Toelichting bij COM(2013)703 - Aanvraag Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF/2012/011) DK/Vestas, Denemarken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 21 december 2012 heeft Denemarken aanvraag EGF/2012/011 DK/Vestas voor een financiële bijdrage uit het EFG ingediend ingevolge ontslagen bij de Vestas-groep in Denemarken.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2012/011

Lidstaat| Denemarken

Artikel onder a)

Primaire onderneming| Vestas-groep

Leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode| 18.9.2012 – 23.12.2012

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.3.2013

Datum van de aanvraag| 21.12.2012

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 611

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 611

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 611

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 12 151 287

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 578 500

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,54

Totaal budget (EUR)| 12 729 287

EFG-bijdrage (50 %) (EUR)| 6 364 643

1. De aanvraag werd op 21 december 2012 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 16 juli 2013 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereld­handelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis

3. Om het verband vast te stellen tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, voert Denemarken aan dat de windturbineproducerende industrie in de EU, die is opgenomen in afdeling 28 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen"), ernstig is getroffen door de veranderingen in de wereldhandelspatronen, wat heeft geleid tot een aanzienlijke vermindering van het marktaandeel in de EU. Denemarken licht toe dat de vraag naar windturbine-installaties in Europa stagneert, maar dat de wereldmarkt, in het bijzonder in Azië, zich snel heeft ontwikkeld. In 2010 werd voor het eerst meer dan de helft van alle nieuwe windkrachtcapaciteit buiten de traditionele markten van Europa en Noord-Amerika gecreëerd. Deze ontwikkeling was hoofdzakelijk toe te schrijven aan de aanhoudende economische boom in China, die goed was voor de helft van de nieuwe windturbines wereldwijd[4]. De Chinese producenten van windturbines, die wat de kwaliteit en de prijs betreft concurrerender worden, bieden niet alleen oplossingen voor hun eigen groeiende markten, maar penetreren ook op de Europese markt. Ingevolge de dynamische wereldwijde groei van de sector nam het aandeel van Europa in de totale capaciteit af van 66 % in 2006 tot 27,5 % in 2012[5].

4. Denemarken voert voorts aan dat dit een permanente trend is. De vraag naar hernieuwbare energie, waaronder windenergie, zal zeer sterk stijgen, maar er zullen verschuivingen zijn op de markten. Terwijl de sector van de windenergie tot 2006 door Europa werd gedomineerd en de groei tot voor kort evenwichtig tussen Europa, Azië en de VS was verdeeld, stijgt de vraag naar windenergie in Azië en Noord-Amerika momenteel zeer sterk, en wordt dezelfde ontwikkeling binnenkort verwacht in Zuid-Amerika en op lange termijn in Afrika. De productie en het onderhoud zullen verhuizen naar plaatsen waar er vraag naar is en naar regio's met een snelle economische groei. Om hun concurrentievermogen en marktpositie veilig te stellen, zien de Europese producenten zich niet alleen vanwege de aanzienlijk lagere loonkosten, maar ook als gevolg van de transportkosten van de grote onderdelen van windturbines gedwongen om hun productie naar de meest dynamische eindgebruikersmarkten te verplaatsen. Daarom verdwijnt de productie geleidelijk uit de EU.

5. De Vestas-groep volgde de hierboven beschreven trend. Om zijn leiderschap op de markt te behouden, heeft Vestas onlangs een nieuwe strategie geïmplementeerd volgens het principe 'In de regio voor de regio', met als doel de productie- en transportkosten te drukken, te zorgen voor kortere afstanden tot klanten en markten, en Vestas resistenter te maken tegen wisselkoersschommelingen[6]. Ingevolge het globalisatieproces zullen windturbines worden geproduceerd op de plaats waar er vraag naar is (reeds in 2011 werd 80-90 % van de turbines regionaal geproduceerd). Terwijl het bedrijf de meeste onderdelen van de windturbines vroeger zelf produceerde, zal de productie van de onderdelen voortaan steeds meer aan regionale partners worden uitbesteed, waardoor Vestas minder zal moeten investeren en zijn personeelsbestand zal inkrimpen.

