Toelichting bij COM(2013)784 - Beoordeling kwaliteit gegevens ingediend door de lidstaten in 2012 over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0784

WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE tot beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die de lidstaten in 2012 hebben ingediend over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen /* COM/2013/0784 final */


1.

WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE


tot beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die de lidstaten in 2012 hebben ingediend over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

Inleiding



Artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (de 'Betalingsbalansverordening')[1] bepaalt het volgende:

"De kwaliteit van de toegezonden gegevens wordt op grond van de kwaliteitsrapporten beoordeeld door de Commissie, bijgestaan door het in artikel 11, lid 1, bedoelde Betalingsbalanscomité. Deze beoordeling wordt het Europees Parlement ter informatie toegezonden".

Dit werkdocument beoordeelt de kwaliteit van de gegevens die in 2012 door de lidstaten werden gerapporteerd. Het werd opgesteld met de hulp van het Betalingsbalanscomité, zoals de Betalingsbalansverordening dat vereist. Het is gebaseerd op de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling van de betalingsbalans die door Eurostat werd verricht tussen januari en juni 2013.

Na een korte beschrijving van de beginselen die worden toegepast op de kwaliteitsbeoordeling van de officiële statistieken en een kort overzicht van de problemen die zich bij het samenstellen van de betalingsbalansgegevens in een geglobaliseerde omgeving hebben voorgedaan, geeft dit document een analyse van de mate waarin de betalingsbalansgegevens voldoen aan de kwaliteitsbeginselen die als leidraad dienen voor het Europees statistisch systeem (ESS).

Hierbij richt het verslag zich vooral op de wettelijke verplichtingen voor de lidstaten om betalingsbalansgegevens op te stellen en door te zenden en op de vraag in hoeverre zij daarmee in overeenstemming zijn. Ook verschaft het verslag relevante informatie voor de beoordeling van de kwaliteit van de betalingsbalansgegevens, met bijzondere nadruk op de totalen en de belangrijkste componenten die noodzakelijk zijn voor het samenstellen van aggregaten.

2.

2. Beoordeling van de kwaliteit van de officiële statistieken


De beoordeling van de kwaliteit van de betalingsbalans wordt jaarlijks verricht door Eurostat volgens de beginselen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1055/2008 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad, wat de kwaliteitscriteria en de kwaliteitsrapporten voor betalingsbalansstatistieken betreft[2]. Met de kwaliteitsbeoordeling van de betalingsbalans wordt nagegaan of er wordt voldaan aan alle criteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek[3], te weten: relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit, stiptheid, toegankelijkheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid en coherentie.

Eurostat heeft veel moeite gestoken in de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige beheersmethoden en instrumenten om de productie van kwalitatief hoogwaardige Europese statistieken te ondersteunen. Kwaliteitsrapportage ondersteunt kwaliteitsbeoordeling, die weer het uitgangspunt voor kwaliteitsverbeteringen is. Het 'ESS Handbook for Quality Reports' beschrijft het hele scala van methoden die kunnen worden toegepast voor de kwaliteitsbeoordeling van de officiële statistieken[4]; de keuze van de methode verschilt naar gelang het type statistische procedure.

Statistieken hebben als doel ramingen van een onbekende waarde te op te stellen; deze ramingen zijn als gevolg van de variabiliteit en de afwijkingen niet gelijk aan de werkelijke waarden. Statistieken kunnen worden aangetast door velerlei soorten steekproeffouten en niet-steekproeffouten. Voor statistieken op basis van steekproefenquêtes is er een gevestigde theorie voor de controle van de nauwkeurigheid, waarbij wordt onderzocht in welke mate de schattingsfunctie rond de verwachte waarde varieert, hetgeen wordt uitgedrukt door de variantie, de standaardafwijking, de variatiecoëfficiënt of de betrouwbaarheidsintervallen. Net als een nationale rekening zijn betalingsbalansgegevens opgesteld als aggregaat van allerlei primaire statistieken, waarvan sommige zijn gebaseerd op steekproefenquêtes, sommige afkomstig zijn van administratieve gegevens en sommige van modellen. Bij geaggregeerde statistieken, zoals een betalingsbalans, kan de juistheid niet worden gemeten door middel van een rechtstreekse benadering. De twee belangrijkste instrumenten die volgens de handboeken over de kwaliteit van de statistieken kunnen worden gebruikt om de kwaliteit van dit soort statistieken te beoordelen, zijn de analyse van de herzieningen en het onderzoek van fouten en omissies[5]; beide instrumenten zijn opgenomen in dit rapport.

Het IMF heeft ook normen voor kwaliteitsbeoordeling van statistieken ontwikkeld, die deel uitmaken van het kader voor de kwaliteitsbeoordeling van gegevens (Data Quality Assessment Framework – DQAF). Een specifiek DQAF is gewijd aan de betalingsbalans[6].

De Eurostat-kwaliteitsrapporten over de betalingsbalans zijn opgesteld volgens de normen die voor het ESS zijn ontwikkeld en door DQAF zijn gedefinieerd. Om deze rapporten meer geschikt te maken voor het vastleggen van de verschillende facetten van de gegevenskwaliteit, is de inhoud ervan in de loop van de tijd uitgebreid en wordt deze in de toekomst verder verbeterd.

Hoewel de kwaliteit van de geaggregeerde statistieken niet een simpele optelsom van de kwaliteit van alle onderliggende primaire gegevens is, is de kwaliteit van de betalingsbalansgegevens zeker afhankelijk van de kwaliteit van alle onderliggende gegevensbronnen. Regelmatig worden kwaliteitsrapporten opgesteld voor de internationale handel in goederen[7], het belangrijkste bestanddeel van de lopende rekening; het zou echter zeer kostbaar en tijdrovend worden om de kwaliteit van elk afzonderlijk gegeven in de betalingsbalans te beoordelen.

