Toelichting bij COM(2012)607 - Standpunt dat de EU in het Administratief Comité van de VN/ECE zal innemen over het ontwerpreglement inzake betere kinderbeveiligingssystemen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

·

Motivering en doel van het voorstel



De Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) ontwikkelt op internationaal niveau geharmoniseerde voorschriften om technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen en daarvoor gebruikte systemen tussen de partijen bij de Herziene Overeenkomst van 1958 op te heffen en ervoor te zorgen dat die voertuigen en systemen een hoog niveau van veiligheids- en milieubescherming bieden.

Onlangs heeft de VN/ECE de laatste hand gelegd aan een ontwerpreglement betreffende uniforme bepalingen voor de goedkeuring van betere kinderbeveiligingssystemen in motorvoertuigen[1], met als doel een hoog veiligheidsniveau voor het vervoer van kinderen in dergelijke systemen vast te stellen.

Binnen de EU moeten er krachtens artikel 2 van Richtlijn 91/671/EEG van de Raad betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen in voertuigen[2], in motorvoertuigen passende kinderbeveiligingssystemen worden gebruikt.

Dit voorstel is bedoeld om het standpunt van de Unie over het ontwerpreglement van de VN/ECE inzake betere kinderbeveiligingssystemen te bepalen en zo de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, in staat te stellen voor dit ontwerp te stemmen.

In een later stadium zullen maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het ontwerpreglement van de VN/ECE inzake betere kinderbeveiligingssystemen binnen de Europese Unie bij de typegoedkeuring van dergelijke systemen kan worden toegepast en dat de EU-burgers die systemen kunnen gebruiken.

·

Algemene context



Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden[3] bevat basisvoorschriften voor de typegoedkeuring van kinderbeveiligingssystemen door directe verwijzing naar VN/ECE-Reglement nr. 44 betreffende uniforme bepalingen voor de goedkeuring van beveiligingssystemen voor kinderen aan boord van motorvoertuigen ("kinderbeveiligingssystemen")[4]. De directe verwijzing naar de specifieke voorschriften voor de typegoedkeuring van kinderbeveiligingssystemen in het kader van de VN/ECE en dus ook op EU-niveau moest daarin worden opgenomen.

Bijgevolg wordt nu voorgesteld dat de Unie voor het desbetreffende ontwerpreglement van de VN/ECE inzake betere kinderbeveiligingssystemen stemt, zodat er gemeenschappelijke, geharmoniseerde voorschriften op internationaal niveau komen, wat de internationale handel zal bevorderen. Hierdoor zullen de Europese ondernemingen in verband met de maatregelen voor de nieuwe generatie van kinderbeveiligingssystemen maar één reeks voorschriften moeten volgen die wereldwijd (d.w.z. in de landen die overeenkomstsluitende partij bij de Herziene VN/ECE-Overeenkomst van 1958 zijn) is erkend.

·

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen[5], wat de voorschriften voor kinderbeveiligingssystemen in bijlage XVII betreft.

Richtlijn 91/671/EEG van de Raad betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen in voertuigen, met inbegrip van bepalingen voor het gebruik van kinderbeveiligingssystemen in motorvoertuigen.

Verordening (EG) nr. 661/2009 inzake algemene veiligheid, voor de directe verwijzing naar VN/ECE-Reglement nr. 44 betreffende uniforme bepalingen voor de goedkeuring van beveiligingssystemen voor kinderen aan boord van motorvoertuigen ("kinderbeveiligingssystemen").

·

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Het voorstel is in overeenstemming met de doelstellingen van Richtlijn 91/671/EEG betreffende het gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen en sluit bijgevolg aan bij de doelstelling van de EU om een hoog niveau van verkeersveiligheid te waarborgen voor kinderen die in motorvoertuigen worden vervoerd.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



·

Raadpleging van belanghebbende partijen



Bij de opstelling van het voorstel heeft de Europese Commissie de belanghebbenden geraadpleegd. Er heeft een algemene raadpleging plaatsgevonden via de informele VN/ECE-werkgroep voor kinderbeveiligingssystemen in het kader van de werkgroep voor passieve veiligheid, er is ook informatie verspreid en daarna zijn er tijdens de voorbereiding van het ontwerp in het Technisch Comité motorvoertuigen continu besprekingen gevoerd. · Effectbeoordeling De Europese Commissie heeft een effectbeoordeling voor Verordening (EG) nr. 661/2009 laten uitvoeren, die ook betrekking heeft op kinderbeveiligingssystemen. De bepalingen voor betere kinderbeveiligingssystemen vormen daar een aanvulling op. Voorts hebben relevante onderzoeken plaatsgevonden via de projecten CASPER (meer veiligheid voor kinderen op Europese wegen) en EPOCh (bescherming van oudere kinderen) van het zevende kaderprogramma, waarmee rekening is gehouden door de informele werkgroep voor kinderbeveiligingssystemen in het kader van de VN/ECE-werkgroep voor passieve veiligheid.

2.

Juridische elementen van het voorstel



·

Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Door dit voorstel zal de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, voor het ontwerpreglement van de VN/ECE inzake betere kinderbeveiligingssystemen kunnen stemmen.

·

Rechtsgrondslag



Vanwege de specifieke kenmerken van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is de rechtsgrondslag die vroeger werd gebruikt en waarnaar in overweging 1 werd verwezen, vervangen door een rechtstreekse verwijzing naar artikel 218, lid 9. Dit vergt een aanpassing van het voorbereidingsproces voor de zittingen van WP29 en leidt tot een wijziging van de juridische vorm, namelijk een besluit van de Raad in plaats van een besluit van de Commissie, zoals de afgelopen 14 jaar bij het voorbereidingsproces werd gebruikt.

·

Subsidiariteitsbeginsel



De voorschriften voor kinderbeveiligingssystemen zijn al geharmoniseerd op EU-niveau. De nieuwe bepalingen zijn complementair voor de nieuwe generatie van kinderbeveiligingssystemen. Het is alleen op het niveau van de Unie mogelijk om voor internationale instrumenten zoals de ontwerpreglementen van de VN/ECE te stemmen en die instrumenten in het systeem van de Unie voor de typegoedkeuring van in motorvoertuigen gebruikte systemen op te nemen. Zo wordt niet alleen een versnippering van de interne markt voorkomen, maar worden in de hele EU ook dezelfde veiligheidsnormen gewaarborgd. Dit biedt ook schaalvoordelen: producten kunnen voor de hele Europese markt en zelfs voor de internationale markt worden gemaakt in plaats van aangepast te worden om in elke lidstaat of op andere grondgebieden die onder de VN/ECE vallen, nationale typegoedkeuring te verkrijgen.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

·

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat het niet verder gaat dan nodig is om de doelstellingen te verwezenlijken, namelijk een goede werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog niveau van openbare veiligheid en bescherming te bieden.

·

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Het gebruik van een besluit van de Raad wordt passend geacht aangezien dit in overeenstemming is met artikel 218, lid 9, VWEU.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.