Toelichting bij COM(2012)422 - Uitvoering van de verordening betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0422

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad /* COM/2012/0422 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad

Inleiding



Op 9 juli 2008 werd Verordening (EG) nr. 762/2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur[1] (hierna de 'verordening inzake aquacultuurstatistieken' genoemd) door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd. De verordening, waarbij Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad[2] werd ingetrokken, is sedert 1 januari 2009 van toepassing. Gezien de belangrijke rol van de aquacultuursector in de EU beoogt de verordening tegemoet te komen aan de behoefte aan een uitgebreidere reeks gegevens waarmee toezicht kan worden uitgeoefend op die sector en op zijn productie.

Artikel 11 bepaalt: 'De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 31 december 2011 en vervolgens om de drie jaar een evaluatieverslag voor over de op grond van deze verordening opgestelde statistieken en met name over de relevantie en kwaliteit ervan. In dit verslag wordt ook een kosten-batenanalyse gemaakt van het systeem voor de inzameling en opstelling van de statistische gegevens, alsmede een inventarisatie van de beste praktijken om de werklast voor de lidstaten te verminderen en de bruikbaarheid en de kwaliteit van de gegevens te verbeteren.' Dit verslag documenteert de vooruitgang die de lidstaten en de EER-landen, samen met de Commissie, hebben geboekt met betrekking tot de bepalingen van deze verordening. Verder verlangt artikel 6 van de verordening de indiening door de lidstaten van een gedetailleerd methodologisch verslag met een beschrijving van de wijze waarop de gegevens zijn ingezameld en opgesteld. Het gaat hierbij om gegevens over steekproeftechnieken, schattingsmethoden en gebruikte bronnen (andere dan enquêtes) en een beoordeling van de kwaliteit van de hieruit volgende schattingen. De informatie die de lidstaten in hun evaluatie hebben verstrekt, vormt de basis van dit verslag.

Er is een kosten-batenanalyse van het verzamelen van gegevens over de aquacultuur gemaakt (evenals voor andere statistische gebieden) in het kader van de kosten-batenanalyse voor gebieden die onder het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012[3] vallen. De informatie voor de analyse werd verzameld aan de hand van een vragenlijst die via de werkgroep Programmering en coördinatie in september 2010 naar alle lidstaten en naar IJsland, Noorwegen en Zwitserland is gestuurd.

2.

2. Toepassingsgebied en inhoud


De verordening vereist de indiening van gegevens over vier gebieden:

a) de jaarlijkse aquacultuurproductie (volume en waarde per eenheid);

b) de jaarlijkse input (volume en waarde per eenheid) voor op vangst gebaseerde aquacultuur;

c) de jaarlijkse productie van hatchery’s en nursery’s;

d) de structuur van de aquacultuursector.

De gegevens moeten jaarlijks worden ingediend, behalve die over de structuur (productiemethoden), die om de drie jaar moeten worden verstrekt. Het eerste jaar waarvoor gegevens werden verlangd (het referentiejaar), was 2008; Eurostat moest deze gegevens uiterlijk 31 december 2009 in zijn bezit hebben. De verordening bood de lidstaten de mogelijkheid later met de uitvoering te beginnen of voor een deel of alle vereiste gegevens een afwijking te vragen. Aan zeven lidstaten werd een overgangsperiode voor de uitvoering van de nieuwe verordening toegestaan (CZ, DE, EL, AT, PT, PL en SI); zij zullen voor het eerst gegevens verstrekken voor het referentiejaar 2011. Drie lidstaten (AT, CZ en LU) hoefden tot 31 december 2012 helemaal geen gegevens te verstrekken (LU) of voor enkele gegevenscategorieën alleen schattingen in plaats van uitvoerige gevalideerde statistische gegevens in te dienen.

3.

2.1 Verzameling van gegevens, bronnen


In de meeste lidstaten werden de gegevens verzameld door middel van een volledige telling van de geregistreerde aquacultuurproducenten, waarbij gebruik werd gemaakt van jaarlijkse vragenlijsten die per post of elektronisch werden verstuurd. Aquacultuurproductiebedrijven moeten worden geregistreerd uit hoofde van de EU-wetgeving inzake diergezondheid[4]. Volgens de meeste lidstaten is de non-respons in het algemeen gering en is het voor de autoriteiten vrij eenvoudig de gegevensverstrekkers een herinnering te sturen. Enkele lidstaten laten weten gebruik te maken van administratieve gegevens uit de bedrijfstak. In een aantal landen werken veterinaire diensten en visserij-instanties samen bij de kruiscontrole van de gegevens in de registers en de ingevulde vragenlijsten.

4.

2.2 Systemen voor de verzameling van gegevens in de lidstaten


Omdat voor sommige lidstaten overgangsmaatregelen of afwijkingen gelden, wordt hier niet voor alle lidstaten de wijze van verzameling beschreven.