3.

3. Problemen bij de samenstelling van betalingsbalansstatistieken


De systemen voor het opstellen van betalingsbalansstatistieken zijn ontstaan als bijproduct van deviezencontrolesystemen: ingezeten banken verzamelden informatie over elke afzonderlijke transactie in vreemde valuta en verstrekten deze informatie aan de opstellers van betalingsbalansen (doorgaans in de nationale centrale bank). Deze informatiebron, het International Transaction Reporting System (ITRS) of 'rapportage op basis van betalingen' genoemd, blijft de primaire bron voor het opstellen van betalingsbalansstatistieken in veel landen buiten de Europese Unie.

Door de opheffing van deviezenbeperkingen, het toenemende aantal en de complexiteit van grensoverschrijdende financiële transacties en het geïntegreerde beheer van betalingen door multinationals is de uit het betalingssysteem verzamelde informatie geleidelijk minder volledig geworden. In de EU nam het nut van op betalingen gebaseerde rapportage voor het opstellen van betalingsbalansstatistieken nog verder af door de maatregelen om de EU-handel in financiële diensten te liberaliseren[8]. Omdat de traditionele voor de opstelling van betalingsbalansgegevens gebruikte gegevensbron aan volledigheid inboette, hebben de Europese betalingsbalans-statistici alternatieve gegevensbronnen ontwikkeld, in een klimaat waarin de middelen geringer werden en de weerstand bij de respondenten tegen de statistische lasten toenam.

Vanaf 2000 voerden de opstellers van betalingsbalansen in de EU nieuwe gegevensverzamelings- en opstellingssystemen in. De nieuwe systemen – die in de meeste EU-lidstaten al worden gebruikt – zijn gebaseerd op een combinatie van verschillende onderzoeken, soms geïntegreerd met de beperkte informatie die nog beschikbaar is uit het ITRS. Er wordt meer gebruikgemaakt van informatie die rechtstreeks is verkregen van bedrijven of personen. Ook worden er meer steekproef- en ramingsmethoden gebruikt. De consistentie met andere statistieken, zoals die over nationale rekeningen en over de handel in goederen, wordt nauwlettender gevolgd, en op het niveau van de EU en de eurozone zijn gemeenschappelijke instrumenten opgezet om te komen tot een grotere homogeniteit bij de opstelling van gegevens. Een voorbeeld is de gecentraliseerde effectendatabase, die het mogelijk maakt om gegevens over effectenverkeer te verzamelen op basis van de informatie over elke afzonderlijk waardepapier; een ander voorbeeld is het BDI-netwerk, dat uitwisseling van microgegevens in verband met buitenlandse directe investeringen (BDI) mogelijk maakt.

4.

4. Relevantie


Onder relevantie wordt verstaan de mate waarin statistieken voldoen aan de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers. Als gevolg van de financiële crisis krijgen de gebruikers steeds meer aandacht voor de betalingsbalansgegevens (en voor de internationale investeringspositie, de IIP-gegevens). Statistieken van betalingsbalansen en van internationale investeringsposities zijn van fundamenteel belang voor de analyse van externe onevenwichtigheden en worden ook gebruikt als primaire gegevens voor drie van de elf indicatoren van het EU-scorebord voor de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden (PMO)[9].

Bij de kwaliteitsbeoordeling van de betalingsbalansstatistieken wordt relevantie gemeten in termen van beschikbaarheid van de door de Betalingsbalansverordening vereiste gegevens voor de eindgebruikers, ervan uitgaande dat de behoeften van de gebruikers terdege in aanmerking zijn genomen in de verordening.

Aangezien de gebruikersbehoeften in de loop van de tijd evolueren, heeft de Commissie de vereisten ten aanzien van de betalingsbalansgegevens gewijzigd overeenkomstig de nieuwe internationale normen. De recentste verordening van de Commissie tot wijziging van de Betalingsbalansverordening wat de bijwerking van de gegevensvereisten en de definities betreft[10] is op 27 juni 2012 bekendgemaakt in het Publicatieblad en is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Als gevolg van de recente problemen in de financiële markten vragen de gebruikers echter nu al om gegevens over de betalingsbalans en de internationale investeringspositie die gedetailleerder zijn dan hetgeen in de gewijzigde Betalingsbalansverordening wordt voorgeschreven. Zij zouden bijvoorbeeld behoefte hebben aan een nadere geografische uitsplitsing, en mogelijk ook aan bilaterale gegevens. Gebruikers die verantwoordelijk zijn voor handelsbesprekingen met niet-EU-landen hebben nogmaals verzocht om informatie over diensten gespecificeerd naar wijze van dienstverlening[11]. Eurostat zet de lidstaten ertoe aan om deze aanvullende informatie op vrijwillige basis te geven.

5.

4.1. Beschikbaarheid van gegevens


Het criterium van volledigheid van gegevens is toegespitst op de beschikbaarheid van de door de Betalingsbalansverordening vereiste gegevens. Dit criterium wordt gemeten als het aandeel van het aantal verstrekte waarden in het totale aantal vereiste waarden. Tabel 1 toont deze indicator per lidstaat en per gegevensreeks.

Wat de euro-indicatoren betreft, voldeden in de referentiekwartalen (2011Q3-2012Q2) alle lidstaten volledig aan de eisen van de Betalingsbalansverordening.

