Toelichting bij COM(2012)559 - Ondertekening van de Overeenkomst met Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van Kaapverdië en van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Politieke en juridische achtergrond

De betrekkingen tussen de Europese Unie en Kaapverdië worden geregeld bij de gewijzigde partnerschapsovereenkomst van Cotonou tussen de ACS-staten en de Europese Gemeenschap, die op 23 juni 2005 werd ondertekend. De gewijzigde overeenkomst is voor Kaapverdië op 1 juli 2008 in werking getreden.

In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw hebben de regering en het maatschappelijk middenveld van Kaapverdië herhaaldelijk de wens geuit de betrekkingen met de Europese Unie te verdiepen en uit te breiden.

Op 24 oktober 2007 heeft de Commissie dan ook een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd over de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en Kaapverdië, waarin zij vaststelt dat er bijzondere en sterke historische betrekkingen tussen de twee partijen bestaan, die zijn gebaseerd op nauwe banden op menselijk en cultureel vlak en gemeenschappelijke sociaal-politieke waarden. Kaapverdië heeft dezelfde waarden en beginselen op het gebied van democratie, behoorlijk bestuur, en eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat hoog in het vaandel staan als de Europese Unie. De normen en gebruiken die in dit land gangbaar zijn op het gebied van goed bestuur bieden voldoende aanleiding om de betrekkingen met de Europese Unie verder te ontwikkelen. De mededeling ging vergezeld van een voorstel voor een actieplan.

De Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 19 en 20 november 2007 toonde zich ingenomen met de conclusies van de mededeling en met de ontwikkeling van een “speciaal partnerschap” tussen de Unie en Kaapverdië en het actieplan ter uitvoering daarvan. Het 'speciaal partnerschap' moet leiden tot een intensievere dialoog, beleidsconvergentie en samenwerking tussen beide partijen in nieuwe en gevoelige sectoren, die verder gaan dan de traditionele verhouding tussen kapitaalverschaffer en begunstigde binnen een kader van wederzijdse belangen.

In het actieplan worden de volgende prioriteiten gesteld: behoorlijk bestuur, veiligheid en stabiliteit, regionale integratie, aanpassing en modernisering, convergentie op technisch en normatief vlak, kennismaatschappij, ontwikkeling en armoedebestrijding. De geplande maatregelen zijn bedoeld om de stabiliteit en de veiligheid te verhogen en hebben onder andere betrekking op migratie.

In het kader van het speciale partnerschap tussen de Unie en Kaapverdië en op basis van de conclusies van de Raad van 10 december 2007 over mobiliteitspartnerschappen en circulaire migratie in het kader van de totaalaanpak van migratie, is op 5 juni 2008 een gemeenschappelijke verklaring over een partnerschap voor mobiliteit tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië ondertekend, die op 28 juli 2008 is gepresenteerd. In punt 5 en punt 12 van deze verklaring verbinden beide partijen zich ertoe een dialoog aan te gaan over visa voor kort verblijf en overname. Bovendien zegt de Commissie in punt 3, onder i), en punt 6, onder v), van de bijlage bij de verklaring toe bij de Raad aanbevelingen in te dienen ter verkrijging van onderhandelingsrichtsnoeren voor een visumversoepelingsovereenkomst respectievelijk een overnameovereenkomst.

Op basis daarvan heeft de Commissie op 14 november 2008 aanbevelingen bij de Raad ingediend om haar te machtigen onderhandelingen met Kaapverdië te beginnen over een overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie, en over een overnameovereenkomst.

Nadat de Raad op 4 juni 2009 de machtiging had verleend, zijn op 13 juli 2009 in Brussel de onderhandelingen met Kaapverdië over de overeenkomst begonnen. Daarna volgde een tweede onderhandelingsronde op 22 november 2011. Tevens zijn vier technische bijeenkomsten gehouden: op 4 en 5 februari 2010 in Praia en op 12 oktober 2010 en 30 mei en 13 september 2011 in Brussel. In april 2012 zijn de onderhandelingen afgerond.

De definitieve tekst van de overeenkomst is op 24 april 2012 in Brussel geparafeerd in aanwezigheid van de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso en de minister-president van Kaapverdië José Maria Neves.

De lidstaten zijn gedurende alle fasen van de onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd in de desbetreffende werkgroepen van de Raad.

Voor de Unie is artikel 77, lid 2, onder a), juncto artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) de rechtsgrondslag voor de overeenkomst.

Het bijgevoegde voorstel is het juridische instrument voor de ondertekening van de overeenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

1.

