Toelichting bij COM(2011)617 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/019 IE/Bouwnijverheid 41, Ierland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 9 juni 2010 heeft Ierland aanvraag EGF/2010/019 IE/Bouwnijverheid 41 ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in 1 482 bedrijven die vallen onder afdeling 41 van de NACE Rev. 2 ("Bouw van gebouwen")[3] in de NUTS II-regio's Border, Midlands and Western (IE01) en Southern and Eastern (IE02) in Ierland. Deze twee aan elkaar grenzende regio's omvatten heel Ierland.

Deze aanvraag maakt deel uit van een reeks van drie, die allemaal de bouwsector in Ierland betreffen. De andere twee aanvragen betreffen steun voor werknemers die zijn ontslagen in NACE Rev. 2-afdelingen 43 ("Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden") en 71 ("Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen").

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2010/019

Lidstaat| Ierland

Artikel onder b)

Betrokken ondernemingen| 1 482

NUTS II-regio's| Border, Midlands and Western (IE01) Southern and Eastern (IE02)

NACE Rev. 2-afdeling| 41 ("Bouw van gebouwen")

Referentieperiode| 1.7.2009 – 31.3.2010

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.7.2009

Datum van de aanvraag| 9.6.2010

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 4 866

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 3 205

Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's| 18 245 633,73

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] in euro's| 1 277 195,15

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 6,5

Totaal budget in euro's| 19 522 828,88

EFG-bijdrage in euro's (65%)| 12 689 838

1. De aanvraag werd op 9 juni 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 17 juni 2011 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereld­handelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis

3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis voerde Ierland aan dat deze crisis is begonnen met de crisis van de risicovolle hypotheekleningen in de Verenigde Staten midden 2007, die zich snel tot de financiële markten uitbreidde. Ierland is een kleine exportgerichte economie en had te lijden onder de gevolgen van de kredietschaarste voor zijn belangrijkste handelspartners, op een ogenblik dat de wereldeconomie de zwaarste recessie van de naoorlogse periode doormaakte. De kredietschaarste trof de banken in Ierland zwaar, wat verdere gevolgen had voor hypotheekleningen en de bouwactiviteit in het land.

4. De werkgelegenheid daalde sterk in de voorheen snelgroeiende bouwsector. In Ierland had de bouwsector een boom gekend: de verhouding van de investeringen in huisvesting tot het bbp piekte op 11% in 2006, terwijl de verhouding van de investeringen in huisvesting tot het bbp op lange termijn in de EU gemiddeld ongeveer 6% bedroeg. Toen de crisis toesloeg, daalde het aandeel van de werknemers in de bouwsector in Ierland van 12,25% in Q4/2007 tot 9,2% in Q1/2009 en 6,25% in Q3/2010. Veel ontslagen in de sector werden veroorzaakt door de effectieve sluiting van de onderneming, waarvoor redenen werden opgegeven zoals faillissement, curatele, sluiting, insolventie, einde contract en bankroet.

5. Na een decennium van lage werkloosheid (4%-6%) is de werkloosheid in de bouwsector tussen Q2/2007 en Q2/2009 verzesvoudigd. Midden 2009 was één op de drie werknemers in de bouwsector werkloos, terwijl de totale nationale werkloosheid op dat ogenblik 12,4% bedroeg. Wat de subsectoren van de bouw betreft, werd in Q4/2009 de hoogste absolute werkloosheid geconstateerd in de subsectoren 'bouw van gebouwen' (NACE Rev. 2-afdeling 41) en 'gespecialiseerde bouwwerkzaamheden' (NACE Rev. 2-afdeling 43). In Q2/2009 bedroeg de werkloosheid in die subsectoren bijna 40%.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)



6. De aanvraag werd door Ierland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in een lidstaat.

7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 4 866 gedwongen ontslagen in 1 482 ondernemingen die zijn ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 41 ("Bouw van gebouwen")[5] in de NUTS II-regio's Border, Midlands and Western (IE01) en Southern and Eastern (IE02) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 1 juli 2009 tot en met 31 maart 2010. Al deze ontslagen zijn in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



8. De Ierse autoriteiten voeren aan dat de regeringen, financiële instellingen en commentatoren nergens ter wereld de financiële en economische wereldcrisis hadden voorspeld en dat de talrijke ondernemingen van het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de bouwsector in Ierland bijgevolg niet konden voorzien in welke mate de crisis hun activiteiten zou treffen.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



9. De aanvraag heeft betrekking op 4 866 ontslagen in 1 482 ondernemingen in twee aan elkaar grenzende regio's, die samen heel Ierland omvatten. Bijna 80% van de ondernemingen zijn gevestigd in de regio Southern and Eastern (IE02); de overige 20% van de ondernemingen zijn gevestigd in de regio Border, Midlands and Western (IE01). Voor 3 205 van de 4 866 ontslagen werknemers worden de onderstaande maatregelen voorgesteld.

