Toelichting bij COM(2012)243 - Jaarverslag 2011 over de financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0243

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Zesde jaarverslag 2011 over de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand uit hoofde van Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap /* COM/2012/0243 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT


Zesde jaarverslag 2011 over de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand uit hoofde van Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Inleiding



Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap[1] (hierna 'de bijstandsverordening' genoemd) vormt de basis voor de tenuitvoerlegging van de bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap. Er moet jaarlijks verslag over worden uitgebracht bij de Raad en het Europees Parlement. Het zesde verslag betreft het jaar 2011.

2.

2. Programmering van de steun


Tussen 2006 en 2010 is een bedrag van 264 miljoen euro vastgelegd via de bijstandsverordening; veel van de projecten die met dat geld werden gefinancierd, lopen in 2011 nog steeds. Bij de vastlegging voor 2011 werd rekening gehouden met de ideeën van de belanghebbenden en met de evaluaties van 2009 en 2010. De doelstellingen van de bijstandsverordening bleven behouden: het bevorderen van de hereniging van Cyprus door de economische en sociale ontwikkeling te bevorderen; verzoening, het opbouwen van vertrouwen, en steun voor het maatschappelijke middenveld; toenadering van de Turks-Cypriotische gemeenschap tot de EU en het voorbereiden van de aanpassing van wetgeving aan het acquis, zodat deze wetgeving meteen kan worden toegepast zodra de kwestie-Cyprus definitief is opgelost. In de toewijzing voor 2011 was geen financiering voor infrastructuur of grote apparatuur, aangezien er al omvangrijke infrastructuurprojecten liepen. De toewijzing in 2011 van 28 miljoen euro werd vrijgemaakt via twee Besluiten van de Commissie[2].

3.

3. Uitvoeringsmechanismen


Het programma wordt uitgevoerd in een EU-lidstaat, in een gebied dat niet onder het toezicht van de regering van die lidstaat vat en waar de toepassing van het EU-acquis geschorst is. De bijstand wordt voornamelijk uitgevoerd onder centraal beheer van de Europese Commissie. Sommige projecten worden samen met het UNDP (Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties) beheerd.

De Commissie voert het programma uit in een unieke politieke, juridische en diplomatieke context. Er zijn ad-hocregelingen nodig om bij de uitvoering van het programma de beginselen van gezond financieel beheer na te leven. Normaal gesproken wordt voor door de EU gefinancierde programma's in een financieringsovereenkomst met de regering van het begunstigde land het juridische kader vastgelegd voor de bijstand. Voor de bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap bestaat een dergelijke overeenkomst niet. De Commissie moet afgaan op de regels en voorwaarden die volgens haar lokaal van toepassing zijn, en dat houdt dus een bepaald risico in. De Commissie heeft maatregelen goedgekeurd om dit risico te beheersen en te verminderen, onder meer door intensief toezicht op en ondersteuning van begunstigden, herziene betalingsvoorwaarden, het koppelen van voorschotbetalingen aan bewijzen van ondertekende aanbestedingscontracten en de ruime toepassing van bankgaranties.

De Commissie heeft de steun van de Turks-Cypriotische gemeenschap nodig om van dit programma een succes te maken en vooral om voor de duurzaamheid ervan op lange termijn te zorgen. Vertegenwoordigers van de Turks-Cypriotische gemeenschap worden geraadpleegd over hun toekomstige behoeften op het vlak van financiering, en deskundigen uit de Turks-Cypriotische gemeenschap maken deel uit van beoordelingscomités voor aanbestedingen en spelen een sleutelrol in de stuurgroepen voor projecten. Voor een efficiënte uitvoering van het programma en om te komen tot de hereniging als uiteindelijke doelstelling, moeten de Turks-Cypriotische en de Grieks-Cypriotische gemeenschappen blijven samenwerken.