5.

België


Wegens de vrij geringe productie hoeft België overeenkomstig artikel 3 van de verordening inzake aquacultuurstatistieken momenteel alleen beknopte schattingen te verstrekken. Voor België is nog geen methodologisch verslag ingediend.

6.

Bulgarije


Het Bulgaarse Nationale Agentschap voor Visserij en Aquacultuur (NAFA) houdt het nationale register van aquacultuurbedrijven bij en verplicht bedrijven een verkooplogboek aan te houden om op basis daarvan maandelijks verkoopaangiften te doen en de statistische gegevens te verstrekken waarnaar op de statistische-informatieformulieren wordt gevraagd. Er vindt een regelmatige kruiscontrole van de gegevensbronnen op hun geldigheid plaats en wanneer gegevens te laat zijn (> 30 dagen) wordt contact opgenomen. De NAFA-inspecteurs controleren de gegevens ook bij hun inspectiebezoeken.

7.

Cyprus


De afdeling Visserij en Marien Onderzoek (DFMR) van het Ministerie van Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu is verantwoordelijk voor de Cypriotische aquacultuurstatstiek. De nationale wetgeving stelt de indiening van gegevens verplicht. De gegevens worden hoofdzakelijk verzameld door middel van een statistische telling, die wordt aangevuld door inspecties ter plaatse en interviews met bedrijfsleiders of eigenaren van aquacultuurondernemingen. Aanvullende informatie wordt ontleend aan verleende goedkeuringen voor de bezetting van vijvers of doorstroomsystemen ("raceways"), van gegevens van de Veterinaire Dienst over de uitvoer en van gegevens over de invoer van visvoer. Er vindt een kruiscontrole van deze bronnen plaats en bij discrepanties wordt door de onderafdeling Aquacultuur van de DFMR contact opgenomen.

8.

Denemarken


Het directoraat Visserij van het Ministerie van Landbouw verzamelt gegevens bij commerciële aquacultuurproductiebedrijven door middel van jaarlijkse verslagen en statistische vragenlijsten. De bedrijfstak wordt volledig bestreken en er worden geen steekproeftechnieken toegepast. De gegevens worden geregistreerd in het aquacultuurregister van het directoraat Visserij. De kwaliteit wordt gewaarborgd door na te gaan of de vragenlijsten volledig zijn ingevuld en door middel van een aantal andere valideringsmethoden. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de gegevens over de kwantiteit en de waarde van de productie. Denemarken heeft gewezen op een speciaal probleem in verband met de verzameling van gegevens over hatchery's en nursery's, en daarom werden voor 2008 en 2009 levendgewichtcijfers met approximatieve conversiefactoren verstrekt. Evenals andere lidstaten heeft ook Denemarken problemen met de definities voor 'jonge organismen' aan de orde gesteld en oppert het dat verschillen in definities tussen de lidstaten de cijfers voor de hatchery's en nursery's kunnen opblazen.

9.

Estland


Het Estse bureau voor de statistiek is verantwoordelijk voor de verzameling en publicatie van gegevens over aquacultuur. De gegevens worden verzameld door middel van een enquête voor alle actieve aquacultuurvoorzieningen. De enquête heeft betrekking op de commerciële productie, kweek, verkoop en intermediaire productie en het intermediaire verbruik. Niet voor alle door de aquacultuurverordening verlangde variabelen werden gegevens verzameld; bepaalde gegevens over de productie naar soort voor hatchery’s en nursery’s moeten worden geschat. Er vindt een kruiscontrole van de gegevens plaats met gegevens over het uitzetten van het Ministerie van Milieu en met door de bedrijfstak aquacultuur gepubliceerde informatie. Bij discrepanties wordt telefonisch of per e-mail contact opgenomen met de verstrekker van de gegevens. De toegang tot microgegevens voor kruiscontroles wordt evenwel belemmerd door geheimhoudingsverplichtingen. De non-respons is laag – in 2008 slechts 6% ‑ en de algehele kwaliteit van de gegevens lijkt hoog te zijn. Estland heeft vastgesteld dat er in een speciaal geval sprake is van dubbeltelling van productie die bedrijven aan elkaar verkopen. Hoewel er aanzienlijke inspanningen zijn verricht om deze verkopen uit te sluiten, wordt erkend dat er nog ruimte voor verbetering is.

10.

Ierland


Het Ierse Bureau voor de Zeevisserij (Bord Iascaigh Mhara) is verantwoordelijk voor de verzameling van gegevens en de indiening ervan bij Eurostat. De eenheid Planning en evaluatie van onderzoek van de Ierse Autoriteit ter bescherming van de zeevisserij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens. Voor Ierland is nog geen methodologisch verslag ingediend. Er lopen evenwel operationele contacten.

11.

