Toelichting bij COM(2013)571 - Toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0571

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap /* COM/2013/0571 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

Inleiding



Statistieken van vacatures bieden informatie over het aantal banen dat op een bepaald tijdstip beschikbaar is. Zij geven het deel van de vraagzijde op de arbeidsmarkt weer dat aan de aanbodzijde onbeantwoord blijft en verschaffen op die manier belangrijke informatie over de omvang en de structuur van verkeerd afgestemde vraag- en aanbodsituaties op de arbeidsmarkt.

Bij Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap[1] ("de verordening") werd het kader vastgesteld voor het opstellen, toezenden en beoordelen van kwartaalstatistieken over vacatures.

Volgens artikel 10 van de verordening moet de Commissie uiterlijk op 24 juni 2010 over de uitvoering van die verordening verslag uitbrengen bij het Europees Parlement en de Raad en daarna om de drie jaar. Dit verslag moet een beoordeling van de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte statistieken en van de kwaliteit van de Europese aggregaten bevatten en aangegeven welke gebieden voor verbetering vatbaar zijn.

Dit is het tweede verslag dat de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad uitbrengt[2]. Het is gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan in verband met de driemaandelijkse toezendingen van gegevens en de door de lidstaten in hun jaarlijkse kwaliteitsverslagen verstrekte documentatie.

In hoofdstuk 2 van dit verslag wordt de in de afgelopen drie jaren geboekte voortgang bij de uitvoering van de verordening nader toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de kwaliteit van statistieken van vacatures beoordeeld. Hoofdstuk 4 behandelt de Europese aggregaten. In hoofdstuk 5 tenslotte worden conclusies geformuleerd en methoden voorgesteld om in de toekomst nog beter aan de verwachtingen van gebruikers tegemoet te komen.

2.

2. Uitvoering


3.

2.1 Juridisch kader


Om het bij de verordening vastgestelde algemene kader verder te uit te werken, heeft de Commissie twee uitvoeringsverordeningen vastgesteld, namelijk:

· Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie[3] waarin de vanaf het eerste kwartaal van 2014 toe te passen correctieprocedures voor seizoensinvloeden worden vastgesteld alsmede de structuur, inhoud en verzendingsdata van de jaarlijkse door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken kwaliteitsverslagen.

· Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie[4], waarin de term 'vacature' wordt gedefinieerd, en uiterste verzendingsdata en de termijnen die door de eerste verzending van gegevens moeten worden gedekt, worden vastgesteld. Tenslotte is in de bijlage bij deze wetgeving een lijst opgenomen van de landen die haalbaarheidsstudies uitvoeren en de omvang daarvan.

In overeenstemming met de bovenstaande wetgeving zijn de lidstaten vanaf het eerste kwartaal van 2010 verplicht om binnen 70 dagen na het einde van het kwartaal tijdreeksen in te dienen van het aantal vacatures en het aantal bezette arbeidsplaatsen. Daarnaast moeten de lidstaten waarvan het aantal werknemers meer dan 3 % van het totaalcijfer voor de EU bedraagt, hun gegevens binnen 45 dagen na het einde van het kwartaal indienen.

De lidstaten moeten het aantal vacatures en bezette arbeidsplaatsen voor alle bedrijfsonderdelen verstrekken en voor iedere sectie van de NACE Rev 2.-classificatie van economische activiteiten[5].

In de verordening is echter bepaald dat de lidstaten die problemen hebben met het verstrekken van gegevens over kleine ondernemingen (die worden gedefinieerd als bedrijfsonderdelen met minder dan 10 werknemers) en de NACE-secties O tot en met S[6] (waar de hoofdactiviteiten het openbare bestuur, gezondheidsdiensten en onderwijs zijn), haalbaarheidsstudies moeten verrichten.

4.

2.2 Haalbaarheidsstudies


Denemarken, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Oostenrijk hebben de bovengenoemde haalbaarheidsstudies verricht. Zij hebben allemaal de resultaten bij Eurostat ingediend, hoewel de conclusies over de mogelijkheid om de dekking van de vacaturecijfers op de korte termijn uit te breiden, uiteen liepen.

Spanje en Oostenrijk hebben in aansluiting op de haalbaarheidsstudies meteen maatregelen genomen om de gehele economie te bestrijken. In Denemarken was men al begonnen met het verzamelen van gegevens voor kleine ondernemingen en in Malta is hetzelfde gedaan voor de NACE-secties O tot en met S. Frankrijk verzamelt gegevens voor kleine ondernemingen op jaarbasis en is bezig om de dekking van de statistieken van vacatures uit te breiden naar de niet-commerciële onderdelen van de NACE-secties O tot en met S. Italië heeft tot nu toe geen tastbare vooruitgang gemeld.

