Toelichting bij COM(2011)664 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2011/005 PT/Norte-Centro, automobielsector, Portugal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 6 juni 2011 heeft Portugal aanvraag EGF/2011/005 PT/Norte-Centro, automobielsector voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in drie bedrijven die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers")[3] in de NUTS II-regio's Norte (PT11) en Centro (PT16) in Portugal ingediend.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/005

Lidstaat| Portugal

Artikel onder b)

Betrokken ondernemingen| 3

NUTS II-regio's| Norte (PT11) Centro (PT16)

NACE Rev. 2-afdeling| 29 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers")

Referentieperiode| 1.7.2010 – 1.4.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.7.2010

Datum van de aanvraag| 6.6.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 726

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 726

Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's| 2 241 100

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] in euro's| 95 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,07

Totaal budget in euro's| 2 336 100

EFG-bijdrage in euro's (65%)| 1 518 465

1. De aanvraag werd op 6 juni 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 18 juli 2011 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Portugal aangevoerd dat de automobielsector ingevolge deze crisis in de hele wereld zwaar onder druk staat. De Commissie heeft reeds erkend dat de financiële crisis die de economische neergang heeft veroorzaakt, de automobielsector bijzonder hard heeft getroffen, aangezien – afhankelijk van de lidstaat – 60 tot 80% van de nieuwe auto's in Europa op krediet wordt gekocht. Volgens de Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA) is de vraag naar nieuwe motorvoertuigen in de Europese Unie in 2009 met 5,6% gedaald in vergelijking met 2008 en met 13,3% in vergelijking met 2007, het jaar vóór de crisis. De EU volgde dus de wereldwijde trend, namelijk een daling van de vraag naar nieuwe motorvoertuigen met 5,6% in 2009 in vergelijking met 2008. Gezien de dalende vraag schroefden de producenten van motorvoertuigen hun productie nog drastischer terug. In 2009 daalde de productie van motorvoertuigen in de EU met 17% in vergelijking met 2008 en met 23% in vergelijking met 2007. Deze neergaande trend zette zich in 2010 door. De productie van motorvoertuigen in the EU tijdens de eerste drie kwartalen van 2010 lag 14% onder die tijdens dezelfde periode in 2008.

4. De daling van de vraag naar elektrische uitrusting voor auto's, die de daling van de bouw van auto's volgde, in combinatie met de onmogelijkheid om de productiekosten verder te drukken en/of toegang te krijgen tot krediet, had de sluiting tot gevolg van Krombert & Schubert Portugal, Lda en van de productie-eenheid van Lear in Guarda. De sluiting van Leoni Wiring Systems Viana, Lda was te wijten aan de combinatie van een moeilijke economische situatie ingevolge de crisis en de overplaatsing van de productie-eenheid naar Marokko.

5. De argumenten die werden aangevoerd in eerdere aanvragen[5] voor de automobielsector, waar de ontslagen een rechtstreeks gevolg van de crisis waren, blijven gelden.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)



6. De aanvraag werd door Portugal ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling.

7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 726 gedwongen ontslagen in 3 ondernemingen die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers")[6] in de NUTS II-regio's Norte (PT11) en Centro (PT16) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 1 juli 2010 tot en met 1 april 2011. Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



8. De Portugese autoriteiten voeren aan dat de leveranciers een tijd lang door de automobielproducenten onder druk zijn gezet om hun marges te verkleinen. De plotse en drastische crisis door de daling van de vraag naar motorvoertuigen in 2009, die niet kon worden voorzien, had een aanzienlijke daling van de bezettingsgraad tot gevolg. Om hun productiekosten te drukken, kiezen Europese producenten van auto‑onderdelen ervoor de productiecapaciteit van bepaalde van hun productie‑eenheden te optimaliseren, en andere te sluiten.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



9. De aanvraag heeft betrekking op 726 gedwongen ontslagen in de volgende drie bedrijven:

Bedrijven en aantal ontslagen

Leoni Wiring Systems Viana, Lda| 332

Kromberg & Schubert Portugal, Lda| 120

Delphi Automotive Systems – Portugal, S.A.| 274

Totaal aantal bedrijven: Totaal aantal ontslagen: 726

10. Voor alle 726 ontslagen werknemers wordt steun aangevraagd. Op grond van hun ervaring met het beheer van EFG-bijdragen schatten de Portugese autoriteiten evenwel dat ongeveer 500 werknemers voor EFG-steun zullen kiezen.

11. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 34,16

Vrouwen| 65,84

EU-burgers| 100,00

Niet-EU-burgers| 0,00

15-24 jaar| 0,41

25-54 jaar[7]| 97,66

55-64 jaar| 1,93

Ouder dan 64 jaar| 0,00

12. Drie werknemers hebben een langdurig gezondheidsprobleem of een handicap.

13. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Leidinggevende functies| 2,07

Specialisten| 1,93

Technici en lagere functies| 13,64

Administratieve functies| 7,85

Dienstverlenende functies| 0,13

Ambachtsberoepen en verwante beroepen| 1,24

Bedieningspersoneel van installaties en machines| 65,29

Lagere beroepen| 7,85

14. Uitsplitsing per onderwijsniveau:

Onderwijsniveau| Aantal| Percentage

Basisonderwijs[8]| 64,60

Secundair onderwijs| 30,44

Tertiair onderwijs| 4,96

15. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Portugal bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



16. De regio Norte is de dichtst bevolkte van het land, die ook het laagste inkomen per hoofd en de hoogste werkloosheid heeft. De onderwijs- en kwalificatieniveaus van de bevolking zijn laag. De regio is sterk afhankelijk van de industrie en is vooral sterk in traditionele sectoren zoals textiel, kleding, schoenen en kurk, waarmee het ook succesvol was op de uitvoermarkten. Melk en wijn (met name port) zijn de belangrijkste landbouwproducten, en de bosbouw heeft toekomstpotentieel.

17. De regio Centro is minder dicht bevolkt, maar de bevolking vergrijst (in 2009 bedroeg de vergrijzingsindex 153%, tegenover een nationaal gemiddelde van 118%). Diverse traditionele productiestructuren die op goedkope arbeidskrachten steunen en niet concurrerend zijn, vormen de industriële basis van de regio. Samen met het lage onderwijs- en kwalificatieniveau van de bevolking (ongeveer 46% van de beroepsbevolking heeft slechts zes jaar of minder school gelopen) kan dit de lage regionale productiviteit verklaren. De werkloosheid is laag, hoofdzakelijk omdat de beroepsbevolking naar stedelijke gebieden of naar het buitenland migreert.

18. De voornaamste betrokken autoriteiten zijn het Instituto do Emprego e Formação Profissional (IEFP, I.P.), een overheidsdienst met gedecentraliseerde arbeidsbureaus en beroepsopleidingscentra; de vakbonden: STIMM, SINDEL en SIMA; en de Associação de Fabricantes para a Industria Automóvel-AFIA (de Portugese vereniging van producenten voor de automobielindustrie). Andere belangrijke belanghebbenden zijn gezamenlijke beroepsopleidingscentra (centra onder gedeeld beheer van het IEPF, I.P en partners uit de sector ‑ werkgeversorganisaties en/of vakbonden ‑ zoals CINEL, CEPRA, INOVINTER en CEFOSAP).

Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



19. Volgens het nationaal instituut voor de statistiek (INE) bedroeg de werkloosheid in Portugal tijdens het derde kwartaal van 2010 10,9%, wat 1,1% meer is dan tijdens dezelfde periode van 2009. De werkloosheid in de regio Norte is gestegen van 11,6% tijdens het derde kwartaal van 2009 tot 13,2% in dezelfde periode van 2010; het is de hoogste werkloosheid van het land. De regio Centro kende een lichte stijging van de werkloosheid (van 7,2% tot 7,4% tijdens dezelfde periode als hierboven).

20. De gevolgen van deze ontslagen op plaatselijk niveau zijn groot door de combinatie van deze factoren, die samen voor de betrokken werknemers en regio's een ongebruikelijke en moeilijke situatie creëren.

21. Aan de twee regio's waar de ontslagen vallen is reeds in het kader van een vorige aanvraag, namelijk, EGF/2009/001 PT/Norte-Centro, EFG-steun toegekend.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



22. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces.

– Voorlichting, profilering en begeleiding: voorlichting en profilering houden in dat alle potentiële begunstigden op de hoogte worden gebracht van de beschikbare maatregelen, de werknemers ertoe worden aangemoedigd er actief aan deel te nemen, informatie over de arbeidsmarkt wordt verstrekt, en hun respectieve persoonlijke werkgelegenheidsplannen, waarin de maatregelen moeten worden beschreven waaraan de werknemers van plan zijn deel te nemen, worden gedefinieerd en aangepast. Voorlichting en profilering gebeuren door de arbeidsbureaus en worden niet door het EFG medegefinancierd. Het onderdeel begeleiding omvat maatregelen met betrekking tot horizontale thema's zoals motivatie om te werken, om opleiding te volgen, zich te herscholen en een leven lang te leren; de bevordering van persoonlijke ontwikkeling en gevoel van eigenwaarde; en coaching bij het zoeken van een baan. Binnen strikte grenzen en onder strikte voorwaarden worden vergoedingen voor maaltijden en vervoer toegekend.