Voor de driemaandelijkse betalingsbalans was de beschikbaarheid van gegevens gedurende de laatste kwartalen stabiel en bedroeg deze gemiddeld 98 % voor de referentieperioden (2011Q3-2012Q2); dit was een stijging ten opzichte van de 95 % in de voorafgaande vier kwartalen (2010Q3-2011Q2) dankzij een grotere gedetailleerdheid van de door Bulgarije, Frankrijk (100 % in overeenstemming sinds 2012Q1) en Roemenië verstrekte gegevens.

Wat de internationale handel in diensten betreft, nam de beschikbaarheid van de gegevens enigszins af van 97 % in het voorgaande jaar, tot 98 % voor alle gevraagde gegevenscellen.

Voor buitenlandse directe investeringen (BDI) (zowel stromen als standen) daalde het EU-gemiddelde in de referentieperiode 2011 (t + 9) van de 100 % in het voorgaande jaar tot respectievelijk 98 % en 99 %. De algemene beschikbaarheid van BDI-gegevens met een activiteit en een geografische verdeling voor referentiejaar 2010 (t + 21) is echter verbeterd van 92 % tot 95 % voor de BDI-stromen en van 95 % tot 97 % voor de BDI-standen.

De beschikbaarheid van de gegevens is zeer hoog voor alle gebieden van de betalingsbalans. De weinige gegevens die niet werden gerapporteerd, betreffen zeer gedetailleerde posten en uitsplitsingen naar geografisch gebied of economische activiteit.

Tabel 1: Volledigheid van gegevens

[zie origineel document voor tabel]

|| Euro-indicatoren (t + 2)| Driemaandelijkse betalingsbalans (t + 3)| Internationale handel in diensten (t + 9)| BDI-stromen (t + 9)| BDI-standen (t + 9)| BDI-stromen (t + 21)| BDI-standen (t + 21)

België| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 96 %| 39 %| 100 %

Bulgarije| 100 %| 93 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Tsjechië| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Denemarken| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 99 %| 99 %

Duitsland| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Estland| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Ierland| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 99 %| 99 %

Griekenland| 100 %| 100 %| 74 %| 100 %| 100 %| 70 %| 100 %

Spanje| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Frankrijk| 100 %| 92 %| 100 %| 93 %| 100 %| 100 %| 100 %

Italië| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 97 %| 100 %| 63 %

Cyprus| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Letland| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Litouwen| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 95 %| 100 %

Luxemburg| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Hongarije| 100 %| 98 %| 100 %| 99 %| 96 %| 100 %| 100 %

Malta| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Nederland| 100 %| 100 %| 92 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Oostenrijk| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Polen| 100 %| 74 %| 100 %| 59 %| 87 %| 76 %| 84 %

Portugal| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Roemenië| 100 %| 97 %| 95 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Slovenië| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Slowakije| 100 %| 94 %| 97 %| 100 %| 100 %| 95 %| 96 %

Finland| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Zweden| 100 %| 94 %| 98 %| 100 %| 100 %| 100 %| 100 %

Verenigd Koninkrijk| 100 %| 100 %| 93 %| 99 %| 96 %| 91 %| 91 %

EU-gemiddelde| 100 %| 98 %| 98 %| 98 %| 99 %| 95 %| 97 %

6.

5. Nauwkeurigheid


Onder nauwkeurigheid wordt verstaan de mate waarin de ramingen de onbekende werkelijke waarden benaderen. Terwijl de primaire statistieken nauwkeurigheid kunnen meten met statistische indicatoren zoals standaardafwijkingen en variantie, kunnen geen vergelijkbare indicatoren worden ontwikkeld voor macro-economische statistieken die het resultaat zijn van een aantal verschillende gegevensverzamelings- en -opstellingsprocedures. Het kwaliteitsrapport over de betalingsbalans meet de nauwkeurigheid door te kijken naar de omvang van de herzieningen. Verondersteld wordt dat iedere herziening de gegevensreeks dichter bij de werkelijke waarde brengt.

Herzieningen betekenen niet dat er fouten zijn gemaakt of dat de kwaliteit van de gegevens in de loop der tijd is verslechterd. Integendeel, herzieningen worden uitgevoerd wanneer nieuwe gegevensbronnen en betere informatie beschikbaar komen. Een goed ontwikkeld en openbaar herzieningsbeleid is een teken van de kracht van het statistische systeem in kwestie.

De omvang van de herzieningen is echter een maatstaf voor de kwaliteit van de eerste versie van een specifieke gegevensreeks in vergelijking met de meest recente ter beschikking gestelde versie. Er moet een compromis worden gezocht tussen actualiteit en de omvang van de herzieningen: hoe ouder de eerste versie van een gegevensreeks, des te groter de herzieningen die te verwachten zijn naarmate latere versies van dezelfde gegevensreeks worden vrijgegeven.

7.

5.1. Stabiliteit


Een zeer voorlopige raming van de driemaandelijkse betalingsbalans is 60 dagen na de referentieperiode (euro-indicatoren) beschikbaar, terwijl de eerste volledige raming 90 dagen na het einde van de referentieperiode beschikbaar is. De laatste ramingen zijn meestal na drieënhalf jaar (14 kwartalen) beschikbaar, maar ook na langere tijd zijn herzieningen mogelijk.

Tabel 2 toont de gemiddelde waarden van de herzieningen van de driemaandelijkse betalingsbalans tussen beschikbare gegevens op t + 60 en t + 90 dagen, terwijl de tabellen 3 en 4 de gemiddelde waarden voor herzieningen uit de eerste tot en met de definitieve raming over de afgelopen 14 kwartalen (referentie 2009Q1-2012Q2), uitgedrukt als percentage van de oorspronkelijke waarde weergeven.

