Toelichting bij COM(2013)374 - Sloveens hervormingsprogramma 2013 en stabiliteitsprogramma 2012-2016

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0374

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma voor 2013 van Slovenië, met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2012-2016 /* COM/2013/0374 final - 2012/ () */


1.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma voor 2013 van Slovenië, met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2012-2016

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden[2], met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[3],

Gezien de resoluties van het Europees Parlement[4],

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en zich toespitsen op de sleutelgebieden waarop Europa’s potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

De Raad heeft op 13 juli 2010 op grond van de voorstellen van de Commissie een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) vastgesteld en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[5] vastgesteld, die samen de 'geïntegreerde richtsnoeren' vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

Op 29 juni 2012 besloten de staatshoofden en regeringsleiders tot een Pact voor groei en werkgelegenheid, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij namen een besluit over de maatregelen die op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen en gaven met name te kennen zich ten volle in te zullen zetten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en de tenuitvoerlegging van de landenspecifieke aanbevelingen.

Op 6 juli 2012 heeft de Raad een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2012 van Slovenië aangenomen en een advies over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2011-2015 uitgebracht.

Op 28 november 2012 heeft de Commissie haar goedkeuring aan de jaarlijkse groeianalyse[6] gehecht en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester voor economische beleidscoördinatie 2013. Eveneens op 28 november 2012 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden het Waarschuwingsmechanismeverslag[7] aangenomen; daarin is Slovenië genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

Op 14 maart 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat er moet worden gewerkt aan gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, het aanpakken van werkloosheid en de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

Op 10 april 2013 maakte de Commissie de resultaten bekend van de diepgaande evaluatie[8] inzake Slovenië op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011. Op grond van haar analyse concludeerde de Commissie dat Slovenië met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden wordt geconfronteerd. Een dringend beleidsoptreden is geboden om de snelle verergering van deze onevenwichtigheden tot staan te brengen en de afbouw ervan in goede banen te leiden. Tot dusver ligt het niveau van zowel de particuliere als de openbare schuld onder de alarmdrempels van het scorebord en is ook de externe nettoschuld vrij beperkt. Het probleem is echter niet het schuldniveau, maar de structuur van de schuld, die sterk in het bedrijfsleven geconcentreerd is. Tegen de achtergrond van steeds negatiever wordende economische trends wordt hierdoor de stabiliteit van de financiële sector ondermijnd en de afbouw van de schulden bemoeilijkt, onder meer via interacties met het niveau van de overheidsschuld. Deze risico's worden nog vergroot doordat het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt en de kapitaalmarkt beperkt is en doordat staatseigendom een dominante rol speelt in de economische structuur. Perioden waarin onzekerheid bestond over het beleid in combinatie met hervormingen die op juridische belemmeringen stuitten, hebben Slovenië belet zijn onevenwichtigheden op afdoende wijze aan te pakken en zijn aanpassingsvermogen te verbeteren, waardoor het land thans kwetsbaarder is op een moment waarop de overheidsfinanciering aan verhoogde spanningen blootstaat.

Op 9 mei 2013 heeft Slovenië zijn stabiliteitsprogramma voor de periode 2012-2016 en zijn nationale hervormingsprogramma voor 2013 ingediend. Met het oog op het onderlinge verband zijn beide programma’s terzelfder tijd geëvalueerd.

Op 23 mei 2013 hebben de Sloveense autoriteiten de Commissie een brief gestuurd waarin zij de voornaamste verplichtingen uit het nationale hervormingsprogramma kort en duidelijk hebben samengevat, gewijzigd en toegelicht.

