Toelichting bij COM(2011)339 - Beschikbaarstelling EFG-middelen (aanvraag EGF/2010/008 AT/AT&S, Oostenrijk)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2] .

Op 11 maart 2010 heeft Oostenrijk aanvraag EGF/2010/008 AT/AT&S ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij AT&S in Oostenrijk.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2010/008

Lidstaat| Oostenrijk

Artikel  onder c) – uitzonderlijke omstandigheden

Primaire onderneming| AT&S (Austria Technologie & Systemtechnik Aktiengesellschaft)

Leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode| 1.9.2009 – 31.12.2009

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 15.9.2009

Datum van de aanvraag| 11.3.2010

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 167

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 167

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 74

Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's| 1 806 658

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] in euro's| 72 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 3,8

Totaal budget in euro's| 1 878 658

EFG-bijdrage in euro's (65%)| 1 221 128

1. De aanvraag werd op 11 maart 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 22 februari 2011 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Oostenrijk legt een verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met als argument dat de productie van printplaten[4] in Europa een tijd lang dezelfde trend heeft gevolgd als de Europese sector van de mobiele telefoons: de massaproductie werd naar lagelonenlanden verplaatst, hoofdzakelijk naar Azië en meer specifiek naar China. Een groot deel van de mobiele telefoons en hulpmiddelen wordt in Azië geproduceerd, en ook bijna drievierde van de wereldproductie van printplaten wordt daar vervaardigd (nabijheidsfactor). Oostenrijk voert voorts aan dat de Commissie reeds diverse EFG-aanvragen voor de sector van de mobiele telefoons heeft goedgekeurd en dus reeds heeft erkend dat een dergelijke verplaatsing van de productiecapaciteit een structurele verandering in de wereldhandelspatronen inhoudt.

4. Oostenrijk verwijst naar een marktanalyse van de in Duitsland gevestigde vereniging van de printplatensector (Verband der Leiterplattenindustrie - VdL) van mei 2009 om aan te tonen dat de Europese productie van printplaten in 2008 met 10,8% is gedaald in vergelijking met het jaar daarvoor, terwijl de daling minder uitgesproken was in Zuidoost-Azië, inclusief China, (- 5,4%) en wereldwijd (- 4,8%). Het aantal Europese producenten van printplaten daalde van 333 in 2007 tot 307 in 2008.

5. AT&S is een van de belangrijkste printplatenfabrikanten en behoort tot de grootste producenten in Europa, met verschillende productie-eenheden in Oostenrijk (Leoben/Stiermarken, Fehring/Stiermarken, Klagenfurt/Karinthië), en in China (fabriek in Shanghai sinds 2002), India (fabriek in Nanjangud sinds 1999) en Korea (fabriek in Ansan sinds 2006).

Na de daling van de vraag naar printplaten (- 40% in het boekjaar 2008/2009 in vergelijking met het jaar daarvoor) heeft AT&S in november 2008 besloten haar hele massaproductie van printplaten van Leoben naar Shanghai te verplaatsen, waardoor de productie-eenheid in Stiermarken sterk kromp en er meer dan een jaar lang veel ontslagen vielen. Alleen kleine en middelgrote partijen printplaten voor de Europese markt, die hoofdzakelijk voor de automobielsector en de industriesectoren in de EU bestemd zijn, worden nog in Oostenrijk geproduceerd.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder c)



6. Oostenrijk heeft de aanvraag ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Deze bepaling staat de aanvragers toe af te wijken van de voorschriften van artikel 2, onder a) en b), op kleine arbeidsmarkten of in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de lokale economie. In dit geval moet de aanvrager vermelden aan welke van de voornaamste subsidiabiliteitsvereisten zijn aanvraag niet voldoet, en waarvan hij derhalve verzoekt te mogen afwijken.

Oostenrijk heeft aangegeven dat het in de aanvraag wenst af te wijken van artikel 2, onder a), waarin als criterium voor steunverlening een drempel van ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een periode van vier maanden geldt.

