Toelichting bij COM(2012)64 - Gemeenschappelijk douanewetboek van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2012)64 - Gemeenschappelijk douanewetboek van de Unie.
bron COM(2012)64 NLEN
datum 20-02-2012
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek)1 werd beoogd de douanewetgeving aan te passen om ze beter te laten aansluiten bij de elektronische omgeving waarin de douane en het bedrijfsleven werken, en om die omgeving in een regelgevend kader te verankeren. Van die gelegenheid werd ook gebruikt gemaakt om de douanevoorschriften grondig te herzien ten behoeve van een grotere eenvoud en betere structuur.

Deze verordening is op 24 juni 2008 in werking getreden, maar is vooralsnog niet van toepassing. Zij wordt pas van toepassing zodra de uitvoeringsbepalingen ervan in werking zijn getreden, maar niet later dan 24 juni 2013.

2.

Om de volgende redenen wordt nu voorgesteld Verordening (EG) nr. 450/2008 (gemoderniseerd douanewetboek) te wijzigen voordat zij van toepassing wordt:


- Een groot deel van de in te voeren processen kan pas worden geïmplementeerd nadat de Commissie, de nationale douanediensten en de marktdeelnemers een hele reeks elektronische systemen hebben gedefinieerd en ontwikkeld. Dit vereist een complex proces van interactie tussen de lidstaten, het bedrijfsleven en de Commissie, met name belangrijke investeringen in nieuwe EU-brede IT-systemen en ondersteunende activiteiten, en een ongekende inspanning van de bedrijven om volgens nieuwe bedrijfsmodellen te gaan werken. Het is ondertussen duidelijk geworden dat slechts een zeer klein aantal of zelfs helemaal geen nieuwe IT-douanesystemen in juni 2013, de uiterste wettelijke datum om het gemoderniseerde douanewetboek ten uitvoer te leggen, kunnen worden ingevoerd.

- Na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 450/2008 heeft zich een nieuwe taak aangediend naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, namelijk de toezegging van de Commissie om voor het einde van de zittingsperiode van het Parlement wijzigingsvoorstellen voor alle basishandelingen in te dienen teneinde deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe bepalingen van het Verdrag van Lissabon betreffende de bevoegdheidsdelegatie en de toekenning van uitvoerings­bevoegdheden. Dit heeft gevolgen voor de geplande uitvoerings­bepalingen van het gemoderniseerde douanewetboek, waar nu een onderscheid moet worden gemaakt tussen gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen in overeenstemming met nieuwe bevoegdheden op grond van de artikelen 290 en 291 VWEU. Voorts moet het 'communautair' douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) worden omgedoopt tot douanewetboek 'van de Unie' (UDW).

- Tot slot is uit de gezamenlijke werkzaamheden met deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in verband met de uitvoeringsbepalingen ook naar voren gekomen dat een aantal bepalingen van het gemoderniseerde douanewetboek moet worden aangepast omdat ze niet langer aansluiten bij de wijzigingen die sinds 2008 in de douanewetgeving zijn aangebracht, of omdat is gebleken (bv. wat de tijdelijke opslag van goederen betreft of de indiening van een douaneaangifte door inschrijving in de administratie van de aangever) dat zij moeilijk te implementeren zijn met behulp van rationele maatregelen en werkbare bedrijfsprocessen. In ieder geval is getracht deze aanpassingen te beperken tot het strikt noodzakelijke om de samenhang in de processen te garanderen.

De Commissie achtte het bijgevolg wenselijk over te gaan tot een herschikking van Verordening (EG) nr. 450/2008 voordat deze volgens het huidige tijdschema van toepassing zou worden, op grond van de volgende technische en procedurele overwegingen:

- het is nodig om de datum waarop het gemoderniseerde douanewetboek van toepassing wordt, uit te stellen. Dat uitstel moet worden goedgekeurd vóór 24 juni 2013, de uiterste termijn voor de toepassing van de verordening betreffende het gemoderniseerde douanewetboek die momenteel is vastgelegd in artikel 188, lid 2. De overheid en het bedrijfsleven moeten voldoende tijd krijgen om de nodige investeringen te verrichten en te zorgen voor een gefaseerde, bindende maar realistische implementatie van de elektronische processen. De Commissie zal zich er, in samenwerking met alle betrokken partijen, blijven voor inzetten dat de nieuwe elektronische omgeving operationeel is uiterlijk 31 december 2020. Met een nog vast te stellen werkprogramma en het voorstel van de Commissie voor het toekomstige FISCUS-programma2 zou dit proces de nodige ondersteuning moeten krijgen;

