Toelichting bij COM(2013)192 - Amenderen verordeningen over de beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping (Nr. 1225/2009) en tegen invoer met subsidiëring (Nr. 597/2009) uit landen buiten de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Het voorstel strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (hierna 'de basisantidumpingverordening' genoemd) en Verordening (EG) nr. 597/2009 (hierna 'de basisantisubsidieverordening' genoemd). Rekening houdend met het feit dat deze verordeningen sinds de afsluiting van de Uruguay-ronde in 1995 niet substantieel zijn gewijzigd en gezien de conclusies van het evaluatieonderzoek naar de werking van deze instrumenten, wordt voorgesteld de beide instrumenten bij te werken en te moderniseren.

Algemene context



Artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet onder meer in de vaststelling van handelsbeschermende maatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



De bovengenoemde verordeningen van de Raad.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Het voorstel is niet in strijd met het beleid of doelstellingen van de Unie.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen voor wie dit voorstel van belang is, zijn in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de van april tot juli 2012 gehouden openbare raadpleging. Een samenvatting van de resultaten van de openbare raadpleging is sinds oktober 2012 beschikbaar op de website van DG TRADE.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Begin 2012 werd een evaluatieonderzoek naar de werking van de antidumping- en antisubsidie-instrumenten van de EU afgerond, dat sindsdien toegankelijk is op de website van DG TRADE.

Effectbeoordeling



Rekening houdend met de resultaten van de openbare raadpleging, het evaluatieonderzoek en de uitgebreide praktijkervaring van de Commissie met de toepassing van de instrumenten werd in de herfst van 2012 een effectbeoordeling uitgevoerd. In het effectbeoordelingsverslag werden problemen bij de werking van de handelsbeschermingsinstrumenten vastgesteld en verschillende oplossingen voorgesteld. De Raad voor effectbeoordeling behandelde het verslag in december 2012 en bracht, behoudens een aantal wijzigingen, een positief advies uit. Het verslag werd daarna gewijzigd en afgerond. Het voorstel is gebaseerd op de oplossingen waarnaar de voorkeur uitgaat.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Er wordt voorgesteld de basisantidumpingverordening en de basisantisubsidieverordening te wijzigen om deze op een aantal gebieden te verbeteren. De transparantie en de voorspelbaarheid worden vergroot door te bepalen dat belanghebbenden twee weken vóór de instelling van voorlopige maatregelen worden geïnformeerd dat dergelijke maatregelen zullen worden genomen. Hierbij wordt de belanghebbenden tevens de garantie gegeven dat de maatregelen in dit tijdsbestek van twee weken nog niet zullen worden ingesteld. De belanghebbenden wordt een samenvatting van de redenen voor de instelling van de maatregelen toegestuurd en zij worden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de berekening van de dumping- en de schademarges. Indien wordt besloten geen voorlopige maatregelen in te stellen, maar wel voort te gaan met het onderzoek, worden de belanghebbenden twee weken voor de uiterste datum voor de instelling van maatregelen op de hoogte gesteld van het voornemen om van dergelijke maatregelen af te zien.

Dreigingen met vergeldingsmaatregelen tegen producenten die overwegen een klacht wegens dumping en/of subsidie in te dienen, kunnen als bijzondere omstandigheden worden beschouwd op grond waarvan het gerechtvaardigd is om ambtshalve een onderzoek te openen. Bovendien wordt voorgesteld om producenten in de Unie tot medewerking aan de procedure te verplichten wanneer ambtshalve een onderzoek wordt geopend.

Wat betreft de doeltreffendheid van de instrumenten wordt voorgesteld om de regel van het lagere recht niet toe te passen in gevallen van ontwijking van de geldende maatregelen, structurele verstoringen op de grondstoffenmarkt en subsidiëring. Wat betreft nieuwe onderzoeken wordt voorgesteld om de tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek geïnde rechten terug te betalen wanneer de maatregelen na beëindiging van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen worden ingetrokken.

Tot slot wordt voor een aantal gebieden voorgesteld bepaalde praktijken te codificeren die voortvloeien uit uitspraken van het Europees Hof van Justitie of de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van de afgelopen jaren. Hierbij gaat het om rechtspraak of WTO-uitspraken met betrekking tot de omschrijving van de 'bedrijfstak van de Unie', de gevolgen voor producenten-exporteurs die zich volgens het oorspronkelijke onderzoek niet of slechts op een de-minimisniveau aan dumping schuldig maken, de wijze waarop in een nieuw onderzoek dient te worden omgegaan met gewijzigde omstandigheden, de behandeling van verbonden ondernemingen in onderzoeken naar de ontwijking van de maatregelen, de voorwaarden voor de registratie bij invoer en de wijze waarop de selectie van producenten in de Unie voor een steekproef wordt gemaakt.

Rechtsgrondslag



Artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

De vorm van de maatregelen wordt voorgeschreven in voornoemde basisverordeningen en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Het voorstel leidt niet tot hogere financiële of administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers. De terugbetaling van rechten die tijdens een lopend nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel zijn geïnd, wordt, wanneer dat nieuwe onderzoek niet tot een verlenging van de maatregelen leidt, door de nationale douaneautoriteiten afgewikkeld. De extra werklast die dit voor de douaneautoriteiten meebrengt, wordt als gering beschouwd en evenredig geacht aan de doelstelling van het voorstel, namelijk het eerlijker maken van de instrumenten.

De niet-toepassing van de regel van het lagere recht in gevallen van ontwijking, structurele verstoringen van de grondstoffenmarkt of subsidiëring is een evenredige maatregel, gezien de bijzondere noodzaak om de handel in deze situaties te beschermen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn:

voornoemde basisverordeningen voorzien niet in andere mogelijkheden.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft gevolgen voor de begroting van de Unie. De niet-toepassing van de regel van het lagere recht onder bepaalde omstandigheden zal in sommige gevallen tot hogere rechten leiden en derhalve voor hogere ontvangsten zorgen. De terugbetaling van geïnde rechten in gevallen waarin maatregelen na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel worden beëindigd, is een uitgave die voor rekening komt van de begroting van de Unie. Een kwantificatie is zeer moeilijk omdat de ontvangsten en uitgaven afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden per geval.

De voorgestelde wijzigingen van de wetgeving hebben ook gevolgen voor de praktijk. Hierbij gaat het niet om gevolgen voor de begroting, maar om wijzigingen van de werkprocessen (bijvoorbeeld in verband met mededeling vooraf, voorafgaande kennisgeving, samenvattend document). Met de uitbreiding van de helpdesk voor KMO’s (zie de toelichting in de mededeling van de Commissie) zijn middelen gemoeid, zoals aangegeven in het financieel memorandum.

4.

Aanvullende informatie



Niet van toepassing.