Toelichting bij COM(2012)109 - EU-programma voor energie-efficiëntie-etikettering van kantoorapparatuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In Verordening (EG) nr. 106/2008 zijn de regels vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma voor kantoorapparatuur (computers, beeldschermen, printers, kopieerapparaten, scanners, enz.) in de Europese Unie. Het Energy Star-programma wordt in de EU ten uitvoer gelegd op basis van een overeenkomst tussen de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap over de coördinatie van energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma's voor kantoorapparatuur[1]. Deze overeenkomst liep in december 2011 af. Op 12 juli 2011 heeft de Raad een besluit aangenomen tot machtiging van de Commissie om te onderhandelen over een nieuwe vijfjarige overeenkomst en op 29 november 2011 werden die onderhandelingen afgerond. Het doel van dit voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 106/2008 is de tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma in overeenstemming te brengen met de nieuwe overeenkomst. Samen met dit voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 106/2008 dient de Commissie bij de Raad een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en sluiting van de nieuwe Energy Star-overeenkomst.

1.

Uitkomst van de raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



In de voorstellen voor de nieuwe overeenkomst en voor de wijziging van Verordening (EG) nr. 106/2008 is rekening gehouden met de ervaringen uit de eerste twee uitvoeringsperiodes van het Energy Star-programma in de Unie, van 2001 tot en met 2010, en met de input van de raadpleging van het Energy Star-bestuur van de Europese Unie.

De gedetailleerde verantwoording voor de verlenging van het Energy Star programma met een derde periode van vijf jaar is toegelicht in de Mededeling van de Commissie over de tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma in de periode 2006 – 2010[2] en in de Aanbeveling van de Commissie aan de Raad om onderhandelingen te openen over een tweede Energy Star-overeenkomst. De voornaamste punten worden hieronder samengevat.

– Energy Star heeft sterk bijgedragen tot een grotere energie-efficiëntie van kantoorapparatuur. Dankzij het programma is het elektriciteitsverbruik van de tijdens de jongste drie jaar verkochte kantoorapparatuur met ongeveer 11 TWh gedaald, dat is ongeveer 16%. Hierdoor zijn de energiekosten in totaal met 1,8 miljard euro gedaald en is een uitstoot van 3,7 Mt CO2 vermeden.

– Het biedt een flexibel en dynamisch beleidskader dat bijzonder geschikt is voor snel evoluerende producten zoals ICT-apparatuur.

– De EU en de VS moeten blijven samenwerken om gelijkwaardige productspecificaties te ontwikkelen die in beide entiteiten ongeveer gelijktijdig worden ingevoerd.

– Gelet op het voornemen van de VS om de certificering voor het programma aan een derde partij toe te vertrouwen, moet de overeenkomst worden voortgezet met twee afzonderlijke productregistratiesystemen: zelfcertificering in de EU en certificering door een derde partij in de VS. Men verwacht niet dat de opheffing van het beginsel van de wederzijdse erkenning fabrikanten ervan zal weerhouden aan het EU-programma deel te nemen aangezien zij zich in eerste instantie op de EU-markt richten.

– Fabrikanten hebben te kennen gegeven dat de verplichting voor centrale overheidsinstanties om kantoorapparatuur te kopen die minstens even efficiënt is als Energy Star-producten hun belangrijkste drijfveer is om aan het programma deel te nemen. Aangezien een groot aantal onder hen bovendien ook aan openbare aanbestedingen in andere lidstaten dan die waar zij zijn gevestigd deelneemt, kan worden overwogen de regels inzake overheidsaankopen aan te scherpen. In de effectbeoordeling[3] bij het voorstel voor een richtlijn betreffende energie-efficiëntie[4] worden nog een aantal argumenten aangereikt om de regels voor overheidsaankopen strenger te maken.

– Hoewel uit de beschikbare cijfers blijkt dat de overeenkomst goed wordt nageleefd, moeten de Commissie en de lidstaten nauw samenwerken met het oog op een degelijke handhaving van het programma en dienen zij de doelmatigheid van het handhavingsbeleid uiterlijk 18 maanden na de sluiting van de overeenkomst te evalueren. In dit verband moeten de verplichtingen van respectievelijk de Commissie en de lidstaten voor de handhaving van het programma worden verduidelijkt.