Grafiek 1 toont de verschillen tussen de eerste en de laatste ramingen voor de totale lopende rekening van de EU-27.

De herzieningen voor inkomsten waren het grootst in 2007, namen vervolgens gestaag af tot 2009 en bleven daarna constant. Herzieningen van nationale gegevens in de verschillende landen houden elkaar vaak in evenwicht. Ramingen van de totalen voor de EU-27 zijn daarom zeer stabiel in de loop van de tijd.

Opwaartse en neerwaartse herzieningen voor inkomsten en uitgaven kunnen resulteren in een aanzienlijke herziening van de balans, zelfs als de absolute herzieningen klein zijn.

De gemiddelde waarden van de herzieningen moeten met de nodige terughoudendheid worden geïnterpreteerd, omdat zij abnormaal hoog kunnen zijn als de eerste ramingen laag waren. Vooral indicatoren voor kleine economieën zijn erg gevoelig voor deze factor: in een paar gevallen vertonen zij extreme waarden, ondanks het feit dat de absolute bedragen van zowel de eerste ramingen als de latere herzieningen zeer klein zijn. Meer in het algemeen is een voorzichtige interpretatie ook gerechtvaardigd in gevallen (bv. financiële derivaten) waarin herzieningen van nettostromen (uitgaven minus inkomsten) worden gemeten.

In de lopende rekening werden zeer kleine herzieningen opgenomen aan zowel de creditzijde als de debetzijde van de goederenrekening, terwijl de herzieningen in de dienstenrekening over het algemeen een beetje groter waren dan voor goederen; het meest significant was dit voor andere diensten. De inkomensrekening is het meest aan herzieningen onderhevig; op inkomens uit directe investeringen worden vaak zeer grote herzieningen worden opgenomen als gevolg van de moeilijkheden waarmee opstellers bij het ramen van winsten in hun eerst ingediende balansen worden geconfronteerd. Over de 14 beoordeelde kwartalen waren de gemiddelde herzieningen over het algemeen groter bij posten van de financiële rekening dan bij posten van de lopende rekening, als gevolg van verschillen in zowel de omvang als de volatiliteit van grensoverschrijdende financiële transacties. Voor de EU waren de herzieningen het grootst voor directe buitenlandse investeringen, posities in effectenpassiva en financiële derivaten.

Tabel 2: Gemiddelde waarden van herzieningen voor euro-indicatoren, 2009Q1-2012Q2, percentage van de oorspronkelijke waarde

[zie origineel document voor tabel]

Lid-staat| Goederen| Diensten| Beloning van werknemers| Inkomen uit directe investeringen| Inkomen uit effecten| Inkomen uit overige investeringen| Inkomensover-drachten

C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D

BE| 0,| 1,| 3,| 3,| 0,| 12,| 16,| -56,| -1,| -| -2,| -8,| 20,| 7,3

BG| -0,| 0,| 2,| 3,| 4,| -33,| 98,| 17,| 23,| -| 12,| 22,| -0,| -9,6

CZ| 0,| 3,| 1,| 31,| 5,| -3,| 13,| 35,| 11,| -| -0,| -12,| 8,| 1,3

DK| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 8,| 0,| 0,| -0,| -| 0,| 3,| 3,| 1,6

DE| 0,| 0,| 0,| -3,| 1,| 3,| 12,| 0,| -0,| -| 2,| 2,| 0,| -3,3

EE| 0,| 0,| 0,| 0,| -2,| 0,| -6,| -2,| -5,| -| 1,| 0,| 1,| 0,1

IE| 3,| 9,| 5,| -1,| 12,| -0,| 17,| 13,| 4,| -| -2,| -5,| 75,| 28,8

EL| -2,| -1,| -0,| -3,| -3,| -0,| 47,| -17,| -21,| -| -8,| -0,| -0,| 5,4

ES| 0,| -0,| 4,| 1,| 0,| 0,| 2,| 78,| -0,| -| -2,| -6,| -0,| -0,5

FR| -1,| -0,| -2,| -4,| 3,| 3,| 12,| 4,| 27,| -| -15,| -20,| 19,| 17,9

IT| 0,| 0,| 1,| 1,| 7,| 3,| -0,| -10,| -4,| -| 1,| 2,| 4,| 10,4

CY| 29,| 8,| 35,| 4,| 21,| 11,| 133,| 114,| -4,| -| 26,| 20,| 30,| 30,7

LV| -0,| -1,| -3,| -2,| 0,| -2,| -54,| -17,| 0,| -| -0,| -3,| -0,| -0,5

LT| 0,| 0,| 26,| 0,| 12,| 144,| -278,| 85,| 46,| -| 36,| 107,| 15,| 7,6

LU| 5,| 3,| 2,| 3,| -0,| -27,| 42,| 127,| 1,| -| 2,| -3,| 2,| -0,2

HU| -1,| -1,| -2,| -6,| 554,| -0,| 23,| 4,| -1,| -| 4,| 2,| 70,| 52,1

MT| 1,| 0,| 3,| 3,| 0,| 0,| -369,| 18,| 0,| -| -0,| -2,| c| c

NL| -0,| 1,| 3,| -0,| -41,| -23,| -13,| -35,| 2,| -| -46,| -39,| -19,| -2,3

AT| 1,| 11,| 6,| 3,| 0,| 1,| 2,| 7,| 0,| -| 0,| 1,| -1,| 2,3

PL| 1,| 1,| 0,| 0,| -2,| 26,| -485,| 14,| -1,| -| -5,| 35,| 16,| -0,6

PT| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| 0,| -| 0,| 7,| 17,| 26,0

