Toelichting bij COM(2011)491 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/026 PT/Rhode, Portugal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 26 november 2010 heeft Portugal aanvraag EGF/2010/026 PT/Rohde ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG ingevolge ontslagen bij Rohde Sociedade Industrial de Calçado Luso-Alemã, Lda ("Rohde") in Portugal.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2010/026

Lidstaat| Portugal

Artikel onder a)

Primaire onderneming| Rohde - Sociedade Industrial de Calçado Luso-Alemã, Lda.

Leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode| 19.5.2010 – 19.9.2010

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 20.5.2010

Datum van de aanvraag| 26.11.2010

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 974

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 974

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 680

Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's| 2 135 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] in euro's| 95 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,26

Totaal budget in euro's| 2 230 000

EFG-bijdrage in euro's (65%)| 1 449 500

1. De aanvraag werd op 26 november 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 19 mei 2011 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG, als vastgesteld in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Portugal aangevoerd dat de kleding- en schoenenindustrie zwaar getroffen is door de crisis. Deze sectoren zijn erg kwetsbaar voor externe factoren zoals een verlies aan koopkracht van de consument. De economische recessie had negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt, deed de werkloosheid stijgen en tastte het consumentenvertrouwen aan. De be- en verwerkende industrie zag haar verkoop en productie sterk dalen. De Portugese autoriteiten meldden een daling van het Portugese bbp tijdens de laatste twee kwartalen van 2008 en in 2009 (een daling met 4% volgens de Banco de Portugal). Zowel de kleding- als de schoenenindustrie kende een daling van de uitvoer (met 24 miljoen euro in de kledingindustrie en met 6 miljoen euro in de schoenenindustrie). In 2009 daalde de Portugese uitvoer van schoenen tot 1 207 miljoen euro, wat neerkomt op een daling met 6,4% in vergelijking met het voorgaande jaar.

4. Het bedrijf Rohde behield een stabiele positie op de markt, ondanks de groeiende problemen door de versterkte concurrentie, aangezien China in deze sector een wereldleider aan het worden is en ook Vietnam, India en Indonesië aan belang winnen. Rohde kreeg niettemin te lijden onder de dalende verkoop, en de positie van Rohde op de Europese markt ging erop achteruit. Als gevolg van de crisis en de beperkte investeringscapaciteit ging het moederbedrijf in Schwalmstadt, Duitsland, uiteindelijk failliet.

5. Er kwam een herstelplan voor de Rohde-groep: de onderneming werd gekocht door een joint venture tussen Square Four en de Morgan Stanley Merchant bank in een poging om Rohde en zijn productieniveau te redden. Het was de bedoeling dat de fabriek in Portugal zou blijven produceren. Uiteindelijk werd de groep aanzienlijk ingekrompen. Deze omstandigheden en de dalende bestellingen van het moederbedrijf hebben de situatie van de Rohde-fabriek in Santa Maria da Feira, Portugal, negatief beïnvloed en hebben ertoe geleid dat in september 2009 een insolventieprocedure werd ingeleid, waarna de fabriek uiteindelijk werd gesloten en de werknemers werden ontslagen.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder a)



6. De aanvraag werd door Portugal ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 974[4] ontslagen bij Rohde tijdens de referentieperiode van vier maanden (van 19 mei 2010 tot en met 19 september 2010). Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



8. De Portugese autoriteiten stellen dat de financiële en economische crisis en de gevolgen ervan niet konden worden voorzien. De ontslagen bij Rohde waren onverwacht ondanks de groeiende problemen waarmee de onderneming werd geconfronteerd door de sterkere concurrentie, de alsmaar toenemende invoer en de daling van het verbruik. De positie van de onderneming op de markt was stabiel, tot die door de crisis werd ondermijnd. Bovendien werd het faillissement van het moederbedrijf in Duitsland aanvankelijk niet als een groot gevaar beschouwd, aangezien er voor de onderneming in 2008/2009 een herstelplan was uitgevoerd.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



9. In de aanvraag wordt melding gemaakt van in totaal 974 gedwongen ontslagen bij Rohde tijdens de referentieperiode van vier maanden. Voor 680 van het totale aantal ontslagen werknemers wordt steun aangevraagd: de Portugese autoriteiten schatten dat ongeveer 70% van de ontslagen werknemers van de door het EFG medegefinancierde maatregelen gebruik zal maken, terwijl de anderen een andere baan zullen vinden, naar het buitenland zullen trekken, met pensioen zullen gaan of gebruik zullen maken van andere maatregelen die complementair zijn met die welke door het EFG worden medegefinancierd.

10. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 13,00

Vrouwen| 87,00

EU-burgers| 100,00

Niet-EU-burgers| 0,00

15-24 jaar| 0,15

25-54 jaar| 92,94

55-64 jaar| 6,62

Ouder dan 64 jaar| 0,29

78,5% van deze werknemers heeft het primair onderwijs (dat negen jaar duurt) niet afgemaakt, terwijl slechts 17,8% van de werknemers een diploma primair onderwijs en 1,2% een diploma secundair onderwijs heeft. 7 werknemers van de bovengenoemde categorieën hebben een langdurig gezondheidsprobleem of handicap.

11. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Beleidvoerende en hogere leidinggevende functies| 0,29

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 0,15

Technici en lagere functies| 2,50

Administratieve functies| 5,00

Dienstverlenende en commerciële functies| 0,44

Ambachtsberoepen en verwante beroepen| 78,97

Bedieningspersoneel van installaties en machines en assembleurs| 2,94

Lagere beroepen| 9,71

12. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Portugal bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



13. Het betrokken gebied is hoofdzakelijk de gemeente Santa Maria Da Feira, waar Rohde gevestigd was. De ontslagen troffen evenwel ook de aangrenzende gemeente Ovar. Deze gemeenten bevinden zich respectievelijk in twee NUTS II‑regio's: Norte en Centro.

14. De regio Norte is de dichtst bevolkte en meest geïndustrialiseerde regio van het land, met een hoge concentratie van traditionele industrieën (textiel, kleding, schoenen, hout en kurk), maar ook de dienstensector is er onlangs tot ontwikkeling gekomen. In al deze sectoren overwegen de kleine en middelgrote ondernemingen. De regio lijdt nog steeds onder een laag onderwijsniveau, in het bijzonder bij de oudere generatie, en langdurige werkloosheid.

15. De regio Centro wordt gekenmerkt door een lage bevolkingsdichtheid en sterke demografische verschillen, die hoofdzakelijk te wijten zijn aan de gestage ontvolking en de progressieve vergrijzing van de bevolking. De productiestructuur is gediversifieerd, maar de sector wordt gedomineerd door traditionele productiespecialisaties. Net als in de regio Norte is het onderwijsniveau in de regio Centro laag. De werkloosheid is problematisch geworden door de neergang van de primaire en traditionele industriesectoren.

16. Beide regio's vertonen een kwetsbare werkgelegenheidsstructuur en hebben te kampen met laaggekwalificeerde arbeidskrachten, lage lonen en onzeker werk.

17. De belangrijkste belanghebbenden zijn het Instituto do Emprego e Formacao Profissional (IEFP, I.P.), een overheidsdienst met gedecentraliseerde arbeidsbureaus en beroepsopleidingscentra, en de sociale partners (aan werkgeverszijde de Portugese Vereniging van producenten van schoenen, ledercomponenten en lederartikelen en de onderafdelingen daarvan; aan vakbondszijde de Federatie van de vakbonden van de sectoren textiel, wolproducten, kleding, schoenen en van de lederbewerkers van Portugal). Ook de gemeenten en hun verenigingen (hoofdzakelijk in het grootstedelijk gebied Porto), universiteiten en polytechnische instituten en het Technologisch Centrum voor de schoenenindustrie spelen een belangrijke rol.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



18. Volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE) bedroeg de werkloosheid in Portugal tijdens het derde kwartaal van 2010 10,9%. Dat is 1,1% meer dan tijdens dezelfde periode van 2009. De werkloosheid in de regio Norte steeg van 11,6% in het derde kwartaal van 2009 tot 13,2% in dezelfde periode van 2010, wat meteen het hoogste werkloosheidspercentage van het land was. De regio Centro kende een lichte stijging van de werkloosheid (van 7,2% tot 7,4% in dezelfde periode).

In de gemeente Santa Maria da Feira, waar Rohde gevestigd was, was de werkloosheid de hoogste van de NUTS III-regio Entre Douro e Vouga. In de gemeente Ovar in de regio Centro ligt de werkloosheid boven het nationale gemiddelde.

De sluiting van Rohde had het ontslag van ongeveer 980 werknemers tot gevolg. Deze ontslagen hebben deze gemeenten, waar de werkloosheid reeds boven het nationale gemiddelde lag, zwaar getroffen.