Regio| Aantal ondernemingen| Aantal ontslagen

Border, Midlands and Western (IE01)| 1 008

Southern and Eastern (IE02)| 1 3 857

n.v.t.| 1

Totaal| 1 4 866

De volledige lijst van ondernemingen waarop aanvraag EGF/2010/019 IE/Bouwnijverheid 41, Ierland, betrekking heeft, is opgenomen in het bij dit voorstel gevoegde werkdocument van de Commissie.

10. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 2 91,89

Vrouwen| 8,11

EU-burgers| 3 100,00

Niet-EU-burgers| 0,00

15-24 jaar| 12,14

25-54 jaar| 2 73,17

55-64 jaar| 12,20

Ouder dan 64 jaar| 2,50

11. Tot deze groep behoren geen werknemers met langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.

12. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Beleidvoerende en hogere leidinggevende functies| 7,02

Specialisten| 7,89

Technici en lagere functies| 9,39

Administratieve functies| 2,37

Dienstverlenende en commerciële functies| 0,25

Geschoolde landbouwers en vissers| 0,03

Ambachtsberoepen en verwante beroepen| 27,74

Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs| 7,96

Lagere beroepen| 1 32,82

n.v.t.| 4,52

13. Afhankelijk van de resultaten van de contacten met de individuele ontslagen werknemers kan binnen het totale aantal werknemers het aantal werknemers waarvoor steun wordt aangevraagd nog veranderen. Onder de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd bevinden zich 669 ontslagen leerlingen. Het zijn hoofdzakelijk jonge mannen tot 25 jaar, die een hoog risico lopen op middellange of zelfs langdurige werkloosheid.

14. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Ierland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



15. De aanvraag betreft heel Ierland, dat op NUTS II-niveau in twee aan elkaar grenzende regio's is opgedeeld. Ongeveer 80% van de voormalige werkgevers van de ontslagen werknemers waren gevestigd in de regio Southern and Eastern, waar de twee grootste steden, namelijk Dublin en Cork, zich bevinden. Dit doet vermoeden dat de andere NUTS II-regio (Border, Midlands and Western) minder onder de crisis te lijden heeft, maar door de korte pendeltijden en ‑afstanden, de bereidheid van de werknemers om zich te verplaatsen, en het grotere aantal bouwprojecten in de steden, is het waarschijnlijk dat veel werknemers die in de regio Border, Midlands and Western wonen naar de regio Southern and Eastern verhuizen of pendelen om er te werken.

16. Tot omstreeks 2008 beschikte Ierland over een van de meest geglobaliseerde en dynamische economieën ter wereld, met een bijzonder sterke buitenlandse handel en bijzonder veel buitenlandse investeringen. Sinds het laatste kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009 is de economische groei echter sterk vertraagd, en hij vertraagt nog steeds. Met een daling van het bbp met 3% in 2008 was Ierland zwaar getroffen door de financiële en economische crisis. Vooral door de instorting van de bouw- en de banksector ondergaat de hele Ierse arbeidsmarkt structurele veranderingen.

17. De werkgelegenheid nam in 2009 niettemin toe in de ICT-sector, en in beperkte mate ook in de transport-, levensmiddelen- en gezondheidssector. Ook in de energiesector (gas en elektriciteit) nam de werkgelegenheid toe dankzij de deregulering en de groei van de sector hernieuwbare energie.

18. Hoewel het aanbod op de arbeidsmarkt de vraag algemeen genomen overtreft, is er op bepaalde gebieden een tekort aan vaardigheden voor een klein aantal banen, waarvoor gewoonlijk uitsluitend specialisten (bijvoorbeeld elektrotechnisch ingenieurs die ervaring hebben met hoogspanningsnetten, leidinggevend personeel zoals ICT-projectmanagers), nichespelers (bijvoorbeeld televerkopers die vloeiend vreemde talen spreken) en werknemers met een specifieke combinatie van vaardigheden (bijvoorbeeld ICT-professionals met vaardigheden op het gebied van bedrijfsontwikkeling) in aanmerking komen.

