966 740 112 226 649 Marge2 366 959 6 703 750 2 728 259 7 065 350