Het programmateam, dat in 2006 werd opgezet binnen het directoraat-generaal Uitbreiding van de Commissie, maakt gebruik van het EU-bureau voor programmaondersteuning (EUPSO), dat in het noordelijke deel van Nicosia is gelegen en dat op basis van een dienstverleningscontract kantoorlogistiek verschaft. Dit kantoor vormt een lokale verankering voor de uitvoering van de projecten en voor interactie met de Turks-Cypriotische gemeenschap. De vertegenwoordiging van de Commissie in Cyprus organiseert ook vergaderingen en seminars en communiceert met de Cypriotische bevolking over het programma.

Zonder financieringsovereenkomst waarin het juridische kader voor de uitvoering van de bijstand wordt vastgelegd, kunnen de programma's voor sectorontwikkeling niet vlot tot stand komen. Het bijstandsprogramma bevat dan ook een aanzienlijk bedrag aan subsidies, in het bijzonder voor niet-overheidsactoren als ngo's, het mkb, landbouwers en studenten. Het beheren van deze bijstand (ruim 1000 subsidies sinds 2009) vergt veel personele middelen van EUPSO. De personeelssituatie was in 2011 bijzonder moeilijk, met minder personeelsleden en een sterk personeelsverloop, waardoor een strakke bepaling van de prioriteiten nodig was.

De EU-bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap is moeilijk op middellange en lange termijn te plannen. Het programma wordt momenteel gefinancierd met geld uit de marges van de EU-begroting en maakt geen deel uit van het meerjarig financieel kader voor 2007-2013, zodat jaarlijkse toewijzingen niet gewaarborgd zijn. Er zijn echter een aantal sectoren, onder meer de sectoren die belangrijk zijn voor de toekomstige naleving van het acquis, waar alleen resultaten kunnen worden geboekt als de steun gedurende meerdere jaren wordt verleend.

4.

4. Tenuitvoerlegging tijdens de verslagperiode


5.

4.1. Algemeen overzicht


Grote leverings- en bouwcontracten op het vlak van water, vast afval, milieubescherming, energie en telecommunicatie die in het programma van 2006 waren gestart, werden in 2011 stilaan afgewerkt. Veel subsidiecontracten onder de verschillende stelsels voor het maatschappelijk middenveld, ngo's, het mkb, plattelandsontwikkeling, scholen, beurzen en opleidingen werden afgerond. Deze programma's kregen ook heel wat technische bijstand. Er werden in gezamenlijk beheer met het UNDP operaties uitgevoerd ter ondersteuning van het Comité Vermiste personen, op het vlak van afvalwaterbeheer en inzake de modernisering van stedelijke en lokale infrastructuur. Het mandaat van de Commissie binnen de bijstandsverordening omvat ook de voorbereiding voor de complete toepassing en uitvoering van het communautaire acquis zodra de kwestie-Cyprus is opgelost en het informeren van de Turks-Cypriotische gemeenschap over het politieke systeem en de rechtsorde van de Europese Unie. Sinds 2009 is er dan ook intensief gewerkt aan de uitvoering van projecten en heeft de Commissie geleerd om te gaan met lokale beperkingen. Hoewel sommige grote infrastructuren bijna aan de begunstigde kunnen worden overgedragen, blijven er toch problemen bestaan met de duurzaamheid van projecten. De Commissie moest contracten schrappen voor een installatie voor zeewaterontzilting in Sirianokhori/Kumköy en voor de bouw van faciliteiten voor natuurbescherming in vier potentiële Natura 2000-natuurbeschermingsgebieden.

Bovendien rees in 2011 het probleem van het statuut van bankgaranties die werden uitgegeven in het noorden van Cyprus. Een plaatselijke aannemer spande een rechtszaak aan bij de lokale 'rechtbank' om de Commissie te verhinderen na de verbreking van een contract voorschotten en prestatiewaarborgen terug te vorderen. Deze zaak is belangrijk voor het programma in het algemeen en zolang zij niet is opgelost zullen er twijfels blijven bestaan over de doeltreffendheid van lokale bankwaarborgen.

6.

