EEG inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van bijlage III aan de technische vooruitgang - Hoofdinhoud

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier	COM(2011)377 - Wijziging van Richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van bijlage III aan de ...
bron	COM(2011)377
datum	23-06-2011

Het bijgevoegde voorstel voor een richtlijn van de Raad betreft het gebruik van waterstofperoxide en andere verbindingen of mengsels waaruit waterstofperoxide vrijkomt, zoals ureum-waterstofperoxide en zinkperoxide, in tandbleekmiddelen in het kader van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten. Het voorstel is erop gericht een advies van het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid van 2007 in Richtlijn 76/768/EEG te integreren.

In december 2007 heeft het Wetenschappelijk Comité voor consumentenproducten, dat ingevolge Besluit 2008/721/EG van de Commissie van 5 augustus 2008 tot instelling van een adviesstructuur van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu en tot intrekking van Besluit 2004/210/EG is vervangen door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV), namelijk een advies uitgebracht over waterstofperoxide, in vrije vorm of vrijgekomen, in producten voor mondhygiëne of tandbleekmiddelen.

Een ontwerprichtlijn van de Commissie om het hierboven vermelde wetenschappelijk advies in Richtlijn 76/768/EEG te integreren is op 6 mei 2010 bij het Permanent Comité voor cosmetische producten ingediend voor een stemming volgens de schriftelijke procedure. Het comité heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn: 16 lidstaten hebben expliciet voor het voorstel gestemd en 6 lidstaten werden geacht hun instemming stilzwijgend te hebben gegeven, aangezien ze zich niet tegen het voorstel hebben uitgesproken of geen intentie om zich te onthouden hebben getoond binnen de in de schriftelijke procedure vastgestelde termijn (243 positieve stemmen) en 5 lidstaten hebben tegengestemd (102 negatieve stemmen).

Daarom moet de Commissie krachtens artikel 8, lid 2, in samenhang met artikel 10 van Richtlijn 76/768/EEG en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad, gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad, een voorstel betreffende de te nemen maatregelen indienen bij de Raad, die drie maanden de tijd heeft om daarover met gekwalificeerde meerderheid een besluit te nemen, en het Parlement daarvan op de hoogte brengen.