Op basis van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad verrichte evaluatie van het stabiliteitsprogramma 2013 is de Raad van mening dat ondanks aanzienlijke, zij het laat uitgevoerde consolidatie-inspanningen, die het tekort van 6,2% van het bbp in 2009 hebben teruggedrongen tot 4,0% van het bbp in 2012, Slovenië vermoedelijk zijn buitensporig tekort niet, zoals eind 2009 door de Raad aanbevolen, uiterlijk eind 2013 zal hebben gecorrigeerd. Dit heeft met name te maken met een slechtere economische situatie dan destijds werd verwacht. Het aan de begrotingsprognoses van het programma ten grondslag liggende macro-economische scenario is in zijn algemeenheid geloofwaardig voor 2013, maar optimistisch voor 2014. De autoriteiten verwachten met name dat het bbp, na te zijn gedaald met 2,3% in 2012 en met 1,9% in 2013, in 2014 met 0,2% zal toenemen, ervan uitgaande dat er begrotingsmaatregelen worden genomen om het overheidstekort terug te dringen van 4,2% van het bbp (exclusief herkapitalisatie van banken) in 2013 tot 2,6% van het bbp in 2014. De Commissie voorziet echter dat het bbp in 2014 bij ongewijzigd beleid zal dalen met 0,1%, een scenario dat alleen rekening houdt met medio april 2013 vastgestelde maatregelen en voorziet voor 2014 een tekort van 4,9% van het bbp. De voornaamste doelstellingen van de in het programma uiteengezette begrotingsstrategie zijn de correctie van het buitensporig tekort in 2014, één jaar na de door de Raad eind 2009 vastgestelde uiterste termijn, het bereiken van een evenwichtige structurele begrotingssituatie in 2017 en een stabilisatie van de schuldquote onder de 55% van het bbp. Het programma bevestigt de middellangetermijndoelstelling, te weten een structureel begrotingsevenwicht. Deze middellangetermijndoelstelling strookt niet met de eisen van het stabiliteits- en groeipact omdat deze niet voldoende rekening houdt met de latent aanwezige verplichtingen in verband met de vergrijzing. De geplande kerndoelstellingen inzake het tekort in het programma zijn toereikend om in 2014 tot een correctie van het buitensporig tekort te komen. Echter, gezien de optimistische groeiprognoses voor dat jaar, de aanzienlijke risico’s voor de inkomstenprognoses en de onvoldoende gespecificeerde uitgavenmaatregelen [is de Raad van mening dat het niet waarschijnlijk is dat het buitensporig tekort in 2014 zal worden gecorrigeerd]. Tegen deze achtergrond zouden er aanvullende structurele consolidatiemaatregelen gespecificeerd, vastgesteld en uitgevoerd moeten worden, om ervoor te zorgen dat het buitensporig tekort uiterlijk in 2015 op geloofwaardige en duurzame manier wordt gecorrigeerd, zoals [op 21 juni 2013] door de Raad is aanbevolen. De overheidsschuldquote is meer dan verdubbeld, van 22,0% in 2008 tot 54,1% in 2012 en zal volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de Commissie verder stijgen tot 66,5% in 2014. De autoriteiten verwachten dat de schuldquote in 2014 en 2015 met 63,2% zijn hoogste punt zal bereiken en dan zal dalen tot 62,8% in 2016. Waarschijnlijker is dat de schuldquote zal stijgen, ook vanwege aanzienlijke latente verplichtingen en de waarschijnlijkheid van stock-flow adjustments als gevolg van overdracht van activa aan de Bank Asset Management Company, waarmee de prognoses in het programma geen rekening houden.

In mei 2013 hebben de autoriteiten aanzienlijke vooruitgang geboekt met de consolidering van de overheidsfinanciën. Zij kwamen tot overeenstemming met de sociale partners over een extra verlaging met 1¼% van de bruto basislonen in de overheidssector, bovenop de 3% verlaging waarover in overeenstemming was bereikt in de wet inzake het in evenwicht brengen van de overheidsfinanciën van mei 2012. Voorts keurde het parlement een grondwettelijke basis goed voor de vaststelling van een regel inzake het structurele begrotingssaldo/overschot van de overheid. De volledige omzetting van de bepalingen van het begrotingspact zal echter plaatsvinden door middel van een speciale constitutionele uitvoeringswet, die volgens planning in november 2013 door het parlement wordt goedgekeurd. Tot slot heeft het parlement vrijwel unaniem de grondwettelijke regels aangescherpt voor het houden en winnen van een referendum; dit zal naar verwachting de invoering van budgettaire consolidatiemaatregelen vereenvoudigen. Gezien de snel stijgende schuld is het des te belangrijker dat de begrotingsstrategie 2013 kracht wordt bijgezet en nauwgezet wordt uitgevoerd, en dat in de volgende jaren met doortastendheid aanzienlijke consolidatie-inspanningen worden geleverd. Hoewel sommige belastingen onder het EU-gemiddelde liggen, kan de noodzaak de uitgavendynamiek aan te pakken niet eindeloos op de lange baan worden geschoven door op belastingverhogingen te vertrouwen. Het lijkt daarom goed de inkomstenverhogende maatregelen aan te vullen met extra begrotingsinspanningen in de vorm van structurele beperkingen van de uitgaven. Het begrotingskader voor de middellange termijn en de uitgavenregel zijn nog steeds onvoldoende gericht op het bereiken van de middellangetermijndoelstelling en het verzekeren van de houdbaarheid op lange termijn. Bovendien lijken budgettaire beperkingen voor bepaalde overheidsdiensten, met name die welke indirect van de begroting gebruik maken, niet volledig te worden gehandhaafd. Tot slot lijken internationale en nationale schattingen aan te geven dat de omvang van de schaduweconomie in Slovenië boven het EU-gemiddelde ligt, wat erop wijst dat er ruimte is voor een betere naleving van de belastingwetgeving.

