Toelichting bij COM(2011)657 - Richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2011)657 - Richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken. |
---|---|
bron | COM(2011)657 ![]() ![]() |
datum | 19-10-2011 |
Algemene context
Dit initiatief is verankerd in de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei[1], waarin digitale infrastructuren naar voren worden geschoven als onderdeel van het vlaggenschipinitiatief 'Digitale agenda voor Europa'[2]. Hierin wordt gewezen op de noodzaak om de introductie en het gebruik van steeds snellere, voor iedereen toegankelijke breedband via zowel vaste als draadloze technologieën te garanderen en om investeringen te bevorderen in de nieuwe supersnelle, open en concurrerende netwerken van het internet, die als de slagaders van de economie van de toekomst zullen fungeren. De EU heeft zich voor 2020 ambitieuze streefdoelen gesteld met betrekking tot de introductie en het gebruik van breedband.
Op 29 juni 2011 heeft de Commissie de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020' goedgekeurd over het komende meerjarig financieel kader (2014-2020)[3], waarin de oprichting van een financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen ("Connecting Europe Facility") wordt voorgesteld om te komen tot de voltooiing van prioritaire energie-, vervoers- en digitale infrastructuren met één fonds van 40 miljard euro, waarvan 9,2 miljard euro wordt uitgetrokken voor digitale netwerken en diensten.
Doel van het voorstel
Deze verordening heeft tot doel een geheel van richtsnoeren vast te stellen betreffende de doelstellingen en de prioriteiten die op telecommunicatiegebied voor breedbandnetwerken en digitale-diensteninfrastructuren in het vooruitzicht worden gesteld in de context van de Connecting Europe Facility.
In de bijlage bij de richtsnoeren worden projecten van gemeenschappelijk belang aangewezen voor de ontwikkeling van breedbandnetwerken en digitale-diensteninfrastructuren. Deze projecten moeten bijdragen tot de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese bedrijven, waaronder het midden- en kleinbedrijf (MKB), en moeten de interconnectie en de interoperabiliteit van nationale netwerken alsmede de toegang tot deze netwerken bevorderen en de ontwikkeling van een digitale interne markt ondersteunen. Zij moeten in aanmerking komen voor Europese financiële steun door middel van de instrumenten die beschikbaar worden gesteld krachtens de verordening betreffende de Connecting Europe Facility, die deze verordening vergezelt.
In deze verordening wordt als doelstelling gekozen voor de opheffing van knelpunten die de voltooiing van de interne markt in de weg staan, namelijk door netwerkconnectiviteit te verlenen alsmede toegang, waaronder grensoverschrijdende toegang, tot een infrastructuur van openbare digitale diensten. Anders dan bijvoorbeeld bij het financieren van de aanleg van een ringweg rond een hoofdstad die belangrijk is voor de vlotte doorstroming in een vervoerscorridor, doen blokkeringen in de uitvoering van telecomnetwerken zich zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde voor. Aan de aanbodzijde hebben de beperkingen te maken met een hoge graad van marktfalen en de daarmee samenhangende zwakke bedrijfskansen voor investeringen in breedbandnetwerken en verstrekking van belangrijke diensten van openbaar belang (bv. eHealth, eIdentity, eProcurement en de grensoverschrijdende interoperabiliteit daarvan). Aan de vraagzijde is het voor de digitale interne markt met zijn sterk groeipotentieel noodzakelijk dat alle burgers op digitale netwerken aangesloten zijn.
De Connecting Europe-faciliteit beoogt het gebruik van innovatieve financiële instrumenten om infrastructuurinvesteringen te bevorderen door het investeringsrisico te verminderen en financiering op langere termijn te verstrekken aan alternatieve en gevestigde investeerders. Innovatieve financiële instrumenten hebben een belangrijk hefboomeffect op privé- en andere openbare investeringen terwijl zij toch op marktmechanismen blijven berusten. Waar de business case voor infrastructuurinvestering bijzonder zwak blijft, voorziet de Connecting Europe Facility eveneens in de mogelijkheid tot medefinanciering via subsidies.
Met betrekking tot breedbandnetwerken zullen acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van breedband, investeringen ondersteunen in netwerken waarmee tegen 2020 de streefdoelen van de Digitale agenda voor Europa inzake de universele dekking met 30 Mbps, of de beschikbaarheid van snelheden van meer dan 100 Mbps voor minstens 50% van de huishoudens, kunnen worden gerealiseerd. De projectenportefeuille zal evenwichtig worden samengesteld uit projecten met de 30 Mbps-doelstelling en projecten met de 100 Mbps-doelstelling, en er moet rekening worden gehouden met de investeringsbehoeften van de lidstaten, die voorlopig op 270 miljard euro worden geraamd.