- er is toegezegd om het gemoderniseerde douanewetboek in overeenstemming te brengen met de vereisten van het Verdrag van Lissabon wat betreft het gebruik door de Commissie van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen, zodat uitvoering kan worden gegeven aan het gemoderniseerde douanewetboek in overeenstemming met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de nieuwe verordening betreffende de comitéprocedure, namelijk Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren3;

- het is nodig om een aantal bepalingen waarvan is gebleken dat zij moeilijk uit te voeren zijn, aan te passen. De tekst van het gemoderniseerde douanewetboek moet, in voorkomend geval, worden aangepast aan de resultaten van de werkzaamheden in verband met uitvoeringsprocessen en ‑bepalingen, wanneer is vastgesteld dat bepalingen van het wetboek onvoldoende zijn afgestemd op de wijze waarop douaneregelingen in de praktijk functioneren (bv. tijdelijke opslag) of wanneer die resultaten rekening houden met ontwikkelingen in de wetgeving op andere beleidsterreinen sinds 2008 (bv. veiligheid van het vervoer).

De beleidsdoelstellingen blijven dezelfde als die van de verordening die wordt herschikt.

Al deze argumenten die pleiten voor een herschikking van het bestaande gemoderniseerde douanewetboek, werden met alle betrokken partijen besproken, namelijk met de Raad (brief van Commissaris Šemeta van 19 mei 2011 aan het Hongaarse voorzitterschap) en het Europees Parlement (brief van Commissaris Šemeta van 19 mei 2011 aan de voorzitter van de Commissie interne markt en consumentenbescherming) alsook met de marktdeelnemers in de zogenaamde Trade Contact Group, en zij konden overal op steun rekenen. De steun van het Europees Parlement komt tot uiting in het verslag-Salvini over de 'modernisering van de douane in de interne markt'4.

Algemene context

3.

Voorliggend voorstel moet worden bekeken in de context van:


a) de modernisering van de douanewetgeving en ‑procedures en het gebruik van IT-systemen voor de afhandeling van douaneformaliteiten en ‑regelingen teneinde de interactie met de douane te vergemakkelijken en de veiligheid van het goederenverkeer in de Europese Unie te garanderen;

b) de vereisten van het Verdrag van Lissabon;

c) de ontwikkeling van het beleid en de wetgeving op andere terreinen met mogelijke gevolgen voor de douanewetgeving, zoals veiligheid op het gebied van het vervoer;

d) de ontwikkeling van bedrijfsprocessen die duidelijke en coherente douanevoorschriften verlangen.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

4.

Met de verordening waarop dit voorstel betrekking heeft, worden de volgende verordeningen ingetrokken en vervangen:


- Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek5;

- Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en de formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautair zeereizen6;

- Verordening (EG) nr. 1207/2001 van de Raad van 11 juni 2001 betreffende procedures ter vergemakkelijking van de afgifte en het opstellen in de Gemeenschap van oorsprongsbewijzen en de afgifte van bepaalde vergunningen 'toegelaten exporteur' in het kader van het preferentiële handelsverkeer tussen de Gemeenschap en sommige landen7;

vanaf de datum van toepassing van de herschikkingsverordening;

1.

en tevens


- Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) – dit is de verordening die wordt herschikt –

vanaf de datum van inwerkingtreding van de herschikkingsverordening.
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

In het voorstel worden de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 450/2008 gehandhaafd; deze waren volledig in overeenstemming met bestaande beleidslijnen en doelstellingen die van belang zijn voor de handel in goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen en verlaten.

2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Aangezien de herschikking Verordening (EG) nr. 450/2008 inhoudelijk ongewijzigd laat, is de raadpleging van de belanghebbende partijen die eerder voor de vaststelling van die richtlijn werd gehouden, nog altijd geldig.

Er is met de douanediensten van de lidstaten en de Europese brancheorganisaties overleg gepleegd over de aanpassingen van Verordening (EG) nr. 450/2008 op een gezamenlijke bijeenkomst van deskundigen op 19 september 2011. Het Europees Parlement was vertegenwoordigd op die bijeenkomst.

