Toelichting bij SEC(2006)1196-2 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier SEC(2006)1196-2 - .
bron SEC(2006)1196 NLEN
datum 26-09-2006
In deze mededeling wordt de situatie van de overheidsfinanciën in Hongarije onderzocht in het licht van het op 1 september 2006 door Hongarije ingediende aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma en de lopende buitensporigtekortprocedure. De mededeling omvat twee documenten: een aanbeveling van de Commissie voor een advies van de Raad over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma en een aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad op grond van artikel 104, lid 7, om het buitensporige tekort te verhelpen.

1.

Achtergrond



Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. In 2005 is het pact voor de eerste maal gewijzigd. Het heeft weliswaar zijn nut bewezen bij het verankeren van begrotingsdiscipline, maar er werd een hervorming van het pact nodig geacht om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing ervan te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen.

Het stabiliteits- en groeipact bestaat uit twee delen. In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, die het preventieve deel van het pact vormt, is bepaald dat de lidstaten stabiliteits- of convergentieprogramma's en jaarlijkse actualiseringen daarvan aan de Raad en de Commissie moeten voorleggen (de lidstaten die de eenheidsmunt reeds hebben aangenomen, moeten (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's indienen en de lidstaten die de eenheidsmunt nog niet hebben aangenomen, moeten (geactualiseerde) convergentieprogramma's indienen). Overeenkomstig de verordening dient de Raad over elk programma advies uit te brengen op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité. Hij dient daarbij tevens rekening te houden met de gedragscode i, de algemeen aanvaarde methode voor de schatting van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi, alsmede met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de prognoses van de diensten van de Commissie. Het corrigerende deel van het pact, dat wordt gevormd door Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten i, geeft uitvoering aan artikel 104 van het Verdrag.

In mei 2004 hebben de Hongaarse autoriteiten hun eerste convergentieprogramma ingediend. Overeenkomstig de verordening heeft de Raad op 5 juli 2004 een advies daarover uitgebracht, waarin het door de Hongaarse autoriteiten in het programma uitgestippelde traject voor tekortreductie tot 2008 werd onderschreven. Eveneens op 5 juli 2004 heeft de Raad vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestond en een aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, aan het land gericht om dit tekort volgens hetzelfde aanpassingstraject te verhelpen. Naar aanleiding van een in januari 2005 op grond van artikel 104, lid 8, door de Raad vastgestelde beschikking, waarin werd vastgesteld dat aan bovengenoemde aanbeveling geen effectief gevolg was gegeven, en gezien het feit dat de laatste twee stappen van de buitensporigtekortprocedure (geregeld bij artikel 104, leden 9 en 11) niet op niet tot het eurogebied behorende lidstaten zoals Hongarije van toepassing zijn, heeft de Raad op 8 maart 2005 een nieuwe aanbeveling aan het land gericht, waarin hij herhaalde dat het buitensporige tekort tegen 2008 diende te worden gecorrigeerd overeenkomstig het aanpassingstraject dat was vermeld in het geactualiseerde Hongaarse convergentieprogramma van december 2004, dat door de Raad in zijn advies van maart 2005 was onderschreven. Op 8 november 2005 heeft de Raad een beschikking aangenomen waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, wordt vastgesteld dat de maatregelen die Hongarije in reactie op de aanbeveling van de Raad van maart 2005 heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn. In de beschikking werd met name rekening gehouden met een aanzienlijke afwijking van het aanpassingstraject waarnaar in de aanbeveling van de Raad van maart 2005 werd verwezen. De tekortdoelstellingen van 3,6% van het BBP in 2005 en van 2,9% van het BBP in 2006, en zelfs het herziene streefcijfer van 5,2% van het BBP voor laatstgenoemd jaar (alle berekend zonder de kosten van de tot de tweede pijler behorende pensioenregelingen in aanmerking te nemen) i, zullen immers bij lange na niet worden gehaald.

Op 1 december 2005 hebben de Hongaarse autoriteiten een geactualiseerd convergentieprogramma ingediend. Daarin was een herzien traject uitgestippeld waarbij de aanpassing overwegend in de laatste programmajaren plaatsvindt, maar waarbij 2008 niettemin wordt gehandhaafd als streefjaar voor het wegwerken van het buitensporige tekort. Op 24 januari 2006 heeft de Raad een advies over deze actualisering uitgebracht, waarin hij aangaf dat hoewel de consolidatie in het programma gebaseerd was op een zeer forse vermindering van de uitgaven ter grootte van 7,5% van het BBP, er geen concrete maatregelen voor de uitvoering daarvan werden vermeld. De Raad verzocht Hongarije dan ook om 'zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september 2006 een aangepast geactualiseerd convergentieprogramma in te dienen, waarin concrete en structurele maatregelen worden genoemd die geheel in overeenstemming zijn met zijn aanpassingstraject voor de middellange termijn' i.

2.

Advies van de Raad over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma


1. Op 1 september 2006 heeft Hongarije een aangepast geactualiseerd convergentieprogramma (hierna 'het programma' genoemd) bij de Raad en bij de Commissie ingediend. Het programma heeft betrekking op de periode 2005-2009, maar verwijst ook naar de jaren 2010 en 2011. Het is grotendeels in overeenstemming met de modelstructuur en de verplichtingen inzake de te verstrekken inlichtingen voor stabiliteits- en convergentieprogramma's die in de nieuwe gedragscode zijn vastgesteld i.

2. Na de goedkeuring halverwege de jaren negentig van een omvangrijk pakket economische hervormingen werd de Hongaarse economie gekenmerkt door stabiele en vrij hoge groeicijfers en een lagere inflatie, die in de hand werden gewerkt door een gezond macro-economisch beleid en adequate structurele aanpassingen. Vanaf 2001, en vooral tijdens de laatste jaren, resulteerden fors hogere overheidsuitgaven en gulle loonsverhogingen in de openbare sector de afgelopen vier jaar evenwel in overheidstekorten van ver boven de 5% van het BBP, waardoor er sprake was van grote afwijkingen van de oorspronkelijke tekortdoelstellingen. Bovendien werden de eindejaarsramingen nadien bij vrijwel elke begrotingskennisgeving aanzienlijk in opwaartse zin bijgesteld. In plaats van de in het convergentieprogramma van mei 2004 vervatte tekortdoelstellingen van 4,6% van het BBP in 2004, 4,1% van het BBP in 2005 en 3,6% van het BBP in 2006, bedroeg het feitelijke tekort 6,6% van het BBP in 2004 en 7,5% van het BBP in 2005; het feitelijke tekort voor 2006 zal volgens de regering op ongeveer 10,1% van het BBP uitkomen, wat veruit het hoogste is in de hele EU (in alle cijfers zijn de kosten van de pensioenhervorming opgenomen). De begrotingsontsporingen zijn grotendeels toe te schrijven aan te optimistische begrotingsplannen, grote uitgavenoverschrijdingen, belastingverlagingen en een algemeen gebrek aan afdoende structurele aanpassingen. Dit zeer expansieve beleid heeft aanzienlijke schade toegebracht aan de geloofwaardigheid van het begrotingsbeleid en heeft er tevens toe geleid dat de economie onder steeds grotere druk is komen te staan. Het heeft met name bijgedragen tot het ontstaan van ernstige externe onevenwichtigheden, een forse stijging van de totale buitenlandse schuld (van minder dan 20% van het BBP in 2001 tot om en bij de 30% van het BBP in 2005) en veel grotere rente-écards in vergelijking met andere recentelijk toegetreden lidstaten.

3. In het aangepaste programma wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei de komende jaren zal vertragen van 4,1% in 2006 tot respectievelijk 2,2% en 2,6% in 2007 en 2008 als gevolg van het van de in het programma opgenomen verkrappende budgettaire aanpassingsmaatregelen, waarvan er sommige reeds vanaf juli 2006 ten uitvoer zijn gelegd. Verwacht wordt dat de groei in 2009 wederom het niveau van voor de aanpassing zal hebben bereikt. Deze ontwikkelingen komen ook tot uiting in de impliciete conjuncturele omstandigheden, die wijzen op negatieve output gaps voor de jaren 2007 en 2008 en de terugkeer van de productie naar haar potentiële niveau in 2009. Afgaande op de momenteel beschikbare informatie en zonder te willen vooruitlopen op de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie lijkt dit macro-economische scenario algemeen genomen plausibel. Het is evenwel enigszins aan de optimistische kant wat de groei in 2009 en de werkgelegenheidsontwikkelingen (vooral in de laatste programmajaren) betreft. Deze ontwikkelingen lijken immers geen negatieve invloed te ondervinden van de groeivertraging en de geplande vermindering van het aantal banen in de overheidssector. De in het programma voorspelde forse verbetering van de betalingsbalans lijkt aannemelijk in het licht van zowel de directe als de indirecte gevolgen van de budgettaire aanpassingsmaatregelen. Meer in het bijzonder wordt verwacht dat het tekort op de lopende rekening zal afnemen van bijna 8% van het BBP in 2006 tot minder dan 4% van het BBP in 2009. Aangenomen wordt dat de inflatie in 2007 een piek van 6,2% zal bereiken (tegen 3,5% in 2006) en vervolgens zal teruglopen tot 3% in 2009. Het voorspelde patroon kan worden verklaard door de (op 10 juli 2006 door het parlement goedgekeurde) BTW-verhoging en de (bij ministerieel decreet van 30 juni goedgekeurde) vermindering van de prijssubsidies, alsook door andere in het programma vervatte maatregelen die inflatoire druk doen ontstaan doordat zij de factorkosten doen toenemen (bv. verhogingen van de personenbelasting en de sociale premies). De inflatie lijkt evenwel gedurende de gehele programmaperiode enigszins te zijn onderschat.

