Toelichting bij COM(2013)509 - Europees Jaar van Ontwikkelingshulp (2015)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)509 - Europees Jaar van Ontwikkelingshulp (2015).
bron COM(2013)509 NLEN
datum 10-07-2013
1. CONTEXT VAN HET VOORSTEL

De jongste decennia is ontwikkelingssamenwerking veranderd, in een context van toenemende wereldwijde problemen en onderlinge afhankelijkheid, differentiatie tussen ontwikkelingslanden en nieuwe actoren.

2015 wordt een cruciaal jaar voor ontwikkeling: het is het laatste jaar voordat de collectief afgesproken millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) bereikt moeten zijn en een jaar waarin belangrijke beslissingen moeten worden genomen over het kader dat deze doelstellingen moet vervangen.

Het is ook vier jaar na de goedkeuring van de agenda voor verandering[1] van de Commissie en dus een goed moment om verslag te doen van de concrete resultaten die met de hervorming van het ontwikkelingsbeleid zijn bereikt.

De EU is wereldwijd de grootste donor van officiële ontwikkelingshulp (ODA) en verstrekt meer dan de helft van alle hulp die wereldwijd wordt gegeven. Het sterke engagement om partnerlanden te ondersteunen dateert van 1957, toen bij de Verdragen van Rome voor het eerst een Europees ontwikkelingsbeleid werd ingesteld.

Met het Verdrag van Lissabon werd het ontwikkelingsbeleid, met als algemene doelstelling de uitbanning van armoede, stevig verankerd in het externe optreden van de EU ter ondersteuning van haar belang bij een stabiele en welvarende wereld. Ontwikkelingssamenwerking is ook een deel van de Europa 2020-strategie.

Tot slot hebben belangrijke beleidsinitiatieven van de EU, zoals de beleidscoherentie voor ontwikkeling en doeltreffendheid van de steun, consequent bijgedragen aan een betere programmering en uitvoering van de EU-ontwikkelingssamenwerking.

2. EEN EUROPEES JAAR VAN DE ONTWIKKELING

· Uitdagingen

Ondanks het sterke engagement om partnerlanden te ondersteunen krijgen EU-burgers vaak weinig informatie over ontwikkelingssamenwerking, waarom die nodig is en wat de meerwaarde is van ontwikkelingsbeleid op EU-niveau. De Eurobarometer-enquête van oktober 2012 toonde aan dat er aanzienlijke lacunes waren in de kennis: 53% van de respondenten gaf aan niet te weten waar de EU-steun terechtkomt (en 44% weet niet waar de bilaterale steun van hun land naartoe gaat)[2].

Uit de enquête bleek ook dat de persoonlijke betrokkenheid lichtjes daalt en de perceptie van ontwikkelingssamenwerking en het belang dat eraan wordt gehecht, niet overal in de EU hetzelfde zijn.

In een snel veranderende wereld hebben mensen informatie nodig over hoe een Europa dat openstaat voor de wereld kan bijdragen tot wereldwijde duurzaamheid. Het is belangrijk om de Europese burgers bewust te maken van onze mondiale onderlinge afhankelijkheid. Over het algemeen willen EU-burgers graag weten hoe zij het verschil kunnen maken; goede informatie is de eerste stap naar het ondernemen van actie.

De jongste jaren heeft het ontwikkelingsbeleid een omwenteling doorgemaakt. Van de traditionele relatie tussen donor en begunstigde verschoof de nadruk in de richting van een aanpak van wereldwijde problemen van gezamenlijk belang, op basis van gelijkheid met partnerlanden.

Natuurlijk moeten de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de EU op het vlak van ontwikkeling ondersteund worden door het publiek. Een sterke publieke opinie kan in tijden van wereldwijde crisis bijvoorbeeld helpen om de doelstelling te bereiken dat 0,7 % van het bbp naar de financiering van ontwikkeling gaat.[3]

Daarnaast hecht niet iedere lidstaat in dezelfde mate belang aan ontwikkelingssamenwerking. Het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 is een gelegenheid om in alle lidstaten meer informatie te verstrekken. De aanpak zal gericht zijn op verschillende nationale doelgroepen. In dat opzicht zal de betrokkenheid van de lidstaten en de EU-vertegenwoordigingen bijzonder belangrijk zijn.

Het feit dat de EU een mondiale partner en een drijvende kracht voor verandering is, is belangrijk voor de voortzetting van de steun aan het EU-ontwikkelingsbeleid. De EU moet tonen dat zij coördineert en samenwerkt met lidstaten en andere donoren. Burgers zijn zich veelal niet bewust van de efficiëntie en de positieve gevolgen van steun; dit moet dan ook in veel minder technische termen worden uitgelegd.

