Toelichting bij COM(2013)173 - EU agentschap samenwerking en training in wetshandhaving (Europol)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Europese politiedienst (Europol) was oorspronkelijk een intergouvernementele instantie, opgericht door een overeenkomst tussen de lidstaten die in 1999 in werking trad. Bij besluit van de Raad van 2009 werd Europol omgevormd tot een uit de EU-begroting gefinancierd EU-agentschap.

Europol heeft de opdracht de nationale rechtshandhavingsdiensten van de lidstaten te ondersteunen in hun optreden en hun wederzijdse samenwerking bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Europol vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en biedt criminaliteitsanalyse die de nationale politiediensten helpt om grensoverschrijdende onderzoeken uit te voeren.

Artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie schrijft voor dat de werking van Europol moet worden geregeld door een verordening die moet worden aangenomen volgens de gewone wetgevingsprocedure. Volgens dit artikel moeten medewetgevers in samenwerking met de nationale parlementen ook procedures vaststellen voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement.

De Europese Politieacademie (Cepol) werd in 2005 opgericht als een EU-agentschap met verantwoordelijkheid voor activiteiten met betrekking tot de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren. De doelstelling ervan is de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren van opleidingen met een Europese politiële dimensie. Cepol organiseert gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s over specifieke onderwerpen, verspreidt relevant onderzoek en beste praktijken, coördineert een uitwisselingsprogramma voor hoge leidinggevende politieambtenaren en docenten, en kan optreden als partner bij het toekennen van EU-subsidies voor specifieke projecten.

De Europese Raad riep Europol in “Het programma van Stockholm – Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger”[1] op te evolueren en “een knooppunt [te] worden voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten, een dienstverlener en een platform voor rechtshandhavingsdiensten.” De Europese Raad riep verder op tot het ontwikkelen van Europese opleidings- en uitwisselingsprogramma’s voor wie beroepsmatig betrokkenen is bij de rechtshandhaving op nationaal en Europees niveau. Daarbij zou Cepol een centrale rol vervullen door de Europese dimensie te waarborgen.

In haar mededeling “De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa”[2] stelde de Commissie de belangrijkste uitdagingen, beginselen en richtsnoeren vast voor het omgaan met veiligheidsrisico’s binnen de EU en stelde ze een aantal acties voor waarbij Europol en Cepol betrokken zouden zijn bij de aanpak van de risico’s voor de veiligheid door zware criminaliteit en terrorisme.

Het voorbije decennium is de zware en georganiseerde criminaliteit in de EU toegenomen en zijn de misdaadpatronen diverser geworden[3]. Uit de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit die Europol in 2013 heeft uitgevoerd (SOCTA 2013), is gebleken dat zware en georganiseerde criminaliteit in toenemende mate een dynamisch en complex fenomeen vormt, en een aanzienlijke dreiging blijft voor de veiligheid en voorspoed van de EU[4]. In het onderzoek wordt ook opgemerkt dat de gevolgen van de globalisering voor de maatschappij en het bedrijfsleven ook hebben bijgedragen tot het ontstaan van belangrijke nieuwe vormen van criminele activiteiten waarbij criminele netwerken gebruikmaken van lacunes in de wetgeving, het internet en de omstandigheden van de economische crisis om zich op een illegale manier te verrijken zonder veel risico te lopen[5]. Het internet wordt als middel voor communicatie, handel, werving en financiële dienstverlening gebruikt om criminele activiteiten op poten te zetten en uit te voeren . Bovendien maakt het internet het gemakkelijker nieuwe vormen van cybercriminaliteit te ontwikkelen, met betaalkaarten te frauderen en beelden van seksueel misbruik van kinderen te verspreiden[6].