7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 167 gedwongen ontslagen bij de AT&S-vestiging in Leoben tijdens de referentieperiode van vier maanden (van 1 september 2009 tot en met 31 december 2009). Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

De opeenvolgende ontslaggolven in de vestiging in Leoben worden in de aanvraag als volgt beschreven: 298 werknemers zijn midden december 2008 ontslagen, 167 werknemers zijn tijdens de referentieperiode van vier maanden van september tot en met december 2009 ontslagen, en 138 tijdelijke werknemers zijn vóór de afloop van hun arbeidsovereenkomst ontslagen tussen november 2008 en augustus 2009. Samen zijn dat 603 ontslagen in 13 ½ maand. In 2006 waren reeds 200 banen verloren gegaan toen de vestiging van AT&S in Fohndorf, op zo'n 50 km van Leoben, werd gesloten. AT&S heeft de Oostenrijkse autoriteiten overeenkomstig de specifieke kennisgevingstermijnen van het Oostenrijkse systeem van vroegtijdige waarschuwing (Frühwarnsystem - §45a van de wet inzake de bevordering van de arbeidsmarkt (Arbeitsmarkt-förderungsgesetz/AMFG)) op verschillende tijdstippen van de respectieve plannen voor collectieve ontslagen in kennis gesteld. Door de kennisgevingsregels van de Oostenrijkse wetgeving was een gecombineerde EFG-aanvraag voor alle werknemers niet mogelijk.

8. Volgens de Oostenrijkse autoriteiten verkeert Leoben in een zeer problematische situatie. De werkloosheid in het district was in augustus 2009 met 51,6% gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor, en het aantal vacatures is laag (1 746 geregistreerde werklozen tegenover slechts 180 vacatures). Volgens Oostenrijk hebben de ontslagen bij AT&S aanzienlijke gevolgen voor het district Leoben en de NUTS III-regio eromheen (het oostelijke deel van Opper‑Stiermarken), aangezien de markt de werknemers onvoldoende kansen op werk biedt. Veel werknemers zijn laaggeschoold en zijn door de onderneming opgeleid. De NUTS III-regio heeft voorts te kampen met een bovengemiddelde bevolkingsafname en een bovengemiddelde vergrijzing. De aanvrager verwijst ook naar het feit dat de langdurige werkloosheid in Stiermarken (niveau NUTS II) gewoonlijk hoger ligt dan het nationale gemiddelde, en dat het bruto regionaal product van Stiermarken onder het nationale gemiddelde blijft.

9. Stiermarken werd ook getroffen door andere massaontslagen waarvoor bij de Commissie EFG-aanvragen zijn ingediend: 744 ontslagen in een periode van negen maanden in de automobielsector (EGF/2009/009, in 2009 goedgekeurd door de begrotingsautoriteit, PB L 347 van 24.12.2009) en 476 ontslagen in een periode van negen maanden in de sector 'metalen in primaire vorm' (aanvraag EGF/2010/007, waarvoor een afzonderlijk voorstel van de Commissie wordt opgesteld).

10. De diensten van de Commissie zijn van oordeel dat de desbetreffende 167 ontslagen, samen met de ontslagen om dezelfde reden vóór de referentieperiode van vier maanden, ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de economie op lokaal en op NUTS III-niveau, en dat, in combinatie met de bijzonderheid van de kennisgevingsregels voor massaontslagen in Oostenrijk, aan het criterium van uitzonderlijke omstandigheden van artikel 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 is voldaan.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



11. In de aanvraag stelt Oostenrijk dat ontslagen van deze omvang niet te voorzien waren, ondanks het feit van de verplaatsing van de massaproductie van printplaten naar Azië reeds sinds een paar jaar een trend was. AT&S was oorspronkelijk van plan om specifieke high-techdelen van de printplatenproductie in Oostenrijk te houden, maar dat plan is uiteindelijk niet gerealiseerd ingevolge de slechtere financiële en economische situatie in 2008 en 2009, een hogere druk op de aankoopprijzen, een zwakke VS-dollar ten opzichte van de euro en een stijging van de lonen in de Europese fabrieken.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



12. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 167 gedwongen ontslagen in één onderneming, AT&S (Austria Technologie & Systemtechnik Aktiengesellschaft), tijdens de referentieperiode van vier maanden. Voor 74 van deze werknemers (44,3%) wordt steun aangevraagd in de "AT&S‑Unternehmensstiftung", een outplacementstichting van het bedrijfstype, zoals gedefinieerd in de federale richtlijn AMF/18-2010[5]. Van de resterende werknemers die zich niet bij de stichting hebben aangesloten, hebben er een aantal nieuw werk gevonden, terwijl andere werknemers zich niet bij de stichting wensten aan te sluiten.

13. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 58,1

Vrouwen| 41,9

EU-burgers| 97,3

Niet-EU-burgers| 2,7

15-24 jaar| 2,7

25-54 jaar| 87,8

55-64 jaar| 9,5

Ouder dan 64 jaar| 0,0

14. Geen van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd heeft langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.

15. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Technici en lagere functies| 29,7

Administratieve medewerkers| 4,1

Bedieningspersoneel van machines en assembleurs| 66,2

16. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Oostenrijk bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



17. Op NUTS II-niveau zijn de ontslagen gevallen in de deelstaat Stiermarken (Steiermark, AT22), een van de negen deelstaten van Oostenrijk, en op NUTS III-niveau in het oostelijke deel van Opper‑Stiermarken (Östliche Obersteiermark, AT 223) en meer specifiek in het district Leoben en de belangrijkste stad van het district, de stad Leoben. Stiermarken is een sterk geïndustrialiseerde regio[6], en de economie is er grotendeels afhankelijk van een paar grote ondernemingen in de elektronica- en de metaalsector, zoals AT&S en de Voestalpine-groep.

18. De belangrijkste belanghebbenden zijn de deelstaatregering van Stiermarken (Amt der Steiermärkischen Landesregierung), de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken en van het district Leoben (Landes- und Bezirksgeschäftsstellen des Arbeitsmarktservice/AMS), de Kamer van Koophandel en Industrie van Stiermarken (Wirtschaftskammer Steiermark), de vakbond metaal-textiel-voeding (Gewerkschaft Metall-Textil-Nahrung), die wordt overkoepeld door de Oostenrijkse federatie van vakbonden (Österreichische Gewerkschaftsbund /ÖGB) en Regionalmanagement Obersteiermark Ost GmbH, een van Oostenrijks regionale managementagentschappen die de ontwikkeling van een duurzaam regionaal beleid bevorderen.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



19. Tot december 2008 was AT&S de grootste werkgever in de regio. Oostenrijk voert aan dat de 167 ontslagen in vier maanden, samen met de ontslagen bij de onderneming tijdens de maanden voor de referentieperiode (opgenomen in punt 7), de plaatselijke en regionale arbeidsmarkt onder zware druk zetten.

Volgens de Oostenrijkse autoriteiten, die zich op gegevens van Statistik Austria en van de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling van Leoben baseren, hebben de ontslagen bij AT&S aanzienlijke gevolgen voor het district Leoben en de NUTS III-regio eromheen, aangezien de markt de ontslagen werknemers, die vaak laaggeschoold zijn en door de onderneming voor specifiek werk waren opgeleid, onvoldoende kansen op werk biedt. In augustus 2009 was er in Leoben 51,6% meer werkloosheid dan het jaar daarvoor (er waren 1 746 geregistreerde werklozen tegenover slechts 180 vacatures). De werkloosheid steeg er sterker dan in Stiermarken (+ 33,7%) en op nationaal niveau (+ 30%). De NUTS III-regio heeft voorts te kampen met een bovengemiddelde bevolkingsafname en een bovengemiddelde vergrijzing. De aanvrager verwijst ook naar het feit dat de langdurige werkloosheid in Stiermarken (niveau NUTS II) gewoonlijk hoger ligt dan het nationale gemiddelde, en dat het bruto regionaal product van Stiermarken onder het nationale gemiddelde blijft (cijfer van 2006)[7].

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



20. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie in het arbeidsproces van de 74 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. Deze maatregelen zullen aan de werknemers worden aangeboden via de "AT&S-Unternehmensstiftung", een outplacementstichting voor een specifieke onderneming die in januari 2009 is opgericht als onderdeel van het sociaal plan van de onderneming na onderhandelingen tussen de sociale partners eind 2008. Team 4 Projektmanagement GmbH zal de individuele dienstverlening verzorgen.

21. De maatregelen voor de 74 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd en die bij de stichting zijn aangesloten, worden gecontroleerd door een stichtingsraad waarin de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling ("AMS" - 'Arbeitsmarktservice') van Stiermarken, vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, en de bondsstaat Stiermarken zitting hebben. Deze laatste zorgt ook voor de coördinatie met ander regionaal arbeidsmarktbeleid. Van elke door het EFG medegefinancierde maatregel wordt het nut voor de arbeidsmarkt beoordeeld, en er wordt toegezien op de overeenstemming ervan met de regels van de stichting ("Stiftungsordnung") en andere toepasselijke wetgeving. Er wordt op toegezien hoe de individuele werknemers zich ontplooien, teneinde te garanderen dat de plannen die in de initiële fasen van het programma zijn vastgesteld, worden uitgevoerd. Overeenkomstig §18 van de wet inzake de werkloosheidsverzekering (Arbeitslosenversicherungsgesetz - ALVG) moeten de werknemers voltijds beschikbaar zijn.

