Toelichting bij SEC(2011)1414 - EU-standpunt over de implementatie van artikel 66 van de associatieovereenkomst met Palestina - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | SEC(2011)1414 - EU-standpunt over de implementatie van artikel 66 van de associatieovereenkomst met Palestina. |
---|---|
bron | SEC(2011)1414 ![]() ![]() |
datum | 28-11-2011 |
2. Volgens artikel 66 van de Interim-associatieovereenkomst kunnen de nodige organen worden opgericht voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.
3. In 2008 zijn vier subcomités opgericht op de volgende gebieden: i) economische en financiële zaken, handel, douanezaken; ii) sociale zaken; iii) energie, milieu, vervoer, wetenschap en technologie; iv) mensenrechten, goed bestuur en rechtsstaat.
4. In de periode 2008-2010 kwamen de subcomités tweemaal bijeen. In 2010 diende de Palestijnse Autoriteit een formeel verzoek in om het aantal subcomités uit te breiden met het oog op doelgerichtere discussies en adequatere follow-up.
5. Gezien de ervaringen van de laatste twee ronden van subcomitébijeenkomsten deelt de Europese Dienst voor extern optreden de mening dat het huidige aantal subcomités niet voldoende is om een diepgaande discussie en passende coördinatie mogelijk te maken. Door het aantal subcomités te verhogen tot zes zou het proces in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid (ENB) doelgerichter moeten worden en beide partijen meer opleveren. De Palestijnse Autoriteit heeft blijk gegeven van meer capaciteit voor de deelname aan dit proces en heeft de verantwoordelijkheid ervoor overgenomen. Met dit voorstel worden de structuur en de opzet van de subcomités met andere ENB-partners grotendeels overgenomen.
6. De Palestijnse Autoriteit is bereid de samenwerking op de diverse terreinen van de Interim-associatieovereenkomst te intensiveren. Het is de bedoeling dat de bilaterale betrekkingen tussen de EU en de Palestijnse Autoriteit zich ontwikkelen tot een overkoepelend partnerschap met een coherente aanpak die door nauwe en permanente coördinatie van alle aspecten wordt gewaarborgd.
7. Daarom stelt de Europese Commissie aan de Raad voor om het aantal subcomités te verhogen van vier naar zes, om het Gemengd Comité bij te staan bij de uitvoering van de Interim-associatieovereenkomst en het ENB-actieplan. De subcomités zullen zaken van technische aard bespreken die niet volledig kunnen worden behandeld in het kader van het Gemengd Comité.
8. De zes subcomités zullen dezelfde kwesties behandelen als de huidige vier, maar de discussies zullen constructiever kunnen zijn omdat meer tijd beschikbaar is voor elk onderwerp. De voorgestelde samenstelling van de subcomités luidt als volgt: i) mensenrechten, goed bestuur en rechtsstaat; ii) sociale zaken en volksgezondheid; iii) onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, audiovisuele sector en media, onderwijs en cultuur; iv) economische en financiële zaken; v) handel en interne markt, industrie, landbouw en visserij, douane; vi) energie, vervoer, klimaatverandering, milieu en water.
9. De doelstelling, de onderwerpen waarmee elk subcomité zich bezighoudt, en de modaliteiten voor de uitvoering zijn opgenomen in de aangehechte reglementen van orde.