Toelichting bij COM(2013)315 - Invoering van een interoperabele eCall in de hele EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel heeft betrekking op de alarmcentrale-infrastructuur (PSAP's – Public Safety Answering Points), één van de drie pijlers van de regelgevende eCall-strategie van de Commissie. De andere twee zijn de boordapparatuur en de telecommunicatienetwerken.

1.1.        Algemene context

Verkeersveiligheid is een van de belangrijkste aandachtspunten in het vervoersbeleid van de Europese Unie. In 2011 deden zich op de wegen in de Unie bij benadering 1,1 miljoen verkeersongevallen voor, waarbij ongeveer 30 000 mensen het leven lieten en meer dan 1,5 miljoen gewonden vielen. Naast het menselijk leed dat achter die doden en gewonden schuil gaat, veroorzaken deze ongevallen ook een economische kostprijs voor de samenleving van ca. 130 miljard euro per jaar. De EU is vastbesloten het aantal verkeersongevallen te verminderen (ongevallenpreventie of actieve veiligheid), de gevolgen van ongevallen – wanneer die zich toch nog voordoen – te milderen (passieve veiligheid) en met het oog daarop de doeltreffendheid van de noodhulpdiensten en de medische zorg na ongevallen (tertiaire veiligheid) te verbeteren. In dit verband kan eCall een belangrijke bijdrage leveren tot de daling van het aantal verkeersdoden en de ernst van verkeersletsels verminderen.

Wanneer de noodhulpdiensten bij een verkeersongeval worden opgeroepen, is elke minuut van vitaal belang om levens te redden en de ernst van de verwondingen te beperken. eCall-apparatuur alarmeert onmiddellijk de noodhulpdiensten, zelfs wanneer de bestuurder of passagier het bewustzijn heeft verloren of niet meer in staat is om te bellen, en bespoedigt de aankomst van de noodhulpdiensten in de stad met naar schatting 40 % en op het platteland met 50 %. eCall kan ook een aanzienlijke bijdrage leveren tot de vermindering van congestie door verkeersongevallen en derhalve van de algemene congestie op de Europese wegen.

De geharmoniseerde invoering van een interoperabele EU-wijde eCall-dienst staat sinds 2005 op de agenda van de Commissie en is nu een prioritaire actie geworden voor de verbetering van de verkeersveiligheid en de invoering van ITS in Europa.

In het kader van de optie voor een vrijwillige invoering heeft de Commissie er in 2005 in haar mededeling 'eCall naar de burger brengen'[1] bij de nationale en regionale overheden op aangedrongen het nodige te doen en in de noodzakelijke noodhulpinfrastructuur voor eCall te investeren om ervoor te zorgen dat deze pan-Europese dienst in 2009 volledig operationeel zal zijn. De Commissie heeft de Europese normalisatieorganisaties (ETSI, CEN) ook gevraagd de nodige gemeenschappelijke Europese normen op te stellen en daarbij ook zelf ondersteuning verleend.

Op 21 augustus 2009 werd in de mededeling 'eCall: tijd voor implementatie'[2] verslag uitgebracht over de voortgang en luidde de conclusie dat de vrijwillige aanpak ontoereikend is gebleken. De Commissie kondigde aan dat zij, als er tegen eind 2009 geen aanzienlijke vooruitgang werd geboekt, regelgevingsmaatregelen zou nemen om ervoor te zorgen dat alle nieuwe voertuigen in Europa zouden worden uitgerust met standaard eCall-apparatuur. De categorieën personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen komen het eerst aan de beurt.

In augustus 2010 is Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen[3] in werking getreden. In die richtlijn wordt 'de geharmoniseerde introductie van een interoperabel Europees eCall in heel Europa' genoemd als één van de zes prioritaire acties waarvoor specificaties moeten worden ontwikkeld.