De lidstaten zullen ook worden betrokken bij de opstelling van de toekomstige gedelegeerde handelingen van de Commissie via bijeenkomsten van een deskundigengroep en zij zullen een standpunt kunnen innemen over ontwerp­uitvoeringshandelingen van de Commissie in het Comité douanewetboek.

Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven zullen bij het proces worden betrokken via raadpleging over ontwerphandelingen in de Trade Contact Group of in ad-hocbijeenkomsten van deskundigen of, in voorkomend geval, in gezamenlijke bijeenkomsten met deskundigen van de lidstaten waarop zij worden uitgenodigd.

Overeenkomstig de Gemeenschappelijke Overeenstemming tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de werking van artikel 290 VWEU8 zal de Commissie bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

De informatieverstrekking aan en het toetsingsrecht van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot ontwerpuitvoeringshandelingen van de Commissie zullen worden gegarandeerd in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) nr. 182/2011.

Effectbeoordeling


De beslissing om het gemoderniseerde douanewetboek in zijn geheel te herschikken voordat dit volgens het huidige tijdschema van toepassing zou worden, is de enige alomvattende oplossing die voorkomt dat Verordening (EG) nr. 450/2008 tweemaal in een zeer kort tijdsbestek moet worden gewijzigd en die ook de mogelijkheid biedt om de nodige aanpassingen aan te brengen voor een degelijke tenuitvoerlegging van het nieuwe wettelijke en procedurele kader.


Aangezien het voorstel voor de te herschikken Verordening (EG) nr. 450/2008 al aan een effectbeoordeling werd onderworpen en de aan te brengen wijzigingen die bij onderhavige verordening worden voorgesteld, uit technische en procedurele overwegingen gerechtvaardigd zijn, is een effectbeoordeling niet nodig.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De voorgestelde herschikkingsverordening past een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 450/2008 aan de ontwikkeling van de douane- en andere relevante wetgeving aan, brengt die verordening in overeenstemming met procedurele vereisten die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon, en stelt de toepassing ervan uit.

Bij de meeste bepalingen van de te herschikken verordening gaat het om wijzigingen die ofwel het gevolg zijn van het in overeenstemming brengen met het Verdrag van Lissabon, ofwel noodzakelijk zijn met het oog op de aanpassing aan de verdere ontwikkeling van relevante EU-wetgeving.

5.

De algemene structuur van de verordening blijft dezelfde en de geplande wijzigingen kunnen als volgt worden ingedeeld:


3.1. De aanpassingen van de tekst zijn erop gericht de volgende criteria te vervullen:

- redactionele wijzigingen in de formulering van het gemoderniseerde douanewetboek, zoals tikfouten of omissies in de gepubliceerde tekst, onjuiste verwijzingen, verkeerde plaats van bepalingen, inconsistent gebruik van termen, redactionele afstemming op het Verdrag van Lissabon, enz., 'Unie' in plaats van 'Gemeenschap'/"communautair";

6.

- aanpassing aan de ontwikkeling van de EU-wetgeving na de inwerkingtreding van het gemoderniseerde douanewetboek (en binnen de termijn voor het nieuwe ontwerp van gemoderniseerd douanewetboek):


- aanpassing aan de huidige douanewetgeving, bv. artikel 184 octies UCDW, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 312/2009, in plaats van artikel 88, lid 4, van het gemoderniseerd douanewetboek (bericht van aankomst); artikel 186 UCDW, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 312/2009, in plaats van artikel 151, lid 2, van het gemoderniseerd douanewetboek (loskoppeling van summiere aangifte bij binnenbrengen en aangifte tot tijdelijke opslag);

- aanpassing aan (eventuele) toekomstige wijzigingen van het douanewetboek, vooruitlopend op ontwikkelingen op andere relevante beleidsterreinen, bv. in verband met de veiligheid in de luchtvaart;

- aanpassing aan andere wetgevingshandelingen, bv. de bijwerking van verwijzingen in het gemoderniseerde douanewetboek naar andere wetgevingshandelingen;

- aanpassing aan de resultaten van de werkzaamheden die zijn verricht in verband met de eerste redactie van de uitvoeringsbepalingen van het gemoderniseerde douanewetboek en de vaststelling van een tool voor bedrijfsprocesmodellering (BPM), bv. aanpassing van bepalingen betreffende tijdelijke opslag of introductie van een basisbepaling voor de ongeldigmaking van summiere aangiften bij binnenbrengen en bij uitgaan. Deze aanpassingen zijn beperkt tot het strikt noodzakelijke om de douanewetgeving te stroomlijnen en de samenhang met efficiënte en werkbare processen te verzekeren.