4.2. Vorderingen per doelstelling


De overkoepelende doelstelling van het steunprogramma is de hereniging van Cyprus te bevorderen door de ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te stimuleren, met bijzondere aandacht voor de economische integratie van het eiland, het verbeteren van de contacten tussen beide gemeenschappen en met de EU en de voorbereiding op de tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving als de kwestie-Cyprus wordt opgelost. Er is een aanzienlijke bijdrage geleverd aan verbeteringen op een aantal vlakken als water, afvalwater en milieu, en er zijn indicaties dat de kloof inzake bbp per inwoner tussen de door de regering gecontroleerde gebieden en het noordelijke deel van Cyprus afneemt, al zijn de gegevens niet volledig genoeg om uitsluitsel te geven.

7.

4.2.1. Doelstelling 1: ontwikkeling en herstructurering van infrastructuur


In de watersector waren de verouderde asbestbevattende betonnen waterleidingsnetten in het noorden van Nicosia, Kyrenia, Kioneli/Gonyeli en Lefke/Lefka eind 2011 volledig vervangen. In Nicosia waren er aanzienlijk minder lekken zodat de totale watertoevoer in het noorden van Nicosia daalde van 0,67 tot 0,40 m³/dag/verbruiksmeter.

In Morphou/Güzelyurt werd in de tweede helft van 2011 begonnen met de ingebruikname van de waterzuiveringsinstallatie. Er werd 53 kilometer riolering en 43 kilometer hoofddistributielijnen voor water geïnstalleerd. Als alle huizen aangesloten zullen zijn, zal voor het eerst in deze regio het afvalwater van ongeveer 10 700 mensen worden verzameld en behandeld, zodat de vervuiling van het grondwater zal afnemen. In Famagusta is de nieuwe infrastructuur voor waterzuivering voor ongeveer 30 000 mensen bijna afgewerkt. De oplevering is gepland voor de eerste helft van 2012. Het project omvat 50 kilometer riolering en 45 kilometer distributielijnen voor water. De bouw van de projecten in Famagusta en Morphou liep vertraging op zodat de beperkte middelen voor toezicht nog meer onder druk komen. In Nicosia werd doorgewerkt aan de bouw van de nieuwe waterzuiveringsinstallatie ten behoeve van beide gemeenschappen in Mia Milia/Haspolat, die gefinancierd wordt door de EU samen met de raad voor de afwatering en riolering van Nicosia, en die via het UNDP wordt uitgevoerd. De oplevering is gepland voor de tweede helft van 2012.

Het grootste project was de installatie voor zeewaterontzilting in Sirianokhori/Kumköy ter waarde van 27 miljoen euro, die moet zorgen voor de watervoorziening voor 100 000 mensen en de overmatige exploitatie moet verminderen van wat momenteel de belangrijkste waterwinningsbron is, het grondwater bij Morphou. Er waren een aantal problemen met eind 2010 onder meer het Turkse leger dat toegangsbeperkingen opgelegde. Toen deze beperkingen in maart 2011 werden opgeheven, wilde de aannemer niet meer verder werken. De Commissie verbrak het contract in december 2011.

Op het vlak van natuurbescherming werden ontwerpbeheersplannen voorbereid voor alle bijzondere natuurbeschermingsgebieden (SEPA's) en met de belanghebbenden werden openbare voorlichtingsovereenkomsten belegd. Een wandelroutenetwerk van ruim 600 kilometer werd afgewerkt. Bij de bouw van informatie- en beheerscentra in vier SEPA's leverde de aannemer slecht werk, en de Commissie beëindigde het contract in november 2011. De arbitrage van het contract moet plaatsvinden in België, maar de plaatselijke aannemer spande een rechtszaak aan bij een lokale 'rechtbank' om de Commissie te verhinderen het voorschot en de prestatiewaarborg terug te vorderen bij de lokale bank. Zolang geen uitspraak is gedaan, blijven er twijfels bestaan over de doeltreffendheid van lokale bankwaarborgen. In 2012 moet werk worden gemaakt van de voltooiing van deze gebouwen. Intussen hebben de levering en het inzetten van goederen voor de natuurbeschermingsteams vertraging opgelopen.

