Toelichting bij COM(2013)650 - Verdeling vangstmogelijkheden tussen de EU en Marokko volgens het nieuwe protocol over vangstmogelijkheden en financiële tegenprestaties

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op basis van het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met het Koninkrijk Marokko onderhandelingen geopend met het oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 24 juli 2013 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van vier jaar die ingaat de datum van inwerkingtreding ervan.

Het voornaamste doel van het protocol bestaat erin vaartuigen van de Europese Unie in de wateren van het Koninkrijk Marokko vangstmogelijkheden te bieden binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex-postevaluatie.

Het algemene doel bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko te verstevigen met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Marokko.

Meer in het bijzonder voorziet het protocol in vangstmogelijkheden voor de volgende visserijen:

– kleinschalige pelagische visserij in het noorden: 20 zegenvisserijvaartuigen;

– kleinschalige visserij in het noorden: 35 vaartuigen voor de visserij met de grondbeug;

– kleinschalige visserij in het zuiden: 10 vaartuigen (lijnvisserijvaartuigen en hengelvisserijvaartuigen);

– demersale visserij: 16 vaartuigen (vaartuigen voor de visserij met de grondbeug en bodemtrawlers);

– tonijnvisserij: 27 hengelvisserijvaartuigen;

– industriële pelagische visserij: 80 000 ton aan vangsten, 18 vaartuigen.

Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld.

De Commissie stelt voor dat de Raad op deze basis de onderhavige verordening vaststelt.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2007-2011. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is gebleken dat een visserijprotocol met het Koninkrijk Marokko behouden moet blijven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedure met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol en aan de procedure met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol zelf.