4. De Hongaarse autoriteiten zijn officieel afgestapt van 2010 als streefdatum voor de invoering van de euro, maar hebben nog geen nieuwe meegedeeld. Het Hongaarse monetaire beleid blijft gebaseerd op een inflatiedoelstelling in combinatie met een fluctuatiemarge voor de wisselkoers. Sinds februari 2006 is de wisselkoers van de forint ten opzichte van de euro sterk gedaald (met bijna 10%) tegen de achtergrond van een afnemende risicobereidheid die zich wereldwijd op de opkomende markten liet gevoelen en de groeiende ongerustheid bij de beleggers over de begrotingssituatie in Hongarije. In de zomer is ook het rendementsverschil tussen Hongaarse obligaties en obligaties uit het eurogebied toegenomen tot circa 350 basispunten, deels als gevolg van de bezorgdheid bij de beleggers over de omvang en haalbaarheid van de geplande begrotingsaanpassing. Het monetaire beleid heeft op de opwaartse risico's voor de inflatie en de ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten gereageerd door tussen medio juni en eind augustus 2006 de basisrente in drie stappen met 125 basispunten op te trekken tot 7,25%. Sinds begin augustus is er sprake van een stabilisatie van de valuta. De in het programma gehanteerde rentehypothesen lijken aan de lage kant, vooral in het licht van de opwaartse risico's die aan de inflatieprognoses van het basisscenario verbonden zijn.

5. Nadat in 2005 een feitelijk overheidstekort van 7,5% van het BBP was geboekt (meegedeeld in het voorjaar van 2006), kondigden de Hongaarse autoriteiten na de algemene verkiezingen van april 2006 een bijzonder forse opwaartse herziening van het tekort voor 2006 aan, dat zonder het nemen van corrigerende maatregelen op 11,6% van het BBP zou kunnen uitkomen i. De overschrijding van de in de begrotingswet voor 2006 en in het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2005 opgenomen tekortdoelstelling van 6,1% doet zich bijna volledig aan de uitgavenzijde voor (ongeveer 5% van het BBP). Zij was vooral toe te schrijven aan de operationele en loonkosten van centrale begrotingsinstellingen, de pensioenuitkeringen, de uitgaven voor de gezondheidszorg en hoger dan verwachte investeringen van lokale overheden in de aanloop naar de verkiezingen. Een deel van de overschrijding (ter grootte van ongeveer 1½% van het BBP) is het gevolg, enerzijds, van het feit dat de financiering van snelwegen, die volgens de oorspronkelijke plannen door middel van publiek-private samenwerking en buiten de begroting om zou plaatsvinden, toch in de overheidsrekeningen was opgenomen (1,1% van het BBP) en, anderzijds, van de kosten van via een financiële lease aangekochte legervliegtuigen (0,3% van het BBP). Deze beide uitgaven waren oorspronkelijk niet in het officiële streefcijfer opgenomen.

6. De nieuwe regering, die na de algemene verkiezingen van april 2006 in juni is aangetreden, werd met een torenhoog begrotingstekort geconfronteerd en besloot daarom nog dezelfde maand de rest van haar vijfjarenprogramma van belastingverlagingen (dat in 2010 in een verder inkomstenverlies van ongeveer 3% van het BBP i zou hebben geresulteerd) niet uit te voeren en een pakket corrigerende begrotingsmaatregelen aan te nemen. Een aantal van deze corrigerende maatregelen, waaronder al die aan de inkomstenzijde, is reeds door het parlement goedgekeurd. De regering verwacht dat de belastingverhogingen in combinatie met, enerzijds, een aantal onmiddellijke bezuinigingen op de uitgaven voor gezondheidszorg, de gasprijssubsidies en de uitgaven van de overheidsdiensten en, anderzijds, de volledige opneming van de algemene begrotingsreserve van 0,3% van het BBP de overschrijding van de tekortdoelstelling in 2006 met 1,5% van het BBP zullen reduceren, zodat de nieuwe tekortdoelstelling wordt gehaald, die met 10,1% van het BBP echter zeer hoog blijft. Tevens wordt ervan uitgegaan dat deze maatregelen ook in de komende jaren een belangrijk effect zullen sorteren.

7. Met het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 wordt beoogd het buitensporige tekort uiterlijk in 2009 te verhelpen. Dit doel zou worden verwezenlijkt door het tekort in de eerste drie jaar van de programmaperiode fors (namelijk met 6,9 procentpunten van het BBP) terug te dringen van het hoge uitgangspunt van 10,1% van het BBP in 2006 tot 3,2% van het BBP in 2009. De verbetering van het primaire saldo over deze periode is van dezelfde orde van grootte. In het programma wordt erkend dat de tekortdoelstelling van 3,2% van het BBP in 2009 nog steeds hoger is dan de in het Verdrag vastgelegde drempel van 3% van het BBP, maar er wordt van uitgegaan dat de Raad en de Commissie bij het nagaan of een beëindiging van de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Hongarije aan de orde is overeenkomstig het herziene stabiliteits- en groeipact eventueel rekening kunnen houden met een deel van de nettokosten van de pensioenhervorming i. Bijna de helft van de tekortreductie zou reeds in 2007 moeten plaatsvinden. De geplande reductie van het nominale tekort zou worden bewerkstelligd door in de loop van de programmaperiode de ontvangstenquote met 3 procentpunten te verhogen en de uitgavenquote met 3,9 procentpunten te verminderen. Wat de ontvangstenzijde betreft, zijn alle inkomstenverhogende maatregelen die de in het programma voorspelde stijging van de ontvangstenquote moeten teweegbrengen, reeds aangenomen. Teneinde hun doelstellingen te bereiken, zijn de Hongaarse autoriteiten van plan om naast de bovengenoemde, reeds goedgekeurde uitgavenbezuinigingen ook de begrotingsdiscipline te verbeteren (door middel van transparantere financiële verslaggeving, alsmede door de invoering van meerjarenplafonds voor de uitgaven en voorschriften om de uitgaven binnen de perken te houden). Deze plannen zullen naar verwachting worden opgenomen en in detail worden uitgewerkt in de begrotingswet 2007, die eind oktober bij het parlement zal worden ingediend. Bovendien worden in het programma vooral voor de laatste programmajaren ingrijpende structurele hervormingen aangekondigd om te waarborgen dat de tekortdoelstellingen worden gehaald (zoals de invoering van eigenbijdrageregelingen in de sector van de gezondheidszorg, een herziening van de prijssubsidies en een stroomlijning van de centrale overheidsdiensten).

8. Volgens de berekeningen die de diensten van de Commissie op basis van de algemeen aanvaarde methode en uitgaande van de in het programma verstrekte informatie hebben verricht, zou het structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde tekort, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), na in 2006 een verslechtering met naar schatting ongeveer 2% van het BBP te hebben vertoond, teruglopen van 9¾% van het BBP in 2006 tot 3¼% in 2009, waarbij zich over de gehele periode bezien een jaarlijkse verbetering van gemiddeld circa 2¼% van het BBP zou voordoen. Als middellangetermijndoelstelling voor de begrotingssituatie in de zin van het stabiliteits- en groeipact wordt in het programma een structureel tekort tussen 0,5% en 1% van het BBP gehanteerd, maar er wordt niet naar gestreefd om deze doelstelling binnen de programmaperiode te bereiken. De middellangetermijndoelstelling ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld. Deze doelstelling kan derhalve als passend worden aangemerkt gezien de potentiële productiegroei op lange termijn en de schuldquote, maar zij zal niet binnen de programmaperiode worden gehaald.