– Erkenning, validatie en certificatie van competenties: met de hulp van erkende Centra voor nieuwe kansen ("Centros de Novas Oportunidades – CNO's") inventariseren de werknemers, zowel in een formele als in een informele context, de kennis en vaardigheden die zij tijdens hun leven hebben verworven. Tijdens individuele en groepssessies stellen zij samen met professionele opleiders een map samen met bewijsmateriaal voor hun leerproces, dat zal leiden tot de validatie van in het kader van onderwijs en/of beroep behaalde kwalificaties.

– Beroepsopleiding: de werknemers krijgen de opleiding die het best op hun onderwijs- en vaardigheidsniveau is afgestemd, zodat zij zich zo snel mogelijk op de arbeidsmarkt kunnen re-integreren. Er zullen opleidingen voor volwassenen worden aangeboden die tot een dubbele certificatie leiden (op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding); een aantal van die opleidingen zal uit modules bestaan (flexibele opleiding die in korte opleidingseenheden is georganiseerd en in de opleidingsbenchmarks van de nationale kwalificatiecatalogus zijn vastgelegd) en in bepaalde gevallen zal het om specifieke opleiding gaan die op de specifieke behoeften van de arbeidsmarkt is afgestemd. De opleidingen worden gegeven door de beroepsopleidingscentra en andere entiteiten waarvan de competentie door de IEFP, IP[9] wordt erkend. Onder strikte beperkingen en voorwaarden zullen vergoedingen voor opleiding, maaltijden, reiskosten, persoonlijke ongevallenverzekering en verblijfskosten worden toegekend.

– Toelage voor opleiding op eigen initiatief: dankzij deze toelage kunnen werknemers deelnemen aan geschikte opleidingen, die in het kader van hun persoonlijke werkgelegenheidsplan zijn afgesproken, en die door erkende opleidingsinstellingen worden aangeboden. De werknemers zal de mogelijkheid worden geboden om achtereenvolgens of tegelijkertijd meer dan één opleiding te volgen. De deelnemers aan deze vorm van opleiding zullen onder strikte voorwaarden een toelage ontvangen van maximum 8 000 euro (dit bedrag dekt de kosten van de opleiding en omvat een opleidingstoelage).

– Steun voor wie op eigen kracht werk vindt: deze subsidie wordt toegekend aan werknemers die tijdens de implementatieperiode van het geïndividualiseerde pakket maatregelen van het EFG zelf een nieuwe voltijdse baan vinden. Het bedrag varieert naar gelang van de duur van de arbeidsovereenkomst, en kan worden opgetrokken wanneer de nieuwe werkplek meer dan 100 km van de woonplaats van de werknemer verwijderd is.

– Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers die steun van het EFG ontvangen: om het scheppen van nieuwe banen te stimuleren, kan financiële steun worden toegekend aan werkgevers die een voltijdse arbeidsovereenkomst sluiten met een werknemer die steun uit het EFG ontvangt. De minimumduur van een arbeidsovereenkomst moet 12 maanden bedragen, en er wordt een grotere aanmoedigingspremie uitbetaald aan werkgevers die werknemers voor onbepaalde tijd aanwerven.

– Steun voor ondernemers: voor werknemers die hun eigen bedrijf wensen op te richten, wordt opleiding in specifieke kennis en vaardigheden voor het oprichten en beheren van kleine ondernemingen georganiseerd. Deze opleiding is verplicht om in aanmerking te komen voor steun bij de oprichting van een bedrijf, behalve wanneer het bewijs van een eerdere opleiding of van relevante ervaring kan worden overgelegd. Technische ondersteuning voor het project omvat activiteiten ter ondersteuning van de ontwikkeling van het bedrijfsidee, de opstelling van het bedrijfsplan, de oprichting van het bedrijf en de follow-up van het project tijdens het eerste jaar dat het bedrijf actief is. Binnen strikte grenzen en onder strikte voorwaarden worden een persoonlijke ongevallenverzekering en vergoedingen voor maaltijden en vervoer toegekend.