De verordening verplicht de Commissie (Eurostat) ertoe, maatregelen vast te stellen wanneer de resultaten van de haalbaarheidsstudies voorhanden zijn. De Commissie buigt zich daarom in overeenstemming met deze verplichting momenteel over passende maatregelen.

5.

2.3 Ontwikkelingen sinds het vorige verslag


Sinds het vorige verslag aan het Europees Parlement en de Raad van 2010 hebben de lidstaten het systeem van verzameling en verzending van statistieken van vacatures verder ontwikkeld. De Commissie heeft hiertoe overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de verordening een aantal lidstaten financiële steun gegeven.

In 2012 werden voor de laatste keer subsidies in verband met de vacatures van statistieken toegekend. Deze subsidies hebben de ontvangers ervan geholpen bij het opzetten van nieuwe enquêtes en het optimaliseren van de bestaande gegevensverzameling, bijvoorbeeld door middel van maatregelen om de belasting die de beantwoording meebrengt, te verminderen.

Sinds 2010 hebben alle lidstaten statistieken van vacatures verstrekt. In een aantal lidstaten werden echter in overeenstemming met de bepalingen van de verordening kleine ondernemingen of één of meerdere van de NACE-secties O tot en met S uitgesloten, vanwege eventuele problemen die deze landen hadden toen zij met het verzamelen van de gegevens begonnen. 22 lidstaten verschaffen nu gegevens voor de gehele economie. Bij de resterende landen (Denemarken, Griekenland, Frankrijk, Italië en Malta) bestaan nog leemten met betrekking tot kleine bedrijfsonderdelen of de NACE-secties O en/of P tot en met S.

Sinds 2010 publiceert Eurostat ongeveer 80 dagen na het referentiekwartaal (T+80) de vacaturegraad, d.w.z. het aandeel onbezette arbeidsplaatsen binnen het totaal aantal (bezette en onbezette) arbeidsplaatsen. In 2011 is de actualiteit van de rapportages aanzienlijk verbeterd, omdat Eurostat begon met het opstellen van flash-schattingen voor de vacaturegraad voor de Europese Unie en de eurozone. Deze flash-schatting van de driemaandelijkse vacaturegraad voor de gehele economie is ongeveer 50 dagen na het einde van het kwartaal (T+50) op de Eurostat-website beschikbaar.

In 2012 heeft Kroatië met het oog op zijn toetreding op 1 juli 2013 de verzameling van statistieken van vacatures alvast uitgebreid naar kleine ondernemingen.

Met het oog op de uitwisseling van goede praktijken hebben de lidstaten en Eurostat samen een aantal workshops gehouden, waarbij zowel onderwerpen in verband met de kwaliteit en verspreiding aan bod kwamen als methodologische vraagstukken, met inbegrip van de berekening van variatiecoëfficiënten voor vacatures. De laatste workshop werd in maart 2013 in Luxemburg gehouden.

6.

3. 3. Kwaliteit


Kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van de vijf hoofddimensies die in de richtsnoeren ("ESS Standard for Quality Reports"[7]) zijn vastgelegd: relevantie, nauwkeurigheid, stiptheid, coherentie/vergelijkbaarheid en toegankelijkheid/duidelijkheid.

7.

3.1 Relevantie


Het verzamelen van statistieken van vacatures is zeer relevant, omdat het de enige geharmoniseerde gegevensbron vormt voor het meten van de onbeantwoorde vraag naar arbeid.

Driemaandelijkse gegevens over vacatures worden zowel door de diensten van de Commissie (directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie) en de Europese Centrale Bank gebruikt voor hun toezicht op ontwikkelingen op korte termijn van de conjunctuur en de arbeidsmarkt. Statistieken van vacatures vormen een van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI's)[8] die zijn uitgekozen als instrument om macro-economische ontwikkelingen voor perioden korter dan een jaar te volgen.

Ook worden statistieken van vacatures gebruikt voor op indicatoren gebaseerde structurele analyses die binnen het kader van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei[9] worden verricht. Twee op de statistieken van vacatures gebaseerde indicatoren zijn in het gemeenschappelijk evaluatiekader opgenomen, dat als scorebord fungeert bij het volgen van de voortgang van de werkgelegenheidsgerelateerde onderdelen van de Europa 2020-strategie.

De relevantie van de statistieken van vacatures zou verder worden verhoogd indien de huidige leemten in de omvang, die voortkomen uit het feit dat toezending van gegevens over NACE-secties O tot en met S en over kleine ondernemingen facultatief is, worden opgevuld.

8.

3.2 Nauwkeurigheid


Het berekenen van variatiecoëfficiënten voor vacatures is een bijzonder zware taak, vanwege de zeer onregelmatige verdeling van vacatures, d.w.z. dat de meeste antwoorden 0 zijn. Volgens de kwaliteitsverslagen voor het referentiejaar 2011 lagen de variatiecoëfficiënten van de schattingen door de lidstaten voor het aantal vacatures tussen 1 en 7 %. Enkel Bulgarije viel buiten dit interval.