In december 2012 werd een pensioenhervorming goedgekeurd, die in januari 2013 in werking trad. Deze biedt een oplossing voor de in de aanbevelingen van 2012 gesignaleerde problemen, zij het onvoldoende omdat het effect ervan op de overheidsfinanciën zich naar verwachting slechts op middellange termijn zal voordoen (tot 2020). Ofschoon de pensioenhervorming een belangrijke stap vormt, biedt deze onvoldoende specifieke maatregelen om de leeftijdgerelateerde kosten na 2020 binnen de perken te houden. Er zijn verdere hervormingsinspanningen nodig om de houdbaarheid van de pensioenuitgaven op de lange termijn te verbeteren, onder meer door de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd aan te passen aan de toegenomen levensverwachting en de mogelijkheden voor vervroegd pensioen verder te beperken. Op het gebied van de langdurige zorg is de vraag naar diensten hoger dan het aanbod en zijn de uitgaven nog betrekkelijk laag. De vraag naar langdurige zorg en de daarmee verband houdende uitgaven zullen naar verwachting aanzienlijk stijgen vanwege de vergrijzing. Verdere evaluaties van de bestaande maatregelen zouden ertoe bijdragen dat op dit gebied een meer op de feiten gebaseerd beleid tot stand komt.

Hoewel de Sloveense banksector vrij klein is en nog niet eens half zo groot is als de gemiddelde banksector in de eurozone, hebben de voornaamste banken te maken met een voortdurende druk op hun kapitaalbuffers, die ten opzichte van andere landen in de regio betrekkelijk laag blijven, en het feit dat zij voor kapitaal op de staat aangewezen zijn, vormt een aanzienlijke bedreiging voor de economie. De behoefte aan herhaaldelijke herkapitalisering doet zich vooral voor bij binnenlandse staatsbanken. Ofschoon het niveau van de totale particuliere schulden onder het gemiddelde van de eurozone en de alarmdrempels van het scorebord van macro-economische onevenwichtigheden ligt, gaat het om een kwestie van structurele aard. De meeste schuld concentreert zich in de bedrijfssector en veel ondernemingen hebben te hoge schulden, wat tot verdere toename van onrendabele leningen leidt. Eind 2012 was ten aanzien van 23,7% van de bedrijfsleningen sprake van een afbetalingsachterstand van 90 dagen of meer. Het stimuleren van kredietverlening aan de bedrijfssector is nodig om investeringen te bevorderen en de productiviteit en het concurrentievermogen te vergroten. In het stabiliteitsprogramma wordt uitgegaan van verdere herkapitaliseringen. De autoriteiten hebben schriftelijk bevestigd dat zij zich ertoe verplichten zo nodig aanvullend kapitaal te verstrekken. De kredietverschaffing krimpt en de interactie tussen zwakke banken en de overheid is geïntensiveerd. De rente op bedrijfsleningen (voor leningen boven 1 miljoen EUR) is in Slovenië meer dan 2 procentpunten hoger dan in de eurozone in zijn geheel en dit verschil is in 2012 opnieuw toegenomen. Er werd kaderwetgeving voor de herstructurering van banken aangenomen, maar deze moet nog steeds daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd. De Bank Asset Management Company (BAMC) blijft het centrale institutionele platform voor het herstel van banken. Het nationale hervormingsprogramma, aangevuld met door de regering verstrekte recente informatie, beschrijft plannen voor overdrachten aan de BAMC op basis van door de Bank van Slovenië uitgevoerde bottom-up stresstesten. De autoriteiten hebben schriftelijk bevestigd dat zij klaar staan om er samen met de Commissie en de ECB voor te zorgen dat voor een aantal geselecteerde banken onafhankelijke onderzoeken inzake de kwaliteit van de activa worden uitgevoerd. Dit zou voor het volledige systeem moeten plaatsvinden, om voor een duurzame stabiliteit van de bankensector te zorgen. In andere landen is een dergelijke benadering essentieel gebleken voor het herwinnen van vertrouwen, geloofwaardigheid en markttoegang. Door een grondige, externe beoordeling verkregen informatie is een noodzakelijk basis voor een algehele strategie voor de financiële sector.