Spanje


Het subdirectoraat-generaal Statistiek van het Ministerie van Milieu, Platteland en Mariene Aangelegenheden (MARM) is verantwoordelijk voor de verzameling en verwerking van gegevens over aquacultuur; het werkt samen met de autonome gemeenschappen Andalusië (voor mariene aquacultuur) en Baskenland (voor alle aspecten van aquacultuur), terwijl het MARM bevoegd is voor de verzameling van gegevens voor de andere autonome regio's. De gegevens worden verzameld door middel van vragenlijsten en interviews. Zij worden gecontroleerd op consistentie met de gegevens van voorgaande jaren, terwijl in geval van discrepanties contact wordt opgenomen met de verstrekker van de gegevens.

De meeste gegevens worden verzameld door middel van een enquête voor alle aquacultuurvoorzieningen, zodat de dekking van de Spaanse bedrijfstak volledig is; de betrouwbaarheid van de enquête is volgens de Spaanse autoriteiten goed. Daarnaast wordt een gestratificeerde steekproefenquête bij de mosselproducenten in Galicië uitgevoerd. Spanje heeft gewezen op een bijzonder probleem bij de toekenning van prijzen en nauwkeurige omrekeningsfactoren (aantal dieren per ton levendgewicht) voor in het wild gevangen input voor het productieproces. Voor buikpotige weekdieren is geen factor vastgesteld.

12.

Frankrijk


In Frankrijk worden de gegevens verzameld en verwerkt door het directoraat Mariene Visserij en Aquacultuur van het Ministerie van Landbouw, Voedsel, Visserij, Plattelandsaangelegenheden en Ruimtelijke Ordening. Ook het Bureau voor Visserij- en Aquacultuurstatistiek is betrokken bij de verwerking van de gegevens en de verzending ervan naar Eurostat. De gegevens worden verzameld door middel van een uitgebreide jaarlijkse per post verstuurde enquête betreffende zowel de commerciële als de niet-commerciële aquacultuurproductie. Er is momenteel geen nationaal register van aquacultuureenheden, zodat er uiteenlopende bronnen worden gebruikt om een lijst van betrokken eenheden, en met name industriële bedrijven, aan te houden. In geval van non-respons wordt contact opgenomen en voor de belangrijkste bedrijven kunnen de gegevens worden verzameld door middel van een telefonische enquête. Ontbrekende gegevens worden aangevuld door ze te vervangen door gegevens van soortgelijke vestigingen in hetzelfde geografische gebied. De gegevens worden gevalideerd door te zoeken naar afwijkende gegevens en door middel van interne kruiscontroles en vergelijkingen met vroegere gegevens.

13.

Hongarije


In Hongarije is de afdeling Natuurlijke Hulpbronnen van het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling de hoofdverantwoordelijke voor de administratie van de aquacultuurindustrie, terwijl het Onderzoeks- en Informatie-instituut voor Landbouweconomie verantwoordelijk is voor de verzameling en verwerking van de gegevens. De gegevens worden elk jaar door middel van een per post verstuurde vragenlijst verzameld. Naast de door de wetgeving verlangde productie-, uitzettings- en structuurgegevens worden ook gegevens over het vissen in visvijvers verzameld omdat deze activiteit vrij belangrijk is. De gegevens betreffende de input worden gevalideerd door ze te vergelijken met per soort en leeftijdsklasse vastgestelde minima en maxima. Dankzij de vrij kleine populatie kan bij discrepanties telefonisch contact worden opgenomen. Omdat de Hongaarse systemen nu gegevens over verscheidene jaren bevatten, is controle mogelijk door die gegevens onderling te vergelijken. Er worden ook interregionale vergelijkingen gemaakt. Volgens Hongarije zijn hun systemen voor de verzameling en analyse van de gegevens geschikt voor de huidige behoeften.

14.

Italië


Het Ministerie van Landbouw (Ministero delle Politiche Agricole Alimentari e Forestali) coördineert het verzamelen van gegevens over de aquacultuur door de regio's. Er vindt een jaarlijkse telling plaats bij alle geregistreerde aquacultuurondernemingen om de verlangde statistische gegevens te verzamelen. Er worden geen schattingen gemaakt. Italië heeft gewezen op een aantal punten betreffende de interpretatie van Verordening (EG) nr. 762/2008, waaronder verschillen ten aanzien van het begrip 'productie' in die verordening ten opzichte van haar voorgangster. Ook werden vragen gesteld over verschillende definities van productiemethoden en over de 'potentiële capaciteit' van aquacultuurstructuren.

15.

Letland


Het centrale bureau voor de statistiek verzamelt gegevens over alle economisch actieve aquacultuurondernemingen, onder meer over de verhandelbare productie (volume en waarde), de voor uitzetting bestemde productie, structuurinformatie en gegevens over de werkgelegenheid. De afdeling Visserij van het Ministerie van Landbouw is verantwoordelijk voor de consistentie van de gegevens en de melding ervan bij de Europese Commissie. De volledige bedrijfstak wordt door de vragenlijst gedekt; er worden geen schattingen gemaakt. Er zijn geen specifieke tekortkomingen van het Letse systeem vastgesteld.