Wat betreft vast afval vordert de sanering en sluiting van de afvalstortplaats in Kato Dhikomo/Aşağı Dikmen gestaag, zodat de operatie in de eerste helft van 2012 zal worden afgerond. Het overslagstation in Famagusta en de nieuwe afvalstortplaats in Koutsoventis/Güngör werden in 2011 afgewerkt. De overdracht en opening van de nieuwe voorzieningen liep vertraging op omdat de begunstigde er niet in geslaagd is de benodigde uitvoerende entiteit op te richten. Ook de rechtszaak door een nabijgelegen universiteit over milieuaspecten heeft vertraging veroorzaakt. De 'rechtbank' heeft de zaak verworpen maar er werd intussen wel tijdelijk gestort op een nieuwe plaats vlak bij de stortplaats van Kato Dhikomo/Aşağı Dikmen. De verwerkinginstallatie voor medisch afval voor het belangrijkste ziekenhuis in het noordelijke deel van Nicosia werd eind 2011 overgedragen.

In de energiesector werden de resterende leverings- en technische bijstandscontracten voltooid. De ambitieuze bouw van een zonne-energiecentrale van 1,27 megawatt werd afgewerkt en de installatie draait sinds november 2011 op volle toeren. De begunstigde moet wel zorgen voor degelijk personeel zodat de installatie en het controlesysteem op doeltreffende en duurzame wijze worden gebruikt. De technische bijstand voor de herstructurering van de elektriciteitsmaatschappij en de hervorming van het beleid voor de sector kon niet efficiënt worden verleend omdat de begunstigden niet meewerkten.

In de telecomsector is al het materiaal voor de versterking van het netwerk ter plaatse geleverd en al grotendeels geïnstalleerd, maar er zijn vertragingen bij de voorbereiding van de site en de technische bijdragen van de begunstigde. Het project zou midden 2012 afgerond moeten zijn. De component technische bijstand is in die zin uitgebreid. De 'wet' die detailleert hoe de liberalisering van de elektronischecommunicatiesector verloopt, werd in december 2011 goedgekeurd. Aan de voorwaarden om de dienstverlening te scheiden van het netwerkbeheer moet nog worden voldaan om een vlotte overgang en een duurzaam gebruik van met EU-steun gefinancierde hulpmiddelen te waarborgen.

Wat de projecten voor verkeersveiligheid betreft, zijn de technische bijstands- en leveringsprojecten voltooid. Er zijn verkeersbeheersplannen voorbereid, de gegevensbank met informatie over ongevallen en het systeem voor gegevensverzameling werken goed en de uitrusting voor autokeuringen is geïnstalleerd en wordt gebruikt. De voorlichtingscampagne om verkeersveiligheid te bevorderen werd in 2011 uitgevoerd en heeft meteen vruchten afgeworpen met een aanzienlijke daling van het aantal ernstige ongevallen. Het project voor het wegwerken van gevaarlijke verkeerspunten heeft meermaals vertraging opgelopen maar moet in de eerste helft van 2012 toch eindelijk voltooid worden.

8.

4.2.2. Doelstelling 2: bevordering van sociale en economische ontwikkeling


Vier teams voor technische bijstand zijn opleiding en bijstand - met inbegrip van steun bij de uitvoering van subsidies - blijven verlenen aan landbouwers, dierenartsen en andere belanghebbenden in de plattelandsontwikkeling. Twee grote subsidieregelingen, "Verbetering van de landbouwproductie” en “Steun voor plattelandsbedrijven” werden in 2011 afgewerkt; heel wat van de 37 projecten in het kader van “Gemeenschapsontwikkeling door dorpsinitiatieven” liepen vertraging op, vaak door de aanbesteding van infrastructuurwerken. Onder de begroting 2011 werden twee extra oproepen tot het indienen van voorstellen voorbereid.