6. Dit is het derde EFG-dossier voor de Vestas-groep, en het vierde EFG-dossier in de sector van de windturbines. De argumenten die in de vorige drie dossiers werden aangevoerd (EGF/2010/003 DK/Vestas[7], EGF/2010/022 DK/LM Glasfiber[8], EGF/2010/017 DK/machinebouw, Midden-Jutland[9]) blijven geldig.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder a)



7. De aanvraag is door Denemarken ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

8. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 611 gedwongen ontslagen bij de Vestas-groep tijdens de referentieperiode van 18 september 2012 tot en met 18 december 2012. Alle ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. De Commissie heeft de overeenkomstig datzelfde artikel vereiste bevestiging ontvangen dat deze ontslagen werkelijk hebben plaatsgevonden.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



9. De Deense autoriteiten voeren aan dat de bij benadering 800 ontslagen die in 2009/2010 bij de Vestas-groep in de gemeente Ringkøbing-Skjern waren gevallen, toen reeds niet voorzien waren, want de windenergiesector breidde zich wereldwijd snel uit. In januari 2012 kondigde Vestas zijn plan aan om nog eens 1 300 werknemers te ontslaan. Midden 2012 waren bij Vestas in Denemarken 1 300 werknemers ontslagen; 788 onder hen waren opgenomen in het voorgaande dossier EGF/2012/003 DK/Vestas, dat in mei 2012 bij de Commissie werd ingediend. De Deense autoriteiten verwachtten dan ook geen extra ontslagen meer en waren verrast dat Vestas in september 2012 aankondigde dat het nog eens 611 werknemers zou ontslaan.

10. In 2009 troffen de ontslagen vooral laag- en ongeschoolde werknemers, wat in de lijn lag van het nieuwe wereldhandelspatroon waarbij de productie aan landen met lagere loonkosten werd uitbesteed. In 2012 troffen de ontslagen bij de Vestas-groep ondertussen grotendeels hooggeschoolde, gespecialiseerde en goed opgeleide werknemers. Dat was niet voorzien, want Denemarken heeft aanzienlijk geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling in de sectoren hernieuwbare energie en windenergie. Bovendien had de Deense regering onderhandeld over een ambitieus energiebeleid voor de periode 2012-2020, met plannen om de ontwikkeling van meer windturbines te bevorderen. Tot slot had de gemeente Ringkøbing-Skjern aanzienlijk geïnvesteerd in transportfaciliteiten voor de windturbines van Vestas. Verwacht werd dat de nieuwe generatie windturbines van Vestas in de gemeente zouden worden geproduceerd.

De bedrijven waar de ontslagen vallen en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd

11. De aanvraag heeft betrekking op 611 gedwongen ontslagen bij de Vestas-groep (waarbij voor alle werknemers steun wordt aangevraagd).

12. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 64,48

Vrouwen| 35,52

EU-burgers| 97,55

Niet-EU-burgers| 2,45

15-24 jaar| 0,33

25-54 jaar| 84,78

55-64 jaar| 14,40

Ouder dan 64 jaar| 0,49

13. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Directeurs, CEO's Leidinggevende functies productie- en operationele afdeling| 2,13

Ingenieurs, waaronder projectmanagers, afdelingshoofden| 22,26

Technici op het gebied van ingenieurswetenschappen| 23,08

Administratieve medewerkers, kantoorpersoneel| 1,64

Dienstverlenende functies| 5,89

Metaalarbeiders, machinemonteurs e.d.| 0,49

Bedieningspersoneel van machines en assembleurs| 21,60

Ongeschoolde arbeiders in de industrie| 22,91

14. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Denemarken bevestigd dat in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe, een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



