Toelichting bij COM(2012)167 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Er zijn steeds vaker betrouwbare statistieken nodig om beleidsmakers, bedrijven en burgers in staat te stellen goede op feiten gebaseerde beslissingen te nemen. Daarom is de grootste zorg voor alle statistische instanties ervoor te zorgen dat de geproduceerde gegevens van hoge kwaliteit zijn. In 2005 werd overeenstemming bereikt over een Praktijkcode Europese statistieken[1], en in 2009 werd het juridische basiskader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken door het Europees statistisch systeem (ESS) gemoderniseerd met de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek[2].

De recente economische ontwikkelingen hebben opnieuw aangetoond dat de geloofwaardigheid van de statistieken verder moet worden versterkt. De economische beleidsinstrumenten en resultaten worden meer dan ooit tevoren beïnvloed door de stemming op de wereldwijde financiële markten en de strategieën van degenen die daarbij betrokken zijn. Statistieken zijn nu zo geloofwaardig als het publiek, en met name de financiële markten, denkt dat zij zijn. De betrouwbaarheid van statistische gegevens met betrekking tot technische criteria inzake kwaliteitsbeoordeling is een eerste vereiste om het vertrouwen van de gebruikers te winnen. Maar even belangrijk is de geloofwaardigheid van de instellingen die de statistieken produceren. Daarom moet de professionele onafhankelijkheid van de statistische instanties speciale aandacht te krijgen en door de wet worden gewaarborgd.

De Commissie erkende deze feiten en wees in haar mededeling 'Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek'[3] op de noodzaak versterking van de governance van het Europees statistisch systeem (ESS) te bevorderen door ervoor te zorgen dat de professionele onafhankelijkheid van de nationale instituten voor de statistiek (NSI) een onaantastbaar principe is, door hun coördinerende rol in de nationale statistische systemen te verduidelijken en door vaker gebruik te maken van administratieve gegevens voor statistische doeleinden. Voorts werd voorgesteld 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek' ten uitvoer te leggen, om de nationale regeringen zich bewust te maken van hun rol ten aanzien van en hun medeverantwoordelijkheid voor de geloofwaardigheid van de officiële statistieken door de onafhankelijkheid van de NSI te waarborgen. Volgens de mededeling moeten al deze maatregelen worden ingevoerd door middel van een wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009. Daarnaast moet de Praktijkcode Europese statistieken dienovereenkomstig worden herzien[4].

De diagnose in bovengenoemde mededeling en de voorgestelde verbeteringen hebben de steun gekregen van de Raad Economische en Financiële Zaken (3100ste vergadering op 20 juni 2011). Het cruciale belang van het beginsel van professionele onafhankelijkheid van de NSI werd ook expliciet erkend door het Europees Parlement en de Raad in het 'six-pack' aan wetgeving voor een sterker economisch bestuur, dat in december 2011 in werking is getreden. Hierin werd duidelijk gesteld dat de professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische autoriteiten onder andere transparante aanwervings- en ontslagprocedures vereist die uitsluitend gebaseerd zijn op professionele criteria[5]. Bovendien heeft het Europees Parlement op 13 maart 2012 een resolutie goedgekeurd waarin de Commissie werd opgeroepen om op korte termijn maatregelen te nemen om het kwaliteitsbeheer en de governance in de Europese statistiek te verbeteren.

1.

Resultaten van de raadpleging van betrokken partijen



Het voorstel bouwt grotendeels voort op de definitieve conclusies en aanbevelingen van de task force van het ESS voor de herziening van Verordening (EG) nr. 223/2009 en voor de vertrouwensverbintenissen voor de statistiek, die tussen juni en oktober 2011 meermaals is bijeengekomen. Deze task force bestond uit vertegenwoordigers van 14 landen en besprak vier belangrijke onderwerpen uit de mededeling 'Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek' met betrekking tot de versterking van de governance van het Europees statistisch systeem: de onafhankelijkheid van de nationale instituten voor de statistiek, hun coördinerende rol in de nationale statistische systemen, het gebruik en beheer van administratieve gegevens en de 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek'.

Verder is over het ontwerpvoorstel overlegd met het ESS-comité, dat als algemene taak heeft het ESS te voorzien van professionele begeleiding bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken overeenkomstig de statistische beginselen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



In het voorstel wordt opgeroepen tot een herziening van het huidige juridische basiskader voor de Europese statistiek, om dit aan te passen aan de behoeften van en uitdagingen voor het beleid als gevolg van de recente ontwikkelingen in de wereldeconomie voor de Europese statistiek. Het belangrijkste doel is de governance in het Europese statistische systeem verder te versterken, om de grote geloofwaardigheid ervan te behouden en op passende wijze tegemoet te komen aan de gegevensbehoeften die het gevolg zijn van de versterkte coördinatie van het economisch beleid in de Europese Unie.