2. Resultaat van de onderhandelingen


De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerp-overeenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

De overeenkomst houdt uiteindelijk het volgende in:

- de criteria voor de afgifte van een meervoudig visum zijn vereenvoudigd voor de volgende categorieën personen:

a) aan leden van nationale en regionale regeringen en parlementen, van het grondwettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie en van de rekenkamer, permanente leden van officiële delegaties, zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties, echtgenoten, kinderen die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, en ouders van Kaapverdische of Europese burgers die legaal op het grondgebied van de andere partij, of in Kaapverdië respectievelijk de lidstaat waarvan zij de nationaliteit hebben, verblijven, worden in principe meervoudige visa met een geldigheidsduur van vijf jaar verstrekt. Meervoudige visa met een kortere geldigheidsduur worden alleen verstrekt indien dit noodzakelijk is vanwege de vervaldatum van een reisdocument of wanneer de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen kennelijk slechts voor een kortere periode geldt;

b) aan vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, beoefenaars van vrije beroepen, deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve vergezellen, journalisten en geaccrediteerde personen die hen beroepshalve vergezellen, scholieren, studenten, en begeleidende docenten, vertegenwoordigers van in Kaapverdië of in de lidstaten erkende religieuze gemeenschappen, personen die om medische redenen regelmatig naar de lidstaten of naar Kaapverdië moeten reizen, deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma's van zustersteden of gemeenten, en leden van officiële delegaties worden in principe meervoudige visa met een geldigheidsduur van een jaar verstrekt. Meervoudige visa met een kortere geldigheidsduur worden alleen verstrekt indien dit noodzakelijk is vanwege de vervaldatum van een reisdocument of wanneer de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen kennelijk slechts voor een kortere periode geldt. Meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar worden alleen verstrekt indien de aanvrager gedurende de twee jaren voorafgaand aan de aanvraag correct gebruik heeft gemaakt van een meervoudig visum van een jaar en de noodzaak of de bedoeling om frequent of regelmatig te reizen niet kennelijk slechts voor een kortere periode geldt;

- bepaalde categorieën personen worden vrijgesteld van de visumleges: leden van officiële delegaties, kinderen van jonger dan twaalf jaar, scholieren, studenten, onderzoekers en jongeren die deelnemen aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties of sportieve, culturele of educatieve evenementen en die 25 jaar of jonger zijn;

- externe dienstverleners waarmee Kaapverdië of een lidstaat samenwerkt bij het afgeven van visa kunnen maximaal 30 EUR aan dienstverleningskosten in rekening brengen; voor alle aanvragers blijft echter de mogelijkheid bestaan om hun aanvraag rechtstreeks bij het consulaat in te dienen;

- het visum van Kaapverdische of Europese burgers die door overmacht niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten respectievelijk Kaapverdië te verlaten binnen de in hun visum vastgestelde termijn, wordt kosteloos verlengd;

- Kaapverdische en Europese burgers die houder zijn van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort worden vrijgesteld van de visumplicht voor kort verblijf. Een gemeenschappelijke verklaring bepaalt dat elk van de partijen de bepaling inzake de visumvrijstelling voor houders van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort kan opschorten (artikel 8) indien de andere partij misbruik maakt van deze bepaling of de toepassing ervan een bedreiging vormt voor de openbare veiligheid. In de verklaring verbinden Kaapverdië en de Europese Unie zich er tevens toe prioriteit te geven aan het goed beveiligen van diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten, in het bijzonder met behulp van biometrische identificatiemiddelen;

- Kaapverdische en Europese burgers die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van het gastland kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs;

- op uitdrukkelijk verzoek van Kaapverdië zijn geen bepalingen opgenomen betreffende de vereenvoudiging ten aanzien van de over te leggen documenten betreffende het doel van de reis;

- er wordt een gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst opgericht;

- bepalingen betreffende de inwerkingtreding, de duur, de wijziging, de opschorting en de opzegging van de overeenkomst; omdat de overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf en de overnameovereenkomst onderling verband houden, moeten beide overeenkomsten tegelijkertijd in werking treden;

- een protocol waarin wordt vastgesteld dat overeenkomstig Beschikking nr. 582/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008[1] geharmoniseerde maatregelen zijn genomen om de doorreis van houders van Schengenvisa en -verblijfstitels over het grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, te vereenvoudigen;

- een gemeenschappelijke verklaring betreffende de harmonisatie van de informatie over de procedures voor de afgifte van visa voor kort verblijf en over de documenten die moeten worden overgelegd bij het aanvragen van een visum voor kort verblijf;

- een gemeenschappelijke verklaring over de samenwerking op het gebied van reisdocumenten en de regelmatige uitwisseling van informatie over de beveiliging van reisdocumenten;

- de specifieke situatie van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland wordt belicht in de overwegingen en in twee gemeenschappelijke verklaringen die aan de overeenkomst zijn gehecht. Ook de nauwe betrokkenheid van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring.

2.

3. Conclusie


Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

- de Commissie machtigt om namens de Unie de overeenkomst te ondertekenen en om de personen aan te wijzen die worden gemachtigd om dit namens de Unie te doen.