9. Wat het begrotingsresultaat betreft, is er sprake van een aantal positieve elementen. Een groot deel van de maatregelen die tot de tekortreductie in 2006 en 2007 moeten bijdragen, zijn reeds getroffen of zullen in de begroting voor 2007 worden opgenomen. Voorts heeft de regering de afgelopen maanden een reeks besluiten genomen met betrekking tot een aantal eerste stappen van de geplande structurele hervormingen. Bovendien hebben de Hongaarse autoriteiten besloten verbeteringen aan te brengen in het begrotingsproces door vanaf 2007 voorschriften tot beperking van de uitgaven en een meerjarenplanning van de uitgaven van begrotingsinstellingen in te voeren; in het programma zeggen zij tevens toe tweemaal per jaar aan de Commissie en de Raad verslag te zullen uitbrengen over de begrotingsontwikkelingen en mededeling te zullen doen van eventuele corrigerende maatregelen in geval van ontsporingen. Er is echter ook sprake van belangrijke risico's. Zo heerst er nog steeds enige onzekerheid over de effectieve handhaving van de voor 2007 en 2008 geplande uitgavenbevriezingen en over de beperking van de uitgavenverhogingen op terreinen waarop de bevriezingen geen betrekking hebben. Voorts is het niet uitgesloten dat er zich ondanks de voorgenomen maatregelen belangrijke risico's aandienen voor de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen in de laatste programmajaren. De uit het macro-economische scenario voortvloeiende risico's aan de ontvangstenzijde lijken elkaar algemeen genomen weliswaar in evenwicht te houden, maar de inkomstenprognoses voor de laatste programmajaren en vooral voor 2009 zijn vrij optimistisch, wat ook te maken heeft met de nogal rooskleurige werkgelegenheidsvoorspellingen. Daar komt nog bij dat, benevens het feit dat er in het verleden slechte resultaten op het gebied van de uitgavenbeheersing zijn geboekt en er geen nauwkeurige informatie voorhanden is over de wijze waarop deze uitgavenbeheersing in de toekomst zal worden bewerkstelligd, de overheidsfinanciën ook ernstig kunnen ontsporen als gevolg van de zwakke institutionele controle op het begrotingsproces. Of de geplande tekortreductie ook wordt verwezenlijkt, is derhalve sterk afhankelijk van de strikte tenuitvoerlegging van de voorgenomen structurele hervormingen en de beheersing van de uitgaven vanaf de eerste programmajaren. Tenslotte kan niet worden uitgesloten dat de schuld van bijna 2% van het BBP die de openbaarvervoerbedrijven sinds eind 2002 hebben opgebouwd, door de regering zal worden overgenomen (aangezien dat in het verleden reeds herhaaldelijk is gebeurd). Daarvan zou een tijdelijk effect op het tekort uitgaan. Al bij al is het dus niet uitgesloten dat het feitelijke begrotingsresultaat zowel op korte termijn als in de laatste programmajaren slechter uitvalt dan in het programma wordt aangenomen.

10. In het licht van de bovenstaande risicoanalyse dient de regering de begrotingsdoelstellingen integraal te realiseren om de geplande duurzame correctie van het buitensporige tekort in 2009 te verwezenlijken. Daartoe is het van cruciaal belang dat alle in het programma voor de jaren 2006 tot en met 2009 aangekondigde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat tijdig beslissingen worden getroffen omtrent en werk wordt gemaakt van structurele hervormingen en uitgavenbeheersing.

11. Volgens de programmaprognoses zou de schuldquote fors toenemen tot 68,5% in 2006 (tegen 62,3% in 2005), 71,3% in 2007 en 72,3% in 2008. Verwacht wordt dat de quote pas in 2009 zal beginnen te dalen, namelijk tot 70,4%. De in het programma geschetste dynamiek steekt schril af bij die vermeld in de vorige actualisering, waarin ervan werd uitgegaan dat de schuldquote (inclusief pensioenlasten) gedurende de gehele programmaperiode 61 à 63% van het BBP zou bedragen. In de actualisering worden geen belangrijke transacties met grote gevolgen voor de schuld (zoals privatiseringen of schuldovernames) voorspeld. De risico's voor het geplande schuldpad vloeien voornamelijk voort uit het bovenvermelde risico dat de tekorten hoger uitvallen dan verwacht, onder meer wegens de mogelijke overname van de schuld van de openbaarvervoerbedrijven. Gezien deze risicoanalyse lijkt de schuldquote onvoldoende af te nemen in de richting van de referentiewaarde.

12. Hongarije lijkt ernstig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft i. De zeer zwakke begrotingssituatie, in combinatie met de vrij hoge en stijgende schuldquote, houdt een groot risico in voor de houdbaarheid van de openbare financiën, nog afgezien van de budgettaire gevolgen op lange termijn van de vergrijzing. Bovendien gaat van de vergrijzing in Hongarije een veel groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt met name doordat de pensioenuitgaven als percentage van het BBP op lange termijn een forse stijging te zien zullen geven. Daarom is het noodzakelijk de openbare financiën op middellange termijn over de gehele linie gezond te maken zoals gepland en de begrotingssituatie nadien verder te versterken om die risico's te verkleinen.

13. De openbare financiën zijn in 2005 en vooral in 2006 ernstig verslechterd, wat het moeilijk maakte om het buitensporige tekort overeenkomstig het geplande traject te corrigeren, maar dat neemt niet weg dat de in het programma vermelde maatregelen, mits zij volledig worden gespecificeerd en onverkort worden uitgevoerd, grotendeels in overeenstemming zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren zijn vervat i. Zo is Hongarije met name voornemens effectieve maatregelen te treffen om het buitensporige tekort te verhelpen en hervormingen door te voeren om de begrotingsdiscipline te versterken en de transparantie te bevorderen. Deze maatregelen zouden tevens moeten bijdragen tot het wegwerken van de grote tekorten op de lopende rekening. Zij moeten echter door structurele hervormingen worden ondersteund, zodat een houdbare begrotingssituatie wordt bewerkstelligd.

14. De Hongaarse regering is voornemens om in het kader van het uitvoeringsverslag dat medio oktober 2006 in de context van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid moet worden ingediend, de hervormingsplannen vervat in het in oktober 2005 ingediende programma van nationale hervormingen ingrijpend te herzien zodat deze de nieuwe regeringsstrategie weerspiegelen. In het programma van nationale hervormingen van oktober 2005 werden de volgende belangrijke uitdagingen genoemd die aanzienlijke gevolgen voor de openbare financiën hebben: a) terugdringen van het begrotingstekort; b) verbeteren van de infrastructuur; en c) verhogen van de participatie- en werkgelegenheidsgraad en verbeteren van de kwaliteit van het menselijk kapitaal. In het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma worden plannen en maatregelen geschetst met het oog op de herstructurering van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg, het pensioenstelsel en het openbaar onderwijs. Zo worden in het programma met name voor 2007 maatregelen gepland om de overheidsdiensten af te slanken en efficiënter te maken door schaalvoordelen te benutten; onderzoeken naar de bestaansmiddelen in te voeren bij het verlenen van subsidies; de farmaceutische subsidies te stroomlijnen en de handel in farmaceutische producten gedeeltelijk te liberaliseren; en eigen bijdragen in te voeren voor gezondheidsdiensten. Voorts zullen in 2007 bij het parlement wetswijzigingsvoorstellen worden ingediend die erop gericht zijn de pensioenleeftijd te verhogen en het aantal vervroegde uittredingen te verminderen door de stimuleringsregelingen te verbeteren en het invaliditeitspensioenstelsel te hervormen; de gezondheidsdiensten op een strikte verzekeringsleest te schoeien en de verstrekking en het gebruik van deze diensten te rationaliseren; en het openbaar onderwijs te herstructureren. Deze plannen moeten nog in vaste vorm worden gegoten. In het programma worden deze plannen aangevuld met geplande verbeteringen van de institutionele aspecten van het kader van de openbare financiën.

Op grond van bovenstaande evaluatie moet worden geconcludeerd dat de Hongaarse openbare financiën, en in het bijzonder het voor 2006 verwachte hoge tekort, ernstige zorgen baren. Het dient derhalve te worden toegejuicht dat de Hongaarse autoriteiten in het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 voorrang geven aan de vermindering van het buitensporige tekort door middel van een overwegend in de eerste programmajaren geleverde inspanning en hebben toegezegd tweemaal per jaar aan de Commissie en de Raad verslag te zullen uitbrengen over de geboekte vooruitgang en over de maatregelen die zijn genomen om op koers te blijven. Hoewel er belangrijke eerste stappen zijn gezet om extra inkomsten te verwerven en de uitgaven te verminderen teneinde de nieuwe tekortdoelstelling voor 2007 te halen, en er tevens plannen zijn aangekondigd om de uitgaven beter te beheersen en structurele hervormingen door te voeren ter ondersteuning van de aanpassingsinspanning, blijven er zowel op korte termijn als in de laatste programmajaren risico's bestaan voor de verwezenlijking van het aanpassingstraject. Of de geplande tekortreductie ook wordt gerealiseerd, is derhalve sterk afhankelijk van de strikte tenuitvoerlegging van de voorgenomen structurele hervormingen, de handhaving van de uitgavenbeheersing vanaf de eerste programmajaren en een versterking van het institutionele kader van de openbare financiën in Hongarije, stuk voor stuk aspecten die een zeer ernstige inspanning van de Hongaarse regering vereisen.