RO| 0,| 0,| 3,| 2,| 4,| 2,| 189,| -11,| 4,| -| 19,| 2,| 1,| -0,6

SI| 2,| 6,| 20,| 12,| 0,| -0,| 1,| -3,| -0,| -| 0,| -0,| 1,| 2,1

SK| 3,| 0,| -6,| -6,| 79,| 25,| -252,| 83,| -7,| -| -13,| -15,| -7,| 65,6

FI| 1,| -1,| 0,| 0,| 0,| 1,| -2,| -57,| -0,| -| 0,| 0,| 17,| 4,5

SE| 0,| 0,| 0,| 0,| -0,| 0,| -36,| -50,| 0,| -| 0,| 0,| 8,| 6,0

VK| -0,| -0,| 0,| 0,| 2,| -2,| 125,| 2,| 2,| -| -5,| -4,| 23,| 4,1

EU| 0,| 0,| 1,| -0,| 0,| -2,| -1,| -12,| 3,| 3,| -7,| -7,| 0,| 4,5

Tabel 3: Gemiddelde waarden van herzieningen voor de belangrijkste posten van de lopende rekening, 2009Q1-2012Q2 (%)

Lid-staat| Goederen| Diensten| Vervoer| Reis­verkeer| Andere diensten| Beloning van werknemers| Inkomen uit diverse investeringen| Inkomen uit effecten| Inkomen uit overige investeringen| Inkomens-over-drachten

C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D| C| D

BE| 1,| 3,| 9,| 6,| 1,| 2,| 3,| 1,| 15,| 2,| 4,| 29,| 9,| -3,| 7,| -| -10,| -29,| 31,| 11,1

BG| -0,| 1,| 0,| -0,| -8,| -9,| 5,| 4,| 3,| 7,| 2,| 41,| -92,| -308,| 3,| -| 3,| 9,| 9,| -3,9

CZ| 2,| -3,| 1,| 11,| -8,| 2,| 12,| -8,| 0,| -1,| 0,| 6,| -54,| 12,| -4,| -| -6,| -1,| 11,| -10,6

DK| 0,| -1,| 4,| 2,| 3,| 6,| -6,| 1,| 9,| -3,| 30,| -0,| -0,| -52,| 4,| -| 1,| -1,| 3,| -0,7

DE| 1,| 1,| 3,| 1,| 2,| 1,| 0,| 0,| 4,| 2,| 7,| 17,| 53,| -8,| -2,| -| 8,| 9,| -0,| -7,6

EE| -1,| -1,| 0,| -1,| 0,| -5,| -0,| 4,| 0,| 0,| -6,| 0,| 14,| 995,| 2,| -| -0,| -1,| -11,| -5,1

IE| -1,| -0,| -1,| -0,| -0,| 0,| 13,| -9,| -2,| -0,| 13,| -4,| 5,| -6,| 5,| -| -8,| -8,| -1,| 2,5

EL| -1,| -0,| -0,| -0,| -0,| -0,| 0,| 0,| -1,| -1,| -1,| -0,| 312,| -75,| 0,| -| -2,| -1,| -0,| 0,5

ES| 0,| -0,| 1,| 1,| 1,| 5,| 3,| 0,| 0,| 0,| 1,| -1,| 39,| 17,| -0,| -| 0,| -0,| 2,| 1,2

FR| 0,| -1,| 23,| 12,| 3,| 3,| 4,| -0,| 42,| 29,| 16,| -5,| 31,| 34,| 0,| -| 4,| 0,| 34,| 40,2

IT| -0,| 0,| 8,| 5,| 0,| 0,| 0,| 0,| 21,| 12,| 245,| 67,| 158,| 34,| 0,| -| 21,| -1,| 33,| 8,5

CY| -24,| -7,| 3,| 7,| 1,| 5,| -4,| 10,| 5,| 8,| 12,| 6,| 51,| 53,| 0,| -| 4,| 5,| -6,| -2,6

LV| -0,| -0,| -0,| -1,| -0,| 2,| 0,| 0,| -1,| -3,| -3,| 2,| 50,| -21,| -5,| -| -1,| -2,| 0,| -0,2

LT| -0,| -1,| 2,| 6,| -0,| 1,| 13,| 25,| -4,| -3,| 24,| 26,| 195,| 16,| -8,| -| -3,| -29,| -6,| 17,9

LU| -0,| 1,| -7,| -0,| -0,| -2,| 14,| 0,| -7,| -3,| 0,| 11,| 11,| 13,| 0,| -| -10,| -21,| -2,| -0,7

HU| -5,| -0,| 2,| 0,| -1,| -1,| 0,| -13,| 4,| 3,| -3,| -17,| 61,| 46,| 1,| -| -0,| 1,| 9,| 0,5

MT| 17,| 17,| 4,| 30,| 1,| 10,| c| c| 16,| 45,| -0,| -4,| -122,| -630,| 0,| -| -0,| 0,| c| c