– De Commissie zal blijven toezien op de effecten van de door de VS voorgestelde wijzigingen en van het Energy Star-programma op het energieverbruik, de fabrikanten en de naleving van het programma. Minstens twee jaar vóór de afloop van de nieuwe overeenkomst zal zij de mogelijke opties analyseren om het energieverbruik van kantoorapparatuur te verlagen, waaronder de vervanging van Energy Star door andere beleidsinstrumenten.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Dit voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 106/2008 beoogt in de eerste plaats de tenuitvoerlegging van het Energy Star programma aan te passen aan de nieuwe Overeenkomst tussen de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie inzake de coördinatie van programma's voor de energie-efficiëntie-etikettering van kantoorapparatuur.

De enige substantiële wijziging van het voorstel is de schrapping van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 106/2008 waarin bepaald is dat 'kantoorapparatuur waarvoor het gemeenschappelijk logo met toestemming van USEPA, mag worden gebruikt, wordt geacht aan deze verordening te voldoen, tenzij er bewijs is van het tegendeel'. Tot dusver is het programma in de EU en de VS uitgevoerd op basis van zelfcertificering door de fabrikanten. Het succes van het programma in de EU wordt deels toegeschreven aan de lichte procedure voor de registratie van producten. De VS hebben echter besloten voor producten die op de Amerikaanse markt worden gebracht over te schakelen op certificering door een derde partij. Een dergelijke aanpak is voor de EU-markt niet aangewezen. Die optie zou een negatieve impact hebben op het programma en het mkb benadelen ten opzichte van grote fabrikanten. Derhalve zal het programma onder de nieuwe overeenkomst met twee afzonderlijke productregistratiesystemen moeten werken. Producten die in de EU op de markt worden gebracht, moeten bij de Europese Commissie worden geregistreerd, terwijl producten voor de VS moeten worden geregistreerd door derde partijen die op grond van het VS Energy Star-programma zijn geaccrediteerd. Dit betekent dat het beginsel van de wederzijdse erkenning niet langer van toepassing is.

Andere wijzigingen betreffen de actualisering van de verwijzingen naar de bestaande regelgeving (artikel 4) en naar de nieuwe overeenkomst (artikel 11) en de wijziging van de naam van het Energy Star-bestuur (artikel 8). In artikel 12 worden de verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten voor de handhaving van het programma verduidelijkt. De artikelen 4 en 7, respectievelijk 13 en 14, worden samengevoegd.

In de mededeling van de Commissie over de tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma in de periode 2006 – 2010 luidde de conclusie dat moet worden overwogen de regels inzake overheidsaankopen te verscherpen. Aangezien het voor de tijdige tenuitvoerlegging van het Energy Star-programma op grond van de nieuwe overeenkomst belangrijk is dat de gewijzigde verordening snel wordt vastgesteld, worden geen ingrijpende wijzigingen in de tekst aangebracht. De verscherping van de regels voor overheidsaankopen wordt meegenomen in het voorstel voor een richtlijn betreffende energie-efficiëntie[5], die op alle overheidsaankopen van toepassing is. In de gewijzigde verordening moet rekening worden gehouden met de in die richtlijn vastgestelde regels voor overheidsaankopen.

De Commissie blijft toezien op de effecten van de door de VS voorgestelde wijzigingen en van het Energy Star-programma op het energieverbruik, de fabrikanten en de naleving van het programma. Minstens twee jaar vóór de afloop van de nieuwe overeenkomst zal zij de mogelijke toekomstige opties analyseren om het energieverbruik van kantoorapparatuur te verlagen, waaronder de vervanging van Energy Star door andere beleidsinstrumenten.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel beoogt de verdere tenuitvoerlegging van een bestaand programma en heeft derhalve geen invloed op de operationele en administratieve kredieten, noch op het personeelsbestand.