3.

Aanbeveling van de Raad om het buitensporige overheidstekort te verhelpen (artikel 104, lid 7)


De in de vorige afdeling vervatte analyse is ook relevant voor de aanbeveling om het buitensporige overheidstekort te verhelpen.

Bij de vaststelling van de oorspronkelijke termijn voor het corrigeren van het buitensporige tekort (2008) werden er in het geval van Hongarije 'bijzondere omstandigheden' in de zin van artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad i – waardoor een correctie binnen een middellangetermijnkader was toegestaan – geacht te bestaan, met name gelet op de omvang van het tekort en gezien het feit dat economie zich nog steeds in een herstructureringsfase bevond.

Het tekort diende oorspronkelijk binnen een middellangetermijnkader tot 2008 te worden gecorrigeerd, maar deze streefdatum kan niet langer als realistisch worden beschouwd gezien de recente grote begrotingsontsporingen in Hongarije, die ernstige schade hebben toegebracht aan de geloofwaardigheid van het begrotingsbeleid en er tevens toe hebben geleid dat de economie onder steeds grotere druk is komen te staan. In het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma is een nieuw middellangetermijnkader voor de correctie vastgelegd, waarbij 2009 als uiterste datum voor de correctie van het tekort geldt. Gezien de recente ontsporingen lijkt deze nieuwe termijn, die een aanzienlijke correctie van het structurele tekort met meer dan 6% van het BBP over een periode van drie jaar inhoudt, aanvaardbaar.

Om dit doel te bereiken, lijkt het aangewezen dat de Hongaarse regering: i) de verslechtering van de begrotingssituatie in 2006 beperkt door de goedgekeurde en aangekondigde corrigerende maatregelen strikt ten uitvoer te leggen en door ook eventuele meevallers daarvoor aan te wenden. Dit zou moeten resulteren in een nominaal tekort van ten hoogste 10% van het BBP in 2006, wat nog steeds uitzonderlijk hoog is; ii) de vereiste maatregelen onverkort ten uitvoer legt teneinde een vroegtijdige en duurzame aanzienlijke correctie van het structurele tekort te bewerkstelligen door in 2007 reeds een zeer belangrijke stap te zetten, die wordt gevolgd door een ernstige aanpassingsinspanning totdat het buitensporige tekort is verholpen, waarbij de te leveren inspanning de omvang moet hebben die in het advies van de Raad over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma is aangegeven, en tevens klaar staat om alle aanvullende maatregelen te nemen die noodzakelijk kunnen blijken om het buitensporige tekort in 2009 te verhelpen; en iii) in de volgende begrotingswetten voldoende veiligheden inbouwt om zelfs in geval van onvoorziene gebeurtenissen ontsporingen te vermijden. Hoewel het programma voorziet in een aantal potentiële budgettaire veiligheidsbuffers waarvan de omvang in de loop van de programmaperiode steeds groter wordt, moet nog worden afgewacht hoe doeltreffend deze plannen in concrete maatregelen zullen worden omgezet en ten uitvoer zullen worden gelegd. Tegelijkertijd zal de overheidsschuldquote in overeenstemming met het in het convergentieprogramma uitgestippelde meerjarentraject voor tekortreductie en bij voorkeur vóór 2009 op een sterk neerwaarts pad moeten worden gebracht.

De begrotingsaanpassing dient te worden ingepast in een alomvattende strategie voor structurele hervorming, welke ook de hervorming van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg, het pensioenstelsel en het onderwijs omvat, teneinde de uitgaven over de gehele programmahorizon en ook daarna binnen de perken te houden en te verminderen. De correctie dient voorts te worden ondersteund door de aanneming van doortastende maatregelen die erop gericht zijn de controle op de begroting te bevorderen, begrotingsregels in te voeren en het institutionele kader van het begrotingsproces te versterken. De regering wordt geacht met ingang van 1 april 2007 tweemaal per jaar verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van deze strategie en de begrotingsdoelstellingen, conform de toezeggingen die zij in het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 heeft gedaan.

4.

BIJLAGE


Vergelijking tussen de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses



Reëel BBP (Verandering in %) CP sep 4, 4, 2, 2, 4,

CP dec 4, 4, 4, 4, n.b.

CP dec 4, 4, 4, 4, n.b.

HICP-inflatie (%) CP sep 3, 3, 6, 3, 3,

CP dec 3, 2, 3, 2, n.b.

CP dec 4, 4, 3, 3, n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) CP sep 20061, 0, 0, -0, -0, 0,

CP dec -1, -0, -0, -0, n.b.

CP dec -1, -0, -0, -0, n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) CP sep -7, -10, -6, -4, -3,

CP dec -7, -6, -4, -3, n.b.

CP dec -4, -4, -3, -2, n.b.

Primair saldo (% van het BBP) CP sep -3, -6, -2, -0, 0,

CP dec -3, -2, -1, -0, n.b.

CP dec -0, -0, -0, 0, n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) CP sep -7, -10, -6, -3, -3,

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Structureel saldo² (% van het BBP) CP sep 2006³ -7, -9, -5, -3, -3,

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) CP dec 62, 68, 71, 72, 70,

CP dec 61, 63, 63, 62, n.b.

CP dec 58, 56, 54, 53, n.b.

Noten: 1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de programmagegevens. 2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 3 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit het programma: 0% in 2005, 0,8% van het BBP in 2006, 0,9% in 2007, 0,3% in 2008 (alle met een tekortverhogend effect). De ramingen van de diensten van de Commissie met betrekking tot de eenmalige maatregelen sluiten grotendeels aan bij de programmagegevens, behalve voor 2005 (een tekortverminderend effect van 0,4% van het BBP) en 2006 (een tekortverhogend effect van 0,3% van het BBP). 4 Op basis van een geraamd groeipotentieel van respectievelijk 3,6%, 3,6%, 3,3%, 3,2% en 3,2% in de periode 2005-2009. Bronnen: Geactualiseerde convergentieprogramma's (CP); berekeningen van de diensten van de Commissie.

5.

Aanbeveling voor een


ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997

over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2005-2009

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien het advies van de Raad van 24 januari 2006 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2005-2008,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

1. Op [10 oktober 2006] heeft de Raad het op 1 september 2006 ontvangen aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2005-2009 behandeld.

2. Na de goedkeuring halverwege de jaren negentig van een omvangrijk pakket economische hervormingen werd de Hongaarse economie gekenmerkt door stabiele en vrij hoge groeicijfers en een lagere inflatie, die in de hand werden gewerkt door een gezond macro-economisch beleid en adequate structurele aanpassingen. Vanaf 2001, en vooral tijdens de laatste jaren, resulteerden fors hogere overheidsuitgaven en gulle loonsverhogingen in de openbare sector evenwel elk jaar in overheidstekorten van ver boven de 5% van het BBP, waardoor er sprake was van grote afwijkingen van de oorspronkelijke tekortdoelstellingen. Bovendien werden de eindejaarscijfers nadien bij vrijwel elke begrotingskennisgeving aanzienlijk in opwaartse zin bijgesteld. In plaats van de in het convergentieprogramma van mei 2004 vervatte tekortdoelstellingen van 4,6% van het BBP in 2004, 4,1% van het BBP in 2005 en 3,6% van het BBP in 2006, bedroeg het feitelijke tekort 6,6% van het BBP in 2004 en 7,5% van het BBP in 2005; het feitelijke tekort voor 2006 zal volgens de regering op ongeveer 10,1% van het BBP uitkomen, wat veruit het hoogste is in de hele EU (in alle cijfers zijn de kosten van de pensioenhervorming opgenomen). De begrotingsontsporingen zijn grotendeels toe te schrijven aan te optimistische begrotingsplannen, grote uitgavenoverschrijdingen, belastingverlagingen en een gebrek aan afdoende structurele aanpassingen. Dit zeer expansieve beleid heeft aanzienlijke schade toegebracht aan de geloofwaardigheid van het begrotingsbeleid en heeft er tevens toe geleid dat de economie onder steeds grotere druk is komen te staan. Het heeft met name bijgedragen tot het ontstaan van ernstige externe onevenwichtigheden, een forse stijging van de totale buitenlandse schuld (van minder dan 20% van het BBP in 2001 tot om en bij de 30% van het BBP in 2005) en veel grotere renteverschillen in vergelijking met andere recentelijk toegetreden lidstaten.