In zijn niet-wetgevende resolutie 'eCall: een nieuwe 112-dienst voor burgers'[4] van 3 juli 2012, heeft het Europees Parlement het volgende standpunt ingenomen:

– "is van oordeel dat eCall een openbaar noodoproepsysteem voor de gehele EU moet zijn, dat in het voertuig is ingebouwd en is gebaseerd op het nummer 112 en op gemeenschappelijke pan-Europese normen;

– herinnert eraan dat de effectbeoordeling door de Commissie heeft aangetoond dat de aanneming van regelgeving voor een verplichte invoering van eCall momenteel de enige optie vormt waarbij de verwezenlijking van alle positieve effecten mogelijk is;

– dringt er bij de Commissie op aan om in het kader van Richtlijn 2007/46/EG een voorstel in te dienen voor de verplichte implementatie tegen 2015 van een openbaar, op 112 gebaseerd eCall-systeem in alle nieuwe typegoedgekeurde auto’s in alle lidstaten;

– is ingenomen met de aanbeveling van de Commissie van 8 september 2011 en dringt er bij de lidstaten en de mobiel-netwerkexploitanten op aan om uiterlijk eind 2014 de nodige maatregelen en aanpassingen te hebben uitgevoerd; betreurt evenwel dat slechts 18 lidstaten op tijd hebben gereageerd; roept de resterende lidstaten op dit zo spoedig mogelijk te doen;

– dringt er bij de Commissie op aan om voor eind 2012 in het kader van de ITS-richtlijn gemeenschappelijke specificaties voor PSAP's vast te stellen en een richtlijn inzake de implementatie van eCall voor te stellen."

De invoering van eCall spoort ook met het CARS 2020 actieplan, dat is opgenomen in de mededeling van 8 november 2012: 'CARS 2020: Actieplan voor een concurrerende en duurzame Europese automobielindustrie'[5].

Op 26 november 2012 heeft de Commissie gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft[6] aangenomen. In die verordening zijn de specificaties vastgesteld voor het moderniseren van de alarmcentrale-infrastructuur (PSAP) die nodig is voor een adequate ontvangst en behandeling van eCalls, met als doel de compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit van de geharmoniseerde EU-wijde eCall te garanderen.

1.2.        Motivering van het voorstel

Aangezien eind 2009 nog geen betekenisvolle vooruitgang was geboekt met de vrijwillige invoering van eCall, heeft de Commissie besloten een effectbeoordeling te verrichten om na te gaan welke de beste optie is om eCall in de hele Unie in te voeren.

Zoals wordt toegelicht in de effectbeoordeling[7], zijn voor de invoering van eCall drie soorten maatregelen vereist: er moet een specifiek systeem in de voertuigen worden geïnstalleerd, de exploitanten van mobiele netwerken moeten boodschappen met een bepaald formaat kunnen doorsturen en de alarmcentrales (PSAP's) moeten in staat zijn deze boodschappen te behandelen. Het systeem kan slechts volledig operationeel worden als de drie onderdelen ervan tegelijkertijd werken.

Volgens de conclusie in de effectbeoordeling is een regelgevend initiatief de beste optie voor een doeltreffende invoering van eCall. Voor eCall moeten alle voertuigen, te beginnen met bepaalde categorieën van voertuigen, worden uitgerust met apparatuur die een typekeuring heeft ondergaan voor het universele Europese alarmnummer 112 en moet een kader worden gecreëerd voor de verwerking van eCalls door de telecommunicatienetwerken en alarmcentrales. Hierdoor zullen alle burgers in de Unie over de EU-wijde eCall-dienst kunnen beschikken, wordt de marktpenetratie versneld en worden de mogelijkheden van eCall om levens te redden en de ernst van verwondingen te verminderen volledig benut. Naast en voortbouwend op de bestaande standaarduitrusting voor het nummer 112, kunnen extra noodhulpdiensten in het voertuig en/of diensten met een toegevoegde waarde worden voorzien die de eindgebruiker een betere veiligheid en financiële voordelen opleveren.

In deze context heeft de Commissie op 8 september 2011 haar strategie voor de regelgevingsmaatregelen inzake eCall uit de doeken gedaan en ook het eerste deel van die strategie vastgesteld in de vorm van een aanbeveling[8] ter ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst in elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112 gebaseerde noodoproepen uit voertuigen (eCalls).