Zware criminaliteit berokkent de slachtoffers derhalve telkens ernstiger schade, brengt de economie op grote schaal schade toe en ondermijnt het gevoel van veiligheid, dat nodig is om individuele vrijheden en rechten echt uit te kunnen oefenen. Strafbare feiten zoals mensenhandel[7], drugshandel[8], en wapenhandel[9], financiële delicten zoals corruptie[10], fraude[11] en witwasactiviteiten[12], en cybercriminaliteit[13] bedreigen niet alleen de persoonlijke en economische veiligheid van Europese burgers, maar genereren ook enorme misdaadinkomsten die de criminele netwerken versterken en waardoor overheden broodnodige inkomsten mislopen. Terrorisme blijft een grote bedreiging voor de veiligheid van de EU, aangezien de Europese samenleving nog steeds kwetsbaar is voor terreuraanvallen[14].

Criminaliteit is een van de vijf zaken waarover EU-burgers zich het meest zorgen maken[15]. Op de vraag wat de aandachtsgebieden van de EU-instellingen zouden moeten zijn, noemden respondenten de bestrijding van criminaliteit als vierde[16]. Uit een recent onderzoek blijkt dat de meeste internetgebruikers in de Europese Unie uiterst bezorgd zijn over cyberveiligheid en cybercriminaliteit[17].

In deze context zijn er EU-agentschappen nodig om samenwerking, informatie-uitwisseling en opleidingen op het gebied van rechtshandhaving doeltreffend en doelmatig te ondersteunen.

De gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde agentschappen die in juli 2012 werd goedgekeurd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie[18], stelt de beginselen vast voor de bestuursregelingen van agentschappen zoals Europol en Cepol. In de gemeenschappelijke aanpak wordt ook gesteld dat “samenvoeging moet worden overwogen in geval van overlapping van taken, mogelijkheid tot synergie, of uitzicht op meer efficiëntie bij inpassing in een grotere structuur.”

Het samenvoegen van Europol en Cepol tot één agentschap, gevestigd in het huidige hoofdkwartier van Europol in Den Haag, zou leiden tot belangrijke synergieën en efficiëntiewinst. Het combineren van de kennis van Europol inzake operationele politiële samenwerking en de deskundigheid van Cepol inzake training en opleiding zou de verbanden tussen de twee terreinen versterken en synergieën creëren. Contact tussen de operationele medewerkers en de medewerkers die actief zijn op het vlak van opleiding binnen eenzelfde agentschap zou helpen om opleidingsbehoeften te identificeren en bevorderlijk zijn voor de relevantie en de focus van EU-opleiding, wat in het belang is van de politiële samenwerking in de EU in het algemeen. Dubbel werk op het vlak van ondersteunende functies in de twee agentschappen zou worden vermeden, en aldus bespaarde middelen kunnen worden herschikt en geïnvesteerd in operationele en opleidingskerntaken. Dit is met name van belang in een economische context waarin nationale en EU-middelen schaars zijn en waarin de middelen voor opleiding inzake rechtshandhaving in de EU anders misschien niet beschikbaar zouden zijn.

Dit voorstel voor een verordening voorziet dan ook in een wettelijk kader voor een nieuw Europol, ter vervanging en opvolging van Europol zoals opgericht bij Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) en van de Europese Politieacademie opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA).

Het voorstel is in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag van Lissabon, de verwachtingen op grond van het programma van Stockholm, de prioriteiten die in de EU-interneveiligheidsstrategie in actie zijn vastgelegd, en de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde agentschappen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



In 2010 en 2011 vond een dialoog plaats over de hervorming van Europol, Cepol en de opleiding inzake rechtshandhaving. Aan dit overleg namen de Commissie, vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, de raad van bestuur van Europol en het leidinggevend orgaan van Cepol, en vertegenwoordigers van de nationale parlementen deel.

Overeenkomstig haar strategie voor betere regelgeving heeft de Commissie twee effectbeoordelingen van beleidsalternatieven met betrekking tot Europol en Cepol uitgevoerd[19].