3. Op 5 juli 2004 heeft de Raad vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestond en een aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, aan het land gericht om dit tekort tegen uiterlijk 2008 te verhelpen, het streefjaar dat de Hongaarse autoriteiten in het convergentieprogramma van mei 2004 hadden aangegeven. Nadat in januari 2005 overeenkomstig artikel 104, lid 8, was besloten dat aan deze aanbeveling geen gevolg was gegeven, gaf de Raad op 8 maart 2005 nieuwe aanbevelingen op grond van artikel 104, lid 7, waarin hij herhaalde dat het buitensporige tekort tegen 2008 diende te worden gecorrigeerd conform het aanpassingstraject dat in het Hongaarse geactualiseerde convergentieprogramma van december 2004 was uitgestippeld en in het advies van de Raad van maart 2005 was onderschreven. Op 8 november 2005 heeft de Raad een beschikking aangenomen waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, wordt vastgesteld dat de maatregelen die Hongarije in reactie op de aanbeveling van de Raad van maart 2005 heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn. In de beschikking werd met name rekening gehouden met een aanzienlijke afwijking van het aanpassingstraject waarnaar in de bovengenoemde aanbeveling van de Raad (met betrekking tot het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2004) werd verwezen, namelijk wat de tekortdoelstellingen van 3,6% van het BBP in 2005 en van 2,9% van het BBP in 2006 betreft (waarbij beide cijfers zijn berekend zonder de kosten van de tot de tweede pijler behorende pensioenregelingen in aanmerking te nemen).

4. Op 1 december 2005 hebben de Hongaarse autoriteiten bij de Commissie en de Raad een geactualiseerd convergentieprogramma ingediend. Daarin was een nieuw aanpassingstraject uitgestippeld waarbij 2008 niettemin wordt gehandhaafd als streefjaar voor het wegwerken van het buitensporige tekort. Op 24 januari 2006 heeft de Raad een advies over deze actualisering van 2005 uitgebracht, waarin hij aangaf dat hoewel de consolidatie in het programma gebaseerd was op een zeer forse vermindering van de uitgaven ter grootte van 7,5% van het BBP, er geen concrete maatregelen voor de uitvoering daarvan werden vermeld. Daarom heeft de Raad Hongarije overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad, als gewijzigd, verzocht om zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september 2006 een aangepast geactualiseerd convergentieprogramma in te dienen, waarin concrete en structurele maatregelen worden genoemd die geheel in overeenstemming zijn met zijn aanpassingstraject voor de middellange termijn.

5. Nadat in 2005 een feitelijk overheidstekort van 7,5% van het BBP was geboekt (meegedeeld in het voorjaar van 2006), kondigden de Hongaarse autoriteiten na de algemene verkiezingen van april 2006 een bijzonder forse opwaartse herziening van het tekort voor 2006 aan, dat zonder het nemen van corrigerende maatregelen op 11,6% van het BBP zou kunnen uitkomen i. De overschrijding van de in de begrotingswet en in het geactualiseerde convergentieprogramma van 2005 opgenomen tekortdoelstelling van 6,1% doet zich bijna volledig aan de uitgavenzijde voor (ongeveer 5% van het BBP). Zij was vooral toe te schrijven aan de operationele en loonkosten van centrale begrotingsinstellingen, de pensioenuitkeringen, de uitgaven voor de gezondheidszorg en hoger dan verwachte investeringen van lokale overheden in de aanloop naar de verkiezingen. Een deel van de overschrijding (ter grootte van ongeveer 1½% van het BBP) was het gevolg, enerzijds, van het feit dat de financiering van snelwegen, die volgens de oorspronkelijke plannen door middel van publiek-private samenwerking en buiten de begroting om zou plaatsvinden, toch in de overheidsrekeningen was opgenomen i (1,1% van het BBP) en, anderzijds, van de kosten van via een financiële lease aangekochte legervliegtuigen (0,3% van het BBP). Deze beide uitgaven waren oorspronkelijk niet in het officiële streefcijfer opgenomen.

6. De regering, die na de algemene verkiezingen van april 2006 aan de macht bleef, werd met een torenhoog begrotingstekort geconfronteerd en besloot daarom de rest van haar vijfjarenprogramma van belastingverlagingen (dat in 2010 in een verder inkomstenverlies van ongeveer 3% van het BBP zou hebben geresulteerd) niet uit te voeren en een pakket corrigerende begrotingsmaatregelen aan te nemen. Een aantal van deze corrigerende maatregelen, waaronder al die aan de inkomstenzijde, is reeds door het parlement goedgekeurd. De regering verwacht dat de belastingverhogingen in combinatie met, enerzijds, een aantal onmiddellijke bezuinigingen op de uitgaven voor gezondheidszorg, de gasprijssubsidies en de uitgaven van de overheidsdiensten en, anderzijds, de volledige opneming van de algemene begrotingsreserve van 0,3% van het BBP de overschrijding van de tekortdoelstelling in 2006 met 1,5% van het BBP zullen reduceren, zodat de nieuwe tekortdoelstelling van 10,1% van het BBP wordt gehaald. Tevens wordt ervan uitgegaan dat deze maatregelen ook in de komende jaren een belangrijk effect zullen sorteren.

7. Het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma (hierna 'het programma' genoemd), dat in reactie op het verzoek van de Raad van januari 2006 is ingediend, is grotendeels in overeenstemming met de modelstructuur en de verplichtingen inzake de te verstrekken inlichtingen voor stabiliteits- en convergentieprogramma's die in de nieuwe gedragscode zijn vastgesteld i.

8. In het macro-economische scenario dat in het programma wordt geschetst, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei de komende jaren zal vertragen van 4,1% in 2006 tot respectievelijk 2,2% en 2,6% in 2007 en 2008 als gevolg van het krimpeffect van de in het programma opgenomen budgettaire aanpassingsmaatregelen, waarvan er sommige reeds vanaf juli 2006 ten uitvoer zijn gelegd. Verwacht wordt dat de groei in 2009 wederom het niveau van voor de aanpassing zal hebben bereikt. Deze ontwikkelingen komen ook tot uiting in de impliciete conjuncturele omstandigheden, die wijzen op negatieve output gaps voor de jaren 2007 en 2008 en de terugkeer van de productie naar haar potentiële niveau in 2009. Afgaande op de momenteel beschikbare informatie en zonder te willen vooruitlopen op de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie lijkt dit macro-economische scenario algemeen genomen plausibel. Het is evenwel enigszins aan de optimistische kant wat de groei in 2009 en de werkgelegenheidsontwikkelingen (vooral in de laatste programmajaren) betreft. Deze ontwikkelingen lijken immers geen negatieve invloed te ondervinden van de groeivertraging en de geplande vermindering van het aantal banen in de overheidssector. De in het programma voorspelde forse verbetering van de betalingsbalans lijkt aannemelijk in het licht van zowel de directe als de indirecte gevolgen van de budgettaire aanpassingsmaatregelen. Meer in het bijzonder wordt verwacht dat het tekort op de lopende rekening zal afnemen van bijna 8% van het BBP in 2006 tot minder dan 4% van het BBP in 2009. Aangenomen wordt dat de inflatie in 2007 een hoogtepunt van 6,2% zal bereiken (tegen 3,5% in 2006) en vervolgens zal teruglopen tot 3% in 2009. Het voorspelde patroon kan worden verklaard door de BTW-verhoging en de vermindering van de prijssubsidies waartoe in de zomer van 2006 is besloten, alsook door andere in het programma vervatte maatregelen die naar verwachting inflatoire druk zullen doen ontstaan doordat zij de factorkosten doen toenemen (bv. verhogingen van de personenbelasting en de sociale premies). Het inflatiepeil lijkt evenwel gedurende de gehele programmaperiode enigszins te zijn onderschat.

9. In het programma wordt ernaar gestreefd het buitensporige tekort uiterlijk in 2009 te verhelpen. Dit doel zou worden verwezenlijkt door het tekort in de eerste drie jaar van de programmaperiode fors (namelijk met 6,9 procentpunten van het BBP) terug te dringen van het hoge uitgangspunt van 10,1% van het BBP in 2006 tot 3,2% van het BBP in 2009. De verbetering van het primaire saldo over deze periode is van dezelfde orde van grootte. In het programma wordt erkend dat de tekortdoelstelling van 3,2% van het BBP in 2009 nog steeds hoger is dan de in het Verdrag vastgelegde drempel van 3% van het BBP, maar er wordt van uitgegaan dat de Raad en de Commissie bij het nagaan of een beëindiging van de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Hongarije aan de orde is overeenkomstig het herziene stabiliteits- en groeipact eventueel rekening kunnen houden met een deel van de nettokosten van de pensioenhervorming i. Bijna de helft van de tekortreductie zou reeds in 2007 moeten plaatsvinden. De geplande reductie van het nominale tekort zou worden bewerkstelligd door in de loop van de programmaperiode de ontvangstenquote met 3 procentpunten te verhogen en de uitgavenquote met 3,9 procentpunten te verminderen. Wat de ontvangstenzijde betreft, zijn alle inkomstenverhogende maatregelen die de in het programma voorspelde stijging van de ontvangstenquote moeten teweegbrengen, reeds aangenomen. Teneinde hun doelstellingen te bereiken, zijn de Hongaarse autoriteiten van plan om naast de bovengenoemde, reeds goedgekeurde uitgavenbezuinigingen ook strikte meerjarenplafonds voor de meeste uitgavenposten te hanteren en de controle op de begrotingsuitgaven te verscherpen. Deze plannen zullen naar verwachting worden opgenomen en in detail worden uitgewerkt in de begrotingswet 2007, die eind oktober bij het parlement zal worden ingediend. Bovendien worden in het programma vooral voor de laatste programmajaren ingrijpende structurele hervormingen aangekondigd om te waarborgen dat de tekortdoelstellingen worden gehaald (zoals de invoering van eigenbijdrageregelingen in de sector van de gezondheidszorg, een herziening van de prijssubsidies en een stroomlijning van de centrale overheidsdiensten).