16.

Litouwen


De afdeling Visserij (onderafdeling Aquacultuur en Binnenwateren) van het Ministerie van Landbouw is verantwoordelijk voor de verzameling en validering van de primaire gegevens. Deze worden samengesteld en verspreid door het Litouwse bureau voor de statistiek. De gegevens worden verzameld door middel van halfjaarlijkse per post uitgevoerde enquêtes, waarna bij discrepanties telefonisch contact wordt opgenomen. Er worden geen specifieke schattingsmethoden gebruikt en de gegevens zijn naar verluidt van hoge kwaliteit.

17.

Malta


De eenheid Landbouw en Visserij van het nationale bureau voor de statistiek is verantwoordelijk voor de verzameling van gegevens over de aquacultuur en de verzending van die gegevens naar de Europese Commissie. De gegevens worden verzameld aan de hand van een jaarlijkse enquête naar de visbestanden, de handel (input en output), het intermediaire verbruik en structuurinformatie. De Maltese bedrijfstak is vrij klein en bestaat uit slecht zes bedrijven, waarvan er vijf gespecialiseerd zijn in de kweek van tonijn. De teruggestuurde vragenlijsten worden nauwkeurig bekeken, waarbij kruiscontroles plaatsvinden met informatie over de verkoop en de internationale handel in levende vis. De belangrijkste door Malta gemelde problemen betreffen de kleine omvang van de steekproefpopulatie en in het bijzonder de administratieve belasting in verband met het invullen van de vragenlijst en de inachtneming van de geheimhouding van de gegevens.

18.

Nederland


Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Productschap Vis en het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn betrokken bij het verzamelen en verwerken van gegevens over de aquacultuur. De productie van schelpdieren (mosselen en oesters) is economisch van zeer groot belang voor Nederland, ook al is het merendeel van de ondernemingen klein en gaat het vaak om proefbedrijven. De gegevens zijn afkomstig uit allerlei bronnen, zoals de Nederlandse Vereniging van Viskwekers, het Mosselkantoor van het Productschap Vis en de Producentenorganisatie Mosselcultuur. De aquacultuurproducenten zijn geregistreerd bij het Productschap Vis; zij verstrekken gegevens via een vragenlijst. Gegevens over de productie en de prijzen voor mosselen worden zowel voor de aquacultuur als voor de visserij verkregen van de veilingen. De gegevens worden per productietype afzonderlijk gegeven, waardoor er nu geen sprake is van dubbeltelling of onjuiste rapportering. De productiecijfers voor oesters zijn afkomstig van administratieve instanties. De antwoorden op de vragenlijsten voor viskwekerijen worden gecontroleerd aan de hand van de gemelde capaciteit van de productie-eenheden en de voederverkoop.

19.

Roemenië


In Roemenië is het Nationale Agentschap voor Visserij en Aquacultuur (NAFA) verantwoordelijk voor het verzamelen en verwerken van gegevens over aquacultuur. Alle aquacultuureenheden zijn geregistreerd en hebben een vergunning. In het register zijn naast administratieve informatie en gegevens over de productiemethoden ook gegevens opgenomen over de structuur van de eenheid, over de belangrijkste gekweekte soorten enz. Informatie over de omvang en de waarde van de productie en het gebruik van de producten wordt maandelijks verzameld. De gegevens worden verzameld door regionale NAFA-bureaus, terwijl de samenstelling, validering en verspreiding van de gegevens op centraal niveau worden uitgevoerd.

20.

Slowakije


Het bureau voor de statistiek van Slowakije is verantwoordelijk voor de verzameling, verwerking en verspreiding van de gegevens. De gegevens worden per post gevraagd bij alle gecertificeerde aquacultuurproducenten. De dekking is volledig en er worden geen schattingen gemaakt. Bij anomalieën in de antwoorden op de telling wordt telefonisch nagevraagd. Slowakije meldde een speciaal probleem met betrekking tot hun forelproductie. Deze vindt doorgaans plaats in vijvers met een grote toevoer van vers water, wat niet in overeenstemming lijkt te zijn met de definitie van vijvers in de aquacultuurverordening.

21.

Finland


In Finland is het Onderzoekinstituut voor Wild en Visserij verantwoordelijk voor de verzameling en behandeling van aquacultuurgegevens. De gegevens worden verzameld door middel van vragenlijsten die naar alle in het aquacultuurregister opgenomen productie-eenheden worden gestuurd. Bij non-respons wordt steeds contact opgenomen en in sommige gevallen volgt er nog een telefonische enquête. Voor 2009 bedroeg de respons van de geregistreerde bedrijven 76%; voor de resterende bedrijven worden schattingen gemaakt door de resultaten te stratificeren en specifieke coëfficiënten per stratum toe te passen. Bij de prijzen gaat het om door het instituut berekende gemiddelde prijzen bij de eerste verkoop.