In het kader van het project modernisering van stads- en plattelandsinfrastructuur, dat gezamenlijk met het UNDP wordt uitgevoerd, zijn verscheidene dorpen in het noordelijke deel van Cyprus hersteld (Louroukina/Akıncilar, Tremetousia/Erdemli, Galinoporni/ Kaleburnu en Kormakitis/Kormacit). Het herstel van de markt in het noordelijke ommuurde deel van Nicosia ging door en zal in 2012 worden voltooid.

De technische bijstand voor de lopende hervorming van het basisonderwijs en middelbaar onderwijs bleef gericht op de capaciteitsopbouw van de voornaamste belanghebbenden, waaronder een intensieve opleiding van een kernteam inspecteurs, studiereizen, opleiding en steun inzake kindgericht onderwijs, de ontwikkeling van kwaliteitsnormen en input voor de ontwikkeling van een Europees systeem voor informatiebeheer. Het project liep in december 2011 af. Het belangrijkste resultaat was een ontwerp van visie en missie voor het onderwijs in het noordelijke deel van Cyprus. De meeste van de 72 subsidiecontracten met lokale scholen liepen in 2011 af. In 2012 zullen er slechts zeven verder lopen.

Er is technische bijstand verstrekt voor de ontwikkeling van het beroepsonderwijs en opleidingssystemen, een leven lang leren en actieve maatregelen voor de arbeidsmarkt, waaronder de opening van een arbeidsbureau in Nicosia en studiereizen en conferenties in het buitenland. Er werd bijzondere aandacht besteed aan de opleiding van de belanghebbenden op vlakken als ondernemerszin en loopbaanadvies. De samenwerking met de lokale belanghebbenden was bijzonder productief. Het project liep in februari 2012 af. Ter ondersteuning van het project een leven lang leren, sociale integratie en actieve maatregelen voor de arbeidsmarkt zijn sinds 2008 31 subsidies toegekend aan kleine of middelgrote ondernemingen, kamers van koophandel en andere opleidingsorganisaties. De meeste liepen af in 2011, in 2012 lopen er nog slechts twee door.

Om het concurrentievermogen van kleine of middelgrote ondernemingen te vergroten liepen er in 2011 23 contracten in het kader van subsidieregelingen. Gebrek aan ervaring met EU-subsidies bij de begunstigde ondernemingen heeft tot enige vertraging geleid, maar alle contracten zullen in 2012 aflopen. De particuliere sector heeft ook technische bijstand gekregen om goede bedrijfspraktijken te stimuleren. Een belangrijk resultaat was de goedkeuring van een strategie voor de ontwikkeling van de particuliere sector door de Turks-Cypriotische gemeenschap. Er werden ook specifiek op de sector gerichte marketinginitiatieven genomen om lokale producten in Nicosia en Famagusta te ondersteunen. Opleidingen op het vlak van ondernemingszin en projectcyclusbeheer gingen van start in 2011 en lopen door in 2012. In de ICT-sector werd hulp geboden bij de ontwikkeling van een strategie voor e-governance.

9.

4.2.3. Doelstelling 3: verzoening, vertrouwensopbouw en steun voor het maatschappelijk middenveld


In gezamenlijk beheer met het UNDP wordt nog steeds steun verleend aan het Comité Vermiste Personen voor de opgraving, identificatie en teruggave van stoffelijke overschotten. Het gaat nu veeleer om individuele opgravingen en niet meer om massagraven, wat invloed heeft op de snelheid van de procedure. In 2012 wordt wellicht een nieuwe bijdrageovereenkomst met het UNDP ondertekend zodat het werk kan worden voortgezet.

De ontmijning van de bufferzone is bijna volledig uitgevoerd. Er is geen overeenstemming over de toegang tot de overblijvende mijnenvelden in de bufferzone noch over de uitbreiding van de ontmijning naar gebieden buiten de bufferzone; hierdoor wordt de voortzetting van door de EU gefinancierde ontmijningsactiviteiten gehinderd. Het project kreeg een positieve eindbeoordeling waarin alle belanghebbenden hun appreciatie uitspraken.