19. Het ministerie van Onderwijs en Vaardigheden is verantwoordelijk voor het vaststellen van het nationaal werkgelegenheids- en opleidingsbeleid en voor de nationale financiering. De nationale dienst voor opleiding en werkgelegenheid, Foras Áiseanna Saothair (FÁS), is verantwoordelijk voor de uitvoering. Via een netwerk van 66 kantoren en 20 opleidingscentra biedt FÁS opleidings- en werkgelegenheids­programma's, met inbegrip van werkstages, alsook arbeidsbemiddeling voor werkzoekenden en werkgevers, een adviesdienst voor de industrie, en ondersteuning voor plaatselijke ondernemingen.

Daarnaast is het ministerie van Onderwijs en Vaardigheden ook bevoegd voor het vaststellen van het beleid en de financiering van het voortgezet en hoger onderwijs in Ierland. Voor de lagere onderwijskwalificaties berust de operationele verantwoordelijkheid voor het voortgezet onderwijs, met name voor het verstrekken van volwassenenonderwijs, bij de Comités voor beroepsonderwijs (Vocational Education Committees – VECs). Het door de overheid gefinancierde hogeronderwijsstelsel omvat 7 universiteiten en 13 technologie-instituten. De autoriteit voor het hoger onderwijs (Higher Education Authority - HEA), die onder het ministerie ressorteert, staat in voor de financiering van deze instellingen. De technologie-instituten werken nauw samen met FÁS om werkstages aan te bieden.

20. De 35 ondernemingsraden in de steden en graafschappen (City and County Enterprise Boards - CEBs), die onder het ministerie van Ondernemingen, Handel en Innovatie ressorteren, bieden steun voor plaatselijke micro-ondernemingen die 10 werknemers of minder tellen.

21. Het ministerie van Sociale Bescherming stelt passende beleidsmaatregelen op het gebied van sociale bescherming vast en leidt en beheert de verstrekking van al dan niet wettelijk verplichte regelingen en diensten. Het ondersteunt ook werknemers bij het zoeken van een baan en werkgevers bij het aanwerven van werknemers, onder meer door ondersteuning van ondernemingen en start-ups.

22. Tot slot kunnen een aantal verstrekkers van privaat hoger onderwijs onderwijskansen bieden voor voormalige werknemers uit de bouwsector; FÁS zou die via passende subsidiesystemen kunnen financieren.

23. Vakbonden, sectorale organen, plaatselijke politieke vertegenwoordigers, plaatselijke en regionale ontwikkelingsorganen, plaatselijke zonepartnerschappen en plaatselijke ondernemingsraden behoren tot de talrijke andere belanghebbenden.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



24. Na een sterke inkrimping van de bouwactiviteit in Ierland in 2008 bleef de werkgelegenheid in de bouwsector in 2009 en 2010 afnemen. Uit de arbeidskrachtenstatistieken van de OESO (belangrijkste economische indicatoren - main economic indicators – MEI) blijkt dat de werkgelegenheid in de bouwsector in Ierland met 19% is gedaald tijdens de periode van Q3/2009 tot en met Q1/2010. Dat is de sterkste daling in deze sector in alle OESO-landen[6].

25. Het aandeel van de totale werkgelegenheid in de bouwsector (alle NACE Rev. 2-afdelingen) in de totale nationale werkgelegenheid is gedaald van 12,8% eind Q2/2007 tot 6,9% eind Q1/2010. Het aantal werknemers in NACE Rev. 2 afdeling 41 is tussen eind Q2/2009 en eind Q1/2010 met 11 900 (16,6 %) gedaald. Eind Q1/2010 bedroeg de werkloosheid voor alle werknemers in NACE Rev. 2‑afdeling 41 39,9 %. Dat is meer dan drie keer de nationale werkloosheid, die 12,9% bedroeg.