22.

Zweden


Het nationale bureau voor de statistiek is verantwoordelijk voor de verzameling, verwerking en samenstelling van gegevens over de aquacultuur en voor de verzending ervan naar de Europese Commissie. Het doet dit namens de Zweedse Visserijraad. De gegevens worden jaarlijks verzameld in een telling via de post, waarbij informatie wordt bijeengebracht over de productie (omvang en waarde), de productieomgeving en ‑methoden en de structuur van de bedrijfstak. In geval van non-respons en discrepanties wordt via de post (verzending van nieuwe vragenlijsten) of door middel van een telefonisch interview navraag gedaan bij de gegevensverstrekkers. Omdat de non-respons gering is en de gegevens voor alle belangrijke producenten bekend zijn, worden de gegevens geacht zeer volledig te zijn. Er lijken weinig verwerkingsfouten te zijn.

23.

Verenigd Koninkrijk


In het VK worden de aquacultuurstatistieken door elk van de regionale overheden afzonderlijk verzameld: dit betreft het Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science (CEFAS) voor Engeland en Wales, Marine Scotland Science (MSS) in Schotland en het Department for Agriculture and Rural Development (DARD) in Noord-Ierland. CEFAS berekent de aggregaten voor het VK. De gegevens bevatten geen informatie voor de Kanaaleilanden en het eiland Man. In Engeland en Wales worden de gegevens door personeel van het Fish Health Inspectorate verzameld tijdens hun roulerende inspectiebezoeken. In Schotland worden de gegevens verzameld met behulp van een vragenlijst die elk jaar wordt verzonden naar alle geregistreerde productie-eenheden en in Noord-Ierland wordt per post bij alle aquacultuurproducenten informatie gevraagd in het in de bijlagen bij de aquacultuurverordening gespecificeerde formaat.

Voor vis is er een goede samenwerking met de bedrijfstak en ligt de dekkingsgraad dicht bij 100%. De gegevens over schelpdieren worden ook volledig geacht, maar er zijn nog enige problemen met de definities, waaronder het in aanmerking nemen van mosselzaadbanken. Er worden geen gegevens over de omvang geschat, maar op grond van een aantal bronnen worden wel prijsschattingen gemaakt.

24.

EER-landen


IJsland

Het directoraat Visserij van het IJslandse Ministerie van Visserij en Landbouw is verantwoordelijk voor de verzameling en verwerking van gegevens over de aquacultuur. Het IJslandse bureau voor de statistiek is verantwoordelijk voor de verzending van de gegevens naar de Europese Commissie. De gegevens worden jaarlijks verzameld met behulp van een elektronische vragenlijst, waarin informatie wordt gevraagd over de productie en de verkoop, de productiemethoden en de structuur van de eenheid. Productie-eenheden die tot hetzelfde bedrijf behoren, moeten afzonderlijk verslag uitbrengen. In samenwerking met de IJslandse Dienst voor Veterinaire Aangelegenheden en Levensmiddelen, waar ook alle aquacultuurbedrijven moeten zijn ingeschreven, vindt een kruiscontrole van de gegevens plaats. Er wordt contact opgenomen met verstrekkers van gegevens om ontbrekende gegevens alsnog te krijgen of om anomalieën te corrigeren. De vragenlijst gaat naar alle bedrijven en er worden geen steekproeftechnieken toegepast. Hoewel diverse kruiscontroletechnieken werden toegepast omdat het gegevensverzamelingssysteem pas recent werd ingevoerd, is het niet mogelijk definitieve uitspraken over de kwaliteit van de gegevens te doen.

25.

Noorwegen


De afdeling Statistiek van het directoraat Visserij en het Noorse bureau voor de statistiek zijn verantwoordelijk voor het verzamelen en publiceren van gegevens. De kwaliteitsborging en de indiening bij de Europese Commissie geschiedt door het Directoraat Visserij. De nationale wetgeving verplicht alle aquacultuurproducenten, of het nu om commerciële bedrijven of om onderzoeksinstellingen gaat, de door de overheid verlangde gegevens te verstrekken. Afhankelijk van het productietype en de geproduceerde soort moeten, op papier, vijf afzonderlijke vragenlijsten worden ingevuld. Bij de ontvangst van de gegevens worden kwaliteitscontroles uitgevoerd, waarna bij de verwerking een secundaire validering plaatsvindt.

26.