27 van de 44 projecten in drie grote subsidieregelingen met de benaming 'het maatschappelijk middenveld in actie' zijn bijna of helemaal afgerond. Tien projecten zullen in 2012 worden beëindigd. Een team voor technische bijstand heeft hulp geboden bij het beheer van de subsidies. De volgende oproep voor subsidies in 2012 moet gepaard gaan met nog meer opleidingen: de begunstigden zijn nog niet in staat om goede aanvragen voor EU-subsidies in te dienen en de volledigheid van hun activiteitenverslagen laat vaak te wensen over.

10.

4.2.4. Doelstelling 4: toenadering van de Turks-Cypriotische gemeenschap tot de Europese Unie


Tijdens het vijfde jaar van het beurzenprogramma zijn 89 beurzen (9 voor docenten, 1 voor studenten en 79 voor afgestudeerden) toegekend. De keuze van het studie- of opleidingsprogramma bleef vrij, al werd voorrang gegeven aan technische en administratieve onderwerpen waaraan in de Turks-Cypriotische gemeenschap een tekort is. Het beurzenprogramma zal in 2012 worden geëvalueerd.

Voor de zichtbaarheid werd vooral gezorgd door het project InfoPoint, met 37 activiteiten was 2011 ook een vruchtbaar jaar. Het grootste evenement dat door de EU werd gefinancierd, werd georganiseerd in samenwerking met de Turks-Cypriotische vereniging voor kinderwelzijn en lokte ongeveer 1000 bezoekers. Daarnaast werden videoclips en foto-archieven voorbereid en werden twee academische conferenties georganiseerd waaraan academici met internationale faam en lokale Turks-Cypriotische en Grieks-Cypriotische academici deelnamen. Acht edities van het 'Infopoint Newsbulletin' in het Turks en één in het Engels behandelden het bijstandsprogramma en actuele onderwerpen betreffende de EU.

11.

4.2.5. Doelstelling 5: voorbereiding van de Turks-Cypriotische gemeenschap op de invoering en tenuitvoerlegging van het communautair acquis


Het Bureau voor de uitwisseling van informatie over technische bijstand (TAIEX) van de Commissie is het instrument dat de Turks-Cypriotische gemeenschap helpt bij de voorbereiding om het acquis van de EU ten uitvoer te leggen zodra de kwestie-Cyprus is opgelost. TAIEX verleent steun bij de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen die overeenstemmen met het acquis en die vervolgens in lokale procedures worden herzien en goedgekeurd. Via TAIEX voerden in 2011 ruim 80 EU-deskundigen 528 activiteiten uit, waaronder opleidingen, workshops en studiebezoeken. De activiteiten bleven vooral gericht op het programma voor de toekomstige toepassing van het acquis (PFAA), dat een kader biedt voor interventie op middellange termijn. Behalve aan de 13 sectoren van het PFAA werd in 2011 ook bijstand verleend inzake vrij verkeer van goederen, intellectuele eigendomsrechten en wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. In samenhang met het toekomstige beheer van de EU-middelen na een regeling bleef TAIEX ook opleidingen verstrekken op het gebied van het beheer van overheidsuitgaven. Tot slot werd ook het handelsverkeer over de Groene Lijn (Verordening 866/2004) ondersteund door deskundigen van TAIEX uit de EU-lidstaten die regelmatig werden ingezet voor alle nodige veterinaire en fytosanitaire inspecties van aardappelen en vis. Samen met de begunstigden werden de voorbereidingen voor een nieuwe cyclus TAIEX-hulp eind 2011 gestart.

De uitrusting die de afgelopen jaren werd verstrekt voor het toezicht op de luchtkwaliteit, wordt gebruikt. De twee technischebijstandscontracten in deze sector zijn afgelopen. De uitrusting helpt te voldoen aan het nieuwe ontwerp van milieu"wet". Duurzaamheid vergt ook een engagement om te voorzien in personeel en uitrusting op lange termijn.

