Toelichting bij COM(2011)137 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang tot documenten van de Europese instellingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De Commissie deed op 30 april 2008 een voorstel tot herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001[1]. Het Europees Parlement keurde een verslag goed dat een groot aantal wijzigingen van het Commissievoorstel bevatte, maar besloot niet te stemmen over de bij het verslag behorende wetgevingsresolutie. Bij eerste lezing heeft het Europees Parlement dus geen standpunt ingenomen.

2. Na de Europese verkiezingen van juni 2009 heeft het nieuw gekozen Parlement overeenkomstig regel 214 van zijn Reglement van Orde de behandeling van het wetgevingsvoorstel voortgezet. In mei 2010 werd een gewijzigd ontwerpverslag toegezonden aan het Europees Parlement. De Commissie constitutionele zaken en de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement hebben respectievelijk op 30 november en 1 december 2010 hun advies uitgebracht over het voorstel van de Commissie. De Commissie burgerlijke vrijheden heeft nog geen ontwerpverslag goedgekeurd. Er is nog geen datum bepaald voor de vaststelling van het standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing.

3. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden. De rechtsgrondslag voor de toegang van het publiek tot documenten is thans artikel 15, lid 3, van de geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In deze nieuwe bepaling wordt het recht van toegang van het publiek tot documenten uitgebreid tot alle instellingen, organen en instanties van de Unie. Ten aanzien van het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank geldt deze bepaling alleen voor de uitoefening van hun administratieve taken. De onderhavige verordening is slechts rechtstreeks bindend voor het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Het toepassingsgebied van de verordening is evenwel uitgebreid tot de agentschappen door een specifieke bepaling in hun respectieve oprichtingsbesluiten. Daarnaast hebben een aantal instellingen en organen uit eigen beweging besluiten tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot de toegang tot hun documenten genomen die identiek of soortgelijk zijn aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

4. Om rekening te kunnen houden met deze uitbreiding van de institutionele werkingssfeer van het recht van toegang van het publiek, heeft de Commissie haar voorstel van 30 april 2008 tot herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 opgenomen in haar mededeling over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures[2]. De medewetgevers konden dus in de loop van de lopende gewone wetgevingsprocedure rekening houden met deze aanpassing aan het nieuwe Verdrag.

5. Meer dan een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is er nog steeds geen uitzicht op de vaststelling van een nieuwe verordening betreffende de toegang van het publiek tot documenten, ter vervanging van Verordening (EG) nr. 1049/2001. Tijdens de besprekingen in het Europees Parlement en de Raad is gebleken dat de standpunten over de wijziging van de verordening sterk uiteenlopen.

6. Hoewel de meeste instellingen, organen en instanties van de Europese Unie in de praktijk Verordening (EG) nr. 1049/2001 of een soortgelijke regeling uit eigen beweging toepassen, is er een wettelijke verplichting om overeenkomstig het Verdrag het recht van toegang tot documenten uit te breiden tot alle instellingen, organen en instanties.

7. Aangezien de meeste instellingen, organen en instanties van de Europese Unie de verordening of soortgelijke regels reeds toepassen, kan de institutionele werkingssfeer van de huidige verordening worden uitgebreid tot alle instellingen, organen en instanties, mits de in het Verdrag opgenomen beperkingen met betrekking tot het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank in acht worden genomen.

8. De Commissie is dus van oordeel dat Verordening (EG) nr. 1049/2001 onverwijld moet worden gewijzigd om in overeenstemming met de bij artikel 15, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ingestelde nieuwe rechtsgrondslag voor toegang tot documenten de institutionele werkingssfeer van de verordening uit te breiden. Deze wijziging doet geen afbreuk aan de lopende procedure voor een herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 op basis van het voorstel van de Commissie van april 2008.