Toelichting bij SEC(2007)1054 - Wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-Overeenkomst - Ontwerp gemeenschappelijk standpunt van de EG -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Protocol 31 bij de EER-Overeenkomst bevat bepalingen betreffende de samenwerking tussen de Gemeenschap en de EVA-EER-staten op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

2. Doel van bijgaand ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER is wijziging van Protocol 31 met het oog op uitbreiding van de samenwerking op het gebied van sociaal beleid. Het voorziet in een kader voor samenwerking en in de voorwaarden voor volledige deelname door de EVA-EER-staten aan de communautaire programma's en acties met ingang van 1 januari 2007, door de toevoeging van:

- Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie.

3. In artikel 1, lid 3, onder b), van Verordening nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte wordt bepaald dat de Raad voor dit type besluiten het standpunt van de Gemeenschap vaststelt op voorstel van de Commissie.

4. Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER wordt ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd, waarna de Commissie het standpunt van de Gemeenschap zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER zal uiteenzetten.

Ontwerp

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-Overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna “de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. ... van het Gemengd Comité van de EER van …[1] .

2. Het is wenselijk de samenwerking van de overeenkomstsluitende partijen uit te breiden met Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie i.

3. Protocol 31 bij de Overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2007 mogelijk te maken,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 5 van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1. Lid 5 wordt vervangen door:

‘5. De EVA-staten nemen deel aan de communautaire programma’s en acties bedoeld in lid 8, eerste en tweede streepje, met ingang van 1 januari 1996, aan het programma bedoeld in lid 8, derde streepje, met ingang van 1 januari 2000, aan het programma bedoeld in lid 8, vierde streepje, met ingang van 1 januari 2001, aan de programma’s bedoeld in lid 8, vijfde en zesde streepje, met ingang van 1 januari 2002, aan de programma’s bedoeld in lid 8, zevende en achtste streepje, met ingang van 1 januari 2004 en aan de programma's bedoeld in lid 8, negende, tiende en elfde streepje, met ingang van 1 januari 2007.’

2. In lid 8 wordt het volgende streepje toegevoegd:

‘- 32007 D 0779 : Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).’

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst*.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel, […].

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter […]

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER […]
[…] van […], blz. […].

* [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]