15. De ontslagen vallen in zes gemeenten in de grensregio's van Midden-Jutland (Ringkøbing-Skjern, Randers, Favrskov, en Aarhus) en Zuid-Denemarken (Esbjerg en Varde). Er vielen ook een aantal ontslagen in de regio Seeland en in de regio Hoofdstad - Kopenhagen. Wat alle getroffen gemeenten gemeenschappelijk hebben, is een snelle stijging van de werkloosheid (in het bijzonder van de langdurige werkloosheid), met een gemiddelde netto stijging van meer dan 3 punten[10] en een sterke daling van het aantal vacatures (in het bijzonder in de industrie en de productie).

16. Ringkøbing-Skjern heeft aanzienlijk geïnvesteerd in infrastructuur voor Vestas en de windenergiesector. Andere sectoren die veel werkgelegenheid bieden zijn het toerisme, de landbouw, de bouw en de openbare sector.

De voornaamste belanghebbende is de gemeente Ringkøbing-Skjern. De gemeente is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de werklozen bij het zoeken naar nieuw werk, met inbegrip van maatregelen voor activiteiten ten behoeve van de bijscholing van werknemers, het stimuleren van vaardigheden om werk te zoeken en hulp bij het doelstellingenproces. Andere belanghebbenden zijn: de gemeenten Varde, Esbjerg, Favrskow, Randers, Aarhus, Roskilde en Kopenhagen; vakbonden; werkloosheidsfondsen (A-kasser); werkgeversvertegenwoordigers; de regio's Midden-Jutland, Zuid-Denemarken, Seeland en de regio Hoofdstad; de regionale werkgelegenheidsraden; het ministerie van Werkgelegenheid, Ondernemingen en Groei; plaatselijke ondernemingen.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



17. Na de ontslagen op grote schaal in 2009/2010 en van februari tot september 2012, die ongeveer 2 000 werknemers van Vestas troffen in Ringkøbing-Skjern en de gemeenten in de omgeving, is deze nieuwe golf van ontslagen een grote uitdaging voor de getroffen gemeenten. Ongeveer 50 % van de ontslagen werknemers is goed opgeleid; de overige 50 % zijn geschoolde of halfgeschoolde werknemers.

18. Het aantrekken van een innovatief bedrijf zoals Vestas, dat veel banen van hoge kwaliteit voor hooggeschoolden in de industrie bood, was voor de betrokken gemeenten een groot succes. Het verlies van die banen heeft de regio's in de problemen gebracht. Alle betrokken gemeenten hebben gerapporteerd dat er geen passende vacatures zijn voor de goed opgeleide ingenieurs en specialisten, dat zij bijgevolg zullen moeten wegtrekken op zoek naar een nieuwe baan, en dat het daarom nog moeilijker zal zijn om nieuwe bedrijven aan te trekken. Voor de geschoolde en halfgeschoolde werknemers zijn de kansen om een baan te vinden in de industrie klein, aangezien het aantal banen in de industrie in Denemarken sinds 2008 door de globalisering snel is afgenomen. Samen met de banen van hoge kwaliteit in de industrie verdwijnen ook andere plaatselijke banen in de dienstensector en infrastructuren.

19. De ontslagen doen zich voor op een ogenblik waarop de werkloosheid snel stijgt. In 2012 telde Zuid-Denemarken 34 804 en Midden-Jutland 32 571 werklozen (tegenover respectievelijk 14 030 en 13 132 in 2008)[11].

