Toelichting bij COM(2011)937 - Standpunt in het douane-comité EU-VS over onderlinge erkenning van het AEO-programma (EU) en het “Partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven tegen terrorisme” (VS)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De EU-wetgeving over de geautoriseerde marktdeelnemer (AEO) is tot stand gekomen via een wijziging van het communautaire douanewetboek van de Europese Unie (Verordening (EG) nr. 648/2005, aangenomen in april 2005). Het doel van handelspartnerschapsprogramma´s zoals het AEO-programma is om faciliteiten te bieden aan handelaren die aantonen dat zij moeite doen om een veilige internationale toeleveringsketen te bewerkstelligen.

2. De AEO-wetgeving trad in januari 2008 in werking. In oktober 2011 hadden meer dan 4 300 EU-ondernemingen een veiligheidscertificaat gekregen.

3. De wederzijdse erkenning van handelspartnerschapsprogramma´s bevordert de veiligheid van de gehele toeleveringsketen en vergemakkelijkt het handelsverkeer. Het concept dat in het kader van het Framework of Standards to Secure and Facilitate Trade (het “SAFE Framework”) van de Werelddouaneorganisatie is overeengekomen, wordt hiermee internationaal geconsolideerd. Tevens wordt tegemoetgekomen aan de wens van het bedrijfsleven om proliferatie van eisen te voorkomen en de douaneveiligheidsprocedures eenvormig te maken.

4. De betrekkingen tussen de EU en de VS op het gebied van douane zijn gebaseerd op de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken (“CMAA”) die op 28 mei 1997 is ondertekend. Volgens de CMAA nemen de respectieve douaneautoriteiten het op zich de douanesamenwerking te ontwikkelen inzake alle aangelegenheden die verband houden met de toepassing van douanewetgeving.

5. De douanesamenwerking op grond van de CMAA werd verruimd door de Overeenkomst inzake intensivering en uitbreiding van de CMAA tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken, ondertekend op 28 april 2004. Vervolgens werden twee werkgroepen van deskundigen gevormd die zich respectievelijk concentreerden op de bevordering van een gezamenlijk streven naar veiligheidsnormen en het vergelijken van handelspartnerschapsprogramma´s.

6. In 2006 zijn de EU en de VS overeengekomen om na te gaan of zij wederzijdse erkenning voor hun respectieve handelspartnerschapsprogramma´s konden verlenen.

7. In 2007 werd een grondige vergelijking uitgevoerd van de handelspartnerschapsprogramma´s van de VS en de EU, namelijk het AEO-programma van de EU en het programma “Partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven tegen terrorisme” van de VS (C-TPAT). Er werd een proefproject opgestart waarin de US Customs and Border Protection (CBP) de veiligheidscomponenten van het auditproces van het EU-AEO-programma heeft geobserveerd.

8. Na de grondige vergelijking van de handelspartnerschapsprogramma’s van de EU en de VS is in maart 2008 een routekaart naar wederzijdse erkenning aangenomen, waarin de belangrijkste prestatiegerelateerde stappen zijn vastgelegd om tot wederzijdse erkenning te komen. In januari 2009 werd een verkorte versie van de routekaart openbaar gemaakt.

9. Op 25 juni 2010 hebben het DG Belastingen en douane-unie van de Commissie (“DG TAXUD”) en de Amerikaanse CBP overeenstemming bereikt over de laatste stappen naar de implementatie van wederzijdse erkenning tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, waarbij de noodzakelijke stappen en het tijdschema zijn neergelegd om tot wederzijdse erkenning te komen.

10. In september 2010 werd een werkprogramma vastgesteld dat in september 2011 werd aangepast en betrekking heeft op de gezamenlijke validatie en gegevensuitwisseling. Op 4 november 2011 waren er in totaal zevenentwintig gezamenlijke validatiebezoeken aan de EU en vier gezamenlijke validatiebezoeken aan de VS afgelegd.

11. De wederzijdse erkenning van de handelspartnerschapsprogramma´s van de EU en de VS werd door de Trans-Atlantische Economische Raad gezien als een sleutelproject op het gebied van samenwerking. Tijdens zijn vergadering op 29 november 2011 heeft de Trans-Atlantische Economische Raad zich erover verheugd dat de EU en de VS de voorbereidende werkzaamheden met het oog op de wederzijdse erkenning van hun handelspartnerschapsprogramma´s hebben voltooid.

1.

Resultaten van de raadplegingen van de belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

12. De lidstaten werden in het kader van de Werkgroep douane-unie van de Raad van de Europese Unie geraadpleegd.

13. Er behoeft geen effectbeoordeling te worden verricht daar het besluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking EU-VS uitvoering geeft aan de CMAA en de inhoud ervan niet wijzigt.

2.

Juridische elementen van het voorstel



14. De Raad wordt verzocht een standpunt van de Europese Unie goed te keuren over een ontwerpbesluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking gebaseerd op artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

15. De rechtsgrond van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking is artikel 22, lid 2, onder c), van de CMAA.

16. Het voorstel valt onder het gemeenschappelijke handelsbeleid, een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

3.

Gevolgen voor de begroting



17. Het voorstel heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de EU-begroting.