Het nationale hervormingsprogramma geeft geen omschrijving van aanvullende stappen voor het versterken van het toezicht op banken; de noodzaak daarvan werd vastgesteld in de diepgaande evaluatie van 2013. Wat de maatregelen voor het toezicht op banken betreft, heeft de enige nieuwe informatie in het programma betrekking op de nieuwe stresstests van de Bank van Slovenië. Een verder onderzoek van maatregelen als een passend macro-prudentieel beleid, is niet verstrekt.

In maart 2013 werd een arbeidsmarkthervorming goedgekeurd om de versnippering van de arbeidsmarkt te verminderen en de flexibiliteit op de arbeidsmarkt te vergroten. De hervorming vermindert de bescherming van vaste arbeidsovereenkomsten door de ontslagprocedures in geval van individuele en collectieve ontslagen te vereenvoudigen en de kosten van ontslag te verminderen. De regelgeving inzake overeenkomsten voor bepaalde tijd is verder aangescherpt om misbruik terug te dringen, terwijl het gebruik van uitzendkrachten is beperkt. Hoewel de hervorming in de goede richting gaat, staat het nog te bezien of deze voldoende ambitieus is om een aanzienlijk effect te hebben op de versnippering en de flexibiliteit van de arbeidsmarkt en op de aantrekkelijkheid van Slovenië voor buitenlandse directe investeringen. Er zijn nog geen maatregelen genomen om de door de regelgeving inzake studentenwerk veroorzaakte tweedeling van de arbeidsmarkt aan te pakken. Het nationale hervormingsprogramma stelt maatregelen voor die in de goede richting gaan. De jeugdwerkloosheid is in Slovenië sterk gestegen, met 4,9 procentpunten tot 20,6% in 2012, terwijl de werkloosheid in 2012 met 0,7 procentpunten toenam tot 9%. Volgens de voorlopige nationale gegevens nam ondanks de stijgende werkloosheid het aantal werklozen dat deelneemt aan actieve, door het Europees Sociaal Fonds meegefinancierde arbeidsmarktbeleidsmaatregelen, in 2012 aanzienlijk af. Er zijn geen maatregelen genomen om werkomstandigheden aan te passen aan de langere duur van het arbeidsleven en er zijn geen op maat gemaakte maatregelen inzake levenslang leren of actieve arbeidsmarktmaatregelen vastgesteld om de werkgelegenheid voor jonge afgestudeerden in het tertiair onderwijs, oudere werknemers en laaggeschoolde werknemers te vergroten. Slovenië heeft een aantal maatregelen genomen om de afstemming van vaardigheden op de behoeften van de arbeidsmarkt te verbeteren. Door de openbare dienst voor arbeidsvoorziening wordt een proefproject uitgevoerd inzake de wijze waarop deze behoeften moeten worden geëvalueerd, maar de samenwerking met de belanghebbenden moet verder worden ontwikkeld. Er moet meer worden gedaan om de aantrekkelijkheid van de relevante onderwijs- en opleidingsprogramma’s te verbeteren. Er worden ook aanvullende loopbaangeoriënteerde maatregelen ten uitvoer gelegd bij kmo’s. De rol van werkgevers bij beroepsonderwijs en -opleiding moet nog steeds worden versterkt. Verbeteringen op deze gebieden zouden de productiviteit en het concurrentievermogen vergroten.

Beleidsmaatregelen ter verbetering van het kostenconcurrentievermogen zijn slechts beperkt geweest. In 2012 heeft de regering de nominale brutolonen van individuele werknemers in de overheidssector met ongeveer 3% verlaagd. Met de sociale partners werd halverwege mei 2013 overeenstemming bereikt over een verdere verlaging van de arbeidskosten in de overheidssector. Het minimumloon als percentage van het gemiddelde loon behoort tot de hoogste in de EU, is geïndexeerd en kende een grote discretionaire verhoging in 2010. Hoewel de groei van de nominale compensatie per werknemer in 2012 negatief was (-0,4%), lieten de nominale arbeidskosten per eenheid in 2012 een bescheiden positieve groei zien (0,7%) vanwege de negatievere groei van de productiviteit (-1,1%). Maatregelen om de groei van de productiviteit te vergroten en duurzame vooruitgang bij het verminderen van de arbeidskosten per eenheid zouden helpen het concurrentievermogen te herwinnen.