26. De laatste jaren was de bouwsector goed voor meer dan 8% van het bbp, wat aanzienlijk meer is dan het OESO-gemiddelde van 4 tot 6%. De daling van de vraag naar bouwdiensten en de daaruitvolgende ontslagen hebben duidelijke negatieve gevolgen: minder rechtstreeks inkomen uit lonen, minder inkomsten uit inkomsten- en vennootschapsbelastingen voor de schatkist, meer socialezekerheidsuitgaven voor de nieuwe werklozen, minder vraag naar goederen en diensten bij de leveranciers van de sector, met inbegrip van de belangrijke groep zelfstandigen, minder investeringen in en/of huur van nieuwe machines en apparatuur. Bovendien zal de daling van de secundaire verbruiksgerelateerde bestedingen van voormalige werknemers uit de bouwsector gevolgen hebben voor alle sectoren van de economie.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



27. Ierland stelt een pakket steunmaatregelen voor de ontslagen werknemers voor dat op zes pijlers steunt: loopbaanbegeleiding, opleidingsprogramma's en daaraan verbonden opleidingstoelagen, opleiding op en buiten de werkplek en steun voor ontslagen leerlingen, onderwijs- en opleidingsprogramma's voor beroepsopleiding/secundair onderwijs en inkomenssteun, steun voor ondernemingen/zelfstandigen, en tertiair onderwijs en inkomenssteun:

– Loopbaanbegeleiding: individueel loopbaanadvies voor de meerderheid van de ontslagen werknemers, dat resulteert in een stappenplan voor de terugkeer op de arbeidsmarkt. Deze stappen betreffen niet alleen opleiding, maar ook ondersteuning in de vorm van groepsbegeleiding, banenclubs en onderwijsmogelijkheden.

– Opleidingsprogramma's en daaraan verbonden opleidingstoelagen: FÁS-cursussen betreffen zeer uiteenlopende relevante onderwerpen, waaronder energiebehoud, groene en duurzame energietechnologieën en -structuren, alsook milieubeheer. Er wordt een strategie gevolgd die tot doel heeft de vaardigheden en kwalificaties van de werkloze bouwarbeiders te verbeteren, zodat zij werk kunnen vinden in deze groeiende sectoren. Personen die voltijds FÁS-cursussen volgen, komen in aanmerking voor een opleidingstoelage in de plaats van een socialezekerheidsuitkering. In voorkomend geval worden ook subsidies toegekend ter ondersteuning van werklozen die een opleiding volgen die door de privésector wordt aangeboden, dan wel onderwijs dat niet door of via de nationale dienst voor opleiding wordt aangeboden. Indien nodig zullen specifieke practica, stages, en op de plaatselijke gemeenschap gerichte opleidingsprogramma's worden opgezet.

– Opleiding op en buiten de werkplek en steun voor ontslagen leerlingen: deze maatregel moet de 669 leerlingen de mogelijkheid bieden om hun werkstage in het kader van een leerovereenkomst te voltooien. Het 'Standards Based Apprenticeship System' is gebaseerd op zeven alternerende fasen van opleiding op de werkplek (de oneven fasen) en opleiding buiten de werkplek (de even fasen). Via deze maatregel worden de werkstages van de ontslagen leerlingen tijdens de vereiste fasen 3, 5 en 7 van de leerovereenkomst gesubsidieerd, wordt voor de leerlingen in de fasen 2, 4 en 6 voorzien in opleiding en inkomenssteun, en wordt bij wijze van gedeeltelijke vervanging van de laatste werkstage (fase 7 van de leerovereenkomst) in opleiding in het centrum, in evaluatie en in inkomenssteun voorzien.

– Onderwijs- en opleidingsprogramma's voor beroepsopleiding/secundair onderwijs en inkomenssteun: het idee dat het verbeteren van de vaardigheden de sleutel is voor duurzaam werk in de komende jaren, vindt steeds meer ingang. Werkloze bouwarbeiders die er een paar jaar geleden niet over zouden hebben gedacht om opnieuw onderwijs of opleiding te gaan volgen, zien dan ook steeds vaker in dat zij zich moeten bijscholen om hun kansen op werk te verbeteren. Er is gebleken dat ontslagen bouwarbeiders, die vaak technisch hooggeschoold zijn, realistisch zijn wat hun situatie betreft en openstaan voor een alternatieve loopbaan buiten de bouwsector. Zij zijn zich bewust van lacunes in hun onderwijs en opleiding en verwelkomen begeleiding die erop wijst hoe die lacunes kunnen worden aangevuld. In dit verband worden diverse mogelijkheden aangeboden: opleidingen van de Comités voor beroepsonderwijs, cursussen voor werknemers die een einddiploma op zak hebben, regelingen voor beroepsopleidingsmogelijkheden, intensieve studiebegeleiding in volwassenenbasisonderwijs, en het initiatief 'terug naar school'. Veel van deze programma's komen in aanmerking voor nationaal en internationaal erkende certificatie.