· Mogelijkheden

De organisatie van het Europees jaar van de ontwikkeling in 2015 vergt aanzienlijke bijkomende inspanningen, maar biedt ook de gelegenheid om in heel Europa zowel beleidsmakers als burgers op grote schaal te mobiliseren. Het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 kan zorgen voor meer bekendheid bij de bevolking en de internationale rol van de EU inzake ontwikkeling in de kijker zetten. Het kan er ook voor zorgen dat de hele bevolking veel meer kennis vergaart over de onderlinge samenhang van ontwikkeling, duurzame ontwikkeling, klimaatverandering, voedselzekerheid, biodiversiteit en andere relevante onderwerpen en de gevolgen daarvan voor de armste mensen op de planeet. Ook het concept beleidssamenhang kan worden gepromoot. Het kan aansluiten bij alle communicatie-initiatieven die de lidstaten en andere actoren binnen de ontwikkelingssamenwerking ongetwijfeld plannen voor dat jaar.

Zoals blijkt uit de Eurobarometer gaat de duidelijke behoefte aan betere communicatie over ontwikkelingssamenwerking van de EU gepaard met een grote bereidheid van de EU-burgers om armen in partnerlanden te helpen. Steun voor bijstand aan partnerlanden blijft hoog (85 %). Ruim zes van de tien Europeanen vinden dat de bijstand aan partnerlanden moet worden verhoogd. De communicatiestrategieën over ontwikkelingssamenwerking van de EU moeten echter altijd worden aangepast aan nationale omstandigheden.

De EU heeft een ruim en actief netwerk van niet-gouvernementele organisaties voor ontwikkelingssamenwerking die nauw samenwerken met EU-instellingen. De ngo’s spelen een belangrijke rol om EU-burgers aan te spreken en hen bij de zaken te betrekken.

De particuliere sector en internationale stichtingen worden steeds actiever op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en de internationale opinieleiders worden belangrijke spelers op het vlak van ontwikkelingshulp. Zij hebben invloed op het creëren van synergieën, ook inzake het communiceren over ontwikkelingssamenwerking met een groter publiek.

Dankzij het dichte net van EU-delegaties overal ter wereld kan informatie worden verzameld over de resultaten van EU-ontwikkelingssamenwerking en kan die informatie in de partnerlanden worden verspreid.

Het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 zal de lopende communicatie-inspanningen over EU-ontwikkelingssamenwerking een boost geven. Het zal de zichtbaarheid en de resultaatgerichtheid van die samenwerking vergroten.

· Doelstellingen en voorgestelde acties

Het doel van het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 is de EU-burgers te informeren over EU-ontwikkelingssamenwerking, door te benadrukken wat de Europese Unie al kan bereiken als grootste donor ter wereld en wat nog meer mogelijk is met de inzet van alle lidstaten en instellingen.

Met het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 wordt gestreefd naar stimulering van de actieve belangstelling van Europese burgers voor ontwikkelingssamenwerking en hun zin voor verantwoordelijkheid en opportuniteit bij de deelname aan de formulering en uitvoering van het beleid.

Het moet leiden tot een betere bekendheid van de rol van de EU-ontwikkelingssamenwerking en de voordelen daarvan, niet alleen voor de ontvangers maar ook voor EU-burgers, in een wereld in verandering en met een steeds sterkere onderlinge verbondenheid.

De voornaamste boodschappen die tijdens het jaar moeten worden overgebracht, vloeien voort uit de mededelingen Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering en Een waardig leven voor iedereen: Armoede uitroeien en de wereld een duurzame toekomst geven[4].

Tijdens het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 zal breed worden gecommuniceerd over zowel EU-ontwikkelingshulp als humanitaire bijstand. Waar mogelijk zal de actie voor het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 met strategische partners worden ontworpen en uitgevoerd. Het jaar zal via bestaande fora worden gepromoot, maar er moeten ook innoverende partnerschappen worden gezocht.

Alle activiteiten moeten zo dicht mogelijk bij de burgers staan, zowel binnen als buiten de EU, en gemakkelijk door de burgers te begrijpen zijn. Om de impact groter te maken, zullen specifieke doelgroepen, waaronder jongeren, worden aangesproken.

Er zal zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande communicatie-initiatieven, zoals de Europese ontwikkelingsdagen, het initiatief voor voorlichting over ontwikkelingssamenwerking en bewustmaking, prijzen als de Lorenzo Natali-prijs en publicaties over EU-ontwikkelingssamenwerking, zoals het jaarverslag van EuropeAid.

Activiteiten op andere beleidsvlakken, zoals externe betrekkingen, handel, uitbreiding, werkgelegenheid en sociaal beleid, onderwijs en cultuur, gezondheid, landbouw en onderzoek en ontwikkeling, dragen al direct of indirect bij tot bevordering van ontwikkeling. De Commissie zal op deze activiteiten voortborduren om het effect van het jaar te vergroten.

Net als in vorige Europese jaren omvatten de extra maatregelen onder meer communicatiecampagnes, conferenties, evenementen, initiatieven, studies en enquêtes op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, met als doel kernboodschappen uit te dragen, informatie over EU-ontwikkelingssamenwerking te verspreiden en EU-burgers uit te nodigen om actief deel te nemen en een bijdrage te leveren. De Commissie kan ook met andere activiteiten bijdragen tot de doelstellingen van het Europees jaar van de ontwikkeling.