Staatseigendom speelt in de Sloveense economie een grote rol; veel elementen zijn sinds de overgangsperiode van de negentiger jaren onveranderd gebleven. De in de negentiger jaren vastgestelde instrumenten voor privatisering en bedrijfsherstructurering hadden tot gevolg dat de staat, vooral in de financiële sector, dominant bleef. In 2011 waren staatsbedrijven goed voor een zesde van de totale toegevoegde waarde van de Sloveense economie en ongeveer de helft van de totale verliezen in de bedrijfssector en was een op de acht personen bij een staatsbedrijf in dienst. Door de staat gecontroleerde fondsen en ondernemingen zijn bovendien op de overheidsfinanciën van invloed door de wisselwerking tussen verhoogde schuldniveaus, behoefte aan herkapitalisering en aanzienlijke overheidsgaranties. De omvang en de zwakte van staatsbedrijven vertragen de economische ontwikkeling en groei en dragen bij tot de bestaande onevenwichtigheden. Dominantie van de staat en een dikwijls slecht functionerend beheer van staatsactiva belemmeren binnen- en buitenlandse particuliere investeringen en verlagen daarmee de productiviteit en het concurrentievermogen. De kruislingse participaties in staatsbedrijven in de niet-financiële sector waarbij financiële instellingen in handen van de staat zijn, veroorzaken besmettingsrisico’s, beperken aanpassingen en verstoren de allocatie van middelen, met name waar het om nieuwe investeringen gaat.

Het nationale hervormingsprogramma schetst de beleidsprioriteiten op het gebied van staatseigendom en dat van de schuldafbouw van bedrijven, maar geeft geen nadere bijzonderheden over de geplande maatregelen. De diepgaande evaluatie van 2013 schetste de economische resultaten met betrekking tot staatseigendom in de zin van directe en latente begrotingskosten en in de zin van de verstoring van normale commerciële activiteiten. Het nationale hervormingsprogramma maakt echter alleen melding van de nadelige gevolgen van het gebrek aan coördinatie bij het optreden van de staat als eigenaar van niet-financiële ondernemingen. Hoewel het nationale hervormingsprogramma positieve elementen bevat, biedt het al met al onvoldoende informatie over de strategische oriëntatie voor ondernemingen die in handen van de staat zullen blijven en bevat het geen gedetailleerde, tijdgebonden verbintenissen ter verbetering van hun financiële prestaties en hun beheer. Er zijn enkele eerste stappen genomen om de corporate governance te verbeteren, zoals aanbevolen in de landenspecifieke aanbevelingen voor 2012, en om een aantal staatsbedrijven te privatiseren. Er werd wetgeving ingevoerd voor de oprichting van de toekomstige “Slovenia Sovereign Holding”, maar deze moet nog steeds daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd. Een register inzake benoemingen in staatsbedrijven op managementniveau en in raden van toezicht, met voorschriften inzake de openbaarmaking van belangen, zou kunnen bijdragen tot meer transparantie. De in het nationale hervormingsprogramma voor het laatste kwartaal van 2013 aangekondigde uitwerking van een privatiseringsstrategie zal naar aanleiding van de brief van 23 mei 2013 worden vervroegd en in het derde kwartaal plaatsvinden. De regering heeft ondertussen het parlement een lijst van 15 te privatiseren ondernemingen voorgesteld. Naast minderheidsbelangen en kleine en middelgrote ondernemingen bevat deze lijst ook belangrijke ondernemingen als de op een na grootste bank, NKBM.