NL| -1,| -1,| -0,| 2,| -0,| 0,| -1,| 0,| -0,| 2,| -0,| 63,| 31,| 27,| 2,| -| -1,| -5,| -21,| -6,2

AT| 0,| -1,| 1,| 0,| 1,| 1,| -0,| 0,| 2,| -0,| -0,| -5,| 24,| 56,| 2,| -| 0,| -0,| -0,| -2,3

PL| -0,| -1,| -1,| 0,| 1,| 2,| -2,| 5,| -0,| -2,| -22,| 203,| 163,| -22,| 8,| -| 0,| -0,| -34,| -14,2

PT| -0,| 0,| 0,| -0,| 0,| -1,| 0,| 0,| 1,| 0,| 0,| 8,| 21,| 2,| 0,| -| 15,| -4,| -8,| -10,7

RO| -0,| 1,| 2,| -8,| -5,| -22,| 2,| -0,| 5,| 2,| 4,| 1,| -662,| -277,| 0,| -| 22,| -4,| -0,| -4,2

SI| 0,| -0,| -7,| -1,| 6,| 0,| -0,| -6,| 0,| 3,| 91,| -8,| -137,| -26,| -1,| -| -0,| 2,| 3,| 17,5

SK| -0,| -0,| -1,| -1,| -0,| -5,| -3,| 6,| -2,| 0,| -12,| -29,| 186,| 118,| -1,| -| -1,| -3,| -20,| -20,6

FI| 1,| 0,| 10,| 18,| 12,| 4,| 3,| 2,| c| c| 0,| 6,| 13,| 506,| -4,| -| 0,| 3,| -1,| 7,0

SE| 0,| 0,| -1,| -0,| -0,| -3,| -5,| -2,| 0,| 1,| 2,| -3,| 7,| 51,| 3,|| -5,| -10,| -8,| 0,5

VK| 0,| -0,| 5,| 0,| 1,| -1,| 8,| 1,| 5,| -1,| 8,| -3,| -2,| 7,| 0,| -| 9,| 3,| 20,| 8,2

EU| 0,| 0,| 4,| 2,| 1,| 1,| 2,| 0,| 7,| 3,| 13,| 19,| 16,| 8,| -0,| -2,| 1,| -3,| 1,| 1,7

Tabel 4: Gemiddelde waarden van herzieningen voor de belangrijkste posten van de lopende rekening, 2009Q1-2012Q2

[zie origineel document voor tabel]

GEMIDDELDE VAN DE FINANCIËLE REKENING VAN DE DRIEMAANDELIJKSE BETALINGSBALANS (%)

Lid-staat| Directe investeringen in het buitenland| Directe investeringen in het binnenland| Effecten-activa| Effecten-passiva| Overige investeringen – activa| Overige investeringen – passiva| Financiële derivaten

BE| 33,| 1,| -90,| -13,| 30,| 8,| 132,4

BG| -182,| -154,| 59,| -7,| -920,| -45,| 6,7

CZ| -89,| 683,| -41,| 0,| -20,| -1802,| -14,0

DK| -3,| 180,| -40,| -10,| -4,| 0,| -14,7

DE| 141,| 32,| -2,| 15,| 45,| 2,| 35,6

EE| 38,| 110,| 3,| 66,| 2,| -94,| -13,3

IE| 47,| 38,| -35,| 87,| -14,| -3,| 18,0

EL| -557,| -131,| 54,| 0,| 1,| 1,| -1,1

ES| 207,| 48,| 25,| -3,| -3,| -14,| -29,6

FR| -7,| -17,| -30,| 4,| -29,| -29,| -359,2

IT| 161,| -23,| -156,| -1,| -1330,| 11,| 697,3

CY| 314,| 296,| -16,| -258,| -170,| -87,| -21,6

LV| -36,| -63,| -207,| 34,| -22,| 8,| 10,7

LT| -87,| 188,| -3,| -29,| 73,| 3,| -16,7

LU| -142,| 64,| -8,| -14,| 79,| -0,| 1721,6

HU| -84,| 52,| 46,| 4,| -2,| 33,| -2,8

MT| -9,| -101,| -5,| -49,| 0,| 2,| -3,2

NL| -51,| 121,| -5,| 10,| -257,| 34,| 14,8

AT| 114,| 52,| -2,| 5,| -7,| 16,| -225,7

PL| 275,| -34,| -50,| 1,| 66,| -17,| -2,3

PT| -364,| -94,| -15,| 39,| -39,| -14,| -9,4

RO| 473,| -131,| -167,| -18,| -41,| 42,| 40,1

SI| -23,| 35,| 5,| 12,| -20,| 43,| -2028,6

SK| 16,| 64,| 98,| 15,| -25,| 82,| -0,4

FI| 249,| -140,| 4,| 20825,| 9,| -3,| 23,7

SE| 87,| -51,| 7,| 17,| -148,| -34,| -38,2

VK| -3,| 32,| 159,| 8,| 1,| 87,| -14,4

EU| 35,| 9,| 4,| -32,| -3,| 10,| 70,5

Grafiek 1: Verschillen tussen de eerste en laatste ramingen voor de lopende rekening van de EU-27, 2005Q1-2012Q2, in miljoenen EUR

8.

6. Tijdigheid en punctualiteit


Punctualiteit wordt gemeten in termen van naleving van de in de Betalingsbalansverordening vastgestelde termijnen voor de indiening van de gegevens. Tabel 5 bevat een analyse van de punctualiteit van de betalingsbalansstatistieken. De tabel laat zien dat de lidstaten er, op enkele uitzonderingen na, in geslaagd zijn om de termijnen voor alle gegevensreeksen te halen.

De tijdigheid kan ook worden gemeten als het verschil tussen de referentieperiode waarop de gegevensreeksen betrekking hebben en het moment waarop de gegevens beschikbaar worden gesteld aan de gebruikers. Momenteel worden betalingsbalansgegevens 90 dagen na het einde van de referentieperiode bij Eurostat ingediend. In de gewijzigde Betalingsbalansverordening wordt rekening gehouden met de verzoeken van de gebruikers om meer tijdige statistieken, door de rapportagetermijn met ingang van respectievelijk 2014/2017/2019 te verminderen van de huidige 90 dagen tot respectievelijk 85/82/80 dagen.