2.2 Kwaliteit van de gegevens


De meeste gegevensverstrekkers melden een uitgebreide dekking van de bedrijfstak en een goede kwaliteit van de gegevens. Enkele landen wijzen op specifieke punten met betrekking tot de kwaliteit van de gegevens. IJsland heeft erop gewezen dat het werkt met een nieuw systeem, waardoor het moeilijk is de kwaliteit van de gegevens precies te beoordelen, maar zoals veel andere landen zegt het te streven naar voortdurende verbetering. De productiegegevens kunnen worden vergeleken met de in het kader van de vorige aquacultuurverordening verstrekte gegevens (zie bijlage), zodat het mogelijk is de kwaliteit van de ingediende verslagen objectief te beoordelen. De bij Eurostat ingediende verslagen zijn in overeenstemming met de normen en definities van het SDMX-formaat (Statistical Data and Metadata eXchange), waardoor basiscontroles aan de hand van het gegevensschema kunnen worden uitgevoerd wanneer de gegevens binnenkomen. Momenteel wordt door Eurostat een verfijndere validering 'van het tweede niveau' ontwikkeld, waardoor de consistentie van de gegevens van jaar tot jaar kan worden gecontroleerd en uitschieters kunnen worden opgespoord, terwijl ook op interne consistentie kan worden gecontroleerd, bijvoorbeeld of de gemelde soorten in overeenstemming zijn met de opgegeven productieomgeving en productiemethode. Over het geheel genomen lijkt op geaggregeerd niveau de consistentie van de gegevens van jaar tot jaar goed te zijn. Op een gedetailleerder niveau naar productietype en soort blijft in veel gevallen van de consistentie weinig over, voor sommige lidstaten bijvoorbeeld met verschillen in de gemelde soorten. Deels kan dit te wijten zijn aan het feit dat in sommige gevallen geslachten of groepen soorten zijn gemeld en geen gedetailleerde gegevens op soortniveau. In sommige gevallen ontbreken gegevens over de productie van eieren voor menselijke consumptie, terwijl er aanwijzingen zijn dat een dergelijke productie wel bestaat, bijvoorbeeld in Italië.

Voor de meeste landen lijken de productiegegevens voor hatchery’s en nursery’s op geaggregeerd niveau, namelijk voor het gehele land en voor groepen soorten, goed te zijn en consistent voor de twee jaren waarvoor gegevens zijn verstrekt. Op het niveau van de afzonderlijke soorten is de consistentie veel minder goed, maar waarschijnlijk is dit het gevolg van verbeteringen in de nauwkeurigheid van de verslaggeving en de lering die uit de opgedane ervaring is getrokken. In 2008 zijn duidelijk meer generieke soorten gebruikt, in het bijzonder voor de verslaggeving over weekdieren. In sommige gevallen lijkt de nauwkeurigheid van de gegevens evenwel te zijn afgenomen; zo is bijvoorbeeld het aantal soorten verminderd, met name voor Roemenië dat in zijn verslag van 2009 alleen melding maakte van de productie van diadrome vis. Denemarken kon alleen informatie in gewicht (kilo) geven en niet in miljoenen stuks, maar het land probeert dit recht te trekken.

Voor sommige landen zijn er van jaar op jaar grote verschillen, bijvoorbeeld voor het Verenigd Koninkrijk, dat een grote teruggang meldde voor de productie van eieren en jonge organismen. Een aantal lidstaten, met name Duitsland en Denemarken, hebben gevraagd om een verduidelijking van de definitie van jonge organismen in de verordening. Deze zijn niet expliciet gedefinieerd, maar de definitie wordt geacht gelijk te zijn aan die voor de aquacultuurvragenlijst van de FAO, d.w.z. larven, visbroed, juvenielen enz. Wat de bestemming van de productie van hatchery’s en nursery’s betreft, een vraag die facultatief is, geven de meeste lidstaten ten minste deels informatie.

Wat de inputgegevens voor op vangst gebaseerde aquacultuur betreft, heeft Spanje een speciaal probleem gemeld betreffende de omrekeningsfactoren voor aantal stuks naar levendgewicht; zij hebben ook aangegeven dat er voor bepaalde weekdieren geen betrouwbare cijfers zijn. Dit betreft de gegevens voor 2008 (het eerste referentiejaar waarover een studie is verricht).

Gegevens over de structuur van de bedrijfstak worden om de drie jaar verstrekt, waardoor validering door middel van vergelijking met andere jaren voor dat onderwerp moeilijker is. Sommige gegevens zijn door de FAO verzameld en hoewel deze niet volledig zijn, met name voor de jaren vóór de herziene aquacultuurverordening, was het mogelijk enkele van die gegevens te controleren op consistentie met deze verslagen. In een aantal verslagen was sprake van interne inconsistenties, bijvoorbeeld wanneer de productiemethode niet consistent was met de opgegeven soorten of de verstrekte eenheid niet met het productietype. Voor enkele lidstaten moet nog worden gesproken over de kwaliteit van de structuurgegevens, waardoor deze niet kunnen worden gepubliceerd.