Slovenië heeft een groot aantal gereglementeerde beroepen en er is ruimte voor een aanzienlijke vermindering van de belemmeringen voor de toegang daartoe, wat een positief effect zou hebben op werkgelegenheid en mededinging. De Sloveense autoriteiten hebben in 2012 een hervormingsproces gelanceerd om een groot aantal gereglementeerde beroepen te onderzoeken teneinde de bestaande gereglementeerde beroepen beter te definiëren, de administratieve kosten terug te dringen en de toegang tot beroepen te vereenvoudigen. Een eerste reeks wetten op het gebied van ambachten, toerisme en bouw had begin 2013 door het parlement vastgesteld moeten worden. De hervorming ligt echter achter op schema, met uitzondering van de ambachtelijke sector. Slovenië heeft de wettelijke basisvoorwaarden voor een onafhankelijk agentschap voor bescherming van de mededinging vastgesteld, maar het moet er nog voor zorgen dat steeds een passende personeelsbezetting gegarandeerd is. De wetgeving moet verder worden gewijzigd zodat het agentschap een eigen begrotingspost krijgt, omdat daarmee de financiële onafhankelijk ervan wordt gewaarborgd. Rechtszaken in eerste aanleg in burgerlijke en handelszaken en faillissementsprocedures zijn onnodig lang. Ondanks een zichtbare positieve trend wat betreft het verkorten van de duur van burgerlijke en handelszaken blijven er steeds inspanningen nodig om deze kwesties aan te pakken, aangezien zij de bedrijfsactiviteit belemmeren en de aantrekkelijkheid van Slovenië voor buitenlandse directe investeringen verminderen. In dit kader moet de geplande vermindering van het aantal rechters per inwoner die in het nationale hervormingsprogramma wordt beschreven, worden gecompenseerd door een aanzienlijke toename van de effectiviteit.

Het nationale hervormingsprogramma bevestigt de noodzaak van het herstructureren van niet-financiële bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren, maar de beleidsuitdaging en de beleidsrespons inzake bedrijfsherstructurering moeten verder worden uitgewerkt, met de nadruk op marktgerichte oplossingen. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om particuliere investeringen aan te trekken, waaronder buitenlandse directe investeringen, en om ervoor te zorgen dat de particuliere sector voldoende mee deelt in de lasten en daarbij de middelen van de belastingbetaler gevrijwaard blijven. Het herstructureringsproces moet tot de verkoop van de geherstructureerde ondernemingen leiden zonder dat daarbij overheidsmiddelen betrokken zijn.

Slovenië is bezig met het wijzigingen van wetgeving om faillissementsprocedures doeltreffender te maken. In april 2013 wijzigde de regering de wet inzake financiële transacties, faillissementsprocedures en gedwongen ontbinding. De wijzigingen verfijnen de definitie van insolventie en introduceren prikkels voor managers om op tijd faillissement aan te vragen. Het bestaande insolventiekader kent onvoldoende prikkels en sancties die ervoor zorgen dat ondernemingen in een vroeg stadium faillissement aanvragen. De verplichte procedures voor het regelen van geschillen (gerechtelijke sanering) zijn ingewikkeld en gunstig voor debiteuren, met name in geval van kleine en middelgrote ondernemingen en micro-ondernemingen. Er zijn onvoldoende prikkels voor vroegtijdige buitengerechtelijke schikking, die ertoe zou kunnen bijdragen dat de voorzetting van levensvatbare ondernemingen wordt gewaarborgd. Er is nieuwe wetgeving aangekondigd die vroegtijdige financiële herstructurering van ondernemingen met te hoge schulden mogelijk maakt en het ministerie van justitie zal uiterlijk eind mei 2013 wetswijzigingen voorstellen om buitengerechtelijke herstructurering en schuldconversie te vereenvoudigen. Een passend rechtskader dat compatibele prikkels biedt voor crediteuren, eigenaars en management, zou essentieel zijn voor het bevorderen van de financiële herstructurering van niet-liquide, maar levensvatbare ondernemingen.

De Commissie heeft in de context van het Europees semester een alomvattende analyse van het economisch beleid van Slovenië verricht. Zij heeft zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en een diepgaande evaluatie gepresenteerd. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Slovenië, maar ook of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 9 weergegeven.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma van Slovenië onderzocht; zijn advies[9] daarover is met name in aanbeveling 1 weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in alle onderstaande aanbevelingen weergegeven.