De effectbeoordeling betreffende Europol is gebaseerd op de volgende twee beleidsdoelstellingen: het bevorderen van de informatieverstrekking van de lidstaten aan Europol en het totstandbrengen van een omgeving voor gegevensverwerking waarin Europol de lidstaten volop bijstand kan verlenen bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Ten aanzien van de eerste doelstelling werden twee beleidsopties onderzocht: i) verduidelijken dat de lidstaten wettelijk verplicht zijn om gegevens te verstrekken aan Europol en daarbij voorzien in stimuleringsmechanismen en een rapportage over de prestaties van de afzonderlijke lidstaten, en ii) Europol toegang verlenen tot relevante nationale gegevensbanken over rechtshandhaving op basis van een hit/no-hit-systeem. Ten aanzien van de beleidsdoelstelling aangaande het totstandbrengen van een omgeving voor gegevensverwerking werden twee beleidsopties beoordeeld: i) het samenvoegen van de twee bestaande analysebestanden (Analyses Work Files) en ii) een nieuwe verwerkingsomgeving met procedurele waarborgen voor de beginselen inzake gegevensbescherming, met bijzondere nadruk op ingebouwde privacy.

De effectbeoordeling betreffende Cepol is gebaseerd op de volgende twee beleidsdoelstellingen: i) zorgen voor een betere kwaliteit, meer gezamenlijke en meer consistente opleiding over grensoverschrijdende criminaliteit voor meer rechtshandhavingsambtenaren, en ii) een kader vaststellen om dit in overeenstemming met de gemeenschappelijke aanpak voor gecentraliseerde EU-agentschappen te bereiken. In het kader van de voorstellen van de Commissie betreffende een Europese opleiding inzake rechtshandhaving, waarvoor extra middelen nodig zullen zijn, onderzocht de Commissie verschillende opties, waaronder het versterken en stroomlijnen van Cepol als apart agentschap en het samenvoegen, geheel of gedeeltelijk, van de functies van Cepol en Europol in een nieuw Europol-agentschap.

Overeenkomstig haar vaste werkwijze onderzocht de Commissie samen met een gemeenschappelijke stuurgroep welk effect elke beleidsoptie had op de veiligheid, de kosten (met inbegrip van de begroting van de EU-instellingen) en de fundamentele rechten.

De analyse van het totale effect leidde tot het formuleren van de voorkeursoptie die is opgenomen in het onderhavige voorstel. Volgens de beoordeling zal de uitvoering ervan Europol doeltreffender maken als agentschap dat een omvattende ondersteuning biedt aan de rechtshandhavingsambtenaren in de Europese Unie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Artikel 88 en artikel 87, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vormen de rechtsgrondslag van het voorstel.

4.

Doel en inhoud van het wetgevingsvoorstel


Dit voorstel heeft tot doel:

· Europol in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Lissabon door het juridische kader van Europol in een verordening vast te leggen en door een mechanisme in te stellen waarbij controle op de activiteiten van Europol kan worden uitgeoefend door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen. Dit zal de democratische legitimiteit en de verantwoordingsplicht van Europol tegenover de Europese burger versterken;

· te voldoen aan de doelstellingen van het programma van Stockholm door van Europol “een knooppunt voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten” te maken en door Europese opleidingsprogramma’s en uitwisselingsprogramma’s op te zetten voor ieder die op nationaal of Europees niveau beroepshalve bij rechtshandhaving betrokken is;

· Europol nieuwe verantwoordelijkheden toe te kennen, zodat het een bredere ondersteuning kan bieden aan de rechtshandhavingsautoriteiten in de lidstaten. Dit betekent onder meer dat Europol van Cepol de taken overneemt inzake de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren en de ontwikkeling van een opleidingsprogramma voor rechtshandhaving. Het houdt ook in dat Europol gespecialiseerde EU-kenniscentra kan oprichten voor de bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit die onder de bevoegdheid van Europol vallen, zoals het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

· te zorgen voor een solide regeling voor gegevensbescherming voor Europol, met name om te garanderen dat de toezichthouder voor gegevensbescherming van Europol volledige onafhankelijkheid geniet, doeltreffend kan optreden en voldoende handelingsbevoegdheid heeft;

· de bestuurswijze van Europol te verbeteren, door het efficiënter te maken en in overeenstemming te brengen met de beginselen van de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde agentschappen.

Het voorstel bereikt deze doelstellingen de navolgende wijze.

5.