10. Volgens de berekeningen die de diensten van de Commissie op basis van de algemeen aanvaarde methode en uitgaande van de in het programma verstrekte gegevens hebben verricht, zou het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) gedurende de gehele programmaperiode met gemiddeld circa 2¼% van het BBP per jaar verbeteren en teruglopen van 9¾% van het BBP in 2005 tot 3¼% in 2009. Als middellangetermijndoelstelling voor de begrotingssituatie wordt in het programma een structureel tekort tussen 0,5% en 1% van het BBP gehanteerd, maar er wordt niet naar gestreefd om deze doelstelling binnen de programmaperiode te bereiken. De middellangetermijndoelstelling ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld. Zij kan derhalve als passend worden aangemerkt gezien de potentiële productiegroei op lange termijn en de schuldquote.

11. Wat het begrotingsresultaat betreft, is er sprake van een aantal positieve elementen. Een groot deel van de maatregelen die tot de tekortreductie in 2006 en 2007 moeten bijdragen, zijn reeds getroffen of zullen in de begroting voor 2007 worden opgenomen. Voorts heeft de regering de afgelopen maanden een reeks besluiten genomen met betrekking tot een aantal eerste stappen van de geplande structurele hervormingen. Bovendien hebben de Hongaarse autoriteiten besloten verbeteringen aan te brengen in het begrotingsproces door de transparantie van de financiële verslaggeving te verhogen en door vanaf 2007 voorschriften tot beperking van de uitgaven en een meerjarenplanning van de uitgaven van begrotingsinstellingen in te voeren; in het programma zeggen zij tevens toe tweemaal per jaar aan de Commissie en de Raad verslag te zullen uitbrengen over de begrotingsontwikkelingen en mededeling te zullen doen van eventuele corrigerende maatregelen in geval van ontsporingen. Er is echter ook sprake van belangrijke risico's. Zo heerst er nog steeds enige onzekerheid over de effectieve handhaving van de voor 2007 en 2008 geplande uitgavenbevriezingen en over de beperking van de uitgavenverhogingen op terreinen waarop de bevriezingen geen betrekking hebben. Voorts is het niet uitgesloten dat er zich ondanks de voorgenomen maatregelen belangrijke risico's aandienen voor de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen in de laatste programmajaren. De uit het macro-economische scenario voortvloeiende risico's aan de ontvangstenzijde lijken elkaar algemeen genomen weliswaar in evenwicht te houden, maar de inkomstenprognoses voor de laatste programmajaren en vooral voor 2009 zijn vrij optimistisch, wat ook te maken heeft met de nogal rooskleurige werkgelegenheidsvoorspellingen. Daar komt nog bij dat, benevens het feit dat er in het verleden slechte resultaten op het gebied van de uitgavenbeheersing zijn geboekt en er geen nauwkeurige informatie voorhanden is over de wijze waarop deze uitgavenbeheersing in de toekomst zal worden bewerkstelligd, de overheidsfinanciën ook ernstig kunnen ontsporen als gevolg van de zwakke institutionele controle op het begrotingsproces. Of de geplande tekortreductie ook wordt verwezenlijkt, is derhalve sterk afhankelijk van de strikte tenuitvoerlegging van de voorgenomen structurele hervormingen en de beheersing van de uitgaven vanaf de eerste programmajaren. Tenslotte kan niet worden uitgesloten dat de schuld van bijna 2% van het BBP die de openbaarvervoerbedrijven sinds eind 2002 hebben opgebouwd, door de regering zal worden overgenomen (aangezien dat in het verleden reeds herhaaldelijk is gebeurd). Daarvan zou een tijdelijk effect op het tekort uitgaan. Al bij al is het dus niet uitgesloten dat het feitelijke begrotingsresultaat zowel op korte termijn als in de laatste programmajaren slechter uitvalt dan in het programma wordt aangenomen.

12. In het licht van de bovenstaande risicoanalyse dient de regering de begrotingsdoelstellingen integraal te realiseren om de geplande duurzame correctie van het buitensporige tekort in 2009 te verwezenlijken. Daartoe is het van cruciaal belang dat alle in het programma voor de jaren 2006 tot en met 2009 aangekondigde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat de structurele hervormingen en de maatregelen tot beheersing van de uitgaven nader worden gespecificeerd en ten uitvoer worden gelegd.

13. Volgens de programmaprognoses zou de schuldquote fors toenemen tot 68,5% in 2006 (tegen 62,3% in 2005) en daarmee boven de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP uitkomen. In het programma wordt er tevens van uitgegaan dat de schuldquote verder zal oplopen tot 71,3% in 2007 en 72,3% in 2008. Verwacht wordt dat de quote in 2009 zal beginnen te dalen, namelijk tot 70,4%. De risico's voor het geplande schuldpad vloeien voornamelijk voort uit hoger dan verwachte primaire tekorten, onder meer wegens de mogelijke overname van de schuld van de openbaarvervoerbedrijven. Gezien deze risicobeoordeling is het mogelijk dat de schuldquote tijdens de programmaperiode in onvoldoende mate afneemt in de richting van de referentiewaarde.

14. Hongarije lijkt ernstig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft. De zeer zwakke begrotingssituatie, in combinatie met de vrij hoge en stijgende schuldquote, houdt een groot risico in voor de houdbaarheid van de openbare financiën, nog afgezien van de budgettaire gevolgen op lange termijn van de vergrijzing. Bovendien gaat van de vergrijzing in Hongarije een veel groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt met name doordat de pensioenuitgaven als percentage van het BBP op lange termijn een forse stijging te zien zullen geven. Daarom is het noodzakelijk de openbare financiën op middellange termijn over de gehele linie gezond te maken zoals gepland, de begrotingssituatie nadien verder te versterken en de forse stijgingen van de pensioenuitgaven aan te pakken om die risico's te verkleinen.

15. De openbare financiën zijn in 2006 ernstig verslechterd, wat het moeilijk maakte om het buitensporige tekort overeenkomstig het geplande traject te corrigeren, maar dat neemt niet weg dat de in het programma vermelde maatregelen, mits zij volledig worden gespecificeerd en onverkort worden uitgevoerd, grotendeels in overeenstemming zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren zijn vervat i. Zo is Hongarije met name voornemens effectieve maatregelen te treffen om het buitensporige tekort te verhelpen en hervormingen door te voeren om de begrotingsdiscipline te versterken en de transparantie te bevorderen. Deze maatregelen zouden tevens moeten bijdragen tot het wegwerken van de grote tekorten op de lopende rekening. Zij moeten echter door structurele hervormingen worden ondersteund, zodat een houdbare begrotingssituatie wordt bewerkstelligd.

16. De Hongaarse regering is voornemens om in het kader van het uitvoeringsverslag dat medio oktober 2006 in de context van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid moet worden ingediend, de hervormingsplannen vervat in het in oktober 2005 ingediende programma van nationale hervormingen ingrijpend te herzien zodat deze de nieuwe regeringsstrategie weerspiegelen. In het programma van nationale hervormingen van oktober 2005 werden de volgende belangrijke uitdagingen genoemd die aanzienlijke gevolgen voor de openbare financiën hebben: a) terugdringen van het begrotingstekort; b) verbeteren van de infrastructuur; en c) verhogen van de participatie- en werkgelegenheidsgraad en verbeteren van de kwaliteit van het menselijk kapitaal. In het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma worden plannen en maatregelen geschetst met het oog op de herstructurering van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg, het pensioenstelsel en het openbaar onderwijs. Zo worden in het programma met name voor 2007 maatregelen gepland om de overheidsdiensten af te slanken en efficiënter te maken door schaalvoordelen te benutten; onderzoeken naar de bestaansmiddelen in te voeren bij het verlenen van subsidies; de farmaceutische subsidies te stroomlijnen en de handel in farmaceutische producten gedeeltelijk te liberaliseren; en eigen bijdragen in te voeren voor gezondheidsdiensten. Voorts zullen in 2007 bij het parlement wetswijzigingsvoorstellen worden ingediend die erop gericht zijn de pensioenleeftijd te verhogen en het aantal vervroegde uittredingen te verminderen door de stimuleringsregelingen te verbeteren en het invaliditeitspensioenstelsel te hervormen; de gezondheidsdiensten op een strikte verzekeringsleest te schoeien en de verstrekking en het gebruik van deze diensten te rationaliseren; en het openbaar onderwijs te herstructureren. Deze plannen moeten nog in vaste vorm worden gegoten. In het programma worden deze plannen aangevuld met geplande verbeteringen van de institutionele aspecten van het kader van de openbare financiën.