De Commissie heeft in het kader van het Europees Semester ook een analyse uitgevoerd van het economisch beleid van de euro in zijn geheel. Op deze basis heeft de Raad aan de lidstaten die de euro als munteenheid hebben specifieke aanbevelingen gericht. Slovenië moet ook zorgen voor de volledige en tijdige tenuitvoerlegging van deze aanbevelingen,

BEVEELT AAN dat Slovenië in de periode 2013-2013 actie onderneemt om:

1. Voor 2013 en de daaropvolgende jaren de begrotingsstrategie uit te voeren en te versterken, ondersteund door voldoende specifieke structurele maatregelen, om te zorgen voor de duurzame correctie van het buitensporige tekort in 2015 en de in de aanbeveling van de Raad in het kader van de buitensporigtekortprocedure gespecificeerde verbetering. Na de correctie van het buitensporig tekort een structurele aanpassingsinspanning te leveren die Slovenië in staat stelt om uiterlijk in 2017 de middellangetermijndoelstelling te verwezenlijken. Duurzame correctie van de budgettaire onevenwichtigheden vereist de tenuitvoerlegging van ambitieuze structurele hervormingen die het aanpassingsvermogen van de economie zouden vergroten en de potentiële groei en werkgelegenheid zouden bevorderen. Groeibevorderende uitgaven te waarborgen, maatregelen vast te stellen ter bevordering van de naleving van de belastingswetgeving en maatregelen uit te voeren aan de uitgavenzijde, ondersteund door systematische beoordelingen van de overheidsuitgaven op alle bestuursniveaus. Uiterlijk eind 2013 de geloofwaardigheid van de consolidering te verbeteren, de invoering te voltooien van een regel voor een structureel evenwicht/overschot van de overheidsbegroting, het begrotingskader voor de middellange termijn bindend, volledig en transparant te maken en de rol te versterken van de onafhankelijke instanties die toezicht op het begrotingsbeleid uitoefenen. Maatregelen te nemen om de voorwaardelijke verplichtingen van de staat geleidelijk te verminderen.

2. De houdbaarheid op lange termijn van het pensioenstelsel ook na 2020 te versterken door alle relevante parameters verder aan te passen, onder meer door de koppeling van de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd aan de toegenomen levensverwachting, met handhaving van de toereikendheid van pensioenen. Aan leeftijd gerelateerde uitgaven voor langdurige zorg in toom te houden en de toegang tot diensten te verbeteren door het zwaartepunt te verleggen van institutionele zorg naar thuiszorg, door prestaties beter op het doel af te stemmen en meer inkomensafhankelijk te maken en door preventie te versterken teneinde invaliditeit en afhankelijkheid te voorkomen.

3. Ervoor te zorgen dat loonontwikkelingen, waaronder die van het minimumloon, bijdragen tot het concurrentievermogen en het scheppen van banen. Nauwlettend toezicht te houden op de gevolgen van de recente arbeidsmarkthervorming en zo nodig de gebieden te identificeren waarop verdere maatregelen nodig zijn om meer banen te scheppen en fragmentering aan te pakken, onder meer door de regulering van banen voor studenten. Verdere maatregelen te nemen voor het vergroten van de werkgelegenheid voor jonge afgestudeerden in het tertiair onderwijs, ouderen en laaggeschoolden door middelen te concentreren op op maat gesneden actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen en daarbij de doeltreffendheid daarvan te verbeteren. De discrepantie tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden aan te pakken door de relevante beroepsonderwijs- en beroepsopleidingsprogramma’s aantrekkelijker te maken en door de samenwerking met de relevante belanghebbenden bij de beoordeling van de behoeften van de arbeidsmarkt verder te ontwikkelen.

4. De noodzakelijke stappen te nemen – met bijdragen van de Europese partners – om uiterlijk eind juni 2013 een onafhankelijke externe adviseur in dienst te nemen voor het uitvoeren van een systeembrede kwaliteitsbeoordeling van de bankactiva. Deze beoordeling in 2013 te voltooien, waarbij sneller vooruitgang moet worden gemaakt in het geval van de twee banken die al het voorwerp van de staatssteunprocedure zijn, teneinde hun balansherstel te bespoedigen. Klaar te staan om aanvullend kapitaal te verstrekken wanneer bij de overdracht van activa of de kwaliteitsbeoordeling van de activa extra tekorten mochten blijken te bestaan. Wanneer er sprake is van staatssteun moeten alle maatregelen, waaronder de objectieve beoordelingen van kapitaalbehoeften, de overdracht van activa aan de Bank Asset Management Company, de regeling voor de bescherming van activa, en de operationele uitvoering van de herstructureringsmaatregelen met volledige inachtneming van de regels inzake staatssteun worden uitgevoerd. Tegelijkertijd uiterlijk eind maart 2014 een algehele sectorstrategie te ontwikkelen en te implementeren om te zorgen voor rechtstreekse invloed op het beheer van hervormde banken en om governance, risicobeheer en winstgevendheid in de sector substantieel te verbeteren, onder meer door waar nodig te consolideren. Met spoed door te gaan met de voorbereidingen voor de aangekondigde privatisering van NKBM en uiterlijk eind september 2013 een ambitieus tijdspad vast te stellen voor de overdracht van directe en indirecte staatsdeelnemingen in banken.