3.2. Aanpassing van de bevoegdheidsartikelen in het gemoderniseerde douanewetboek aan de vereisten van de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

7.

Deze aanpassing is doorgevoerd overeenkomstig de procedurele vereisten uit hoofde van met name de volgende teksten:


- de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);

- de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van artikel 290 VWEU9;

- de Gemeenschappelijke Overeenstemming tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de werking van artikel 290 VWEU;

- Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

In dit verband is eerst een inventaris gemaakt van de bestaande bevoegdheidsbepalingen in Verordening (EG) nr. 405/2008 en de behoefte aan eventuele extra bevoegdheden om te garanderen dat de Commissie de maatregelen kan blijven vaststellen waarin reeds werd voorzien in de uitvoeringsbepalingen van het huidige communautaire douanewetboek (Verordening (EEG) nr. 2913/92) of die bij de opstelling van de uitvoeringsbepalingen van het gemoderniseerde douanewetboek (Verordening (EG) nr. 450/2008) als noodzakelijk naar voren zijn gekomen.

Op basis van deze inventaris zijn bevoegdheden verleend in de vorm van ofwel een delegatie van bevoegdheid, ofwel een toekenning van uitvoeringsbevoegdheden, in overeenstemming met de artikelen 290 en 291 VWEU. In het kader van de toekenning van uitvoeringsbevoegdheden is een keuze gemaakt tussen de raadplegings- en de onderzoeksprocedure overeenkomstig de criteria van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 182/2011, waarbij uitzonderingen naar behoren werden gemotiveerd. Ook waar is voorzien in de toepassing van de urgentieprocedure van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 voor bepaalde uitvoeringshandelingen, werd dat gemotiveerd.

In voorkomend geval moesten in artikelen van de verordening nieuwe bepalingen worden ingevoegd om dienst te doen als juridische verwijzingen naar de overeenkomstige bevoegdheidsbepalingen.

In sommige gevallen werd het ook passend geacht een aantal bepalingen die oorspronkelijk in handelingen van de Commissie zouden worden vastgesteld, over te hevelen naar de basishandeling om bevoegdheidsverleningen met een zeer beperkte werkingssfeer te vermijden.

Deze vereisten in verband met de aanpassing aan het Verdrag verklaren waarom het aantal artikelen in het voorstel voor de herschikkingsverordening hoger is (59 meer) dan in de oorspronkelijke te herschikken tekst.

Het nieuwe procedurele kader is opgenomen in hoofdstuk 1 van titel IX van de herschikkings­verordening (artikelen 243 en 244 over bevoegdheidsdelegatie en comitéprocedure).

De overwegingen van de verordening zijn aangepast om rekening te houden met deze wijzigingen.

3.3. Uitstel van de datum van toepassing van het gemoderniseerde douanewetboek

In artikel 245 van de herschikkingsverordening, dat artikel 186 van het gemoderniseerde douanewetboek vervangt, is bepaald dat Verordening (EG) nr. 450/2008 wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van de herschikkingsverordening.

In artikel 246 van de herschikkingsverordening is bepaald op welke datum deze verordening in werking treedt, namelijk op de twintigste dag na de bekendmaking ervan.

In artikel 247 zijn nieuwe datums vastgesteld voor de toepassing van de herschikkings­verordening:

- alle bevoegdheidsbepalingen zijn van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de herschikkingsverordening (artikel 247, lid 1);

- hetzelfde geldt voor artikel 46 betreffende 'retributies en kosten', dat vanaf die datum van inwerkingtreding artikel 30 van Verordening (EG) nr. 450/2008 vervangt, dat al sinds 1 januari 2011 van toepassing is;

- alle overige bepalingen zijn van toepassing vanaf de eerste dag van de eerste maand achttien maanden na de inwerkingtreding van de herschikkingsverordening; die termijn moet de Commissie in staat stellen de vereiste gedelegeerde of uitvoeringshandelingen vast te stellen (inclusief de tijd die de wetgever nodig heeft om te reageren) en de toepassing van het volledige nieuwe pakket wetgeving voor te bereiden met behulp van niet-wetgevende instrumenten (richtsnoeren, voorlichting, opleiding) in samenwerking met de lidstaten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.