Op grond van bovenstaande evaluatie moet worden geconcludeerd dat het voor 2006 verwachte hoge overheidstekort in Hongarije ernstige zorgen baart. Het dient derhalve te worden toegejuicht dat de Hongaarse autoriteiten in het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 voorrang geven aan de vermindering van het buitensporige tekort door middel van een overwegend in de eerste programmajaren geleverde inspanning en hebben toegezegd tweemaal per jaar aan de Commissie en de Raad verslag te zullen uitbrengen over de geboekte vooruitgang en over de maatregelen die zijn genomen om op koers te blijven. Hoewel er belangrijke eerste stappen zijn gezet om extra inkomsten te verwerven en de uitgaven te verminderen teneinde de nieuwe tekortdoelstelling voor 2007 te halen, en er tevens plannen zijn aangekondigd om de uitgaven beter te beheersen en structurele hervormingen door te voeren ter ondersteuning van de aanpassingsinspanning, blijven er zowel op korte termijn als in de laatste programmajaren risico's bestaan voor de verwezenlijking van het aanpassingstraject. Of de geplande tekortreductie ook wordt gerealiseerd, is derhalve sterk afhankelijk van de strikte tenuitvoerlegging van de voorgenomen structurele hervormingen, de handhaving van de uitgavenbeheersing vanaf de eerste programmajaren en een versterking van het institutionele kader van de openbare financiën in Hongarije, stuk voor stuk aspecten waarvoor de Raad van de Hongaarse regering een zeer ernstige inspanning verlangt.

Tegelijkertijd richt de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag een aanbeveling aan Hongarije om de enorme budgettaire onevenwichtigheden aan te pakken.

6.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD AAN HONGARIJE

om het buitensporige overheidstekort te verhelpen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 7,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

17. Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

18. Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

19. Op 5 juli 2004 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestaat.

20. Na te hebben vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestaat, heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten i een aanbeveling aan de Hongaarse autoriteiten gericht om binnen een middellangetermijnkader maatregelen te nemen teneinde het tekort in 2008 op een geloofwaardige en duurzame wijze tot onder de 3% van het BBP terug te brengen overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat wordt vermeld in het advies van de Raad van 5 juli 2004 over het in mei 2004 ingediende convergentieprogramma. Met name is de Hongaarse autoriteiten aanbevolen vóór 5 november 2004 te zorgen voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van de voorgenomen maatregelen om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen.

21. Op 18 januari 2005 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag op aanbeveling van de Commissie vastgesteld dat Hongarije geen effectief gevolg had gegeven aan zijn aanbeveling van 5 juli 2004, vooral omdat werd verwacht dat de tekortdoelstelling voor 2005 bij lange na niet zou worden gehaald.

22. Na de toetreding tot de Gemeenschap op 1 mei 2004 is Hongarije een lidstaat met een derogatie in de zin van artikel 122, lid 1, van het Verdrag, hetgeen inhoudt dat het buitensporige tekorten dient te vermijden, maar dat artikel 104, leden 9 en 11, van het Verdrag niet op het land van toepassing is. Aan Hongarije kunnen alleen verdere aanbevelingen op grond van artikel 104, lid 7, worden gericht.

23. Op aanbeveling van de Commissie heeft de Raad op 8 maart 2005 overeenkomstig artikel 104, lid 7, een nieuwe aanbeveling aan de Hongaarse autoriteiten gericht met het verzoek binnen een middellangetermijnkader maatregelen te nemen om het tekort op een geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen tot minder dan 3% van het BBP in 2008. Op 8 november 2005 stelde de Raad voor de tweede maal overeenkomstig artikel 104, lid 8, op aanbeveling van de Commissie vast dat de door Hongarije genomen maatregelen ontoereikend waren. Hij hield daarbij rekening met het feit dat de tekortdoelstellingen voor 2005 en 2006 van respectievelijk 3,6% en 2,9% van het BBP (exclusief de kosten van de pensioenhervorming van 1998) i bij lange na niet zouden worden gehaald en dat de toepassing van belastingverlagingen vanaf 2006 indruiste tegen de aanbeveling van de Raad.

24. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 dient in een aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, te worden vermeld dat de betrokken lidstaat binnen een termijn van ten hoogste zes maanden daaraan effectief gevolg moet geven en dat het buitensporige tekort, behoudens bijzondere omstandigheden, binnen het jaar nadat het is geconstateerd verholpen moet zijn. Als er bijzondere omstandigheden gelden, kan het de betrokken lidstaat worden toegestaan het buitensporige tekort binnen een middellangetermijnkader te corrigeren. Toen de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Hongarije werd ingeleid, werden dergelijke bijzondere omstandigheden geacht te bestaan (namelijk het omvangrijke tekort en het feit dat de economie zich in een herstructureringsfase bevond). Om die reden werd het kader voor het verhelpen van het buitensporige tekort tegen 2008 vastgesteld overeenkomstig de Hongaarse strategie die in het convergentieprogramma van mei 2004 was aangegeven.

25. Het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma dat Hongarije op 1 september 2006 heeft ingediend in reactie op het verzoek dat de Raad in zijn advies van januari 2006 over het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2005 heeft geformuleerd, bevat een herzien middellangetermijnkader voor de correctie van het buitensporige tekort. Met de aangepaste actualisering wordt beoogd het buitensporige tekort uiterlijk in 2009 te verhelpen, een jaar later dan in de vorige programma's was aangegeven. Het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma bevat de volgende jaarlijkse streefcijfers voor het overheidstekort: 10,1% van het BBP in 2006, 6,8% in 2007, 4,3% in 2008 en 3,2% in 2009. In deze cijfers zijn ook de kosten van de pensioenhervorming opgenomen, waarmee wordt afgestapt van de bij de geactualiseerde convergentieprogramma's van december 2004 en december 2005 gevolgde werkwijze. De Hongaarse autoriteiten hebben dus besloten niet langer gebruik te maken van de op 23 september 2004 door Eurostat toegestane overgangsperiode voor de sectorale indeling van pensioenregelingen, welke overigens toch op 1 april 2007 afloopt. De geplande reductie van het nominale tekort zou worden bewerkstelligd door in de loop van de programmaperiode de ontvangstenquote met 3 procentpunten te verhogen en de uitgavenquote met 3,9 procentpunten te verminderen. Na in 2006 een verslechtering met naar schatting ongeveer 2 procentpunten van het BBP te hebben vertoond, zou het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) volgens de plannen over de periode 2006-2009 met circa 6½% van het BBP moeten verbeteren. Ongeveer de helft van deze aanzienlijke verbetering zou in 2007 moeten plaatsvinden. Na de geplande correctie van het buitensporige tekort zal de aanpassingsinspanning in de richting van de middellangetermijndoelstelling van een begrotingssituatie die door een structureel tekort tussen ½ en 1% van het BBP wordt gekenmerkt, naar verwachting worden voortgezet. De schuldquote zou blijven stijgen tot 72,3% van het BBP in 2008 (hetgeen veel hoger is dan de referentiewaarde van 60% van het BBP) en pas in 2009 beginnen te dalen.

26. In zijn advies van [10 oktober 2006] over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 analyseert de Raad de plannen van de Hongaarse autoriteiten om onder meer met behulp van een programma van structurele hervormingen het tekort terug te dringen. In 2006 zijn er belangrijke eerste stappen gezet om extra inkomsten te verwerven en de uitgaven te verminderen teneinde de nieuwe tekortdoelstelling voor 2007 te halen. Voorts zijn er plannen aangekondigd om de begrotingsdiscipline te verbeteren (door middel van transparantere financiële verslaggeving, alsmede door de invoering van meerjarenplafonds voor de uitgaven en voorschriften om de uitgaven binnen de perken te houden) en structurele hervormingen door te voeren. Dit neemt echter niet weg dat er zowel op korte termijn als in de laatste programmajaren risico's blijven bestaan. Zo heerst er nog steeds grote onzekerheid over de effectieve handhaving van de geplande uitgavenbevriezingen en, meer in het algemeen, over de beperking van de uitgavenverhogingen. Voorts is het niet uitgesloten dat er zich ondanks de voorgenomen maatregelen risico's aandienen voor de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen in de laatste programmajaren, mede in het licht van het zwakke institutionele kader voor het begrotingsproces, het feit dat de aangekondigde begrotingsregels nog niet volledig zijn gespecificeerd, en het feit dat de openbare financiën herhaaldelijk ernstig zijn ontspoord. Hongarije wordt geacht ernstig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft. Daarom is het noodzakelijk de openbare financiën op middellange termijn over de gehele linie gezond te maken zoals gepland en de begrotingssituatie nadien verder te versterken. In het advies wordt ook nota genomen van de toezegging van de Hongaarse autoriteiten dat zij tweemaal per jaar aan de Commissie en de Raad verslag zullen uitbrengen over de begrotingsontwikkelingen en mededeling zullen doen van eventuele corrigerende maatregelen in geval van ontsporingen.

