Toelichting bij COM(2011)469 - Sluiting van de tweede wijziging van de ACS/EG-Partnerschapsovereenkomst (Overeenkomst van Cotonou)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij besluit van 23 februari 2009 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (hierna de 'ACS-staten' genoemd) over een tweede herziening van de partnerschapsovereenkomst tussen de ACS-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna de 'Overeenkomst van Cotonou' genoemd).

Overeenkomstig artikel 95, lid 3, van de Overeenkomst van Cotonou heeft zowel de ACS-groep als de EU de andere partij in kennis gesteld van de bepalingen die zij met het oog op eventuele wijziging van de overeenkomst opnieuw willen bezien. De kennisgevingen van de ACS-groep en de EU overlapten elkaar op een groot aantal gebieden: beide partijen erkenden dat de Overeenkomst van Cotonou verder zou moeten worden uitgewerkt wat betreft de politieke dimensie ervan, de bepalingen inzake regionale integratie en de tenuitvoerlegging van het partnerschap op het gebied van onder andere ontwikkelingssamenwerking. In deze context werd overeengekomen om de actualisering van de bepalingen in de Overeenkomst van Cotonou die door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is vereist, in eerste instantie uit te stellen. De EU heeft vervolgens een verklaring gepubliceerd die aan de slotakte is gehecht, en waarin aan de ACS-landen een voorstel van briefwisseling wordt voorgelegd teneinde de Overeenkomst in overeenstemming te brengen met de institutionele wijzigingen in de Europese Unie die het gevolg zijn van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

Na de officiƫle opening van de onderhandelingen op de vergadering van de Raad van Ministers van 29 mei 2009 heeft tussen juni 2009 en maart 2010 een aantal onderhandelingssessies plaatsgevonden.

Overeenkomstig artikel 95, lid 3, van de Overeenkomst van Cotonou werden de geslaagde onderhandelingen afgesloten op een buitengewone vergadering van de Raad van Ministers op 19 maart 2010, waarbij de onderhandelaars de teksten tot wijziging van de Overeenkomst van Cotonou hebben geparafeerd en daarmee de uitkomst van de onderhandelingen hebben goedgekeurd.

Bij Besluit 2010/648/EU van 14 mei 2010 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan de ondertekening van de overeenkomst. De overeenkomst tot wijziging die het resultaat is van de onderhandelingen, werd bijgevolg tijdens de ACS-EU-Raad van Ministers in Ouagadougou op 22 juni 2010 door beide partijen ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst op een latere datum.

Op grond van artikel 95, lid 3, van de Overeenkomst van Cotonou kan de Raad van Ministers overgangsmaatregelen vaststellen die met betrekking tot de gewijzigde bepalingen nodig zijn totdat deze in werking treden. Bij Besluit 2010/614/EU van de Raad van 14 juni 2010 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan het standpunt dat de Europese Unie dient in te nemen binnen de ACS-EU-Raad van Ministers inzake de overgangsmaatregelen, en bij Besluit nr. 2/2010 van de ACS-EU-Raad van Ministers van 21 juni 2010 worden de gewijzigde bepalingen voorlopig toegepast met ingang van 31 oktober 2010. Het besluit roept de partijen tevens op ernaar te streven om binnen twee jaar na de datum van ondertekening van de overeenkomst de vereiste procedures voor de volledige inwerkingtreding ervan te voltooien.

De Commissie stelt derhalve de Raad voor een besluit vast te stellen tot sluiting van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 218, lid 6, VWEU, na de instemming van het Europees Parlement te hebben verkregen, overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), VWEU.