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



20. Net als voor dossier EGF/2012/003 DK/Vestas stelt Denemarken een pakket maatregelen ter ondersteuning van de ontslagen werknemers voor dat coherent is met de Europa 2020-strategie ter bevordering van slimme, duurzame en inclusieve groei. Dat pakket zal gepersonaliseerde, doelgerichte, flexibele en innovatieve hulp bieden om de ontslagen werknemers voor te bereiden op nieuwe banen in de toekomstige groeisectoren:

– Advies, begeleiding door een mentor en coaching: naar verwachting zullen alle werknemers voor wie steun wordt aangevraagd tijdens het hele project van deze maatregel gebruikmaken. De maatregel heeft tot doel de werknemers te ondersteunen bij het definiëren van hun behoeften, het beheren van hun leerproces, de selectie van de juiste bijscholingspakketten om hun potentieel maximaal te benutten en hun persoonlijke, sociale en beroepsvaardigheden te ontwikkelen. De algemene doelstellingen bestaan erin de competenties van de deelnemers te screenen en in kaart te brengen, individueel advies te verstrekken, de werknemers gedurende het hele project door middel van permanente begeleiding gemotiveerd te houden, beste praktijken te ontwikkelen en te inventariseren, en met de verstrekkers van opleidingen en de ondernemingen te communiceren. De maatregel omvat in de eerste plaats een grondige informatiesessie, die wordt gevolgd door individuele adviessessies waar de competenties van de deelnemers zullen worden gescreend en in kaart gebracht. Het proces zal door middel van vragenlijsten en interviews constant op zijn impact worden getoetst.

– Gepersonaliseerde en doelgerichte opleidingspakketten: deze pakketten zullen voor alle werknemers in de doelgroep beschikbaar zijn. Aangezien een aantal ontslagen werknemers na het begeleidingsproces waarschijnlijk een nieuwe baan zal vinden, wordt verwacht dat een kleiner aantal werknemers (ongeveer 500) van deze maatregel gebruik zal maken. De opleidingspakketten die door het projectteam samen met de ontslagen werknemers worden samengesteld en door onderwijsinstellingen in heel Denemarken worden aangeboden, omvatten:

– a) cursussen interculturele competenties (workshops van één dag die de deelnemers bewustmaken van de noodzaak om in een geglobaliseerde omgeving interculturele vaardigheden te verwerven);

– b) taalcursussen (waaronder bedrijfsvaardigheden in het Engels, de taal van vergaderingen, debatten en presentaties; technisch taalgebruik, de mogelijkheid om op maat gesneden taalopleidingspakketten samen te stellen);

– c) opleiding in ondernemerschap (een inleidende workshop in ondernemerschap met de bedoeling de deelnemers te motiveren om zich als zelfstandige te vestigen of hun eigen bedrijf op te richten; de deelnemers zullen leren een bedrijfsplan op te stellen en zullen informatie ontvangen over de wettelijke aspecten, belastingen en btw, verkoop en marketing, en e-business);

– d) kant-en-klare cursussen en opleidingsprogramma's (alle deelnemers zullen de kans krijgen om zich in te schrijven voor cursussen en opleidingsprogramma's van hun keuze).

– Toelage voor ondernemers: een bedrag van maximaal 25 000 EUR per nieuw bedrijf zal ter beschikking worden gesteld na een intensieve screening van maximaal 40 personen die aan de opleiding in ondernemerschap hebben deelgenomen en een stevig bedrijfsplan hebben opgesteld. De criteria voor de beoordeling van de bedrijfsplannen zijn creativiteit, innovatie en duurzaamheid. Alle begunstigden moeten geregeld monitoringsessies bijwonen en aan het eind van het EFG-project een voortgangsverslag opstellen. De door het nieuwe bedrijf geboekte vooruitgang zal nauwlettend worden gevolgd.

– Maatregelen voor 55-plussers met speciale begeleiding door een mentor en outplacement: ongeveer 80 mensen in de doelgroep van 55 jaar en ouder zullen speciale begeleiding door een mentor, coaching en advies ontvangen, en er zal een bijzondere inspanning worden geleverd om voor hen elders een passende functie te vinden. Omdat deze werknemers door hun leeftijd mogelijk benadeeld zijn, zullen de arbeidsbureaus en de samenwerkende partners hen stages aanbieden in geselecteerde bedrijven, met de mogelijkheid tot aanwerving na afloop van de stage. Aan de mensen die in de ondernemingen zijn geplaatst, zullen intensieve begeleiding door een mentor en advies worden aangeboden. Indien nodig zullen zij speciale ondersteuning en opleiding genieten om hen te helpen een eigen bedrijf op te richten.