Om de tenuitvoerlegging van haar eCall-strategie te voltooien en te garanderen dat de drie betrokken groepen van belanghebbenden (exploitanten van mobiele netwerken, openbare nooddiensten en de auto-industrie) de op het alarmnummer 112 gebaseerde eCall-dienst tegen 2015 tijdig en parallel invoeren, stelt de Commissie de volgende maatregelen voor:

– voertuigsystemen: een voorstel in het kader van Richtlijn 2007/46/EG om eCall verplicht te maken in alle nieuwe voertuigen van het type M1 en N1 (personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen);

– mobielecommunicatienetwerken: zie de hierboven genoemde aanbeveling van de Commissie over eCall;

– alarmcentrales: de vaststelling van de voornoemde gedelegeerde verordening op grond van Richtlijn 2010/40/EU om de specificaties van de alarmcentrales te bepalen.

Op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 2010/40/EU dient de Commissie uiterlijk twaalf maanden na de vaststelling van de vereiste specificaties voor een prioritaire actie, in voorkomend geval na het uitvoeren van een effectbeoordeling met kosten-batenanalyse, overeenkomstig artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in te dienen betreffende de implementatie van die prioritaire actie.

Dat is het specifieke doel van dit voorstel en vormt een aanvulling op het initiatief inzake de alarmcentrales van de eCall-strategie van de Commissie.

De verschillende teksten vullen elkaar aan en zullen er samen voor zorgen dat de eCall-dienst 112 tegen 1 oktober 2015 volledig operationeel is.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

2.1.        Raadpleging van belanghebbende partijen

Dit voorstel is het resultaat van uitgebreid overleg met de belangrijkste belanghebbenden.

Er is rekening gehouden met alle raadplegingen in de loop van de effectbeoordeling voor eCall. De Commissie ontving uitgebreide bijdragen van belanghebbenden die actief zijn in verschillende fora, waaronder het Europese platform voor de implementatie van eCall (EeIP), de groep van deskundigen op het gebied van eCall en alarmcentrales en de eCall-stuurgroep in het kader van het eSafety/i-Mobility-forum, en via een openbare raadpleging over de invoering van eCall, die tussen 19 juli en 19 september 2010 heeft plaatsgevonden.

In het voorstel is ook rekening gehouden met de besprekingen die op 13 oktober 2011, 29 mei, 19 juni en 3 juli 2012 hebben plaatsgevonden tijdens de vergaderingen met deskundigen van de lidstaten, EER-landen en Zwitserland met het oog op de vaststelling van de specificaties voor de alarmcentrales. Die vergaderingen werden ook bijgewoond door vertegenwoordigers van het Europees Parlement en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming[9].

In het voorstel is ten slotte rekening gehouden met het advies van de Europese ITS-adviesgroep, die is samengesteld uit 25 vooraanstaande vertegenwoordigers van belanghebbende ITS-dienstaanbieders, verenigingen van gebruikers, vervoersondernemers en infrastructuurexploitanten, fabrikanten, sociale partners, beroepsverenigingen, lokale overheden en andere bevoegde fora[10].

2.2.        Effectbeoordeling en kosten-batenanalyse

Als onderdeel van de effectbeoordeling over eCall zijn de kosten en baten van de drie voorgestelde opties, waaronder de aanbevolen optie (regelgevingsmaatregelen), uitgebreid geanalyseerd.

Wat de kosten-batenanalyse van de verkozen optie betreft (optie 3), is het onmogelijk om de drie geplande regelgevingsmaatregelen voor eCall (boordapparatuur, telecommunicatie, alarmcentrales) van elkaar los te koppelen. De kosten voor de alarmcentrales kunnen wellicht apart van die voor de andere twee onderdelen (boordapparatuur en telecommunicatie) worden geraamd, maar voor de inschatting van de baten moet het eCall-initiatief als geheel worden bekeken.

2.2.1.     Analyse van de voornaamste kosten voor de alarmcentrales

De marginale kosten voor de uitrusting van alle alarmcentrales met de nodige apparatuur voor de verwerking van 112-oproepen met locatie-informatie – E112-oproepen (verplicht krachtens de universeledienstrichtlijn[11]) – omvatten het volgende:

– een in-band modemserver (3 000 euro tot 20 000 euro, afhankelijk van het aantal eCalls);

– software voor de decodering van de MSD (minimum set of data) en integratie in de software van de alarmcentrale;

– opleiding.