Acties in het kader van het Europees jaar moeten aangepast zijn aan de behoeften en omstandigheden van de individuele lidstaten. Er zal rekening worden gehouden met de lessen uit eerdere Europese jaren. De lidstaten worden uitgenodigd om een nationale coördinator voor het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 aan te stellen. De nationale coördinatoren zullen nauw overleg plegen met een groot aantal betrokkenen en waar nodig optreden als nationaal agentschap of contractpunt voor de EU-activiteiten.

Bij de acties die samen met de lidstaten worden ondernomen, zal rekening worden gehouden met de bestaande communicatiestrategieën van elk land. De lidstaten zullen dus worden uitgenodigd te communiceren over EU-ontwikkelingssamenwerking in de breedste zin.

3. RESULTAAT VAN HET OVERLEG MET DE BELANGHEBBENDEN

In mei 2011 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) voorgesteld 2015 uit te roepen tot Europees jaar van de ontwikkeling, als antwoord op een voorstel van de Europese confederatie van ngo’s voor hulp en ontwikkeling (CONCORD).

In oktober 2012 heeft het Europees Parlement de Commissie gevraagd om 2015 uit te roepen tot Europees jaar van de ontwikkeling, in de hoop dat hiermee het profiel van ontwikkelingssamenwerking wordt versterkt.

De diensten van de Commissie en de dienst voor extern optreden hebben informeel overlegd over dit idee.

Met het Europees Parlement en de lidstaten werd informeel contact opgenomen over de organisatie van het jaar.

Het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 staat op de agenda van de periodieke vergadering met de directeuren-generaal voor ontwikkeling van de lidstaten in juni 2013.

Met de interinstitutionele taskforce voor het Europees jaar van de ontwikkeling 2015, met daarin vertegenwoordigers van CONCORD, het EESC, het Comité van de Regio’s, leden van het Europees Parlement en de lidstaten, werden besprekingen gehouden over de organisatie van het jaar.

De plannen zijn gedeeld met het forum voor voorlichting over ontwikkelingssamenwerking en bewustmaking, dat streeft naar de versterking van de capaciteiten van ngo’s om bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten uit te voeren en naar het betrekken van het Europese publiek bij de wereldwijde sociale integratie en uitbanning van armoede. De inhoud van het initiatief wordt goed ontvangen, en het groeiend aantal vragen om informatie en de actieve steun geven aan dat er een grote vraag naar is.

Gezien het aspect externe betrekkingen van het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 hebben ook informele besprekingen met internationale organisaties plaatsgevonden.

1.

Juridische elementen van het voorstel



·

Rechtsgrondslag



Artikel 209 VWEU vormt de rechtsgrondslag voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging door de EU van haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid als bepaald in artikel 208.

Artikel 210 VWEU bepaalt dat, om de complementariteit en de doeltreffendheid van hun optreden te bevorderen, de Unie en de lidstaten hun ontwikkelingssamenwerkingsbeleid coördineren en overleg plegen over hun hulpprogramma’s, ook in internationale organisaties en tijdens internationale conferenties. Zij kunnen gezamenlijk optreden. De lidstaten dragen zo nodig bij tot de tenuitvoerlegging van hulpprogramma’s van de Unie. De Commissie kan initiatieven nemen om de coördinatie te bevorderen.

De voornaamste doelstelling van het voorstel voor een besluit over het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 is het informeren van het grote publiek over de meerwaarde van een Europese dimensie voor samenwerking in het licht van de wereldwijde onderlinge samenhang en het veranderende EU-ontwikkelingsbeleid.

In die zin valt de doelstelling dus onder beide genoemde artikelen.

·

Subsidiariteitsbeginsel



Het zijn in de eerste plaats de lidstaten die moeten zorgen voor de bewustmaking van burgers met betrekking tot ontwikkeling. Maatregelen op het niveau van de Unie kunnen de nationale maatregelen aanvullen en vervolledigen, zoals nadrukkelijk is gesteld in de politieke verklaring Communiceren over Europa in partnerschap, die op 22 oktober 2008 is ondertekend door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie[5]. Aangezien de doelstellingen van het voorgestelde Europees Jaar niet volledig door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt vanwege de behoefte aan onder meer multilaterale partnerschappen, transnationale informatie-uitwisseling en de verspreiding van goede werkwijzen in de gehele Unie, kunnen deze gezien de omvang van de actie beter op niveau van de Unie worden verwezenlijkt en kan de Unie maatregelen treffen in overeenstemming met het in artikel 5 van het Verdrag genoemde subsidiariteitsbeginsel.

·

Evenredigheidsbeginsel



De actie die in het voorgestelde Europees jaar moet worden uitgevoerd, gaat niet verder dan nodig is om de doelstellingen ervan te bereiken. Het voorstel is dan ook in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, zoals uiteengezet in artikel 5 VEU.

2.

Gevolgen voor de begroting



De flexibiliteit voor de jaarlijkse vaststelling van prioriteiten op basis van de begrotingsregels en de programma’s van de Commissie biedt voldoende financiële ruimte voor de uitvoering van het Europees jaar van de ontwikkeling 2015 in de huidige voorbereidende planning (zie bijlage).