1. Europol in overeenstemming brengen met het Verdrag van Lissabon en haar verantwoordingsplicht versterken


De verordening zorgt ervoor dat de democratisch gekozen vertegenwoordigers van de EU-burgers toezicht houden op de activiteiten van Europol. De voorgestelde regels zijn in overeenstemming met de mededeling van de Commissie betreffende de procedures voor het toezicht op de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, in samenwerking met de nationale parlementen[20].

In het bijzonder zullen het Europees Parlement en de nationale parlementen:

· informatie ontvangen via jaarlijkse activiteitenverslagen en jaarlijkse financiële eindoverzichten;

· ter informatie kennis krijgen van dreigingsevaluaties, strategische analyses en algemene situatieverslagen die betrekking hebben op de doelstelling van Europol, alsmede van de resultaten van studies en evaluaties die in opdracht van Europol werden uitgevoerd en van werkafspraken met de autoriteiten van derde landen voor de tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten die door de Europese Unie met dit derde land gesloten zijn;

· ter informatie kennis krijgen van de vastgestelde meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s;

· verslagen ontvangen over de hoeveelheid en de kwaliteit van de informatie die door elke lidstaat aan Europol wordt doorgestuurd en over de prestaties van de nationale eenheden;

· rekening houdend met de zwijg- en geheimhoudingsplicht, met de uitvoerend directeur en de voorzitter van de raad van bestuur van gedachten kunnen wisselen over aangelegenheden die Europol betreffen.

Daarnaast zal het Europees Parlement:

· zijn rol van begrotingsautoriteit vervullen, met name door ramingen en het verslag over het budgettaire en financiële beheer voor het begrotingsjaar te ontvangen, door alle informatie nodig is voor de kwijtingsprocedure op te vragen en door kwijting te verlenen aan de directeur voor de uitvoering van de begroting;

· worden geraadpleegd over het meerjarige werkprogramma van Europol;

· ter informatie kennis krijgen van het jaarlijkse werkprogramma van Europol;

· de door de raad van bestuur gekozen kandidaat voor de functie van uitvoerend directeur van Europol of van plaatsvervangend uitvoerend directeur kunnen uitnodigen voor een hoorzitting vóór de bevoegde parlementaire commissie;

· de uitvoerend directeur kunnen uitnodigen om vragen over zijn prestaties te beantwoorden.

Om zowel het Europees Parlement in staat te stellen controle uit te oefenen als de vertrouwelijkheid van operationele informatie te waarborgen, moeten Europol en het Europees Parlement werkafspraken maken over de toegang tot gerubriceerde EU-informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie die door of via Europol wordt verwerkt.

6.

2. Europol als knooppunt voor informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten


Om het algehele inlichtingenbeeld van Europol te verbeteren, zodat het de lidstaten beter kan ondersteunen en het Europees beleid op betere informatie kan worden gebaseerd, wordt met het voorstel beoogd de informatiestroom vanuit de lidstaten naar Europol versterken. Hiertoe wordt de verplichting om relevante gegevens naar Europol door te sturen, verscherpt. Als stimulans krijgen rechtshandhavingsdiensten de mogelijkheid financiële steun te ontvangen voor grensoverschrijdende onderzoeken op andere gebieden dan alleen eurovalsemunterij. Er wordt een mechanisme ingevoerd voor verslaglegging over de gegevensverstrekking van de lidstaten aan Europol.