De jaarlijkse bedrijfskosten moeten nog bij deze kosten worden opgeteld. Wanneer de eCalls binnenkomen in een alarmcentrale die ook andere noodoproepen ontvangt, zullen deze kosten grotendeels opgaan in de normale bedrijfskosten. In alle andere gevallen zullen de kosten afhankelijk zijn van het aantal alarmcentralisten dat nodig is om het geschatte aantal eCalls te behandelen[12].

De kosten voor de modernisering van de alarmcentrales worden op gemiddeld ca. 1,1 miljoen euro per lidstaat[13] geraamd. Deze raming is afgeleid uit een clusteranalyse op basis van de bevolkingsdichtheid van de betrokken landen, de typologie van de ongevallen, de weg- en noodhulpdienstinfrastructuur en andere algemene statistieken. De kosten variëren sterk van land tot land, afhankelijk van het aantal alarmcentrales, maar ook van de technische oplossing die voor de modernisering van deze centrales wordt gekozen.

Aanvullende informatie inzake de kosten is afkomstig uit het aan de invoering voorafgaande proefproject[14] HeERO (januari 2011 – januari 2013), waarbij de overheden van negen lidstaten en geassocieerde landen, en veertig partners betrokken zijn. Doel van dit project was de invoering van de benodigde infrastructuur voor te bereiden, onder meer via het opstarten van een in voertuigen te installeren interoperabel en geharmoniseerd noodoproepsysteem dat werkt op basis van het alarmnummer 112. Het project zal begin 2013 worden opgevolgd door het HeERO2-proefproject, dat 24 maanden zal lopen en waarbij negen extra lidstaten en geassocieerde landen worden betrokken.

Het HeERO-project heeft helpen aantonen dat innovatieve oplossingen tot grotere kostenbesparingen kunnen leiden dan met de veeleer behoudsgezinde aanpak die in de eCall-effectboordeling is gevolgd. Dit gaat met name op voor lidstaten met een groot aantal alarmcentrales. Bovendien werd bevestigd dat zowel de geraamde als de reële kosten van de invoering ruim binnen de verwachte bandbreedte blijven.

2.2.2.     Analyse van de belangrijkste baten

In de effectbeoordeling en diverse studies, ook op nationaal niveau, wordt gewezen op de volgende voordelen:

– vermindering van het aantal dodelijke slachtoffers (wanneer alle voertuigen met eCall zijn uitgerust: tussen 1 % en 10 %, afhankelijk van de bevolkingsdichtheid van het betrokken land en de weg- en noodhulpdienstinfrastructuur)[15];

– verlaging van het niveau van de ernst van de verwondingen (tussen 2 % en 15 %)[16];

– daling van de kosten voor files als gevolg van verkeersongevallen. Dit is terug te voeren op een beter ongevallenbeheer: het ongeval wordt onmiddellijk aan de alarmcentrale gemeld en de gegevens erover kunnen worden doorgegeven aan de betrokken centrale meldkamer, die op haar beurt onmiddellijk andere weggebruikers kan inlichten en secundaire ongevallen kan helpen voorkomen;

– het werk van de reddingdiensten wordt vergemakkelijkt en de veiligheid van de reddingsploegen (zoals de brandweer), die gekneld geraakte inzittenden uit een voertuig moeten bevrijden, wordt verbeterd – omdat de MSD onder meer informatie over het brandstoftype bevat;

– minder SOS-infrastructuur aan de kant van de weg, aangezien elke weggebruiker vanuit zijn eigen voertuig een noodoproep kan initiëren.

2.2.3.     Kosten-batenverhouding

Voor elke optie en voor elke betrokken categorie zijn de baten in geld uitgedrukt[17] en is een kosten-batenanalyse gemaakt. De ramingen zijn berekend tot het jaar 2033, aangezien wordt verwacht dat de eCall-diensten in dat jaar volledig zullen zijn uitgerold indien wordt gekozen voor de aanbevolen beleidsoptie.

|| Beleidsoptie 1 Geen EU-maatregelen| Beleidsoptie 2 Vrijwillige aanpak| Beleidsoptie 3 Regelgevingsmaatregelen

Kosten-batenverhouding| 0,| 0,| 1,74

2.

