Toelichting bij COM(2011)409 - Afsluiting van het overleg met Guinee-Bissau krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europese Unie besloot op 31 januari 2011 overleg te openen met de Republiek Guinee-Bissau krachtens artikel 96 van de herziene Overeenkomst van Cotonou. Dit besluit werd genomen naar aanleiding van de gebeurtenissen van 1 april 2010, toen een groep muitende soldaten onder leiding van generaal Antonio Indjai, de adjunct-stafchef van het leger, de stafchef admiraal José Induta Zamora, en de premier van Guinee-Bissau heeft gearresteerd. Hierna riep generaal Indjai zichzelf tot stafchef uit alvorens op 25 juni 2010 bij presidentieel decreet op voorstel van de regering officieel te worden benoemd.

Op 8 oktober 2010 is admiraal Bubo Na Tchuto benoemd tot hoofd van de marine, wat opnieuw een tegenslag betekende voor het goede bestuur van het land. Admiraal Na Tchuto speelde een destabiliserende rol na de muiterij van 1 april en internationale partners hebben sancties opgelegd vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij illegale activiteiten.

De Europese Unie beschouwt de muiterij van 1 april 2010 en de benoeming van de aanstichters op hoge militaire posten als een bijzonder ernstige en flagrante schending van de essentiële elementen van artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou (eerbiediging van de democratische beginselen) en een “bijzonder dringend geval” als bedoeld in artikel 96, lid 2, onder b), van de overeenkomst. Om deze reden werden de autoriteiten van Guinee-Bissau bij brief van 2 februari 2011 uitgenodigd om in overleg te treden.

De regering van Guinee-Bissau heeft een comité gevormd om het overleg voor te bereiden en te antwoorden op de punten van bezorgdheid die de EU in haar brief naar voren had gebracht. Tijdens het overleg zijn enige vorderingen geboekt, met name de aanvaarding van de routekaart voor de hervorming van de veiligheidssector, die tijdens de ECOWAS-top van 23-24 maart 2011 is goedgekeurd, de goedkeuring van een operationeel plan voor de uitvoering van de hervorming van de veiligheidssector en de officiële start van een missie van Angola (MISSANG) ter ondersteuning van deze hervorming.

De openingsbijeenkomst van het overleg vond plaats in Brussel op 29 maart 2011. De delegatie van Guinee-Bissau bestond uit de premier en leden van de regering. Een delegatie van de ACS-landen, waaronder bevriende landen van Guinee-Bissau, de Afrikaanse Unie, de ECOWAS en de CPLP, woonden het overleg bij als waarnemers.

Tijdens de bijeenkomst hebben de deelnemers kennis genomen van de voorstellen van Guinee-Bissau om geleidelijk aan het primaat van het burgerlijke gezag te waarborgen, het democratische bestuur te verbeteren, de eerbiediging van de constitutionele orde en de rechtsstaat te waarborgen en straffeloosheid en georganiseerde misdaad te bestrijden.

Guinee-Bissau is met name de volgende verbintenissen aangegaan:

- uitvoering en afronding van gerechtelijke onderzoeken en procedures naar de moorden van maart en juni 2009, in volledige onafhankelijkheid, passende materiële omstandigheden en veiligheid;

- daadwerkelijke uitvoering van de hervorming van de veiligheidssector op basis van de door het parlement goedgekeurde strategie en het wetgevingspakket dat is opgesteld met de hulp van de GVDB-missie van de EU;

- vernieuwing van de militaire top, zodat de hoogste functies worden bekleed door personen die niet betrokken zijn bij anticonstitutionele, illegale of gewelddadige activiteiten, overeenkomstig de conclusies en aanbevelingen van de ECOWAS-routekaart voor de hervorming van de veiligheidssector;

- goedkeuring en facilitering van een deskundigenmissie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector en de bescherming van politici, in samenwerking met de ECOWAS, de CPLP en/of andere partners;

- opstelling, goedkeuring en uitvoering van nationale operationele plannen voor de hervorming van de veiligheidssector en bestrijding van drugssmokkel;

- verbetering van het administratieve en financiële beheer van het militaire en civiele personeel en maatregelen om witwassen tegen te gaan.

In haar conclusies na afloop van het overleg heeft de Europese Unie kennis genomen van deze verbintenissen. Zij heeft de vertegenwoordigers van de Republiek Guinee-Bissau opgeroepen onmiddellijk te starten met gerechtelijke onderzoeken en vervolging in verband met de gebeurtenissen van 1 april 2010, straffeloosheid krachtiger te bestrijden en een gedetailleerder tijdschema voor te stellen voor de tenuitvoerlegging van de verbintenissen, overeenkomstig de termijnen die zijn vastgesteld in de ECOWAS-routekaart.

Om terugkeer naar de eerbiediging van de essentiële elementen van de Overeenkomst van Cotonou te begeleiden wordt voorgesteld om de passende maatregelen overeenkomstig artikel 96, lid 2, onder c) van de overeenkomst vast te stellen om de samenwerking geleidelijk te hervatten, teneinde het proces van versterking van de rechtsstaat en het democratisch bestuur te ondersteunen (zie ontwerpbrief in de bijlage).

In het licht van het voorgaande en overeenkomstig de artikelen 9 en 96 van de herziene Overeenkomst van Cotonou stellen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de Raad voor het overleg met de Republiek Guinee-Bissau af te sluiten en bijgaand besluit goed te keuren.