In de praktijk kan de toepassing van de bepalingen van de verordening die afhangen van het gebruik van elektronische gegevensverwerkingstechnieken en elektronische systemen, geschorst worden op basis van bevoegdheidsbepalingen op grond waarvan de Commissie gedelegeerde handelingen kan vaststellen met overgangsmaatregelen voor de perioden waarin de beschikbaarheid van dergelijke systemen nog op zich laat wachten (artikel 6, lid 2, onder c), en artikel 7 van de herschikkingsverordening). Dergelijke overgangsperioden en ‑maatregelen mogen evenwel niet langer duren dan 31 december 2020 en er moet dus, uitgaande van de financiële veronderstellingen in het voorstel van de Commissie voor het toekomstige FISCUS-programma, worden gegarandeerd dat de IT-gerelateerde onderdelen van de verordening uiterlijk op die datum volledig zijn geïmplementeerd.

Teneinde die volledige implementatie te ondersteunen en de invoering van overgangsperioden te regelen moet de Commissie ook, niet later dan zes maanden na de inwerkingtreding van de herschikkingsverordening door middel van uitvoeringsbevoegdheden die haar te dien einde worden toegekend in artikel 17, lid 1, van de herschikkingsverordening, een werkprogramma opstellen voor de ontwikkeling en de implementatie van alle elektronische systemen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de verordening. Er zal worden gegarandeerd dat dit specifieke IT-werkprogramma voor de tenuitvoerlegging van de herschikkingsverordening en het strategische meerjarenplan als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven10, enerzijds, en het jaarlijkse werkprogramma als bedoeld in artikel 6 van Beschikking nr. 624/2007/EG tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013)11, anderzijds, volledig op elkaar zijn afgestemd.

Samenvatting van de voorgestelde maatregel

De voorgestelde maatregel strekt ertoe Verordening (EG) nr. 450/2008 (gemoderniseerd douanewetboek) te vervangen door een herschikte tekst, die de verordening in overeenstemming brengt met het Verdrag van Lissabon en aanpast aan de praktische aspecten en ontwikkelingen op het gebied van de douanewetgeving en andere beleidsterreinen die van belang zijn voor het verkeer van goederen tussen de EU en derde landen, alsook voldoende tijd biedt voor de ontwikkeling van de ondersteunende IT-systemen.

Rechtsgrondslag

De artikelen 33, 114 en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 31 VWEU kan niet langer worden gebruikt als rechtsgrondslag voor een wetgevingshandeling zoals de herschikkingsverordening.

Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel

Aangezien in het voorstel geen nieuwe beleidslijnen worden ontwikkeld in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel en de daaruit voortvloeiende wetgevingshandeling, hoeft dit criterium niet opnieuw te worden beoordeeld.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting zijn dezelfde als die van Verordening (EG) nr. 450/2008 die nu wordt herschikt. De Commissie, de lidstaten en de bedrijven zullen moeten investeren in toegankelijke, interoperabele systemen voor de afhandeling van douaneformaliteiten. De financiële implicaties wat betreft het aandeel van de EU in de desbetreffende IT-ontwikkelingen, zijn in het voorstel voor het FISCUS-programma nader toegelicht.

5. AANVULLENDE INFORMATIE

Vereenvoudiging
De herschikking van Verordening (EG) nr. 450/2008 zorgt ervoor dat de wetgeving beter wordt afgestemd op de handelspraktijk, onder meer dankzij een optimale architectuur en planning voor IT-ontwikkelingen, maar handhaaft ook alle voordelen van de verordening waarop het herschikkingsvoorstel betrekking heeft, namelijk de vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en private partijen.
De herschikking van Verordening (EG) nr. 450/2008 zal worden ondersteund door een geactualiseerde bedrijfsprocesmodellering (BPM) en worden aangevuld door de toekomstige gedelegeerde en uitvoeringshandelingen van de Commissie alsook door toelichtingen en richtsnoeren. Dit zal mede zorgen voor een eenvormige interpretatie en toepassing van de douanevoorschriften door de lidstaten, hetgeen voor het bedrijfsleven van groot nut zal zijn.

Intrekking van bestaande wetgeving

De vaststelling van het voorstel zal leiden tot intrekking van bestaande wetgeving (zie punt 1).


🡻 450/2008 (aangepast)