Om Europol in staat te stellen betere verbanden te leggen tussen gegevens die reeds in zijn bezit zijn en deze vervolgens te analyseren, is de verwerkingsarchitectuur van het agentschap op een nieuwe leest geschoeid. Bij de nieuwe aanpak worden gegevensbanken of systemen niet langer vooraf gedefinieerd, maar is gekozen voor ingebouwde privacy en volledige transparantie ten overstaan van de gegevensbeschermingsfunctionaris van Europol en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, de EDPS. Door middel van procedurele waarborgen voor alle types informatie wordt voldaan aan hogere normen inzake gegevensbescherming en gegevensbeveiliging. In de verordening worden de doeleinden van gegevensverwerkingsactiviteiten uiteengezet (kruiscontroles, analyses van strategische of algemene aard, operationele analyses in specifieke gevallen), alsook de informatiebronnen en de personen die toegang tot de gegevens hebben. Er wordt per specifieke informatieverwerkingsactiviteit vermeld welke categorieën persoonsgegevens mogen worden verzameld en van welke categorie betrokkenenvoor . Hierdoor kan Europol zijn IT-architectuur aanpassen aan toekomstige uitdagingen en aan de behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de EU. Het stelt Europol in staat relevante informatie te koppelen en analyses te maken, vertragingen bij het identificeren van tendensen en patronen te verminderen, en dubbele opslag van gegevens te beperken. Tegelijkertijd vormt het een waarborg voor strenge gegevensbeschermingsnormen. De naleving van deze normen wordt gecontroleerd door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Zo krijgen analisten van Europol een beter beeld van de zware criminaliteit en het terrorisme in de EU. Dit stelt hen in staat snel ontwikkelingen en patronen identificeren binnen alle vormen van criminaliteit en rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten te ondersteunen met uitgebreidere en relevantere inlichtingenverslagen.

7.

3. Nieuwe verantwoordelijkheden: opleiding en oprichting van EU-centra voor de bestrijding van specifieke strafbare feiten


Om te zorgen voor synergieën binnen de EU-steun voor rechtshandhaving en te waarborgen dat het tegelijk met deze verordening voorgestelde EU-opleidingsprogramma inzake rechtshandhaving volledig kan worden uitgevoerd[21], zal het nieuwe Europol de taken van Cepol overnemen en voortzetten. Een nauwere band tussen het werk inzake opleidingen en de operationele werkzaamheden zal leiden tot meer gerichte en meer relevante opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren.

Europol zal zorgen voor het ondersteunen, ontwikkelen, organiseren en coördineren van opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren werkzaam op strategisch niveau, en niet alleen voor hoge leidinggevende politieambtenaren (zoals op grond van het huidige Cepol-besluit het geval is). Europol zal deze rol op zich nemen via een nieuwe dienst, de Europol Academy. Door deze activiteiten wordt voorzien in de behoefte aan voorlichting over en kennis van internationale en EU-instrumenten, wordt de grensoverschrijdende samenwerking gestimuleerd, wordt gespecialiseerde kennis over specifieke thema’s op het gebied van criminaliteit of politiewerk gedeeld, en wordt de deelname aan civiele politiemissies van de EU in derde landen voorbereid. De Europol Academy zal verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en evalueren van leermiddelen die verband houden met de behoeften inzake opleiding, zoals die tot uiting komen in regelmatige evaluaties. De Academy zal bijdragen tot onderzoek en zal waar dat passend is streven naar het opzetten van partnerschappen met organen van de Unie en met private academische instellingen.

De samenstelling, functies en procedures van de raad van bestuur weerspiegelen de nieuwe verantwoordelijkheden van Europol aangaande opleiding inzake rechtshandhaving, evenals de goede praktijken die in de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen worden vastgesteld.

Een wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten adviseert de raad van bestuur, zodat de wetenschappelijke kwaliteit van de opleidingsactiviteiten van Europol wordt gestuurd en gegarandeerd.

Om de EU beter in staat te stellen het hoofd te bieden aan specifieke vormen van criminaliteit, die bij uitstek een gezamenlijke reactie vragen, krijgt Europol de mogelijkheid om centra op te richten ter bestrijding van specifieke vormen van criminaliteit, zoals het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit.

Dergelijke EU-centra, die verschillende aanpakken integreren voor het bestrijden van specifieke vormen van criminaliteit, voegen waarde toe aan de maatregelen van de lidstaten. Zij kunnen bijvoorbeeld als centrale punten voor informatie fungeren, expertise samenbrengen die lidstaten kan helpen met het opbouwen van capaciteit, onderzoeken vanuit lidstaten ondersteunen of de spreekbuis worden van de Europese onderzoekers binnen de rechtshandhaving op het specifieke gebied.

