Schoeisel, Comunidad Valenciana, Spanje - Hoofdinhoud

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier	COM(2012)204 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2011/020 ES/Schoeisel, Comunidad Valenciana, Spanje.
bron	COM(2012)204
datum	04-05-2012

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 28 december 2011 heeft Spanje aanvraag EGF/2011/020 ES/Schoeisel, Comunidad Valenciana, ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in 146 bedrijven die vallen onder afdeling 15 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van leer en van producten van leer")[3] in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52) in Spanje.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1. Samenvatting van de aanvraag en analyse

Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/020

Lidstaat| Spanje

Artikel onder b)

Betrokken ondernemingen| 146

NUTS II-regio| Comunidad Valenciana (ES52)

NACE Rev. 2-afdeling| 15 ("Vervaardiging van leer en van producten van leer")

Referentieperiode| 25.1.2011 – 25.10.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 26.3.2012

Datum van de aanvraag| 28.12.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 876

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 350

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 2 392 100

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] (EUR)| 118 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,7

Totaal budget (EUR)| 2 510 100

EFG-bijdrage (65 %) (EUR)| 1 631 565

1. De aanvraag werd op 28 december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 23 februari 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis

3. De aanvraag legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering door de ontslagen in de regio Comunidad Valenciana te beschrijven tegen de achtergrond van de ingrijpende veranderingen in de geografische verspreiding van de schoenenproductie. De wereldhandel in schoenen wordt steeds meer gedomineerd door derde landen (met name China en India), en landen zoals Vietnam en Indonesië blijven hun aandeel in de wereldproductie vergroten.

4. Spanje voert aan dat de invoer van schoenen uit niet-EU-landen in de EU in de periode 2006-2009 volgens de beschikbare gegevens[5] met bijna 6 % is toegenomen, terwijl de uitvoer uit de EU in dezelfde periode met 16,4 % is teruggelopen. Als rechtstreeks gevolg van de daling van de uitvoer is het aantal schoenenfabrikanten in de EU‑27 afgenomen: in 2008 telde de EU slechts 24 000 fabrikanten, terwijl dat er in 2005 nog 27 125 waren. Deze vermindering (11,58 %) van het aantal ondernemingen heeft directe gevolgen voor de werkgelegenheid gehad: 78 800 directe arbeidsplaatsen – samen goed voor bijna 20 % van het totaal – gingen in de periode 2005-2008 in de sector verloren.

5. De invoer van schoenen in Spanje liet ook een opwaartse trend zien, en nam in de periode 2006-2010 met bijna 20 % toe. De gevolgen van het gebrek aan evenwicht tussen in- en uitvoer in de Spaanse schoenenindustrie waren echter groter dan in de EU als geheel: met de daling van het aantal ondernemingen van 2 283 naar 1 462 nam het aantal fabrikanten in de periode 2006-2010 met 35,96 % af (of met 24,27 % als alleen naar de periode 2006-2009 wordt gekeken). De werkgelegenheid kromp daardoor met 31,80 % en 10 663 directe arbeidsplaatsen gingen in die periode verloren.

6. De Spaanse ontslagen passen eveneens in de algemene tendens in de schoenenindustrie in de EU om de meeste deelprocessen van de productie over te brengen naar niet-EU-landen waar de kosten lager liggen, en alleen nog hoogwaardige taken zoals design en marketing van het product in de EU uit te voeren.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)

7. De aanvraag werd door Spanje ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's van een lidstaat volgens de NUTS II-indeling.

8. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 876 gedwongen ontslagen in 146 ondernemingen die vallen onder afdeling 15 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van leer en van producten van leer") in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana (ES52) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 25 januari 2011 tot en met 25 oktober 2011. Van deze ontslagen werden er 862 in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. Nog eens 14 ontslagen werden berekend overeenkomstig dezelfde alinea, derde streepje. De Commissie heeft de overeenkomstig artikel 2, tweede alinea, derde streepje, vereiste bevestiging ontvangen dat het hierbij om het werkelijke aantal ontslagen gaat.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen

9. Volgens de Spaanse autoriteiten was de schoenenindustrie reeds tot herstructureringen overgegaan om het hoofd te kunnen bieden aan de liberalisering van de markt: er was geopteerd voor de vervaardiging van producten met een hoge toegevoegde waarde en er werd voorrang gegeven aan de uitvoer. In de jaren vóór de economische en financiële crisis leverde deze aanpak een stabiele omzet op. Door de crisis en de daaropvolgende aanscherping van de kredietvoorwaarden kregen veel kleine en middelgrote ondernemingen echter met ernstige moeilijkheden te kampen, omdat zij niet over voldoende financiële flexibiliteit beschikten om opgewassen te zijn tegen de nieuwe situatie van dalende uitvoer en inkrimping van de binnenlandse markt. Dit resulteerde in bedrijfssluitingen: in 2010 staakten 188 ondernemingen, ofwel 16,64 % van het totale aantal schoenenfabrikanten in de Comunidad Valenciana, hun werkzaamheden en sloten zij hun deuren, met het daaruit voortvloeiend verlies aan werkgelegenheid.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden

16. Het gebied waar de ontslagen zijn gevallen, bevindt zich in de NUTS II-regio Comunidad Valenciana en ligt voornamelijk binnen de drie comarcas (districten) Alto, Medio en Bajo Vinalopó in de NUTS III-provincie Alicante.