Juridische elementen van het voorstel



3.1.        Rechtsgrondslag

Op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 2010/40/EU dient de Commissie uiterlijk twaalf maanden na de vaststelling van de vereiste specificaties voor een prioritaire actie, in voorkomend geval na het uitvoeren van een effectbeoordeling met kosten-batenanalyse, overeenkomstig artikel 294 VWEU bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in te dienen betreffende de invoering van die specificaties.

3.2.        Subsidiariteit en evenredigheid

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) mag slechts op EU-niveau worden opgetreden wanneer de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten alleen kunnen worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de EU kunnen worden bereikt.

Verkeersveiligheid is een uitermate belangrijk onderwerp voor de hele Europese Unie en al haar inwoners: in de 27 lidstaten maken 500 miljoen burgers met in totaal meer dan 230 miljoen voertuigen gebruik van meer dan 5 miljoen km wegen. Het initiatief voor een EU-wijde interoperabele eCall-dienst heeft tot doel in alle voertuigen in Europa de minimumfuncties te installeren die nodig zijn voor een adequate behandeling van noodoproepen door de noodhulpdiensten. Op dit moment worden tussen de verschillende lidstaten samen jaarlijks meer dan 100 miljoen ritten over de weg afgelegd en dat aantal neemt nog toe als gevolg van de toenemende consolidering van de Europese Unie (dankzij het vrije verkeer van goederen, personen en diensten). Om de interoperabiliteit en de continuïteit van de dienst in heel Europa te garanderen, is een optreden op EU-niveau vereist aangezien deze doelstelling niet voldoende door de lidstaten alleen kan worden verwezenlijkt. Bovendien zal een optreden op EU-niveau aan de hand van gemeenschappelijke Europese eCall-normen die door de Europese normalisatieorganisaties (CEN en ETSI) zijn goedgekeurd, borg staan voor een doeltreffende verlening van noodhulpdiensten in heel Europa, bijvoorbeeld wanneer voertuigen in het buitenland onderweg zijn. Voorts zal een dergelijk optreden helpen voorkomen dat de markt versnipperd geraakt als gevolg van een wildgroei aan nationale en/of merkgebonden particuliere oplossingen die op uiteenlopende manieren ten uitvoer worden gelegd.

De EU-wijde eCall, met de invoering van de alarmnummers 112 en E112, is zo ontworpen dat de impact op alle belanghebbenden in de waardeketen (auto-industrie, mobiel-netwerkexploitanten, lidstaten – alarmcentrales) tot een minimum wordt beperkt en deze impact bovendien billijk wordt gespreid.

In dit voorstel is bepaald dat de lidstaten de nodige alarmcentrale-infrastructuur voor eCall dienen op te zetten voor een correcte ontvangst en behandeling van alle eCalls op hun grondgebied overeenkomstig gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie van 26 november 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft, teneinde de compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit van de universele eCall-dienst in de hele Unie te waarborgen. Het is de bedoeling de financiële en administratieve kosten voor de nationale/regionale overheden te beperken tot een minimum dat in overeenstemming is met de beoogde doelstellingen. Een substantieel deel van de uitvoering (de organisatie van de alarmcentrales) wordt overgelaten aan de nationale besluitvormingsinstanties. De infrastructuur van de alarmcentrales zal door de lidstaten worden gemoderniseerd op een manier die het beste past in hun nationale/lokale bestuursorganisatie, d.w.z. met inachtneming van de specifieke problemen en omstandigheden van elke lidstaat. Elke lidstaat zal zijn eigen noodhulpdiensten kunnen organiseren op de manier die het best is afgestemd op zijn behoeften, met inbegrip van de mogelijkheid om niet-dringende oproepen die niet door de alarmcentrale moeten worden behandeld, met name manueel geïnitieerde oproepen, te filteren.

3.3.        Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel

In artikel 1 is bepaald dat de lidstaten uiterlijk 1 oktober 2015 de alarmcentrale-infrastructuur voor eCall dienen uit te rollen die nodig is voor de correcte ontvangst en verwerking van alle eCalls op hun grondgebied.

In artikel 2 worden de lidstaten ertoe verplicht om 18 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Commissie verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Artikel 3 bepaalt dat het besluit in werking treedt op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

4.

Aanvullende informatie



·

Europese Economische Ruimte



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.