8.

4. -Solide regeling voor gegevensbescherming


Het voorstel versterkt de gegevensbeschermingsregeling die op de activiteiten van Europol van toepassing is. In het bijzonder worden de volgende maatregelen genomen:

· de bestaande regeling voor gegevensbescherming van Europol wordt in belangrijke mate versterkt door terug te grijpen op de beginselen die aan de grondslag liggen van Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[22]. Aangezien in de aan het Verdrag gehechte Verklaring nr. 21 de specifieke aard wordt erkend van de verwerking van persoonsgegevens in de rechtshandhavingscontext, zijn de gegevensbeschermingsregels van Europol echter afgestemd op andere gegevensbeschermingsinstrumenten die van toepassing zijn op politiële en judiciële samenwerking. Deze instrumenten zijn met name Overeenkomst nr. 108[23] en Aanbeveling nr. R (87) van de Raad van Europa[24] en Kaderbesluit 2008/977 van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken[25]. Dit zal zorgen voor een hoge bescherming van burgers voor wat de verwerking van hun persoonsgegevens betreft, zonder dat de specifieke aard van rechtshandhaving uit het oog wordt verloren.

· de lidstaten krijgen op basis van een hit/no-hit-systeem indirect toegang tot persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol en betrekking hebben operationele analyses. Hierbij genereert een geautomatiseerde vergelijking een anonieme “hit”, indien de gegevens van de verzoekende lidstaat overeenkomen met de gegevens van Europol. De betreffende persoonsgegevens of dossiergegevens worden slechts verstrekt na een afzonderlijk opvolgingsverzoek;

· de verwerking van persoonsgegevens van slachtoffers, getuigen, overige personen dan verdachten, en minderjarigen is verboden, tenzij zulks absoluut noodzakelijk is. Deze beperking geldt ook voor gegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijken, alsook voor gegevens die de gezondheid of het seksuele leven betreffen (gevoelige persoonsgegevens). Bovendien kunnen de gevoelige persoonsgegevens slechts worden verwerkt wanneer ze een aanvulling vormen op andere in hetzelfde bestand opgeslagen persoonsgegevens. Europol is verplicht om halfjaarlijks aan de EDPS een overzicht te verstrekken van alle gevoelige persoonsgegevens. Overigens mogen beslissingen die rechtsgevolgen hebben voor een betrokkene niet louter op basis van een geautomatiseerde verwerking van gevoelige persoonsgegevens worden genomen, tenzij toegestaan door het EU- of nationale recht of door de EDPS;

· om de transparantie te verhogen wordt het recht van de burger op inzage in de eigen persoonsgegevens die in het bezit zijn van Europol versterkt. De informatie die Europol moet verstrekken aan een burger die verzoekt om toegang tot zijn gegevens, is opgenomen in de verordening;

· het voorstel omvat duidelijke regels over de verdeling van de verantwoordelijkheid inzake gegevensbescherming; Europol moet met name regelmatig evalueren of persoonsgegevens nog dienen te worden bewaard;

· de verplichting tot registreren en documenteren wordt uitgebreid van toegang tot een breder scala aan gegevensverwerkingsactiviteiten: verzameling, wijziging, toegang, openbaarmaking, koppeling en uitwissing. Om het gebruik van de gegevens beter te kunnen controleren en om duidelijkheid te scheppen over wie de gegevens heeft verwerkt, verbiedt de verordening registratiegegevens te wijzigen;

· Europol kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade die een persoon lijdt ten gevolge van onrechtmatige gegevensverwerking of een handeling in strijd is met de bepalingen van deze verordening. In een dergelijk geval zijn Europol en de lidstaat waar schade is ontstaan gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk (Europol op basis van artikel 340 van het Verdrag en de betrokken lidstaat op grond van zijn nationale wetgeving);

· de rol van Europols externe toezichthoudende autoriteit inzake gegevensbescherming wordt versterkt. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming wordt bevoegd voor het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door Europol. Dit waarborgt volledige overeenstemming met de criteria van onafhankelijkheid die zijn vastgesteld in de jurisprudentie van het Hof van Justitie en, dankzij de rechtshandhavingsbevoegdheden van de EDPS, doeltreffendtoezicht van gegevensbescherming;