Tabel 5: Punctualiteit van de gegevensoverdracht

[zie origineel document voor tabel]

|| Euro-indicatoren*| Driemaandelijkse betalingsbalans*| Internationale handel in diensten| Buitenlandse directe investeringen – stromen| Buitenlandse directe investeringen – standen

Termijn:| referentieperiode + 2 maanden| referentieperiode + 3 maanden| referentieperiode + 9 maanden| referentieperiode + 9 (of 21) maanden**| referentieperiode + 9 (of 21) maanden**

België| -| -| -| 24

Bulgarije| -| -| -| -2

Tsjechië| -| -| -| -6

Denemarken| -| -| -| -3

Duitsland| -| -| -| -| -17

Estland| -| -| -| -| -21

Ierland| -| -| -| -| -2

Griekenland| -| -| -| -| -3

Spanje| -| -| -| -2

Frankrijk| -| -| -| -3

Italië| -| -| 0

Cyprus| -| -| -| -3

Letland| -| -| -| -27

Litouwen| -| -| -| -2

Luxemburg| -| -| -| -| 0

Hongarije| -| -| -| -2

Malta| -| -| -| -3

Nederland| -| -| -| -| -3

Oostenrijk| -| -| -| -| -58

Polen| -| -| -| -2

Portugal| -| -| -| -| -10

Roemenië| -| -| -| -| -4

Slovenië| -| -| -| -| -30

Slowakije| -| -5

Finland| -| -| -| -| -9

Zweden| -| -| -| -| -2

Verenigd Koninkrijk| -| -| -2

*Voor euro-indicatoren en de driemaandelijkse betalingsbalans, de gemiddelde punctualiteit voor vier gegevensoverdrachten (2011Q3-2012Q2).

**Voor BDI (stromen en standen) zijn er twee afzonderlijke verzoeken om gegevens, met een verschillende termijn: een van 9 maanden en een van 21 maanden na het einde van de referentieperiode. Beide gegevensreeksen moeten echter worden ingediend op dezelfde datum, namelijk eind september.

9.

7. Toegankelijkheid en duidelijkheid


De betalingsbalansgegevens voor de EU-27-lidstaten kunnen kosteloos worden geraadpleegd op de website van Eurostat (Eurobase): epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal Zij zijn ingedeeld zoals weergegeven in figuur 1.

10.

Figuur 1: Betalingsbalansgegevens die online beschikbaar zijn voor alle gebruikers


Zowel de hoeveelheid als de detaillering van de online ter beschikking gestelde betalingsbalansgegevens is in de loop van de tijd voortdurend gestegen. De regelmatige publicatie van gegevens van overdrachten van werkenden begon in februari 2010. Gezien de toenemende belangstelling voor nationale betalingsbalansgegevens en gegevens betreffende de internationale investeringspositie werden met ingang van 2011 langere tijdreeksen, verdere geografische uitsplitsingen en meer volledige tabellen gepubliceerd. In 2011 werden nieuwe tabellen betreffende het 'Aandeel van de belangrijkste posten van de betalingsbalans en de internationale investeringspositie in het bbp' en 'Aandelen van de exportmarkt' toegevoegd en is begonnen met de verspreiding van de driemaandelijkse gegevens over de internationale investeringspositie. In april 2013 is Eurostat gestart met de verspreiding van meer gedetailleerde informatie over de financiële rekening van de driemaandelijkse betalingsbalans.

11.

8. Vergelijkbaarheid


Vergelijkbaarheid heeft betrekking op de verschillen die kunnen worden waargenomen wanneer statistieken op een bepaald gebied voor verschillende geografische gebieden of verschillende perioden worden vergeleken.

Het kwaliteitsrapport over de betalingsbalans meet de vergelijkbaarheid in de ruimte door te kijken naar de ongelijkheden. Eurostat verstrekt regelmatig tabellen die de aandacht vestigen op de meest hardnekkige ongelijkheden voor elk land en voor elke post en moedigt de landen aan om de onderliggende problemen aan te pakken via bilaterale contacten en de uitwisseling van meer gedetailleerde informatie. Het netwerk voor buitenlandse directe investeringen (BDI) was ook opgezet om uitwisselingen mogelijk te maken van bilaterale gegevens over BDI en zal naar verwachting in de loop der tijd de ongelijkheden in de BDI verminderen.

Grafiek 2 vergelijkt de ongelijkheden in de EU-27 en de wereld. Weliswaar zijn de ongelijkheden in de EU-27 geenszins onbeduidend (zij bedragen 0,8 % van het bbp van de EU), maar zij zijn sinds 2004 stabiel. De verschillende initiatieven die Eurostat momenteel ontplooit om de ongelijkheden in de betalingsbalans van de EU-27 aan te pakken, hebben duidelijk succes.

Grafiek 2: Ongelijkheden EU-27 en wereld, totale lopende rekening, 1999-2012, in miljoenen EUR

12.

9. Coherentie


Coherentie betreft de consistentie van de statistieken die voor verschillende doeleinden worden opgesteld. Het kwaliteitsrapport over de betalingsbalans meet deze component door te kijken naar zowel interne consistentie (voldoen aan integriteitsvoorschriften, coherentie tussen de kwartaal- en jaargegevens en de omvang van de fouten en omissies) en externe samenhang (coherentie tussen de betalingsbalansgegevens en vergelijkbare statistieken uit verschillende statistische systemen). De externe samenhang van goederengegevens van de betalingsbalans en statistieken van de buitenlandse handel (zoals opgesteld door Intrastat en Extrastat) wordt regelmatig gecontroleerd.

13.