Een aantal lidstaten meldde vertrouwelijke gegevens, wat van invloed was op de publicatie van volledige gegevens. Momenteel wordt in samenwerking met de lidstaten een protocol over de behandeling van vertrouwelijkheid voor aquacultuurstatistieken (vertrouwelijkheidshandvest) opgesteld, waardoor in de toekomst een effectiever gegevensbeheer door Eurostat mogelijk is, terwijl het statistische geheim intact blijft.

27.

3. Gebruik (verspreiding) van de gegevens


De verslagen van de lidstaten zijn gratis beschikbaar op de verspreidingsdatabank van Eurostat: epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal De gegevens worden ook gepubliceerd in Eurostat Pocketbooks, meest recent in 'Agriculture and fishery statistics - Main results - 2009-10' (ISBN: 978-92-79-20424-1).

28.

4. Voornaamste bevindingen: analyse van de resultaten


21 lidstaten en Noorwegen hebben voor de kosten-batenanalyse van Eurostat informatie verstrekt voor de gebieden die werden vermeld in het communautair statistisch programma voor 2008-2012. Van de landen die wegens een overgangsregeling nog geen aquacultuurgegevens verstrekken, vond meer dan de helft de responslast voor Eurostat gering en de overigen beschouwden deze als middelmatig. Omdat momenteel niet alle lidstaten gegevens sturen, is een uitvoeriger kosten-batenanalyse in deze fase niet zinvol. Deze informatie zal van de lidstaten worden gevraagd via de werkgroep Visserijstatistiek en hun verslagen over de door hen gebruikte methodiek.

Afgezien van de verordening inzake aquacultuurstatistieken zijn er nog een aantal andere EU-vereisten op grond waarvan informatie over de aquacultuursector moet worden verzameld en verstrekt en waarvoor al een toezicht- en verslagleggingsinfrastructuur bestaat. Dit verklaart ten dele waarom de statistische responslast door de lidstaten niet als bijzonder zwaar wordt aangemerkt. De verordening inzake aquacultuurstatistieken bestrijkt vaak dezelfde parameters als die waarnaar de FAO in haar aquacultuurvragenlijst vraagt. De FAO is tevreden met dezelfde informatie als die welke naar Eurostat wordt gestuurd, waardoor dubbele verslaglegging wordt vermeden.

Tot de vereisten van de EU behoren de ontwikkeling van registers van aquacultuurondernemingen met het oog op de diergezondheid (zoals eerder is opgemerkt) en economische en biologische informatie die moet worden verstrekt in het kader van de EU-kaderverordening voor gegevensverzameling[5]. In het kader van die verordening moeten productie- en structuurgegevens worden ingediend, maar deze wijken qua werkingssfeer en betrokken producten wel af van de verordening inzake aquacultuurstatistieken.

In de bijlagen bij dit verslag worden de beknopte resultaten van de verzamelde statistische gegevens gepresenteerd. Voor alle lidstaten zijn gegevens over de aquacultuurproductie in de jaren na de invoering van de verordening inzake aquacultuurstatistieken beschikbaar omdat de landen die uitstel voor de tenuitvoerlegging van die verordening kregen, gegevens bleven leveren die vereist waren in het kader van de voorgangster ervan (Verordening (EG) nr. 788/96) of die voor de FAO bestemd waren. In 2009 bedroeg de omvang van de productie in de EU bijna 1,3 miljoen ton, waarvan 77% afkomstig was uit mariene gebieden: 52% uit de Atlantische Oceaan en 24% uit de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.

In 2009 kwam ruim 66% van de productie van de EU uit vier landen: Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië. De grootste bijdrage kwam met meer dan 268 000 ton (22%) van Spanje, dat werd gevolgd door Frankrijk (ruim 236 000 ton, 21%), het Verenigd Koninkrijk (bijna 197 000 ton, 15%) en Italië (meer dan 162 000 ton, 13%). De Noorse productie beliep bijna 962 000 ton, wat meer is dan 74% van de totale EU-productie.

In 2009 bestond meer dan de helft van de totale omvang van de productie uit weekdieren (vooral mediterrane en blauwe mosselen). Wat productievolume betreft, zijn de belangrijkste zeevissoorten de Atlantische zalm, de goudbrasem en de Europese zeebaars, en de belangrijkste zoetwatersoorten de forel en de Europese karper.

Een aantal lidstaten melden een economisch significante productie van viseitjes voor menselijke consumptie met een totaal van bijna 1 000 ton en een waarde van meer dan 22 miljoen EUR. 98% van het productievolume betrof forelleneitjes, maar het ging hierbij om minder dan de helft van de totale productiewaarde. Hoewel de productie van kaviaar van de steur minder dan 2% van de totale productie uitmaakt, ging het hierbij wel om meer dan de helft van de productiewaarde.

