Toelichting bij COM(2011)446 - Wijziging van Verordening 1085/2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond

IJsland en Montenegro

De Europese Raad van 17 juni 2010 verklaarde in zijn conclusies dat IJsland voldoet aan de politieke criteria die in 1993 zijn vastgesteld door de Europese Raad van Kopenhagen, en verheugde zich over het positieve advies van de Commissie over het toetredingsverzoek van IJsland. De Europese Raad besloot daarop de onderhandelingen met IJsland te openen. IJsland is daarmee dus een kandidaat-lidstaat.

De Europese Raad van 16-17 december 2010 bekrachtigde de conclusies van de Raad van 14 december 2010 inzake de uitbreiding en besloot om Montenegro de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen.

De Commissie stelt daarom de Raad en het Parlement voor Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) te wijzigen en IJsland en Montenegro te verplaatsen van de lijst van potentiële kandidaat-lidstaten (bijlage II) naar de lijst van kandidaat-lidstaten (bijlage I).

Artikel 19

De Commissie stelt de Raad en het Parlement voor artikel 19 ("Regels voor deelname en oorsprong, subsidiabiliteit") van de IPA-verordening aan te passen aan artikel 21 ("Deelneming aan aanbestedingen en overeenkomsten") van de ENPI-verordening (Verordening (EG) nr. 1638/2006 van de Raad).

Deze wijziging houdt verband met een verzoek van de lidstaten die betrokken zijn bij IPA-programma's voor grensoverschrijdende samenwerking inzake de deelname aan oproepen tot het indienen van voorstellen. De lidstaten hebben gevraagd om deelname aan deze oproepen te beperken tot landen die deelnemen aan het desbetreffende IPA-programma voor grensoverschrijdende samenwerking, zoals ook geldt voor de ENPI-programma's voor grensoverschrijdende samenwerking. De Raad heeft de Commissie gevraagd om hiervoor zo snel mogelijk een oplossing voor te stellen.

De Commissie heeft onderzocht wat de gevolgen zouden zijn van een herziening van artikel 19, met name wat betreft de samenhang met de andere instrumenten voor externe hulp, in het bijzonder het ENPI, dat ook een component voor grensoverschrijdende samenwerking omvat. De Commissie stelt voor om artikel 19 aan te passen aan artikel 21 van de ENPI-verordening door een nieuw lid 9 toe te voegen, op grond waarvan deelname aan oproepen tot het indienen van voorstellen gezien het lokale karakter van programma's voor grensoverschrijdende samenwerking wordt beperkt tot lokale actoren.

Bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap en het IPA-comité

De Commissie stelt voor de IPA-verordening zodanig te wijzigen dat het Phare-comité de Commissie zal blijven bijstaan bij het beheer van de financiële steun voor de Turks-Cypriotische gemeenschap, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad inzake steun voor de Turks-Cypriotische gemeenschap.

Bestaande besluiten op het gebied van het voorstel

Verordening (EU) nr. 540/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)[1].

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)[2].

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw[3].

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



De Commissie heeft de potentiële gevolgen van de wijziging van artikel 19 onderzocht met betrekking tot twee aspecten:

1) samenhang met Verordening (EG) nr. 2112/2005 (de zogenaamde ontkoppelingsverordening);

2) samenhang met andere instrumenten voor externe hulp.

Op grond daarvan is geconcludeerd dat artikel 19 van de IPA-verordening moet worden aangepast aan artikel 21 ("Deelneming aan aanbestedingen en overeenkomsten") van de ENPI-verordening door aan het genoemde artikel van de IPA-verordening een nieuw lid 9 toe te voegen.

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

De Commissie heeft een interne raadpleging uitgevoerd. Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Niet van toepassing.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel:


drie wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

I. IJsland en Montenegro worden verplaatst van de lijst van potentiële kandidaat-lidstaten (bijlage II) naar de lijst van kandidaat-lidstaten (bijlage I) op grond van de besluiten van de Europese Raad.

II.           Aan artikel 19 wordt een nieuw lid 9 toegevoegd.

III.          Artikel 25, lid 1, tweede alinea, wordt gewijzigd.

Rechtsgrondslag



Artikel 212, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteitsbeginsel



Niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: wijziging van de verordening van de Raad. Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening moet worden gewijzigd bij een verordening.

2.

Gevolgen voor de begroting



De voorgestelde maatregel leidt niet tot extra uitgaven.

3.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Niet van toepassing.