Toelichting bij COM(2012)108 - Sluiting van een Overeenkomst tussen de VS en de EU over de coördinatie van programma's voor energie-efficiëntie-etikettering voor kantoorapparatuur - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2012)108 - Sluiting van een Overeenkomst tussen de VS en de EU over de coördinatie van programma's voor ... |
|---|---|
| bron | COM(2012)108   |
| datum | 15-03-2012 |
Overeenkomstig artikel 194 VWEU is een van de doelstellingen van het energiebeleid van de EU het verhogen van de energie-efficiëntie. Kantoorapparatuur heeft een belangrijk aandeel in het elektriciteitsverbruik in de EU.
Momenteel is het belangrijkste instrument om het energieverbruik van kantoorapparatuur te verbeteren het ENERGY STAR-programma van de EU. Dit programma is oorspronkelijk vastgesteld door het Environmental Protection Agency van de VS en wordt in de EU ten uitvoer gelegd op basis van een overeenkomst tussen de VS en de EU, die in 2006 voor een periode van 5 jaar is vernieuwd[1]. In 2008 is dit programma kracht bijgezet door de vaststelling van Verordening (EG) nr. 106/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur[2].
Op basis van een aanbeveling van de Commissie[3] heeft de Raad de Commissie op 12 juli 2011 gemachtigd te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst. De op basis van dit mandaat gevoerde onderhandelingen zijn afgerond op 28 november 2011. In overeenstemming met dit besluit van de Raad is de werkgroep Energie van de Raad geraadpleegd en heeft deze werkgroep de Commissie bij deze onderhandelingen bijgestaan. De voorgestelde overeenkomst is volledig in overeenstemming met de door de Raad verstrekte onderhandelingsrichtsnoeren.
Inhoudsopgave
EN EFFECTBEOORDELING
Bij het voorstel voor een nieuwe overeenkomst en de samen met dit voorstel ingediende herschikking van Verordening (EG) nr. 106/2008 is rekening gehouden met de ervaring die gedurende de eerste twee periodes van de tenuitvoerlegging van het ENERGY STAR-programma in the EU, van 2001 tot 2010, is opgedaan en met de resultaten van de raadplegingen van het ENERGY STAR-bestuur van de Europese Unie.
De redenen om gedurende een derde periode van vijf jaar een nieuwe overeenkomst tot voortzetting van het ENERGY STAR-programma te sluiten op basis van de in de bijlage opgenomen tekst zijn nader uiteengezet in de aanbeveling van de Commissie aan de Raad om onderhandelingen te openen over een derde ENERGY STAR-overeenkomst en in de mededeling van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van het ENERGY STAR-programma in de Europese Unie in de periode 2006-2010[4]. De voornaamste elementen daarvan zijn hieronder samengevat:
– ENERGY STAR is heel doeltreffend geweest om de markt voor kantoorapparatuur te sturen in de richting van grotere energie-efficiëntie. Het programma is erin geslaagd het elektriciteitsverbruik van de in de afgelopen 3 jaar verkochte kantoorapparatuur met ongeveer 11 TWh, d.w.z. ongeveer 16%, te verminderen. Als gevolg daarvan is meer dan 1,8 miljard euro bespaard op de energiefactuur en zijn 3,7 miljoen ton CO2-emissies vermeden;
– het programma biedt een flexibel en dynamisch beleidskader dat met name zeer goed is afgestemd op snel evoluerende producten zoals ICT (informatie‑ en communicatietechnologie)-apparatuur;
– de EU en de VS moeten blijven samenwerken bij de vaststelling van productspecificaties zodat in beide entiteiten ongeveer op hetzelfde moment eenzelfde niveau van eisen kan worden ingevoerd;
– gezien het voornemen van de VS om certificatie door derde partijen in het programma in te voeren, moet de overeenkomst worden voortgezet met gebruikmaking van twee onderscheiden productregistratiesystemen, met zelfcertificatie in de EU en certificatie door derde partijen in de VS. Naar verwachting zal het stopzetten van het beginsel van wederzijdse erkenning geen negatief effect hebben op producenten die aan het EU-programma deelnemen aangezien die zich vooral concentreren op de EU-markt;
– de producenten hebben aangegeven dat tot de centrale overheidinstanties gerichte eis om kantoorapparatuur aan te kopen die minimaal zo efficiënt is als het ENERGY STAR-niveau de belangrijkste drijfveer is geweest voor hun deelname aan het programma. Aangezien een groot aantal daarvan bovendien deelneemt aan openbare aanbestedingen in andere landen dan die waarin zij gevestigd zijn, kan een aanscherping van de eisen inzake overheidsopdrachten worden overwogen. Extra argumenten voor een aanscherping van de bepalingen inzake overheidsopdrachten zijn gegeven in de effectbeoordeling[5] die het voorstel voor een richtlijn betreffende energie-efficiëntie[6] begeleidt;
– hoewel uit de beschikbare gegevens blijkt dat de overeenkomst goed wordt nageleefd, moeten de Commissie en de lidstaten nauw samenwerken bij de stringente handhaving van het programma en moeten zij de doeltreffendheid van deze handhaving binnen een termijn van maximaal 18 maanden na de sluiting van de overeenkomst opnieuw evalueren. In dat verband moeten de respectieve verplichtingen van de lidstaten en de Commissie bij de handhaving van de uitvoering van het programma nader worden verduidelijkt;
– de Commissie zal het effect van de door de VS voorgestelde wijzigingen en van het ENERGY STAR-programma zelf op de energiebesparing, de producenten en de naleving blijven monitoren. Minimaal één jaar voor het aflopen van de nieuwe overeenkomst zal zij toekomstige opties voor de aanpak van het energieverbruik van kantoorapparatuur analyseren, waaronder ook de vervanging van ENERGY STAR door alternatieve beleidinstrumenten.
Zoals vereist in de tot de Commissie gerichte onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad maakt artikel VI van de nieuwe overeenkomst het voor fabrikanten mogelijk hun producten in de EU zelf te certificeren. Volgens de nieuwe overeenkomst zullen er dus twee onderscheiden productcertificatiesystemen bestaan: zelfcertificatie in de EU en certificatie door derde partijen in de VS.
Artikel IX van de nieuwe overeenkomst biedt nu meer duidelijkheid in verband met de respectieve bevoegdheden van de Commissie en de lidstaten voor de handhaving van het EU-ENERGY STAR-programma zonder evenwel nieuwe verplichtingen in te voeren in vergelijking met de bestaande overeenkomst en Verordening (EG) nr. 106/2008.
De nieuwe overeenkomst bevat geen andere substantiële wijzigingen ten opzichte van de bestaande tekst. Bijlage C bevat de gemeenschappelijke technische specificaties (efficiëntiecriteria voor het verkrijgen van de ENERGY STAR-kwalificatie en het desbetreffende label) als gewijzigd bij de Besluiten 2009/789/EG[7], 2009/489/EG[8] en 2009/347/EG[9] van de Commissie. Mochten nieuwe of geactualiseerde specificaties worden vastgesteld door het Environmental Protection Agency van de VS en door de Europese Commissie, dan zal de bedoelde bijlage worden gewijzigd overeenkomstig de procedure van artikel XII van de nieuwe overeenkomst.
Parallel met dit ontwerpbesluit wordt een voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 106/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake een energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma van de Unie voor kantoorapparatuur ingediend.
Het voorstel heeft tot doel de tenuitvoerlegging van een bestaand programma voort te zetten en heeft derhalve geen impact op de huishoudelijke en beleidskredieten of op de personele middelen.