– Dagvergoedingen van 109 EUR per werknemer zullen worden uitgekeerd per dag waarop de werknemer aan de actieve arbeidsmarktmaatregelen deelneemt, voor een geschat gemiddelde van 95 dagen per werknemer (10 400 EUR).

21. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit. De gemeente Ringkøbing-Skjern en het administratieve projectteam waarvan alle betrokken gemeenten deel uitmaken, zullen verschillende instrumenten ontplooien om de gebruikmaking van de bijdrage uit het EFG te bevorderen en over de bijdrage te communiceren. Op de startpagina's van de gemeenten zullen websites worden gecreëerd. Er zullen geregeld persmededelingen en nieuwsbrieven worden gepubliceerd en persconferenties worden gehouden. Samen met alle deelnemers aan en belanghebbenden bij het project zal een laatste impactworkshop worden georganiseerd. Er zal ook voor promotiemateriaal worden gezorgd.

22. De door de Deense autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Deense autoriteiten ramen de totale kosten op 12 729 287 EUR, te weten de uitgaven voor individuele dienstverlening op 12 151 287 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 578 000 EUR (4,54 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 6 364 643 EUR (50 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Advies, begeleiding door een mentor en coaching| 1 916 500

Gepersonaliseerde en doelgerichte opleidingspakketten| 7 3 750 000

Toelage voor ondernemers| 25 1 000 000

Maatregelen voor 55-plussers met speciale begeleiding door een mentor en outplacement| 1 120 000

Dagvergoeding| 10 6 364 787

Subtotaal individuele dienstverlening|| 12 151 287

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 28 000

Beheer|| 220 000

Voorlichting en publiciteit|| 80 000

Controle|| 250 000

Subtotaal uitgaven voor de uitvoering van het EFG|| 578 000

Totale geschatte kosten|| 12 729 287

EFG-bijdrage (50 % van de totale kosten)|| 6 364 643

23. Denemarken bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat iedere vorm van dubbele financiering zal worden vermeden.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



24. Op 1 maart 2013 heeft Denemarken ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket waarvoor een financiële bijdrage uit het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



25. Tijdens de opstelling van de EFG-aanvraag zijn de sociale partners geraadpleegd. De arbeidsbureaus van de gemeenten Ringkøbing-Skjern, Aarhus, Randers, Favrskov, en Varde hebben hun plaatselijke en regionale werkgelegenheidscommissie (LBR en RBR) geraadpleegd, waarin alle grote sociale partners vertegenwoordigd zijn (onder andere de vakbonden (LO) en de Deense werkgeversvertegenwoordigers (DA)). De werkgelegenheidscommissies van de gemeente Ringkøbing-Skjern en de medewerkende gemeenten houden de sociale partners permanent op de hoogte van de voortgang van het dossier. De werkgelegenheidsregio Midden-Jutland, die met alle relevante sociale partners moet communiceren, is officieel vertegenwoordigd in de voor dit dossier ingestelde raad.

26. De Deense autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn



27. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Deense autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



28. Denemarken heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage uit het EFG wordt beheerd en gecontroleerd door dezelfde instanties als die voor het Europees Sociaal Fonds, waarvoor de Danish Business Authority ook de beheersautoriteit is. Een andere afdeling van hetzelfde orgaan zal optreden als de certificerende autoriteit. De EU-controledienst van de Danish Business Authority zal fungeren als auditautoriteit.

Financiering



29. Op grond van de aanvraag van Denemarken bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 6 364 643 EUR (50 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de door Denemarken verstrekte informatie.

30. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader.

31. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

32. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

33. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2013 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



34. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 6 364 643 EUR.