– Steun voor ondernemingen/zelfstandigen: organen die ondernemingen ondersteunen, zoals de ondernemingsraden in de steden en graafschappen (CEBs), zullen, bijvoorbeeld door informatieworkshops, beurzen, roadshows en andere soortgelijke activiteiten te organiseren, bekendheid geven aan het grote aanbod aan beschikbare steun voor ontslagen werknemers die overwegen hun eigen bedrijf op te richten. Wanneer de bedrijfsplannen aan de subsidiabiliteitscriteria voldoen, zal een subsidie worden aangeboden. Dergelijke steun omvat startpremies en werkgelegenheidssubsidies van de CEBs die bedoeld zijn om werknemers die zich pas als zelfstandige hebben gevestigd of kleine starters te helpen de start-upkosten te dragen en werknemers in dienst te nemen. De begunstigden zijn meestal eenmanszaken of micro-ondernemingen die zich concentreren op productie of op internationaal verhandelde diensten. Het ministerie van Sociale Bescherming biedt een aantal regelingen aan om inkomenssteun te verstrekken aan ontvangers van een socialezekerheidsuitkering die zich als zelfstandige vestigen, zoals de 'Back to Work Enterprise Allowance' en de 'Short Term Enterprise Allowance', waarbij een werkloze als zelfstandige een bedrijf kan oprichten dat door een jobfacilitator van het ministerie of een plaatselijk geïntegreerd ontwikkelingsbedrijf is goedgekeurd. Er gelden geen beperkingen voor de aard van het eenmansbedrijf, maar de jobfacilitator moet het levensvatbaar en duurzaam bevinden.

– Tertiair onderwijs en inkomenssteun: het hoger onderwijs biedt duizenden modules en programma's die nuttig zijn voor de ontslagen bouwarbeiders, afhankelijk van hun onderwijsachtergrond en vaardigheidsniveau. Een aantal van die programma's betreft groene technologie, die voor mensen uit de bouwsector bijzonder interessant kan zijn. In een eerste fase zal vrij veel nadruk worden gelegd op de screening van de werknemers die een hogeronderwijstraject overwegen, van hun vaardigheden en hun geschiktheid om specifieke opleidingen aan te vatten, en er zal worden geëvalueerd of voorbereidende cursussen of andere mogelijkheden op andere gebieden waar ondersteuning wordt geboden eventueel geschikter zijn. Het hoger onderwijs kan overgangsprogramma's aanbieden, alsook korte en middellange voltijdse en deeltijdse programma's. Afhankelijk van de vaardigheden en de werkervaring waarover de werknemer reeds beschikt, bieden alle hogeronderwijsinstellingen ("colleges") mogelijkheden voor directe en gevorderde toegang tot de programma's. In het kader van de grotere flexibiliteit van de aanbiedingsvormen, kunnen studenten kiezen voor kortere modules of minder hoge kwalificaties, met de mogelijkheid om in de loop der tijd een hogere kwalificatie op te bouwen. Houders van een ambachtscertificaat kunnen in de instituten voor technologie ook gevorderde toegang krijgen tot een aantal specifieke programma's voor tertiair onderwijs. De beperkte duur van de implementatie van het EFG is over het algemeen niet bevorderend voor de ondersteuning van een hele tertiaire opleiding. Er bestaan verschillende vormen van inkomenssteun om de toegang van ontslagen bouwarbeiders tot en hun participatie in tertiaire programma's te bevorderen.

28. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit. Aangezien deze aanvraag heel Ierland betreft, hebben de Ierse autoriteiten het grootste deel van de uitgaven gereserveerd voor beheer en toezicht, alsook controle, waaronder audits. Wat de informatie en de publiciteit betreft, zullen alle maatregelen die met steun van het EFG worden genomen op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau onder de aandacht worden gebracht om ervoor te zorgen dat deze steun met het EFG in verband wordt gebracht. Het gaat daarbij om publiciteitsmateriaal, logo's, briefhoofden, posters, brochures, advertenties in de media, enz. De regering, in de eerste plaats het ministerie van Onderwijs en Vaardigheden, en alle betrokken overheidsagentschappen en onderwijsinstellingen zullen de steun van de Europese Unie bij alle passende gelegenheden, zoals persconferenties, parlementaire vragen, debatten, mediaevenementen en dergelijke, onder de aandacht blijven brengen.

29. De door de Ierse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Ierse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 18 245 633,73 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 1 277 195,15 euro (= 6,5 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 12 689 838 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (in euro's)| Totale kosten (EFG en nationale mede­financiering) (in euro's)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Loopbaanbegeleiding| 2 104,| 224 203,14

Opleidingsprogramma's| 1 024,| 949 730,04

Opleidingstoelagen| 5 192,| 1 583 858,90

Opleidingsprogramma's en steun voor ontslagen leerlingen| 1 7 719,| 10 221 094,64

Onderwijs- en opleidingsprogramma's voor beroepsopleiding/secundair onderwijs| 2 922,| 2 212 476,33

Onderwijs- en opleidingssteun voor beroepsopleiding/secundair onderwijs| 10 941,| 973 772,14

Oprichting van ondernemingen/ vestiging als zelfstandige| 1 542,| 1 201 708,77

Programma's tertiair onderwijs| 12 172,| 547 741,80

Steun tertiair onderwijs| 14 393,| 331 047,97

Subtotaal individuele dienstverlening|| 18 245 633,73

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 116 097,04

Beheer|| 667 589,90

Informatie en publiciteit|| 232 194,08

Controle|| 261 314,13

Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 1 277 195,15

Totale geraamde kosten|| 19 522 828,88

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten)|| 12 689 838

30. Ierland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. De Ierse autoriteiten hebben in het raam van het nationaal strategisch referentiekader een monitoringcomité voor de coördinatie van EU-fondsen ingesteld. Het ministerie van Financiën zit het comité voor, dat alle relevante onderwerpen bespreekt, waaronder de demarcatie van financiële middelen in operationele programma's, alle implementatieaangelegenheden die aan de orde komen en mogelijke plannen voor nieuwe programma's om ervoor te zorgen dat fondsen elkaar niet overlappen. Als onderdeel van het implementatieproces voor het ESF en het EFRO is voorts een groep ingesteld, die door het ministerie van Financiën wordt voorgezeten en gecoördineerd en tot doel heeft aangelegenheden te regelen die verband houden met de implementatie van de structuurfondsen voor de periode 2007-2013. Sinds 2010 is het EFG in dit proces opgenomen.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



31. Op 1 juli 2009 maakte Ierland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



32. Na door het ministerie van Ondernemingen, Handel en Innovatie in kennis te zijn gesteld van de nakende collectieve ontslagen, heeft FÁS contact opgenomen met het management van de betrokken ondernemingen om de beschikbare diensten en de mogelijke behoeften van de werknemers te bespreken. Ook de vakbonden zijn zoals voorgeschreven geraadpleegd.

33. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

34. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Ierse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



35. Ierland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Ierland beheren en controleren.

Financiering



36. Op grond van de aanvraag van Ierland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 12 689 838 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Ierland.

37. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

38. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

39. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

40. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2011 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Bron van betalingskredieten



41. Het bedrag aan betalingskredieten dat oorspronkelijk was opgenomen in begrotingsonderdeel 04.0501 zal volledig zijn opgebruikt na de goedkeuring door beide takken van de begrotingsautoriteit van de voorstellen die tot nu toe voor beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn ingediend.

42. In de Gewijzigde Begroting nr. 3/2011 is voorzien in een verhoging van het EFG-begrotingsonderdeel 04.0501 met 50 000 000 euro aan betalingskredieten. Kredieten uit dit begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van 6 091 460 euro van het voor deze aanvraag benodigde bedrag. Aangezien in 2011 betalingskredieten beschikbaar zijn in begrotingsonderdeel 04.0201 "Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) – Doelstelling 1 (2000 - 2006)", kan het voor deze aanvraag benodigde aanvullende bedrag van 6 598 378 euro bijgevolg voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.