27. Algemeen genomen dienen maatregelen ter consolidering van de begroting een duurzame verbetering van het overheidssaldo teweeg te brengen en tegelijkertijd gericht te zijn op een kwalitatieve verbetering van de openbare financiën en op versterking van het economische groeipotentieel. In het geval van Hongarije dient de correctie van het buitensporige tekort te worden ingepast in een alomvattende hervormingsstrategie die niet alleen de hervorming van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg, het pensioenstelsel en het onderwijs omvat, maar ook maatregelen om de begroting beter in de hand te houden.

28. Het tekort diende oorspronkelijk binnen een middellangetermijnkader tot 2008 te worden gecorrigeerd, maar deze streefdatum kan niet langer als realistisch worden beschouwd gezien de recente grote begrotingsontsporingen in Hongarije, die, in strijd met de aanbeveling van de Raad, tot een forse stijging van het overheidstekort hebben geleid. In het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma is een nieuw middellangetermijnkader voor de correctie vastgelegd, waarbij 2009 als uiterste datum voor de correctie van het tekort geldt. Gezien de recente ontsporingen lijkt deze nieuwe termijn, die een aanzienlijke correctie van het structurele tekort met meer dan 6% van het BBP over een periode van drie jaar inhoudt, aanvaardbaar.

29. Om dit doel te bereiken, dient de Hongaarse regering: i) de verslechtering van de begrotingssituatie in 2006 te beperken door de goedgekeurde en aangekondigde corrigerende maatregelen strikt ten uitvoer te leggen en door ook eventuele meevallers daarvoor aan te wenden. Dit zou moeten resulteren in een nominaal tekort van ten hoogste 10% van het BBP in 2006, wat nog steeds uitzonderlijk hoog is; ii) de vereiste maatregelen onverkort ten uitvoer te leggen teneinde een vroegtijdige en duurzame aanzienlijke correctie van het structurele tekort te bewerkstelligen door in 2007 reeds een zeer belangrijke stap te zetten, die wordt gevolgd door een ernstige aanpassingsinspanning totdat het buitensporige tekort is verholpen, waarbij de te leveren inspanning de omvang moet hebben die in het advies van de Raad over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma is aangegeven, en tevens klaar te staan om alle aanvullende maatregelen te nemen die noodzakelijk kunnen blijken om het buitensporige tekort in 2009 te verhelpen; en iii) in de volgende begrotingswetten voldoende veiligheden in te bouwen om zelfs in geval van onvoorziene gebeurtenissen ontsporingen te vermijden. Tegelijkertijd zal de overheidsschuldquote in overeenstemming met het in het convergentieprogramma uitgestippelde meerjarentraject voor tekortreductie en bij voorkeur vóór 2009 op een sterk neerwaarts pad moeten worden gebracht.

30. Om het buitensporige tekort zoals gepland tegen 2009 te verhelpen, zal de regering haar begrotingsdoelstellingen integraal moeten realiseren. Daartoe is het van cruciaal belang dat alle in het programma voor de jaren 2006 tot en met 2009 aangekondigde maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat tijdig beslissingen worden getroffen omtrent en werk wordt gemaakt van structurele hervormingen en uitgavenbeheersing.

31. Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1467/97 dienen de Commissie en de Raad de tenuitvoerlegging te volgen van de maatregelen die Hongarije naar aanleiding van deze aanbeveling neemt, waarbij zij zich onder meer baseren op de periodieke verslagen die de Hongaarse autoriteiten hebben aangekondigd,

BEVEELT AAN:

32. De Hongaarse autoriteiten dienen zo spoedig mogelijk en uiterlijk tegen 2009 het huidige buitensporige tekort te verhelpen.

33. De Hongaarse autoriteiten dienen het tekort op geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen, overeenkomstig het meerjarentraject voor tekortreductie dat wordt vermeld in het advies van de Raad van [10 oktober 2006] over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma, dat op 1 september 2006 is ingediend. Specifiek met dit doel voor ogen dienen de Hongaarse autoriteiten:

34. de verslechtering van de begrotingssituatie in 2006 te beperken door de goedgekeurde en aangekondigde corrigerende maatregelen strikt ten uitvoer te leggen en door ook eventuele meevallers daarvoor aan te wenden;

35. de vereiste maatregelen onverkort ten uitvoer te leggen teneinde een vroegtijdige en duurzame aanzienlijke correctie van het structurele tekort te bewerkstelligen, zoals in het aangepaste programma en het advies van de Raad daarover is aangegeven, en tevens klaar te staan om alle aanvullende maatregelen te nemen die noodzakelijk kunnen blijken om het buitensporige tekort in 2009 te verhelpen;

36. de geplande hervorming van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg, het pensioenstelsel en het onderwijs goed te keuren en onverwijld ten uitvoer te leggen teneinde de uitgaven over de gehele programmahorizon en ook daarna binnen de perken te houden en te verminderen, en zodoende een blijvende verbetering van de openbare financiën te bewerkstelligen.

37. De Raad stelt [10 april 2007] vast als uiterste datum voor de Hongaarse autoriteiten om de nodige effectieve maatregelen te nemen teneinde de tekortdoelstellingen voor 2006 en 2007 te halen. Met name dienen de voorgenomen tekortreducerende maatregelen volledig in de begrotingswet 2007 te worden opgenomen en tijdig ten uitvoer te worden gelegd opdat de voor 2007 geplande, forse vermindering van het tekort integraal kan worden gerealiseerd. Daarenboven dienen in de begrotingswet voldoende veiligheden te worden ingebouwd om zelfs in geval van onvoorziene gebeurtenissen ontsporingen te vermijden.

38. De Hongaarse autoriteiten dienen erop toe te zien dat de overheidsschuldquote in overeenstemming met het in het convergentieprogramma uitgestippelde meerjarentraject voor tekortreductie en bij voorkeur vóór 2009 op een sterk neerwaarts pad wordt gebracht.

39. De Hongaarse autoriteiten dienen de controle op de begroting te verbeteren door de begrotingsregels aan te scherpen, met name door de geplande voorschriften tot beperking van de uitgaven en uitgavenplafonds te specificeren en te handhaven, alsook door het institutionele kader te versterken.

Voorts verzoekt de Raad de Hongaarse autoriteiten erop toe te zien dat de begrotingsconsolidatie in de richting van de middellangetermijndoelstelling van een structureel tekort van ½ à 1% van het BBP, ook na de correctie van het buitensporige tekort wordt volgehouden.

De Raad is ingenomen met het feit dat de Hongaarse autoriteiten in het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van 1 september 2006 hebben toegezegd om de zes maanden bij de Commissie en de Raad een verslag te zullen indienen over de vooruitgang die bij het gevolg geven aan deze aanbeveling is geboekt. Het eerste verslag wordt uiterlijk op 1 april 2007 verwacht.

Deze aanbeveling is gericht tot de Republiek Hongarije.

Gedaan te Luxemburg, [10 oktober 2006].

7.

Voor de Raad


De Voorzitter
–statistieken mee te delen waarin de kosten van de pensioenhervorming niet in aanmerking werden genomen. In het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma is van deze werkwijze afgestapt; Hongarije heeft dus besloten niet langer gebruik te maken van de op 23 september 2004 door Eurostat toegestane overgangsperiode voor de sectorale indeling van pensioenregelingen, welke overigens toch op 1 april 2007 afloopt. Zonder de kosten van de pensioenhervorming zou het feitelijke tekort in 2005 6,1% van het BBP hebben bedragen en zou de doelstelling voor 2006 4,7% van het BBP zijn geweest.
"… in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert", de nettokosten van een pensioenhervorming waarbij een pijler met volledige kapitaaldekking wordt ingevoerd, op een degressieve basis in aanmerking te nemen. Voor Hongarije zou dit in 2009 neerkomen op 20% van de nettokosten van de pensioenhervorming of naar schatting 0,3% van het BBP.
"… in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert", de nettokosten van een pensioenhervorming waarbij een pijler met volledige kapitaaldekking wordt ingevoerd, op een degressieve basis in aanmerking te nemen. Voor Hongarije zou dit in 2009 neerkomen op 20% van de nettokosten van de pensioenhervorming of naar schatting 0,3% van het BBP.