Toelichting bij COM(2013)60 - Aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten in verband met de toetreding van Kroatië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel voor een richtlijn van de Raad tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten is noodzakelijk vanwege de aanstaande toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

Het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie[1] is op 9 december 2011 in Brussel door alle lidstaten van de Europese Unie en door Kroatië ondertekend.

Volgens artikel 3, lid 3, treedt het toetredingsverdrag in werking op 1 juli 2013, mits alle akten van bekrachtiging voor die datum zijn neergelegd.

Op grond van artikel 3, lid 4, kunnen de instellingen van de Unie vóór de toetreding de maatregelen vaststellen als bedoeld in onder andere artikel 50 van de akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië[2]. Deze maatregelen treden slechts in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag.

In artikel 50 van de Toetredingsakte wordt bepaald dat wanneer besluiten die vóór de toetreding door de instellingen zijn genomen, ingevolge de toetreding moeten worden aangepast en de Akte of de bijlagen niet in de nodige aanpassingen voorzien, de Raad of de Commissie (indien het oorspronkelijke besluit door de Commissie is genomen) de nodige besluiten neemt.

In punt 2 van de Slotakte[3] wordt verwezen naar het politieke akkoord tussen de lidstaten en Kroatië over de door de instellingen vast te stellen aanpassingen in het kader van de goedkeuring van het Toetredingsverdrag; de hoge verdragsluitende partijen hebben de Raad en de Commissie verzocht om deze aanpassingen vóór de toetreding aan te nemen in overeenstemming met artikel 50 van de Toetredingsakte, waar nodig aangevuld en bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht van de Unie.

Het onderhavige voorstel betreft alle richtlijnen van de Raad evenals alle richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten (onderhandelingshoofdstuk 3) waarvoor in verband met de toetreding van Kroatië technische aanpassingen nodig zijn.

Dit voorstel maakt deel uit van een door de Commissie ingediende reeks voorstellen waarin alle technische aanpassingen van richtlijnen van de Raad en richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad die verband houden met onderhandelingshoofdstukken, zijn ondergebracht in aparte voorstellen voor richtlijnen van de Raad. Deze structuur is gekozen om de omzetting van de richtlijnen in nationale wetgeving door de lidstaten te vergemakkelijken. Het door de Commissie ingediende pakket voorstellen bestaat uit een reeks voorstellen voor richtlijnen van de Raad, enerzijds, en een voorstel voor één richtlijn van de Raad inzake alle relevante verordeningen en besluiten van de Raad of van het Europees Parlement en de Raad, anderzijds. Deze aanpak is in het verleden ook gevolgd bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië[4].

Het is de bedoeling om alle rechtshandelingen van dit pakket op dezelfde datum in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken.

Het onderhavige voorstel en de andere voorstellen van dit pakket hebben alleen betrekking op technische aanpassingen van rechtshandelingen die vóór 1 september 2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn verschenen, zodat er voldoende tijd is voor het wetgevingsproces enerzijds en voor de daaruit voor de lidstaten voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot omzetting en kennisgeving van richtlijnen anderzijds. Technische aanpassingen aan rechtshandelingen die na 1 september 2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn verschenen, worden ofwel opgenomen in de betreffende besluiten ofwel in een later stadium uitgevoerd via de passende procedure. Daarnaast zal de Commissie begin juli 2013 de lidstaten een informeel overzicht van die wetgeving verstrekken.

1.

Resultaten van de raadpleging van betrokken partijen


EN EFFECTBEOORDELING

Aangezien het onderhavige voorstel zuiver technisch van aard is en geen politieke keuzes vereist, zou een raadpleging van de betrokken partijen of een effectbeoordeling niet zinvol zijn geweest.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



Het voorstel is gebaseerd op artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië.

De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn volledig gerespecteerd. Optreden van de Unie is vereist op grond van het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, VEU), aangezien het technische aanpassingen betreft van rechtshandelingen die zijn vastgesteld door de Unie. Het voorstel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel (artikel 5, lid 4, VEU) en gaat niet verder dan noodzakelijk is om de beoogde doelen te bereiken.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.