19. De Portugese autoriteiten melden dat de werklozen in de meeste traditionele industriesectoren, zoals de schoenenindustrie, zeer laag geschoold zijn en bijgevolg meer problemen ondervinden om zich voor andere activiteiten om te scholen.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



20. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces:

1) Voorlichting en begeleiding: de voorlichtingsmaatregelen houden in dat aan alle potentiële begunstigden informatie wordt verstrekt over de beschikbare maatregelen, dat de werknemers ertoe worden aangespoord actief van de maatregelen gebruik te maken, dat informatie over de arbeidsmarkt wordt verstrekt en dat de persoonlijke werkgelegenheidsplannen, waarin de maatregelen worden beschreven waaraan de werknemers wensen deel te nemen, worden vast- en bijgesteld. Deze profilering zal door arbeidsbureaus worden uitgevoerd en wordt niet door het EFG medegefinancierd. Verwacht wordt dat 250 van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan complexere begeleidingssessies zullen deelnemen. Daarin zullen de werknemers worden aangemoedigd om beroepsopleiding te volgen, zich om te scholen en zich persoonlijk te ontwikkelen (zoals het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde en de verwerving van technieken om werk te zoeken). Tijdens deze maatregelen ontvangen de werknemers vergoedingen voor maaltijden en reiskosten.

2) Erkenning, validatie en certificatie van competenties: met de hulp van erkende Centra voor nieuwe kansen inventariseren de werknemers, zowel in een formele als in een informele context, de kennis en vaardigheden die zij tijdens hun leven hebben verworven. Tijdens individuele en groepssessies stellen de werknemers samen met professionele opleiders een dossier samen met bewijzen van hun leerproces. Er komen speciale panels voor werknemers die specifieke competenties moeten verwerven om een onderwijs- of beroepsopleidingsgetuigschrift te kunnen behalen. De Centra voor nieuwe kansen zullen door de beroepsopleidingscentra gezamenlijk worden beheerd.

3) Beroepsopleiding: de werknemers zullen de opleiding ontvangen die het best op hun onderwijs- en vaardigheidsniveau is afgestemd om hen te helpen snel weer werk te vinden. Er zullen opleidingen voor volwassenen worden aangeboden die tot dubbele getuigschriften (onderwijs en beroepsopleiding) leiden. Een aantal opleidingen zullen uit modules bestaan (flexibele opleiding in kortlopende opleidingstrajecten, die in de opleidingsbenchmarks van de nationale kwalificatiecatalogus zijn opgenomen) en in sommige gevallen zal het om specifieke opleidingen gaan die op bijzondere behoeften van de arbeidsmarkt inspelen (maatregelen die niet in de nationale kwalificatiecatalogus zijn opgenomen). De opleidingen zullen worden verstrekt door de beroepsopleidingscentra en door andere entiteiten waarvan de competentie door de IEFP is erkend. Onder strikte beperkingen en voorwaarden zullen vergoedingen voor opleiding, maaltijden, reiskosten, persoonlijke ongevallenverzekering en verblijfskosten worden toegekend.

4) Toelage voor opleiding op eigen initiatief: dankzij deze toelage kunnen werknemers deelnemen aan geschikte opleidingen, die in het kader van hun persoonlijke werkgelegenheidsplan zijn afgesproken, en die door erkende opleidingsinstellingen worden verstrekt. De deelnemers aan deze vorm van opleiding komen onder strikte voorwaarden in aanmerking voor een beurs. Zij kunnen opeenvolgend of tegelijkertijd meer dan één cursus volgen, op voorwaarde dat zij binnen de vastgestelde grenzen blijven.

5) Steun voor wie op eigen kracht werk vindt: deze toelage wordt toegekend aan werknemers die tijdens de implementatie van het EFG-pakket zelf een nieuwe baan vinden met een overeenkomst van onbeperkte duur of voor minstens zes maanden. Het bedrag varieert naar gelang van de duur van de arbeidsovereenkomst, en kan worden opgetrokken wanneer de nieuwe werkplek meer dan 100 km van de woonplaats van de werknemer verwijderd is.

6) Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers die steun van het EFG ontvangen: om het scheppen van nieuwe banen aan te moedigen, kan financiële steun worden toegekend aan werkgevers die werknemers die steun van het EFG ontvangen voltijds aanwerven. De minimumduur van een arbeidsovereenkomst moet 12 maanden bedragen, en er wordt een hogere aanmoedigingspremie uitbetaald aan werkgevers die werknemers voor onbeperkte duur aanwerven.