Voor de digitale-diensteninfrastructuur worden de knelpunten bij de introductie van diensten in interoperabele raamwerken aangepakt door directe subsidies, in sommige gevallen met een hoog percentage van medefinanciering aangezien er geen natuurlijke bezitters van een Europese interoperabele diensteninfrastructuur bestaan. Noch individuele lidstaten, noch privé-investeerders zouden immers diensten introduceren binnen interoperabele raamwerken. De meerwaarde van de EU is dus hoog.
Projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitale-diensteninfrastructuren, zoals opgenomen in de bijlage, omvatten trans-Europese hogesnelheidsverbindingen in de backbone voor overheidsadministraties, grensoverschrijdende levering van eGovernment-diensten gebaseerd op interoperabele identificatie en authentificatie (bv. Europa-brede elektronische procedures om zaken te kunnen doen; voor grensoverschrijdende aanbestedingen, e-Justice, grensoverschrijdende eHealth-diensten); het toegankelijk maken van overheidsinformatie, waaronder digitale informatiebronnen van het Europese erfgoed, data.eu en meertalige hulpbronnen; veiligheid en beveiliging (veiliger internet en kritische diensteninfrastructuur) en slimme energiediensten. Projecten van gemeenschappelijk belang kunnen ook betrekking hebben op de werking van elektronische overheidsdiensten die ten uitvoer worden gelegd in andere programma's van de Gemeenschap zoals het ISA-programma (“Interoperability solutions for European public administrations”).
Acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang komen in aanmerking voor Europese financiële steun via de instrumenten die beschikbaar worden gesteld krachtens de verordening tot invoering van de Connecting Europe Facility[4]. Daarom moet dit voorstel worden gezien in samenhang met dat andere voorstel van verordening. De verordening bepaalt ook aan de hand van welke criteria nieuwe projecten van gemeenschappelijk belang worden aangewezen, op basis van de beoordeling door de Commissie van veranderende politieke prioriteiten, technologische ontwikkelingen of de toestand op de desbetreffende markten.
Inhoudsopgave
Wat de uitrol van breedband betreft, hebben tal van raadplegingen plaatsgevonden met lidstaten, bedrijven en belanghebbenden uit de samenleving. Zo organiseerde vicevoorzitter Kroes een rondetafel met CEO's van aanbieders van inhoud, fabrikanten van apparatuur, investeerders en telecomaanbieders, van 's werelds meest toonaangevende bedrijven zoals Nokia, Alcatel Lucent, Google, Ericsson, News Corp, enz., en op 16 en 17 juni 2011 vond in Brussel de eerste vergadering van de Digitale agenda plaats, met deelname van meer dan 1 000 belanghebbenden uit de particuliere en de openbare sector alsmede uit het maatschappelijk middenveld. Op deze en op tal van andere gelegenheden verklaarden belanghebbenden hun ruime instemming met het oordeel van de Commissie dat het bestaande model van telecominvesteringen niet toereikend is om te komen tot de uitrol van betaalbare breedbandinfrastructuren van hoge kwaliteit voor alle Europese burgers, en zij kijken uit naar de plannen van de Commissie met betrekking tot het gebruik van doelgerichte overheidsinvesteringen, bv. door middel van innovatieve financiële instrumenten om de noodzakelijke infrastructuurinvesteringen aan te wenden als hefboom ter ondersteuning van alternatieve en duurzamere investeringsmodellen.
Het Europees Parlement heeft in een ontwerpverslag over het toekomstige meerjarig financieel kader (MFF) erkend dat het belangrijk is de begroting te gebruiken om meer investeringen in breedband aan te trekken.
Wat grensoverschrijdende digitale-diensteninfrastructuren betreft, werkt de Commissie sinds jaren samen met diverse groepen van belanghebbenden. In evaluaties en deskundigenadviezen over bestaande activiteiten, zoals Europeana (voor cultureel erfgoed) of het programma Safer Internet, wordt alom opgeroepen deze activiteiten voort te zetten en uit te breiden.
In de effectbeoordeling komen twee opties aan bod. In de eerste optie, de basisoptie, worden geen andere Europese financiële middelen voor breedband uitgetrokken dan potentieel, via de structuurfondsen en door de voortzetting van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie voor digitale-diensteninfrastructuren in de vorm van proefprojecten. In dit scenario zou geen kritische massa worden bereikt of zou er geen introductie van digitale diensten plaatsvinden, investeringen in breedband zouden in vele streken ontoereikend blijven door een gebrek aan concurrentiedruk en hoge commerciële risico's. Ook kan worden verwacht dat openbare onlinediensten onderontwikkeld blijven en over de grenzen heen niet interoperabel zullen zijn ten gevolge van de versnippering van niet-optimale interventies en technische oplossingen, een gebrek aan kritische massa, hoge kosten voor dienstverrichters en afnemers van diensten. Deze optie zou derhalve niet helpen om de digitale interne markt tot stand te brengen en vele Europeanen zouden verstoken blijven van kansen in de digitale wereld.