5. Uiterlijk eind 2013 het regelgevingskader voor banken te evalueren en op basis van deze evaluatie de toezichtscapaciteit, de transparantie en de openbaarmaking van statistische gegevens te versterken.

6. De hervorming te bespoedigen van gereglementeerde diensten, met inbegrip van een aanzienlijke vermindering van de belemmeringen voor de toegang daartoe. Het bedrijfsklimaat te verbeteren, onder meer door te zorgen voor de onafhankelijkheid van het agentschap voor de bescherming van mededinging en dit agentschap voldoende autonome financiering te bieden.

7. Voort te bouwen op eerdere inspanningen om de lengte van gerechtelijke procedures in eerste aanleg in burgerlijke en handelsgeschillen en het aantal aanhangige zaken, met name handhavingszaken, verder te verminderen.

8. Als onderdeel van de geplande, uiterlijk in september 2013 te voltooien overheidsstrategie essentiële en niet-essentiële staatsactiva te classificeren op grond van economische criteria, met het oog op de overdracht van niet-essentiële activa. De Slovenia Sovereign Holding (SSH) tijdig volledig operationeel te maken en zowel de eigendom als het beheer van alle belangen aan de SHH over te dragen, met eventuele uitzondering van die welke al op de lijst voor onmiddellijke volledige privatisering staan. Ervoor te zorgen dat de SSH van meet af aan professioneel wordt beheerd, eventueel met behulp van internationale expertise en dat er een duidelijk gedefinieerde relatie is met de betrokken ondernemingen waarbij sprake is van rechtstreekse invloed. Sectorspecifieke strategieën te ontwikkelen voor kernbelangen ter verbetering van winstgevendheid en corporate governance. Een verplicht en openbaar toegankelijk register in te voeren van benoemingen in het management en de raden van toezicht van staatsbedrijven met voorschriften inzake de openbaarmaking van belangen. Ervoor te zorgen dat het regelgevingskader de overdracht bevordert van niet-essentiële staatsactiva en dat de administratieve belemmeringen zo veel mogelijk worden verminderd.

9. Alle bestaande wettelijke en administratieve belemmeringen vast te stellen voor de duurzame herstructurering van ondernemingen die te hoge schulden of te weinig kapitaal hebben, maar die wel levensvatbaar zijn en een begin te maken met het verwijderen van die belemmeringen, door middel van op de markt gebaseerde oplossingen. In dit kader maatregelen te nemen om te zorgen voor een voldoende particulier aandeel in de lasten, particuliere investeringen, waaronder buitenlandse directe investeringen te vergroten en als onderdeel van het herstructureringsproces efficiëntievoordelen te behalen bij noodlijdende ondernemingen. Uiterlijk in september 2013 het wettelijk kader vast te stellen voor buitengerechtelijke herstructurering, waarbij ervoor wordt gezorgd dat dit in overeenstemming is met de bestaande bepalingen inzake insolventie en prikkels biedt voor zowel crediteuren als aandeelhouders om tot buitengerechtelijke overeenkomsten voor herstructurering te komen. De handhaving te verbeteren van de faillissementsprocedures en gerechtelijke schikkingen inzake faillissement voor ondernemingen, met inbegrip van de spoedige afhandeling van lopende rechtszaken in verband met faillissementsprocedures, teneinde de recuperatiewaarde te maximaliseren en de tijdige en efficiënte afwikkeling van onrendabele leningen te bevorderen.

2.

Gedaan te Brussel,


Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 209, van 2.8.1997, blz. 1.

[2] PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

[3] COM(2013) 374 final.

[4] P7_TA(2013)0052 en P7_TA(2013)0053.

[5] Besluit 2013/208/EU van de Raad van 22 april 2013.

[6] COM(2012) 750 final.

[7] COM(2012) 751 final.

[8] SWD(2013) 122 final.

[9] Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.