Herzieningen van schattingen zijn van bijzonder groot belang voor gebruikers en vormen een belangrijk aspect van de nauwkeurigheid van de statistieken. Bij de twee publicaties van de vacaturegraad doen zich verschillende situaties voor. In normale gevallen is de informatie beschikbaar die de lidstaten na T+80 dagen hebben verzonden. De schattingen die voor de eurozone en de EU-27 (T+80 schattingen) worden gepubliceerd, zijn dus gebaseerd op alle ontvangen gegevens. Zij worden slechts herzien indien lidstaten gegevens verstrekken na de uiterste termijn voor publicatie. In de praktijk zijn er sinds het derde kwartaal van 2010 geen herzieningen meer geweest van schattingen van de vacaturegraad voor de eurozone en de EU-27.

De flash-schattingen van de geaggregeerde vacaturegraad voor de eurozone en de EU-27, die na T+50 dagen wordt gepubliceerd, kunnen tot en met de bekendmaking van de T+80 schattingen worden herzien. Tot nu toe zijn er slechts kleine herzieningen aangebracht. In de zes kwartalen waarin de flash-schatting tot nu toe is gepubliceerd (2011Q3 tot en met 2012Q4), is de schatting voor de eurozone twee keer herzien: in 2012Q1 met 0,1 % van 1,6 % naar 1,7 % en in 2012Q4 met -0,2 % van 1,8 % naar 1,6 %. De schatting voor de EU-27 is één keer herzien (in 2012Q4 met -0,2 % van 1,6 % naar 1,4 %).

Een aantal lidstaten heeft, met name bij het begin van de reeksen, aanzienlijke herzieningen aangebracht aan zowel het aantal vacatures als aan het aantal bezette arbeidsplaatsen. Dit had echter geen effect van betekenis op de Europese aggregaten omdat zij voornamelijk in de kleinere lidstaten plaatsvonden.

9.

3.3 Stiptheid


Wat de tijdige toezending van gegevens over vacatures van statistieken betreft, hebben de lidstaten hun wettelijke verplichtingen grotendeels nageleefd. In het geval van Griekenland is echter een structurele vertraging ontstaan. Met dit land is een routekaart overeengekomen om het probleem van de late verzending van gegevens te verhelpen.

De actualiteit is sinds het vorige verslag verbeterd, met name dankzij de invoering van flash-schattingen voor de eurozone en de EU in 2011. Deze worden 50 dagen na het einde van het kwartaal gepubliceerd, d.w.z. ruim vóór het binnen het VEEI-kader gestelde doel van T+75 dagen. De tweede schatting, die alle lidstaten omvat, wordt ongeveer 80 dagen na het referentiekwartaal gepubliceerd.

10.

3.4 Coherentie en vergelijkbaarheid


De coherentie van statistieken van vacatures kan niet direct worden geverifieerd aangezien er op Europees niveau geen andere geharmoniseerde gegevensbronnen bestaan die de onbeantwoorde vraag op de arbeidsmarkt meten. Hoewel veel landen de vacatures bijhouden die aan de openbare diensten voor arbeidsvoorziening worden gemeld, kan het gebruik van deze cijfers voor het controleren van de coherentie van de statistieken van vacatures problematisch zijn, aangezien zij een te geringe omvang hebben en op nationale definities zijn gebaseerd.

Het aantal bezette arbeidsplaatsen (een variabele die deel uitmaakt van de noemer voor het berekenen van de vacaturegraad) moet met van andere bronnen afkomstige gegevens worden vergeleken, met name van het in de arbeidskrachtenenquête gerapporteerde aantal werkzame personen. Eurostat is met de lidstaten overeengekomen het toepassingsgebied van de kwaliteitsrapportage dienovereenkomstig uit te breiden. Bij vergelijkingen en daaropvolgende beoordelingen van verschillen moet rekening worden gehouden met conceptuele verschillen en verschillen die met de enquête verband houden.

Wat de vergelijkbaarheid betreft is de referentiedatum waarvoor statistieken van vacatures worden verzameld een belangrijk aspect. In overeenstemming met artikel 2 van Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie wordt de voorkeur gegeven aan het verzamelen van gegevens op een doorlopende basis of op meerdere data tijdens het kwartaal. Momenteel verzamelen slechts twaalf lidstaten en Kroatië[10] statistieken van vacatures op meerdere data tijdens het kwartaal. De andere lidstaten wordt aanbevolen om deze praktijk over te nemen om ervoor te zorgen dat de schatting voor het hele kwartaal volledig representatief is.