In de tweede optie wordt een financieringsinstrument voorgesteld ter aanvulling van de financiële middelen die in de eerste optie beschikbaar zijn. Dit actiemiddel ligt vervat in het MFF-voorstel dat de Europese Commissie op 29 juni 2011 heeft voorgelegd om een financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen ("Connecting Europe Facility") voor financiering van infrastructuur te creëren. De nieuwe faciliteit zal infrastructuurprojecten met hoge toegevoegde waarde voor de EU financieren, niet alleen harde infrastructuur maar ook zachte en slimme infrastructuur alsmede beheersstructuren om het kernnetwerk voor vervoer, de prioritaire corridors voor energie en digitale infrastructuur tot stand te brengen. De faciliteit zou worden toegespitst op projecten met hoge Europese toegevoegde waarde, zoals grensoverschrijdende verbindingen of de introductie van pan-Europese systemen, die tegen 2020 voltooid moeten zijn. Om een maximaal effect te bereiken moeten passende maatregelen zorgen voor een combinatie van marktgerichte instrumenten en directe Europese steun om gespecialiseerde infrastructuurinvesteerders tot medewerking aan te zetten. In het geval van subsidies blijft de Commissie verantwoordelijk voor de algemene planning en selectie van projecten, met mogelijke ondersteuning door een uitvoerend agentschap, terwijl projectontwikkelaars zorgen voor de fysieke uitvoering op het terrein. In het geval van financiële instrumenten wordt de uitvoering gedelegeerd aan gespecialiseerde financiële instellingen maar bepaalt de Commissie welke projecten in aanmerking komen. De lidstaten zullen de inspanningen ondersteunen door overeenkomstig de breedbandstreefdoelen nationale plannen voor hogesnelheidsinternet te ontwikkelen terwijl door inventarisering van breedbandinfrastructuur en -diensten (op Europees en nationaal/regionaal niveau) lacunes in de dekking worden aangewezen en initiatieven van een breed gamma van particuliere en openbare investeerders worden gestimuleerd.
Wettelijke grondslag
De voorgestelde verordening strekt tot intrekking en vervanging van Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken.
Het voorgestelde optreden is in overeenstemming met artikel 172 VWEU, dat een rechtsgrondslag biedt voor de bijdrage van de EU tot de totstandbrenging en ontwikkeling van trans-Europese netwerken op het gebied van vervoers-, telecommunicatie- en energie-infrastructuren.
Subsidiariteit en evenredigheid
Voor een gecoördineerde ontwikkeling van trans-Europese telecommunicatienetwerken met het oog op de uitbouw van breedbandinfrastructuren en de bevordering van diensten binnen de Europese interne markt en voor de economische, sociale en territoriale samenhang moet actie worden ondernemen op het niveau van de Unie, aangezien deze acties niet individueel door de lidstaten kunnen worden verricht.
Het voorstel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel en valt binnen de werkingssfeer van het optreden op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken, zoals omschreven in artikel 170 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Keuze van rechtsinstrument
De huidige telecommunicatierichtsnoeren zijn voorgesteld en goedgekeurd in de vorm van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad die specifiek gericht is tot de lidstaten, waardoor de richtsnoeren in hun geheel bindend zijn voor alle lidstaten.
Het instrument zal echter in het bijzonder de uitbouw van telecommunicatie-infrastructuur en de introductie van diensten door particuliere instanties (waaronder exploitanten, nutsvoorzieningen, fabrikanten van apparatuur, enz.) en regionale en lokale overheden bevorderen. Nu naast de lidstaten nog meer spelers bij de planning, de ontwikkeling en het operationeel gebruik van digitale telecommunicatienetwerken worden betrokken, moet ervoor worden gezorgd dat de richtsnoeren bindend worden voor iedereen. Derhalve heeft de Commissie gekozen voor een verordening als rechtsinstrument voor dit voorstel.
Financiering
Projecten van gemeenschappelijk belang zullen in aanmerking komen voor Europese financiële steun via de instrumenten die beschikbaar worden gesteld krachtens de verordening betreffende de Connecting Europe Facility [XX/20012]. Financiële steun wordt verstrekt overeenkomstig de door de Unie vastgestelde toepasselijke regels en procedures, de financieringsprioriteiten en de beschikbaarheid van middelen.
Bevoegdheidsdelegatie
Telecommunicatienetwerken evolueren snel en wellicht zal de lijst van projecten van gemeenschappelijk belang in de toekomst moeten worden aangepast aan deze snelle ontwikkelingen. Met het oog daarop wordt voorgesteld aan de Commissie de bevoegdheid over te dragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen.
Het voorstel houdt geen extra kosten voor de EU-begroting in.
Het voorstel voor een verordening betreffende richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van trans-Europese telecommunicatienetwerken is verbonden met het voorstel voor een verordening tot invoering van de Connecting Europe Facility (CEF), waarmee het wettelijke en financiële kader wordt vastgesteld. Binnen de aan de CEF toegewezen financiering is een bedrag van 9,2 miljard euro[5] uitgetrokken voor telecommunicatie.