– Informatie over en aansluiting bij de outplacementstichting: algemene informatie voor alle ontslagen werknemers, die hun aansluiting bij de outplacementstichting kunnen aanvragen. 74 mensen kunnen van deze maatregel profiteren.

– Beroepsoriëntatie (drie modules): 73 mensen kunnen van deze maatregel profiteren. De looptijd bedraagt normaal gezien zes weken, maar kan in specifieke gevallen tot een maximum van twaalf weken worden verlengd. Deze maatregel bestaat uit drie modules: een verplichte screening/profilering, het zoeken van een gepaste baan met zo mogelijk de directe re-integratie in de vacante baan, en voor de andere deelnemers de opstelling van een realistisch beroepstraject. De regelingen voor het beroepstraject zijn vastgelegd in een overeenkomst die wordt ondertekend door de werknemer, de outplacementstichting en de regionale AMS, en vormen de basis voor de latere activiteiten van de deelnemer in de stichting.

– Actief zoeken naar werk: deze maatregel is vooral bedoeld voor de deelnemers die na de beroepsoriëntatie geen hogere kwalificatie wensen te verwerven. 18 werknemers kunnen van deze maatregel profiteren. Het actief zoeken naar werk gebeurt in nauwe samenwerking met de regionale AMS. De maatregel heeft normaal gezien een looptijd van 14 weken, die in specifieke gevallen (bijvoorbeeld voor deelnemers ouder dan 50 jaar of voor mensen met een beperkte arbeidscapaciteit) tot 22 weken kan worden verlengd. Deze maatregel is ook beschikbaar voor werknemers die aan opleidingsmaatregelen hebben deelgenomen.

– Individuele opleiding: 73 werknemers kunnen profiteren van deze maatregel, die alle opleidingen kan omvatten die de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken in zijn catalogus van maatregelen heeft goedgekeurd. Opleidingen die niet in de catalogus zijn opgenomen, kunnen door de AMS op individuele basis worden goedgekeurd indien zij in het beroepstraject van de werknemer passen. Onder meer de volgende opleidingen worden aangeboden: langere studies die tot kwalificaties van een gevorderd niveau leiden (hoger beroepsonderwijs, universiteit, colleges), klassieke bijscholing op de gebieden waarop de werknemer vroeger actief was (zoals een opleiding tot ploegbaas) en initiële beroepsopleiding om de werknemer voor te bereiden op een omschakeling naar een loopbaan in bijvoorbeeld de gezondheidssector. Voor een deel van de studies en de beroepsopleiding is er geen medefinanciering uit het EFG nodig omdat deze opleidingen gratis door het Oostenrijkse onderwijsstelsel worden verstrekt. In gevallen waar een goedgekeurd opleidingsprogramma langer loopt dan de EFG-implementatieperiode, zullen AT&S, de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling en de bondsstaat Stiermarken samen de extra financiering verstrekken[8].

– Opleidings- en sollicitatievergoeding[9]: alle 74 werknemers ontvangen deze vergoeding uitsluitend zolang zij deelnemen aan de kwalificatie- en re‑integratiemaatregelen van de outplacementstichting. Tijdens de eerste zes maanden ontvangt elke ontslagen werknemer 350 euro per maand, daarna 70 euro per maand. Deze vergoeding mag samen met de dagvergoeding niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze opleidingsvergoedingen worden betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet.

– Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het zoeken naar werk[10]: alle 74 werknemers ontvangen deze vergoeding uitsluitend zolang zij deelnemen aan de kwalificatie- en re‑integratiemaatregelen van de outplacementstichting. Dankzij deze vergoeding kan elke ontslagen werknemer werkelijk voltijds aan de maatregelen deelnemen. De kosten per werknemer en per maand bedragen 950 euro. Deze vergoeding mag samen met de opleidings- en sollicitatievergoeding niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze dagvergoedingen worden betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet.

22. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, voorlichting en publiciteit, alsook de controle en het beheer van de AT&S-outplacementstichting. Alle bij de maatregelen betrokken partijen verplichten zich ertoe de verstrekte EFG-steun te vermelden. De kosten van het beheer van de stichting zullen worden berekend naar rato van het werkelijke aantal deelnemers en zullen niet meer dan 271 euro per persoon bedragen.