– Steun bij de oprichting van een bedrijf: nadat zij de opleiding in en de voorbereiding op ondernemerschap hebben gevolgd, ontvangen de werknemers een niet-terugvorderbare subsidie van 20 000 euro voor elke nieuwe baan die zij creëren, met inbegrip van die van de promotor zelf, tot een maximum van drie. De nieuwe banen moeten worden vervuld door andere werknemers die steun van het EFG ontvangen, of door bij de arbeidsbureaus van de regio ingeschreven werklozen. Het moeten voltijdse banen zijn voor een periode van minstens twee jaar.

– Integratieplan: in het kader van het integratieplan kunnen werknemers gedurende minstens 30 uur per week en tijdens een periode van zes tot 12 maanden werkervaring opdoen. Het is de bedoeling dat deze werknemers het contact met andere werknemers niet verliezen, niet geïsoleerd en gedemotiveerd raken, en de kans krijgen om nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven en aldus hun inzetbaarheid na de integratieperiode te verbeteren. De werknemers kunnen gedurende een beperkte periode bij werkgevers uit de non‑profitsector terecht en hebben recht op vergoedingen voor maaltijden en reiskosten, een verzekering en een maandelijkse subsidie in de plaats van loon.

23. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

24. De door de Portugese autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Portugese autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 2 241 100 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 95 000 euro (4,24% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 518 465 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (in euro's)| Totale kosten (EFG en nationale mede­financiering) (in euro's)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Voorlichting, profilering en begeleiding[10] (Orientação profissional)| 16 500

Erkenning, validatie en certificatie van competenties (EVCC)| 25 600

Beroepsopleiding (Formação profissional)| 6 600 000

Toelage voor opleiding op eigen initiatief (Subsidio à formação por iniciativa individual)| 4 300 000

Steun voor wie op eigen kracht werk vindt (Apoio à auto-colocação)| 1 110 000

Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers die steun van het EFG ontvangen (Apoio à contratação)| 2 144 000

Steun bij het oprichten van een eigen bedrijf (Apoio à criação do proprio emprego ou empresa - formação e apoio técnico ao projecto)| 2 105 000

Steun bij de oprichting van een bedrijf (Apoio à criação da empresa)| 20 700 000

Integratieplan (Planos de integração)| 3 240 000

Subtotaal individuele dienstverlening|| 2 241 100

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 2 000

Beheer|| 90 000

Voorlichting en publiciteit|| 2 000

Controle|| 1 000

Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 95 000

Totale geraamde kosten|| 2 336 100

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten)|| 1 518 465

25. Portugal bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Portugal garandeert eveneens een duidelijk controletraject voor door het EFG gefinancierde activiteiten, en bevestigt dat voor deze activiteiten geen andere EU‑financiering wordt aangevraagd of gebruikt.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



26. Op 1 juli 2010 maakte Portugal ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



27. De EFG-aanvraag is voorgelegd aan de vergadering van de raad van bestuur van het IEFP, I.P. van 21 juni 2011. Het IEFP,I.P., dat in Portugal de beheers- en betalingsautoriteit voor het EFG is, is zelf een tripartiet orgaan (met vertegenwoordigers van de overheid en van werkgevers en werknemers).

28. De Portugese autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

29. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Portugese autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



30. Portugal heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door het Instituto do Emprego e Formação Profissional, I.P. (IEFP, I.P.), de publieke arbeidsvoorzieningsorganisatie. Het Ministerie van Werkgelegenheid is belast met het algemene beheer, terwijl de delegaties van het IEFP, I.P in de regio's Norte en Centro het operationele beheer voor hun rekening nemen. Het algemene financiële beheer wordt verzorgd door het departement financiële en beheerscontrole. De goedkeuring en betaling van steun behoort tot de verantwoordelijkheid van de delegaties in de regio's Norte en Centro. De arbeidsbureaus en partnerentiteiten (dit zijn de gezamenlijke beroepsopleidingscentra) zullen de meeste actieve maatregelen uitvoeren. Portugal heeft bevestigd dat het beginsel van scheiding van functies onder en binnen de relevante entiteiten zal worden nageleefd.

31. Het Instituto de Gestão do Fundo Social Europeu (IGFSE, I.P.), dat de middelen van het Europees Sociaal Fonds beheert, zal deze EFG-aanvraag auditen en controleren.

Financiering



32. Op grond van de aanvraag van Portugal bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (inclusief uitgaven voor de implementatie van het EFG) 1 518 465 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Portugal.

33. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

34. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

35. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak om van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

36. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting voor 2011 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



37. Er zal worden verzocht om een versterking van de betalingskredieten in het EFG‑begrotingsonderdeel via de algemene overschrijving. Kredieten van dat begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 518 465 euro.