Acht lidstaten verschaften informatie voor op vangst gebaseerde aquacultuur. De belangrijkste soorten zijn in dit verband mosselen (blauwe en mediterrane mosselen) en blauwvintonijn.

De door de landen verstrekte informatie over de omvang van de productie van hatchery’s en nursery’s kwam grotendeels overeen met de informatie over de totale productie, met Spanje en Frankrijk als belangrijkste producenten.

In de meeste van de betrokken lidstaten is het ministerie van landbouw (of een daarmee verwante instantie) verantwoordelijk voor aquacultuurstatistieken en niet het nationale bureau voor de statistiek.

29.

5 conclusies en aanbevelingen


Omdat voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 762/2008 voor een aantal lidstaten nog steeds overgangsmaatregelen van kracht zijn, is een uitgebreide evaluatie van de kosten en baten van de productie van de gegevens nog niet mogelijk. Een gedetailleerdere evaluatie zal aan het eind van de overgangsperiode worden uitgevoerd onder auspiciën van de werkgroep Visserijstatistiek. Dit komt dan boven op de methodologische verslagen. De lidstaten beoordelen de belasting in verband met het nakomen van de verplichtingen thans als gering tot middelmatig.

In hun verslagen gaan de meeste lidstaten vrij uitvoerig in op de door hen toegepaste methoden, zodat hiervan een beoordeling kan worden gemaakt. De meesten houden een jaarlijkse telling via de post, waardoor de volledige commerciële productie wordt bestreken. De cijfers zijn slechts in geringe mate gebaseerd op schattingen.

Omdat nog niet alle lidstaten nu al gegevens verstrekken in het kader van de verordening inzake aquacultuurstatistieken, was het niet mogelijk om voor alle aquacultuurgegevens volledige cijfers te verstrekken; voor de productie was dit wel mogelijk. Een aantal lidstaten heeft bij het verzamelen van volledig cijfermateriaal dat in overeenstemming is met de nieuwe eisen problemen ondervonden met de tenuitvoerlegging van hun gegevensverzamelingssystemen; zij proberen echter een oplossing hiervoor te vinden in overleg met Eurostat en als onderdeel van hun streven naar voortdurende verbetering. Voor de meeste lidstaten lijkt de kwaliteit van de gegevens op geaggregeerd niveau zeer hoog te zijn voor de productiegegevens en voor de input voor hatchery’s en nursery’s, maar op een gedetailleerder niveau is de kwaliteit minder goed, zodat er meer moet worden gedaan om de consistentie van de gegevens in de toekomst te waarborgen. Er moet een oplossing worden gevonden voor specifieke problemen in verband met de definities voor de levensstadia.

Voor sommige lidstaten lijken nog niet alle problemen in verband met de kwaliteit van de gegevens te zijn opgelost; dit betreft met name de structuurgegevens. Er wordt op bilateraal niveau met de lidstaten naar een oplossing gezocht. Eurostat is momenteel betrokken bij de tenuitvoerlegging van nieuwe informatiesystemen die al in een vroeg stadium de aandacht vestigen op kwaliteitsproblemen, waardoor er sneller een rectificatie kan plaatsvinden en de gegevens sneller kunnen worden gepubliceerd. Sommige van de structuurgegevens worden voor de jaren tussen die waarin Eurostat gegevens verzamelt, wel aan de FAO geleverd; deze zouden moeten worden gebruikt voor een kruiscontrole van de bij Eurostat ingediende structuurverslagen.

Eurostat laat een taskforce van deskundigen uit de lidstaten een vertrouwelijkheidshandvest opstellen. Hierin zal worden vastgesteld hoe gegevens door Eurostat zullen worden behandeld om de vertrouwelijkheid te handhaven en hoe de gegevens met andere diensten van de Commissie en met andere geïnteresseerde instanties, waaronder de FAO, kunnen worden gedeeld.

Bijlage – Tabellen en diagrammen

Tabel 1: Totale aquacultuurproductie - met uitzondering van hatchery’s en nursery’s

30.

Diagram 1: Aquacultuurproductie in de EU naar FAO-gebied - 2009


Diagram 2: Aquacultuurproductie in de EU naar soortengroep - 2009

Tabel 2: EU-input voor op vangst gebaseerde aquacultuur

Tabel 3: EU-productie van hatchery's en nursery's

.

Tabel 4 – Structuur van de bedrijfstak in de EU in 2008

[1] Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz.

1).

[2] Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad van 22 april 1996 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie (PB L 108 van 1.5.1996, blz.

1).

[3] Beschikking nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

[4] Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006) en de Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft een op internet gebaseerde informatiepagina om informatie over aquacultuurproductiebedrijven en vergunninghoudende verwerkingsbedrijven langs elektronische weg beschikbaar te stellen (PB L 138 van 28.5.2008, blz. 12).

[5] Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid, PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1.