Toelichting bij COM(2012)577 - Besluit over het Nagoya Protocol over de toegang tot genetisch materiaal en het rechtvaardig delen van de resultaten van het gebruik ervan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het Verdrag inzake biologische diversiteit (hierna 'het verdrag' genoemd) is het belangrijkste internationale raamwerk voor maatregelen die gericht zijn op de instandhouding van de biologische diversiteit, het duurzame gebruik van de componenten daarvan en de eerlijke en billijke verdeling van de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van genetische rijkdommen. Momenteel zijn 193 landen partij bij het verdrag, dat dus vrijwel alle landen van de wereld omvat. Ook de Europese Unie en haar 27 lidstaten zijn partij bij het verdrag.

Bij artikel 15 van het verdrag wordt een algemeen kader ingesteld voor toegang tot genetische rijkdommen en het verdelen van de daaruit voortvloeiende baten: hierin wordt het recht van staten erkend om te bepalen wie toegang heeft tot genetische rijkdommen als onderdeel van hun soevereine rechten over natuurlijke hulpbronnen. De partijen zijn verplicht maatregelen te nemen om de toegang tot hun genetische rijkdommen te vergemakkelijken. Tegelijkertijd zijn alle partijen verplicht de wettelijke, bestuursrechtelijke en beleidsmaatregelen te nemen om de resultaten van onderzoek en ontwikkeling en de voordelen die uit het commerciële en andere gebruik van genetische rijkdommen voortvloeien, op een eerlijke en billijke wijze te delen met de partij die deze rijkdommen verschaft.

De staatshoofden en regeringsleiders die in augustus 2002 de wereldtop over duurzame ontwikkeling bijwoonden, kwamen overeen onderhandelingen te starten over een “internationale regeling” inzake toegang en batenverdeling in het kader van het verdrag. Op 29 oktober 2010 werd door de tiende conferentie van de partijen bij het verdrag het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik, gevoegd bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, goedgekeurd (hierna 'het protocol').

In het besluit van de conferentie van de partijen worden de partijen bij het verdrag ook opgeroepen het protocol zo spoedig mogelijk te ondertekenen en hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring of, in voorkomend geval, hun akte van toetreding neer te leggen zodat het protocol zo spoedig mogelijk in werking kan treden. Voor de inwerkingtreding van het protocol is de bekrachtiging door vijftig partijen vereist.

Het protocol kon van 2 februari 2011 tot en met 1 februari 2012 worden ondertekend in de zetel van de Verenigde Naties te New York. De EU en de meeste van haar lidstaten hebben het Protocol van Nagoya ondertekend[1].

Het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie hebben de vaste wil uitgedrukt om het Protocol van Nagoya snel te bekrachtigen en in de Unie ten uitvoer te leggen[2].

De Commissie heeft een voorstel ingediend voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad[3] tot vaststelling van een reeks maatregelen ter uitvoering van het Protocol van Nagoya in de Unie.

Gezien het bovenstaande is het passend dat de Europese Unie het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik, gevoegd bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, sluit.