23. De door de Oostenrijkse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Oostenrijkse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 1 806 658 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 72 000 euro (= 3,8% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 221 128 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's )

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Informatie over en aansluiting bij de outplacementstichting| 22 200

Beroepsoriëntatie – 3 modules ("Berufsorientierung – 3 Module")| 1 73 000

Permanente begeleiding & actief zoeken naar werk ("laufende Beratung und aktive Jobsuche")| 1 18 000

Individuele opleiding ("Individuelle Qualifizierung")| 3 271 414

Opleidings- en sollicitatievergoeding ("Zuschussleistung/Stipendium bei aktiver Beratung, Jobsuche oder Ausbildung")| 1 327,| 98 210

Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het zoeken naar werk ("Schulungsarbeitslosengeld")| 17 889,| 1 323 834

Subtotaal individuele dienstverlening|| 1 806 658

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 10 000

Beheer AT&S-outplacementstichting|| 20 000

Voorlichting en publiciteit|| 10 000

Controle|| 32 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 72 000

Totale geraamde kosten|| 1 878 658

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten)|| 1 221 128

24. Oostenrijk heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat dubbele financiering uitgesloten is. Het Oostenrijkse operationele programma van het ESF in het kader van doelstelling 2 is op langdurige werkloosheid toegespitst, terwijl het EFG tot doel heeft werknemers onmiddellijk na hun ontslag te helpen. Beide fondsen overlappen elkaar dus niet.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



25. Op 15 september 2009, de dag waarop de eerste werknemers zich bij de outplacementstichting hebben aangesloten, heeft Oostenrijk ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



26. De dialoog met de sociale partners over de wijze waarop de gevolgen van de ontslagen voor de betrokken werknemers konden worden gematigd, is aangevat toen de AT&S de Oostenrijkse autoriteiten overeenkomstig het Oostenrijkse systeem van vroegtijdige waarschuwing (Frühwarnsystem) van de geplande ontslagen in kennis heeft gesteld. Het implementatieconcept voor de AT&S-outplacementstichting is ondertekend door de Kamer van Koophandel en Industrie van Stiermarken en door de vakbond metaal-textiel-voeding (op 5.2.2009 en 23.7.2009).

27. Oostenrijk lichtte toe dat de Oostenrijkse federatie van vakbonden een vrijwillige regeling is, die hoofdzakelijk van informele aard is en niet bij wet is vastgesteld[11]. Ondernemingen zijn pas aan de toepasselijke regels van de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS) gebonden wanneer zij aan specifieke werkgelegenheidsbeleidsmaatregelen willen deelnemen. De ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, zijn gebaseerd op ondernemingsovereenkomsten ("Betriebsvereinbarungen"), en niet op collectieve overeenkomsten die voor de hele sector gelden.

Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn



28. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Oostenrijkse autoriteiten in hun aanvraag en in de aanvullende informatie die zij hebben verstrekt:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



29. Oostenrijk heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de nationale medefinanciering zal worden verstrekt door AT&S (47%), de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken AMS (38,5%) en de bondsstaat Stiermarken (14,5%). Indien de bijdrage uit het EFG wordt toegekend, zullen de financiële bijdragen van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd (2 500 euro per werknemer) als voorfinanciering worden beschouwd en door de outplacementstichting aan de werknemers worden terugbetaald.

30. Oostenrijk heeft bevestigd dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door hetzelfde orgaan dat het ESF beheert: eenheid VI/INT/9 van het federale ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en Consumentenbescherming (BMASK - Bundesministerium für Arbeit, Soziales und Konsumentenschutz) zal optreden als beheersautoriteit en als betalingsdienst. De financiële-controleautoriteit voor het EFG is niet dezelfde als die voor het ESF: eenheid VI/S/5a van het BMASK zal deze functie voor het EFG waarnemen. Het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening wordt uitgevoerd door "AT&S-Unternehmensstiftung"/"Team 4 Projektmanagement GmbH" en het toezicht erop ligt bij de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS). Het BMASK wordt voorts bijgestaan door een aanbieder van technische ondersteuning, die eveneens de controles op het eerste niveau zal uitvoeren. Alle belangrijke regelingen en verplichtingen zijn in schriftelijke overeenkomsten vastgelegd.

Financiering



31. Op grond van de aanvraag van Oostenrijk bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 1 221 128 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Oostenrijk.

32. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

33. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

34. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

35. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2011 specifieke vastleggingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Bron van betalingskredieten



36. Na de goedkeuring door beide armen van de begrotingsautoriteit van twee besluiten voor een totaal bedrag van 777 390 euro en rekening houdend met de vier dossiers die momenteel door de begrotingsautoriteit worden besproken en in totaal een bedrag van 38 308 155 euro betreffen, blijft in EFG-begrotingsonderdeel 04.0501 nog een bedrag van 38 308 155 euro beschikbaar. Dat beschikbare bedrag zal worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 221 128 euro.