Tot slot is de grootste uitdaging met betrekking tot de vergelijkbaarheid dat alle lidstaten de gehele economie in hun vacature-enquêtes opnemen, d.w.z. met inbegrip van kleine ondernemingen en NACE-secties O tot en met S. Vijf landen schieten op dit punt tekort, zoals hierboven in paragrafen 2.2 en 2.3 is uiteengezet.

11.

3.5 Toegankelijkheid en duidelijkheid


Statistieken van vacatures worden via de gebruikelijke verspreidingskanalen van Eurostat beschikbaar gemaakt, namelijk de onlinegegevensbank Eurobase en de speciale 'Statistics Explained'-pagina's op de website van Eurostat[11]. De 'Statistics Explained'-pagina's verschaffen actuele informatie over de vacaturegraad, zowel op het niveau van Europese aggregaten als van afzonderlijke landen en bevatten grafieken over ontwikkelingen in de tijd.

De lidstaten moeten ieder jaar overeenkomstig Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie een kwaliteitsverslag indienen, dat Eurostat in staat stelt om de metagegevens die aan de gebruikers worden verstrekt, bij te werken.

De toegankelijkheid en de duidelijkheid van de vacaturegraad kunnen dus als goed worden beschouwd.

12.

4. Europese aggregaten


Momenteel worden enkel Europese aggregaten voor de vacaturegraad verspreid en niet voor het absolute aantal vacatures. De reden hiervoor is dat de leemten in de dekking van kleine ondernemingen en de NACE-secties O tot en met S een direct effect hebben op het aantal vacatures maar de algehele vacaturegraad niet noodzakelijkerwijs beïnvloeden.

De in een aantal landen uitgevoerde kwaliteitsstudies die de gehele economie dekken (bijvoorbeeld door het vergelijken van vacatures in kleine ondernemingen met vacatures in andere takken van de economie) wijzen er echter op dat deze veronderstelling niet volledig klopt. Dit heeft het risico tot gevolg dat de vacaturegraad voor zowel de Unie als de eurozone te laag wordt ingeschat.

Ondanks dit voorbehoud kan de kwaliteit van Europese aggregaten als voldoende worden beschouwd. Flash-schattingen worden eveneens als betrouwbaar beschouwd en er worden slechts kleine herzieningen aangebracht op het moment dat de definitieve gegevens ongeveer een maand na publicatie van de flash-schattingen openbaar worden gemaakt.

13.

5. Conclusies


Er is de afgelopen drie jaar grote vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de voorschriften betreffende de statistieken van vacatures en bij het opbouwen van solide statistieken op dit gebied.

De landengegevens werden tijdig verzonden en de Europese aggregaten zijn volgens plan gepubliceerd. Sinds 2011, toen Eurostat flash-schattingen begon te publiceren, is de actualiteit verder verbeterd. Aan de gepubliceerde Europese aggregaten, zowel voor flash-schattingen als definitieve schattingen, zijn enkel kleine herzieningen aangebracht.

Daarnaast hebben een aantal landen die voorheen meer beperkte cijfers opstelden de omvang van hun enquêtes voor statistieken van vacatures kort geleden vergroot.

Onvolledige dekking blijft echter de belangrijkste reden dat de statistieken van vacatures niet op grotere schaal worden gebruikt. Het is daarom van essentieel belang dat lidstaten in hun driemaandelijkse schattingen de publieke sector en kleine ondernemingen volledig opnemen. De Commissie zal nagaan hoe zij in dit opzicht in de situatie verbetering kan aanbrengen, met inbegrip van eventuele nieuwe wetgevingsinitiatieven om de noodzakelijke verbeteringen te bewerkstelligen.

[1] PB L 145 van 4.6.2008, blz. 234.

[2] Zie voorgaand verslag (COM(2010) 421.

[3] Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie van 28 oktober 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de correctieprocedures voor seizoensinvloeden en de kwaliteitsverslagen betreft (PB L 285 van 29.10.2008, blz.

3).

[4] Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie van 13 januari 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de definitie van een vacature, de peildata voor de gegevensverzameling, de specificaties voor de indiening van de gegevens en haalbaarheidsstudies betreft (PB L 9 van 14.1.2009, blz.

3).

[5] Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz.

1).

[6] Omvat: Openbaar bestuur en defensie (sectie O), onderwijs (sectie P), menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (sectie Q), kunst, amusement en recreatie (sectie R) en overige diensten zoals verenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen, en overige persoonlijke diensten (sectie S).

[7] Zie 'ESS Standard for Quality Reports' (enkel in het Engels beschikbaar):

epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal

[8] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone 'Naar betere methodieken voor statistieken en indicatoren betreffende de eurozone', COM(2002) 661.

[9] Mededeling van de Commissie — "Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(2010) 2020).

[10] Kroatië is bij het opstellen van dit verslag nog geen lidstaat.

[11] epp.eurostat.ec.europa.eu/statistics_explained