Er werd door de goedkeuringsprocedure minder snel vooruitgang geboekt dan gehoopt met het ontwerp van 'wetgeving' gericht op overeenstemming met het acquis. De 'wet' betreffende de hervorming van de telecommunicatie werd eind 2011 goedgekeurd, maar de milieu"wet" werd uitgesteld.

12.

4.2.6. Andere projecten


Een met de Wereldbank gesloten overeenkomst voor een trustfonds van 1 miljoen euro voor de uitvoering van studies in het kader van een “programma voor economische analyses met het oog op groei en duurzame ontwikkeling” werd opnieuw opgestart in 2011 en in december werd een voortgangsverslag afgeleverd.

13.

4.3. Financiële uitvoering (contracten en betalingen)


14.

4.3.1. Contracten


In 2011 werd 7,45 miljoen euro toegewezen (66% van de prognose van januari van 11,2 miljoen euro). Toewijzingen voor schoolsubsidies en een bijdrageovereenkomst met het UNDP inzake cultureel erfgoed werden uitgesteld tot 2012.

15.

4.3.2. Betalingen


In 2011 werd in totaal 49,98 miljoen euro betaald (67% van de prognose van januari). In de loop van het jaar werd de doelstelling herzien en met 24,5 miljoen verlaagd. De redenen hiervoor waren de beëindiging van twee werkprojecten, vertragingen in grootschalige projecten op het vlak van water en telecommunicatie en een laattijdige afronding van subsidieprojecten, met name die inzake het herstel van dorpen. Het herziene bedrag werd volledig uitgekeerd.

In totaal was eind 2011 179 miljoen euro (69% van het totaalbedrag sinds het begin van het programma in 2006) uitgekeerd. Eind 2011 liepen nog 533 contracten.

16.

4.4. Toezicht


Het tweejaarlijkse mechanisme voor evaluatie van de uitvoering vormt een forum om het programma in detail met de begunstigden te bespreken. Personeel van de EU houdt ook voortdurend toezicht via bezoeken en vergaderingen ter plaatse en via vergaderingen van de stuurcomités. Meer dan 20 stuurcomités houden toezicht op TAIEX-activiteiten en kwamen in 2011 elk twee keer bijeen. Daarnaast zijn er de tweejaarlijkse vergaderingen van het toezichtsmechanisme. De logistiek van TAIEX wordt in de gaten gehouden via het onlinesysteem voor het beheer van TAIEX. In de meeste gebieden waarop steun wordt verleend, zorgt een gebrek aan ervaring of capaciteit bij de begunstigde voor moeilijkheden of vertragingen bij de tenuitvoerlegging. Zo ondervonden begunstigden van subsidies bijvoorbeeld grote problemen bij EU-procedures, met name bij aanbestedingen met subsidiemiddelen. Hiervoor werden programmabeheerseenheden opgezet die subsidiehouders moeten helpen bij de administratie inzake subsidies. Bij infrastructuur- of leveringsprojecten probeert de centrale of lokale Turks-Cypriotische administratie die zorgt voor de uitvoering en het onderhoud, de nodige middelen te verschaffen en in een aantal gevallen geschikte structuren op te zetten. Er wordt geschikte technische bijstand geboden om de begunstigde door de periode van overdracht te loodsen.

17.

4.5. Audit en controles


De Europese Rekenkamer voerde in 2011 een doelmatigheidscontrole uit. Het verslag verschijnt in 2012.

Het auditverslag van de interne auditeenheid van DG Uitbreiding kreeg in 2011 een aanvulling waarin werd besloten dat alle aanbevelingen waren uitgevoerd en dat er nog een paar risico's overbleven bij de overdracht van werk en goederen.

Eind 2010 voerde de audit- en evaluatie-eenheid van DG Uitbreiding een controle ex post uit om voor een set van 23 transacties na te gaan of zij wettig en regelmatig waren verlopen. Het eindverslag van mei 2011 bevatte een aantal opmerkingen over procedures, waar rekening mee wordt gehouden.

Op 12 subsidiecontracten werd een externe audit uitgevoerd, waarvan het eindverslag in de eerste helft van 2012 moet verschijnen.

