Toelichting bij COM(2013)770 - Aanpassing, met ingang van 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



De Raad moet elk jaar op voorstel van de Commissie een besluit nemen over de aanpassing van het pensioenbijdragepercentage met ingang van 1 juli.

Algemene context



Op grond van artikel 83 bis, lid 3, van het Statuut stelt de Raad bij de vijfjaarlijkse actuariële raming overeenkomstig bijlage XII het percentage van de bijdrage vast en bepaalt hij of de pensioengerechtigde leeftijd al dan niet moet worden gewijzigd om het evenwicht van de regeling te garanderen.

Eurostat heeft overeenkomstig artikel 13 van bijlage XII bij het Statuut het verslag in verband met deze raming gepresenteerd, waarin het bijdragepercentage wordt vastgesteld dat nodig is om het evenwicht van de pensioenregeling te waarborgen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Om het pensioenbijdragepercentage aan te passen moet jaarlijks een voorstel worden gepresenteerd.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

              Raadpleging van belanghebbende partijen

              Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

              Over de elementen van het voorstel is volgens de geldende procedures overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het personeel.

              Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

              In het voorstel wordt rekening gehouden met de adviezen van de geraadpleegde partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



De berekening van het pensioenbijdragepercentage is gevalideerd door een actuariële deskundige (externe consultant).

Effectbeoordeling


Met het voorstel wordt de aanpassing beoogd van het bijdragepercentage aan de pensioenregeling van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling te waarborgen. De vigerende wetgeving laat geen ruimte voor alternatieven. 3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Samenvatting van de voorgestelde actie Overeenkomstig bijlage XII bij het Statuut heeft Eurostat een verslag ingediend over de actuariële raming van de pensioenregeling. Uit deze raming blijkt dat het bijdragepercentage dat nodig is om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling te kunnen garanderen 10,3 % van het basissalaris bedraagt. Artikel 83 bis, lid 3, bepaalt dat de Raad, wanneer blijkt dat het geldende bijdragepercentage (11,6 %) met 0,25 procentpunt of meer afwijkt van het bijdragepercentage dat nodig is om het actuariële evenwicht te garanderen (10,3 %), nagaat of het bijdragepercentage al dan niet overeenkomstig het bepaalde in bijlage XII moet worden aangepast. De Commissie stelt derhalve voor het bijdragepercentage met ingang van 1 juli 2013 op 10,3 % vast te stellen. Er wordt voorts op gewezen dat er met betrekking tot – het besluit van de Raad van 19 december 2011 betreffende het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2011 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen (Besluit 2011/866/EU) en – het besluit van de Raad om het voorstel van de Commissie betreffende een verordening van de Raad houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2012 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen (COM(2012) 754 final) niet aan te nemen procedures lopen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Mocht het Hof het standpunt van de Commissie volgen, dan zal de Raad de nodige maatregelen moeten nemen overeenkomstig artikel 266 VWEU en het bijdragepercentage dienovereenkomstig moeten wijzigen. Rechtsgrondslag Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en met name artikel 83 bis en bijlage XII. Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel heeft betrekking op een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: Artikel 83 bis van het Statuut voorziet in een verordening van de Raad. Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven. Het effect op de ontvangsten is het rechtstreekse gevolg van de toepassing van de bij het Statuut vastgestelde aanpassingsmethode. Keuze van instrumenten Voorgesteld instrument: verordening. Andere instrumenten zouden om de volgende redenen niet geschikt zijn: - Artikel 83 bis van het Statuut voorziet in een verordening van de Raad. 4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het effect op de ontvangsten van de aanpassing van het pensioenbijdragepercentage wordt nader uitgewerkt in het als bijlage bijgevoegde financieel memorandum.

||

||

||

||

||

||

||

||

||

||

||