· de nationale gegevensbeschermingsinstanties blijven echter bevoegd voor het toezicht op de invoer, de opvraging en de verstrekking aan Europol van persoonsgegevens door de betrokken lidstaat. Deze instanties blijven ook verantwoordelijk voor het toetsen of de rechten van de betrokkene door deze invoer, opvraging of verstrekking niet worden geschaad;

· de verordening introduceert elementen van 'gemeenschappelijk toezicht' op gegevens die aan Europol worden overgedragen en door Europol worden verwerkt. In specifieke gevallen waarin nationale betrokkenheid vereist is, en om een coherente toepassing van deze verordening in de hele Europese Unie te garanderen, moeten de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de nationale controleorganen, elk binnen hun bevoegdheden, met elkaar samenwerken.

9.

5. Beter bestuur


Het voorstel verbetert de bestuurswijze van Europol door te streven naar een grotere efficiëntie, door procedures te stroomlijnen – met name met betrekking tot de raad van bestuur en de uitvoerend directeur – en door de organisatie van Europol af te stemmen op de beginselen van de gemeenschappelijke aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen.

Om een doeltreffende controle op het functioneren mogelijk te maken, zijn de Commissie en de lidstaten vertegenwoordigd in de raad van bestuur van Europol. In verband met de dubbele taakstelling van het nieuwe agentschap – operationele ondersteuning en het verzorgen van opleidingen op het gebied van rechtshandhaving – worden de gewone leden van de raad van bestuur benoemd op basis van hun kennis van samenwerking bij rechtshandhaving, terwijl de plaatsvervangende leden worden benoemd op basis van hun kennis van opleiding van rechtshandhavingsambtenaren. De plaatsvervangende leden zullen optreden als gewoon lid als opleiding het voorwerp van discussie of beslissing is. De raad van bestuur wordt geadviseerd door een wetenschappelijke commissie inzake technische opleidingsvraagstukken (wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten).

Aan de raad van bestuur worden de nodige bevoegdheden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering ervan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Europol te bepalen, het jaarlijkse activiteitenverslag aan te nemen en de uitvoerend directeur te benoemen.

Om de besluitvormingsprocedure te stroomlijnen kan de raad van bestuur ook beslissen een uitvoerende raad in te stellen. Deze raad is beperkt in omvang, telt een vertegenwoordiger van de Commissie en kan nauwer worden betrokken bij het toezicht op de activiteiten van Europol. Op die manier wordt het toezicht op het administratieve en budgettaire beheer, met name op het gebied van audit, versterkt.

Om een efficiënte dagelijkse werking van Europol te verzekeren is de uitvoerend directeur ook de wettelijke vertegenwoordiger en bestuurder. De uitvoerend directeur is volledig onafhankelijk in de uitvoering van zijn taken en zorgt ervoor dat Europol de in deze verordening beschreven opdrachten uitvoert. De uitvoerend directeur is met name verantwoordelijk voor het opstellen van de begrotings- en planningsdocumenten die ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd en voor het uitvoeren van de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma’s en andere planningsdocumenten van Europol.

3.

Gevolgen voor de begroting



De volledige samenvoeging van Cepol en Europol zal leiden tot synergieën en een grotere efficiëntie. De besparingen worden geraamd op 17,2 miljoen EUR en 14 voltijdequivalenten bij het personeel over de periode 2015-2020.

Hoewel in dit voorstel rekening wordt gehouden met deze besparingen en ook wordt uitgegaan van de bestaande middelen, zullen bijkomende middelen nodig zijn, wil Europol de nieuwe taken met betrekking tot de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren kunnen uitvoeren en de verwachte toename in informatiestromen, ook via het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit, kunnen verwerken en analyseren. De werking en verdere ontwikkeling van het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit heeft veruit de grootste gevolgen voor de middelen. Hoewel er dus meer middelen nodig zijn, verlagen Cepol en Europol net als de andere EU-agentschappen het aantal personeelsleden met 5 % en staan zij personeelsposten af aan de pool waaruit posten kunnen worden toegewezen aan EU-agentschappen met nieuwe taken en aan agentschappen die in de opstartfase verkeren.

