Toelichting bij COM(2012)47 - EU-standpunt over wijziging van het SPA/BD-protocol bij het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Het Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu en het kustgebied van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona) is erop gericht de verontreiniging van het Middellandse Zeegebied te voorkomen, te temperen, te bestrijden en zo veel mogelijk te elimineren en het mariene milieu in dat gebied te beschermen en te verbeteren teneinde bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling ervan. Het is een intergouvernementeel verdrag dat is aangenomen als 'programma voor een regionale zee' onder auspiciƫn van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties. De Europese Unie is sedert 1977 partij bij het Verdrag van Barcelona[1] en heeft in 1999 het Protocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee en de bijlagen bij dat protocol goedgekeurd[2].

De vergadering van de partijen is het besluitvormingsorgaan van het verdrag, dat gemachtigd is om de bijlagen bij het verdrag of bij de bijbehorende protocollen naar behoefte aan te nemen, te toetsen en te wijzigen op basis van door de partijen ingediende wijzigingsvoorstellen. Er is een aantal voorstellen gedaan om de bijlagen II en III van bovengenoemd protocol te wijzigen. Die voorstellen zijn ter beoordeling voorgelegd aan de vergadering van de nationale knooppunten die van 17 tot en met 20 mei 2011 in Marseille (Frankrijk) is gehouden, met het oog op de aanneming ervan op de zeventiende vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona, die van 8 tot en met 10 februari 2012 in Parijs (Frankrijk) zal plaatsvinden.

Krachtens artikel 17 van het verdrag en artikel 14, lid 1, van het protocol, worden wijzigingen van de bijlagen voor alle partijen van kracht na afloop van de termijn die door de partijen bij de aanneming van de wijziging wordt vastgesteld, uitgezonderd voor de partijen die hiervan afzien en bij de depositaris een schriftelijke kennisgeving van voorbehoud hebben gedaan. Het is daarom noodzakelijk dat de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) een besluit neemt ter bepaling van de standpunten die namens de Unie op de zeventiende vergadering van de partijen moeten worden ingenomen. Het secretariaat van het verdrag heeft tijdens een bijeenkomst van de nationale knooppunten in Marseille (Frankrijk) in 2011 een voorstel op tafel gelegd om tien haaiensoorten van bijlage II voortaan op te nemen in bijlage II. Twee van deze tien soorten (Galeorinus galeus en Isurus oxirhincus) moeten in bijlage III blijven omdat de ICCAT de situatie van deze visbestanden op de komende jaarvergadering opnieuw wil onderzoeken. De overige twee roggensoorten (Leucoraja circularis en L. melitensis) moeten eveneens in bijlage IIII blijven, maar verdienen wel speciale aandacht. Maatregelen zijn nodig om meer gegevens te verzamelen over roggen om te kunnen beschikken over nauwkeurig wetenschappelijk advies met het oog op een mogelijke herindeling in bijlage II in een later stadium.

De ingediende wijzigingsvoorstellen vereisen geen aanpassing van de wetgeving van de Unie. Zij zijn niet in strijd met de Vogelrichtlijn[3], de Habitatrichtlijn[4] of het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)[5]. De Unie dient deze voorstellen op basis van de volgende overwegingen te steunen: (1) zij zijn wetenschappelijk verantwoord; (2) zij zijn wenselijk met het oog op de samenhang tussen het interne en externe optreden van de Unie; en (3) de EU heeft zich verbonden tot internationale samenwerking ter bescherming van de biodiversiteit, overeenkomstig artikel 5 van het VN-verdrag inzake biologische diversiteit, de overeenkomsten die zijn gesloten tijdens de laatste vergadering van de conferentie der partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit in Nagoya in 2010 en overeenkomstig de op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling afgesproken doelstelling om het tempo waarin de biodiversiteit momenteel verloren gaat, tegen 2010 fors te doen afnemen.

Gezien het bovenstaande steunt de Unie op de zeventiende bijeenkomst van de partijen bij het Verdrag van Barcelona de aanneming van de wijziging van de bijlagen.