7) Steun voor ondernemers: voor werknemers die hun eigen bedrijf wensen op te richten, wordt opleiding in specifieke kennis en vaardigheden voor het oprichten en leiden van kleine ondernemingen georganiseerd. Deze opleiding is verplicht om in aanmerking te komen voor steun bij de oprichting van een bedrijf, behalve wanneer het bewijs van een eerdere opleiding of van relevante ervaring kan worden overgelegd. Technische ondersteuning voor het project omvat activiteiten ter ondersteuning van de ontwikkeling van het bedrijfsidee, de opstelling van het bedrijfsplan, de oprichting van het bedrijf en de follow-up van het project tijdens het eerste jaar dat het bedrijf actief is.

8) Ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf: de werknemers ontvangen een niet‑terugvorderbare subsidie van 20 000 euro voor elke nieuwe baan die zij creëren, met inbegrip van die van de promotor zelf, tot een maximum van drie. De nieuwe banen moeten worden ingevuld door werknemers die steun van het EFG ontvangen, of door bij de arbeidsbureaus van de regio ingeschreven werklozen. Het moeten voltijdse banen zijn voor een periode van minstens twee jaar. Onder strikte beperkingen en voorwaarden zullen vergoedingen voor maaltijden, reiskosten en persoonlijke ongevallenverzekering worden toegekend.

9) Integratieplan: de werknemers kunnen gedurende minstens 30 uur per week en tijdens een periode van 6 tot 12 maanden werkervaring opdoen. Het is de bedoeling dat deze werknemers het contact met andere werknemers niet verliezen, niet geïsoleerd en gedemotiveerd raken, en de kans krijgen om nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven en aldus hun inzetbaarheid na de integratieperiode te verbeteren. De werknemers kunnen gedurende een beperkte periode bij werkgevers uit de non‑profitsector terecht en hebben recht op vergoedingen voor maaltijden en reiskosten, een verzekering en een maandelijkse subsidie in de plaats van loon.

21. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

22. De door de Portugese autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Portugese autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 2 135 000 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 95 000 euro (4,26% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 449 500 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's )

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Voorlichting en begeleiding| 40 000

Erkenning, validatie en certificatie van competenties| 160 000

Beroepsopleiding| 6 900 000

Toelage voor opleiding op eigen initiatief| 4 80 000

Steun voor wie op eigen kracht werk vindt| 1 80 000

Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers die steun van het EFG ontvangen| 2 115 000

Steun voor ondernemers| 2 60 000

Ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf| 20 400 000

Integratieplan| 3 300 000

Subtotaal individuele dienstverlening|| 2 135 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 2 000

Beheer|| 90 000

Voorlichting en publiciteit|| 2 000

Controle|| 1 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 95 000

Totale geraamde kosten|| 2 230 000

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten)|| 1 449 500

23. Portugal bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Portugal garandeert eveneens een duidelijk controletraject voor door het EFG gefinancierde activiteiten, en bevestigt dat voor deze activiteiten geen andere EU‑financiering wordt aangevraagd of gebruikt.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



24. Op 20 mei 2010 maakte Portugal ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



25. De EFG-aanvraag is voorgelegd aan de vergadering van de raad van bestuur van het IEFP, I.P., van 29 november 2010. Het IEFP,I.P., dat in Portugal de beheers- en betalingsautoriteit voor het EFG is, is zelf een tripartiet orgaan.

26. De Portugese autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn



27. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Portugese autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



28. Portugal heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door het Instituto do Emprego e Formação Profissional, I.P., de publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie. Voor het algemene beheer staat de afdeling werkgelegenheid in, met de hulp van de afdeling beroepsopleiding, de afdeling financiële en beheerscontrole en de regionale delegaties van de regio's Norte en Centro. Het algemene financiële beheer wordt verzorgd door de afdeling financiële en beheerscontrole. De goedkeuring en betaling van steun behoort tot de verantwoordelijkheid van de regionale delegaties van de regio's Norte en Centro. De arbeidsbureaus en de partnerentiteiten, met name gezamenlijke beroepsopleidingscentra van de zwaarst getroffen gemeenten, zullen de meeste actieve maatregelen uitvoeren. Portugal heeft bevestigd dat het beginsel van scheiding van functies onder en binnen de relevante entiteiten zal worden nageleefd.

Het Instituto de Gestão do Fundo Social Europeu (IGFSE, I.P.), de instelling die de middelen van het Europees Sociaal Fonds beheert, zal deze EFG-aanvraag auditen en controleren.

Financiering



29. Op grond van de aanvraag van Portugal bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 1 449 500 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Portugal.

30. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

31. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

32. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

33. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2011 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



34. In de Gewijzigde Begroting 2/2011 is voorzien in een verhoging van het EFG‑begrotingsonderdeel 04.0501 met 50 000 000 euro aan betalingskredieten. Kredieten uit dit begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 449 500 euro.