Daarnaast zullen er 12 voltijdequivalenten nodig zijn om de nieuwe taken met betrekking tot de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren uit te voeren. Daarbij gaat het om de activiteiten die nodig zijn om de Europese opleiding inzake rechtshandhaving die in parallel met deze verordening wordt voorgesteld, gestalte te geven. Er kan in de personele middelen voor de nieuwe opleidingsactiviteiten worden voorzien door de samenvoeging van Cepol en Europol, waardoor over de periode 2015-2020 14 posten worden bespaard, ofwel 10,1 miljoen EUR, Cepol geeft hiermee gehoor aan het verzoek om het personeelbestand met 5 % te beperken en om bij te dragen aan de herindelingspool. Daarnaast zal over dezelfde periode 7,1 miljoen EUR worden bespaard door de lagere kosten in verband met gebouwen, uitrusting en de raad van bestuur. De verhuizing van ongeveer 40 personeelsleden van de huidige vestiging van Cepol in Britse Bramshill naar de vestiging van Europol in Den Haag zal naar verwachting leiden tot een beperkte, eenmalige uitgaven, die worden geraamd op 30 000 EUR. Het Verenigd Koninkrijk heeft echter kenbaar gemaakt dat het de vestiging in Bramshill wil sluiten, waardoor Cepol sowieso een andere locatie zal moeten zoeken.

Er zullen nog eens 3 voltijdequivalenten nodig zijn voor de verwerking van de extra informatie die Europol naar verwachting zal ontvangen naar aanleiding van dit voorstel (dat lidstaten nadrukkelijker verplicht relevante gegevens aan Europol te verstrekken, financiële steun biedt voor individuele onderzoeken en voorziet in controleverslagen). Deze personeelsleden zullen geleidelijk tussen 2015 en 2017 worden aangeworven, hetgeen voor de periode 2015-2020 personeelskosten met zich meebrengt van naar schatting 1,8 miljoen EUR. Ongeveer twee derde van deze kosten wordt gecompenseerd door de besparing die voortvloeit uit de samenvoeging van Cepol en Europol: twee (2) voltijdequivalenten worden ingevuld met de laatste 2 posten van de 14 die vrijkomen als gevolg van de fusie.

Voor het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit zullen voor de periode 2015-2020 41 extra voltijdequivalenten worden aangenomen. Hun taken zijn vastgesteld in een begeleidend document van de diensten van de Commissie. De overige kosten voor het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit worden voor dezelfde periode geraamd op 16,6 miljoen EUR. In 2013 werden al 44 voltijdequivalenten toegewezen aan het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit via interne herindeling bij Europol. In het kader van zijn ontwerpbegroting voor 2014 heeft Europol nog eens 17 extra voltijdequivalenten gevraagd.

Overeenkomstig het verzoek om het personeelsbestand met 5 % te verkleinen en om bij te dragen aan de herindelingspool, moet Europol tussen 2015 en 2018 34 voltijdequivalenten inleveren, naast de 12 voltijdequivalenten die in 2014 al moeten verdwijnen.

Tot slot zullen op grond van dit voorstel aanvullende middelen nodig zijn voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die worden geraamd op 1 voltijdequivalent. De gewijzigde opzet van het toezicht op gegevensbescherming levert Europol over de periode 2015-2020 een besparing van 3 miljoen EUR op, aangezien het huidige gemeenschappelijk controleorgaan niet meer hoeft te worden ondersteund, en stelt de EDPS gedurende dezelfde periode voor 1,5 miljoen EUR aan extra kosten.

De gevolgen voor de begroting van het wetgevingsvoorstel zijn voor de periode 2015-2020 dus in totaal 623 miljoen EUR voor het samengevoegde agentschap en 1,5 miljoen EUR voor de EDPS[26].