In dit verband is met name de professionele onafhankelijkheid van de nationale statistische instanties van groot belang. Het huidige voorstel verwijst expliciet naar de hoofden van de NSI, omdat de onafhankelijkheid van deze personen bij de uitoefening van hun taak een voorwaarde is voor de onafhankelijkheid van de desbetreffende instellingen. Daarom is het essentieel dat de hoofden van de NSI de vrijheid hebben om te beslissen over processen, statistische methoden, normen en procedures en over de inhoud en het tijdstip van statistische berichten en publicaties voor alle Europese statistieken. Zij mogen geen aanwijzingen vragen aan nationale overheden en andere instellingen en zij moeten worden beschermd tegen het ontvangen van dergelijke aanwijzingen. Bovendien moeten de hoofden van de NSI aanzienlijke autonomie krijgen in de besluitvorming over het interne beheer van het bureau voor de statistiek en moet het hun worden toegestaan zich publiekelijk uit te spreken over de begroting die het nationale bureau voor de statistiek ter beschikking heeft om statistische taken uit te voeren. Bovendien moeten er transparante, wettelijk bindende voorschriften komen voor de benoeming, de overplaatsing en het ontslag van hoofden van de NSI, die uitsluitend gebaseerd mogen zijn op professionele criteria.

De hoofden van de NSI moeten echter niet alleen een grote mate van autonomie genieten, maar moeten ook verantwoording afleggen over de resultaten van de NSI, zowel wat de statistische output als de uitvoering van de begroting betreft. Derhalve moeten zij ieder jaar een verslag indienen over de statistische werkzaamheden en de financiële situatie van hun instantie.

Zoals de Commissie in haar mededeling 'Naar een robuust kwaliteitsbeheer voor de Europese statistiek' voorschreef, omvat het voorstel voor een wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 ook de vaststelling van 'vertrouwensverbintenissen voor de statistiek'. Deze verklaringen over de naleving van de Praktijkcode Europese statistieken, en met name het principe van de onafhankelijkheid van de NSI, hebben als doel de statistische governance in de EU te versterken en de geloofwaardigheid van Europese statistieken te waarborgen. Volgens het voorstel moeten de verbintenissen worden ondertekend door de regeringen van alle lidstaten en medeondertekend door de Commissie, beide op het hoogste toepasselijke niveau. Elke vertrouwensverbintenis moet door de betrokken lidstaat zelf worden opgesteld en specifieke verbeteringsmaatregelen voor dat land bevatten. De daadwerkelijke uitvoering van deze acties zullen worden gemonitord door Eurostat als onderdeel van de al bestaande periodieke beoordeling van de naleving van de Praktijkcode Europese statistieken door de lidstaten.

De coördinerende rol van de NSI in de nationale statistische systemen wordt verduidelijkt door het voorstel tot wijziging van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009. Er zijn expliciete verwijzingen toegevoegd naar instellingen en functies die moeten worden gecoördineerd.

Een andere wijziging die de rol van de NSI verduidelijkt, is het nieuwe artikel 17 bis over de toegang tot en het gebruik en de integratie van administratieve bestanden, dat het huidige artikel 24 vervangt. Het belangrijkste doel is een wetgevingskader op te stellen voor een uitgebreider gebruik van administratieve gegevensbronnen voor de productie van Europese statistieken zonder dat de respondenten, de NSI en de andere nationale autoriteiten extra worden belast. Volgens het voorstel moeten de NSI, voor zover nodig, worden betrokken bij beslissingen over de opstelling, de ontwikkeling en de beëindiging van administratieve bestanden die kunnen worden gebruikt voor de opstelling van statistische gegevens. Zij moeten tevens normalisatiewerkzaamheden terzake coördineren en metagegevens over voor statistische doeleinden gebruikte administratieve gegevens ontvangen. De NSI, andere nationale instanties en Eurostat moeten gratis en tijdig toegang tot administratieve bestanden krijgen, maar alleen binnen hun respectieve bestuurssysteem en alleen voor zover dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

De wijziging van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 223/2009 heeft betrekking op de noodzaak om de onafhankelijke positie van Eurostat op het niveau van de Unie op dezelfde wijze veilig te stellen als wordt voorgesteld voor de NSI op nationaal niveau. Het is van vitaal belang voor de geloofwaardigheid van het gehele Europees statistisch systeem en werd in de voorafgaande raadpleging van belanghebbenden sterk benadrukt door de grote meerderheid van de lidstaten.

Om de begrotingsplanning voor statistische activiteiten te vereenvoudigen en stabieler te maken, werd bovendien de programmeringsperiode van het Europees statistisch programma in overeenstemming gebracht met het meerjarige financiële kader van de Unie.

Ten slotte wordt in de voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 rekening gehouden met de nodige aanpassingen van het Verdrag van Lissabon, wat de gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie betreft.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel zal naar verwachting geen gevolgen hebben voor de middelen binnen het ESS. Het is juist bedoeld om de coördinatie en samenwerking binnen het systeem te vereenvoudigen en te verbeteren, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een efficiëntere productie van Europese statistieken en tot een vermindering van de enquêtedruk.

In de benodigde personele middelen binnen de Commissie zal worden voorzien door middel van het personeel van het directoraat-generaal dat reeds voor het beheer van de desbetreffende rechtshandeling is toegewezen en/of binnen het directoraat-generaal is heringedeeld.

4.

Aanvullende informatie



Geen.