17. 11,5 % van alle Spaanse ondernemingen is in de Comunidad Valenciana gevestigd. De be- en verwerkende industrie neemt in deze regio 26 % van de totale werkgelegenheid voor haar rekening, de dienstensector 60 %, de bouw 10 % en de primaire sector 4 %. De Comunidad Valenciana telt veel kleine en middelgrote ondernemingen die hoofdzakelijk gespecialiseerd zijn in het maken van meubels, schoenen, textiel, keramiek en speelgoed. Deze sectoren zijn geconcentreerd in gebieden rond een beperkt aantal gemeenten.

18. De voornaamste belanghebbenden zijn de Generalitat Valenciana (de autonome regering van de Comunidad Valenciana) en met name het regionale Ministerie van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, SERVEF (de arbeidsbureaus van de autonome regering), de vakbonden FIA-UGT-PV en CCOO-PV[6], en de vereniging van schoennijverheid van de Comunidad Valenciana (AVECAL).

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid

19. Spanje is de tweede schoenenproducent in de EU en is goed voor bijna 25 % van de totale EU-productie. 64,43 % van de Spaanse schoenenfabrikanten is gevestigd in de Comunidad Valenciana; derhalve hebben de veranderingen in de wereldhandelspatronen met betrekking tot de fabricage van schoenen echt significante gevolgen voor de werkgelegenheid op lokaal niveau en is de impact op de Comunidad Valenciana bijzonder groot. Bovendien werd de regio getroffen door nog eens vier gevallen van massaontslagen[7], waarvoor bij de Commissie EFG-aanvragen zijn ingediend.

20. Binnen de Comunidad Valenciana zijn Alto, Medio en Bajo Vinalopó, drie districten die in hoge mate afhankelijk zijn van de fabricage van schoenen, het sterkst getroffen door de ontslagen. Vergeleken met 2009 is in 2011 het aantal ontslagen werknemers in Alto Vinalopó met 83 % toegenomen en in Medio en Bajo Vinalopó verdubbeld. In deze regio lijken de vooruitzichten van de ontslagen werknemers op re-integratie op de arbeidsmarkt niet bijzonder bemoedigend, aangezien Alto, Medio en Bajo Vinalopó ook werden getroffen door ontslagen waarop twee van de hiervoor genoemde aanvragen voor EFG-steun betrekking hebben: EGF/2010/005 ES/ Comunidad Valenciana Natural Stone (528 gedwongen ontslagen in de sector van het zagen, voorvormen en afwerken van steen) en EGF/2011/006 ES/ Bouw van gebouwen Comunidad Valenciana (1 138 gedwongen ontslagen in de bouwsector).

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties

21. Al de hierna volgende maatregelen vormen samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces:

– Algemene voorlichtingsbijeenkomsten en begeleiding: dit is de eerste maatregel die alle ontslagen werknemers moet worden aangeboden; hij omvat: 1) informatie over vaardigheids- en opleidingseisen, over beschikbare advies- en opleidingsprogramma's, alsook over toelagen en stimulerende maatregelen; 2) profilering van de werknemers en de planning, uitvoering en follow‑up van individuele ondersteuning; 3) workshops over sollicitatiegesprekken. Door middel van rollenspellen leren de deelnemers hoe zij tijdens het sollicitatiegesprek vaak gemaakte fouten kunnen vermijden.

– Intensieve hulp bij het zoeken naar werk: hierbij wordt intensief naar een baan gezocht en worden de lokale en regionale arbeidskansen passief en actief onderzocht. Voorst betreft het hier workshops over technieken voor het zoeken naar werk en begeleiding door een mentor (d.w.z. individuele follow-up met betrekking tot het zoeken naar werk).

– Scholing in beroepsvaardigheden voor de schoenenindustrie: de deelnemers zullen worden geschoold in beroepsvaardigheden voor banen met een hoge toegevoegde waarde en zullen dus breder inzetbaar zijn in de schoenenindustrie. Aangezien de meest gevraagde banen hoofdzakelijk betrekking hebben op design en marketing, zullen de diverse opleidingscursussen zich richten op schoentechnologie, computerondersteund ontwerpen, biomechanica van de voet, benchmarking in de schoenenindustrie, etc.

– Opleiding voor specifieke beroepskwalificaties: de deelnemers zullen worden opgeleid in sectoren zoals agrovoeding, kunststofindustrie of catering- en horecadiensten, waar op korte of middellange termijn kansen bestaan of zullen ontstaan.