18.

4.6. Evaluatie


In 2011 ging een evaluatie van de watersector van start, die zal bijdragen tot de toekomstige programmering. Nog in 2011 werd een studie van de Wereldbank over de economische aspecten van de Turks-Cypriotische economie uitgevoerd. In 2012 wordt een omvangrijke evaluatie gepland, als het programma van 2006 grotendeels ten einde loopt.

19.

4.7. Informatie, publiciteit en zichtbaarheid


Voor de zichtbaarheid werd vooral gezorgd door het project InfoPoint (zie doelstelling 4). Daarnaast hebben ook teams voor technische bijstand van aparte projecten de taak gekregen de zichtbaarheid te vergroten. Bij de voltooiing van projecten hebben begunstigden van subsidies een aantal evenementen georganiseerd. De vertegenwoordiging van de Commissie in Cyprus verspreidde zes persberichten over het bijstandsprogramma voor de Turks-Cypriotische gemeenschap.

20.

4.8. Overleg met de regering van de Republiek Cyprus


Er hebben geregeld vergaderingen plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de regering van de Republiek Cyprus, met name tijdens het bezoek van hoge ambtenaren van de Commissie aan het eiland. De Commissie vergadert ook regelmatig met de permanente vertegenwoordiging in Brussel. De Commissie wenst te blijven rekenen op samenwerking met de regering van de Republiek Cyprus wat de verificatie van eigendomsrechtenbezit betreft.

21.

5. Conclusies


Zonder erkende begunstigde en zonder een programma voor rechtstreekse herstructurering van instellingen blijft het af en toe moeilijk het programma ten uitvoer te leggen. Door de omgeving waarin wordt gewerkt en de politieke en economische situatie in het noordelijke deel van Cyprus blijft het moeilijk om vooruitgang te boeken met de doelstelling van de verordening om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te ondersteunen. De voorbereiding van de toekomstige goedkeuring en tenuitvoerlegging van het acquis verloopt traag en de Turks-Cypriotische gemeenschap zal wellicht op heel wat vlakken steun nodig hebben om na een regeling en de hereniging te voldoen aan de vereisten van het acquis.

De activiteiten tijdens de verslagperiode waren gericht op de afwerking van het programma van 2006. Een aantal grote projecten op het vlak van infrastructuur en toevoer van uitrusting naderden de voltooiing. De aanvoer van afvalwater naar de waterzuiveringsinstallatie in Morphou kwam op gang en de experimentele zonne-energiecentrale die werd afgewerkt en in juli werd overgedragen, werkt op volle kracht. Er zijn inspanningen geleverd om de begunstigde voor te bereiden op de overdracht, maar door een gebrek aan middelen en ervaring worden van de Turks-Cypriotische administratie een aanzienlijk engagement en een wezenlijke bijdrage verwacht om de duurzaamheid van de investeringen te waarborgen. Inefficiënte structuren en onduidelijke verantwoordelijkheden zijn in veel gevallen de onderliggende oorzaken, die in 2012 moeten worden aangepakt.

De vele subsidiestelsels die sinds 2009 zijn gelanceerd, zijn goed onthaald, maar vergden wel veel personele middelen, deels omdat de begunstigden te weinig ervaring hadden met projectbeheer en financieel beheer.

In 2012 zal, als het programma van 2006 grotendeels is uitgevoerd, een algemene evaluatie van het bijstandsprogramma worden gemaakt, met daarnaast ook sectorspecifieke effectbeoordelingen.

Mensen vinden voor het programmateam blijft een probleem, niet alleen omdat het programma zoveel subsidies omvat, maar ook omdat het personeelsbestand in alle diensten van de Commissie wordt ingekrompen.

Het programma zou gebaat zijn bij meer middellange- en langetermijnplanning, maar dat vergt meer stabiele afspraken omtrent de financiering van de operationele en de personele kosten.

[1] PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5.

[2] Besluit van de Commissie C/2011/337 en C/2011/4443.