– Bevordering van ondernemerschap. Dit omvat: 1) begeleiding van projecten en initiatieven waarmee wordt beoogd haalbare bedrijfsprojecten en projecten om zich als zelfstandige te vestigen te ontwikkelen, te realiseren en in goede banen te leiden. De mentoren zullen ook zowel in als buiten het district mogelijkheden proberen te vinden voor werknemers die zich als zelfstandige willen vestigen en deze aan de deelnemers voorstellen; 2) begeleiding bij de oprichting van een bedrijf: deze maatregel is bedoeld om ontslagen werknemers die van plan zijn hun eigen bedrijf op te richten, de helpende hand te bieden, en omvat individueel mentorschap tijdens het hele oprichtingsproces van het bedrijf en ondersteuning bij het voeren van een administratie. Gedurende hun eerste jaar als zelfstandige zal het individueel mentorschap voor de deelnemers beschikbaar blijven; 3) specifieke opleidingsactiviteiten voor werknemers die hun eigen bedrijf willen starten. Deze zullen betrekking hebben op aspecten zoals ontwikkeling van een bedrijfsidee, planning, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, het opstellen van bedrijfsplannen en het aantrekken van kapitaal.

– Opleiding in horizontale vaardigheden zoals een basisopleiding in ICT; opleiding voor persoonlijke ontwikkeling; opleiding met het oog op het verwerven van vaardigheden in het geven van leiding aan teams, en opleiding voor opleiders waarmee wordt beoogd ontslagen werknemers met een profiel dat hen geschikt maakt als opleiders, de nodige didactische vaardigheden bij te brengen.

– Opleiding voor aanwerving. Deze opleiding is bedoeld om te voldoen aan vastgestelde behoeften van plaatselijke ondernemingen, die zich er in ruil toe verbinden om minstens een derde van de werknemers die aan deze opleiding deelnemen, in dienst te nemen.

– Toelage voor deelname: de werknemers die het overeengekomen traject voor herintreding doorlopen, zullen een toelage van 400 EUR ontvangen, die in één keer wordt uitbetaald.

– Ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf: de werknemers die op de arbeidsmarkt terugkeren door hun eigen bedrijf op te richten, zullen een eenmalige uitkering van 3 000 EUR ontvangen. Deze stimulerende maatregel is bedoeld om de oprichtingskosten te dekken.

– Bijdrage in de reiskosten: als bijdrage in hun reiskosten zullen de aan de maatregelen deelnemende werknemers een eenmalige uitkering van maximaal 300 EUR ontvangen.

– Stimulerende maatregelen ten behoeve van outplacement: gedurende een periode van maximaal zes maanden wordt maandelijks een bedrag van 350 EUR boven op het loon uitgekeerd aan wie als werknemer herintreedt.

22. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

23. De door de Spaanse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Spaanse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 2 392 100 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 118 000 EUR (4,7 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 631 565 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (in EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Algemene voorlichtingsbijeenkomsten en begeleiding (Acogida y orientación profesional)| 1 251[8]| 438 000

Intensieve hulp bij het zoeken naar werk (Apoyo intensivo en la búsqueda de empleo)| 1 142[9]| 314 250

Scholing in beroepsvaardigheden voor de schoenenindustrie (Formación para la recolocación en el sector del calzado)| 2 300 000

Opleiding voor specifieke beroepskwalificaties (Formación para la recolocación en otros sectores)| 2 375 000

Bevordering van ondernemerschap (Formación y asesoramiento al emprendedor)| 3 191 250

Opleiding in horizontale vaardigheden (Formación transversal para la mejora profesional)| 1 164 850

Opleiding voor aanwerving (Formación para el empleo con prácticas)| 1 78 750

Toelage voor deelname (Incentivo a la participación)| 140 000

Ondersteuning bij de oprichting van een bedrijf (Incentivo a la constitución de negocios)| 3 105 000

Bijdrage in de reiskosten (Ayudas por desplazamiento)| 96 000

Stimulerende maatregelen ten behoeve van outplacement (Incentivo a la inserción)| 2 189 000

Subtotaal individuele dienstverlening|| 2 392 100

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 0

Beheer|| 87 000

Voorlichting en publiciteit|| 21 000

Controle|| 10 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 118 000

Totale geschatte kosten|| 2 510 100

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten)|| 1 631 565

24. Spanje bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat de nodige maatregelen zijn genomen om dubbele financiering te voorkomen.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen

25. Op 26 maart 2012 heeft Spanje ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd

26. De voorgestelde aanvraag is tijdens diverse vergaderingen met de in punt 18 vermelde sociale partners besproken. Op de vergaderingen van 17 november 2011 en 2, 14 en 21 februari 2012 zijn de sociale partners geraadpleegd over kwesties zoals de inhoud van het gecoördineerde pakket van maatregelen, de verdeling van rollen en taken, en de planning van acties.

27. De Spaanse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

28. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Spaanse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen

29. Spanje heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. Het directoraat-generaal voor Europese Projecten en fondsen van het regionale Ministerie van Financiën en Overheidsdiensten van de Comunidad Valenciana[10] zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit.

Financiering

30. Op grond van de aanvraag van Spanje bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (inclusief uitgaven voor de implementatie van het EFG) 1 631 565 EUR (65 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Spanje.

31. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

32. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

33. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

34. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten

35. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 631 565 EUR.