9.1. Interne samenhang


De interne samenhang wordt gemeten aan de hand van de waarden van de nettofouten en -omissies. De nettofouten en -omissies vormen de restpost die de rekeningen in evenwicht brengt. Soms compenseren opstellingsfouten elkaar. Bijgevolg geeft de omvang van deze restpost niet noodzakelijkerwijs de algehele nauwkeurigheid van de rekening weer.

Nettofouten en -omissies worden nauwlettend gevolgd door de nationale opstellers van betalingsbalansen: hoge waarden of constante toenames wijzen op problemen in de opstellingssystemen die moeten worden geïdentificeerd en aangepakt.

Tabel 6 geeft de gemiddelde relatieve fout per lidstaat voor de periode 2009-2011 weer. De indicator is gelijk aan het gemiddelde van de absolute waarde van de nettofouten en -omissies gedurende de periode in kwestie (gemeten als aandeel van het gemiddelde van de activa en passiva op de lopende rekening), zoals deze in de driemaandelijkse betalingsbalans van de lidstaten wordt opgetekend. Voor de periode 2009-2011 registreerden vijf lidstaten (Italië, Denemarken, Zweden, Finland en Ierland) een waarde van ongeveer 10 % voor deze indicator. In vergelijking met de periode 2008‑2010 is de grootte van de fouten en omissies lichtelijk gedaald in Bulgarije, Finland en Zweden. In Italië blijven de waarden van de nettofouten en -omissies hoog als gevolg van de overgang naar een geheel nieuw verzamelings- en opstellingssysteem.

Tabel 7 geeft de gecumuleerde relatieve som van de fouten en omissies weer, die voor elke periode wordt berekend als het gecumuleerde bedrag van de fouten en omissies, gedeeld door de totale lopende rekening (som van activa en passiva). Dit is een indicator van de persistentie van het voorteken (+ of –) van de fouten en omissies, met lagere waarden voor de lidstaten waar de fouten en omissies van voorteken veranderen, hetgeen erop wijst dat de fouten en omissies niet inherent aan het systeem zijn. In 2011 hadden vijf lidstaten (Denemarken, Italië, Polen, Slowakije en Finland) een waarde van meer dan 10 % voor deze indicator.

Tabel 6: Gemiddelde relatieve fout, 2009-2011

[zie origineel document voor tabel]

België| 1 %| Frankrijk| 8 %| Oostenrijk| 4 %

Bulgarije| 6 %| Italië| 12 %| Polen| 5 %

Tsjechië| 2 %| Cyprus| 3 %| Portugal| 2 %

Denemarken| 10 %| Letland| 2 %| Roemenië| 5 %

Duitsland| 4 %| Litouwen| 1 %| Slovenië| 2 %

Estland| 2 %| Luxemburg| 0 %| Slowakije| 4 %

Ierland| 9 %| Hongarije| 2 %| Finland| 9 %

Griekenland| 3 %| Malta| 4 %| Zweden| 10 %

Spanje| 3 %| Nederland| 4 %| Verenigd Koninkrijk| 4 %

Tabel 7: Cumulatieve relatieve fouten en omissies, 2011

[zie origineel document voor tabel]

België| 1 %| Frankrijk| 3 %| Oostenrijk| 0 %

Bulgarije| 9 %| Italië| -12 %| Polen| -17 %

Tsjechië| -4 %| Cyprus| 2 %| Portugal| -2 %

Denemarken| -19 %| Letland| 4 %| Roemenië| -4 %

Duitsland| 4 %| Litouwen| 0 %| Slovenië| 0 %

Estland| -1 %| Luxemburg| 0 %| Slowakije| -12 %

Ierland| -5 %| Hongarije| -5 %| Finland| -19 %

Griekenland| -2 %| Malta| 7 %| Zweden| -1 %

Spanje| -2 %| Nederland| -4 %| Verenigd Koninkrijk| 0 %

14.

9.2. Externe samenhang


De externe samenhang houdt verband met de coherentie tussen de betalingsbalansgegevens en soortgelijke statistieken uit andere statistische systemen.

De externe samenhang met betrekking tot goederen, zoals gerapporteerd in de betalingsbalansgegevens en in de statistieken van de buitenlandse handel, wordt regelmatig gecontroleerd door Eurostat. Bij het vergelijken van de twee gegevensreeksen moet rekening worden gehouden met methodologische verschillen tussen de betalingsbalans en de statistieken van de buitenlandse handel. De belangrijkste daarvan houden verband met het feit dat de betalingsbalans een verandering van eigenaar vereist om een transactie te registreren, terwijl de statistieken van de buitenlandse handel fysiek grensoverschrijdend goederenverkeer registreren, met verschillende waarderingsmethoden[12]. Een voorbeeld van dit verschil is de behandeling van niet-monetair goud dat van eigenaar verandert zonder fysiek naar het land van de nieuwe eigenaar te worden vervoerd; dit goud wordt niet opgenomen in de statistieken van de buitenlandse handel, maar wel in de betalingsbalans.

De algehele samenhang tussen de statistieken van de buitenlandse handel en de betalingsbalansgegevens kan snel worden beoordeeld door te kijken naar de tijdreeksen van de verschillen tussen de waarden voor inkomsten/export en uitgaven/import in de twee statistische systemen, en is in Grafiek 3 weergegeven voor het geheel van de EU-27. De samenhang tussen de gegevens over goederen in de betalingsbalans en in de statistieken van de buitenlandse handel is verbeterd en heeft zich op vrij lage niveaus gestabiliseerd.

Grafiek 3: Goederen ─ verschil tussen de statistieken van de buitenlandse handel en de betalingsbalans, partners binnen de EU-27 en partners buiten de EU-27

15.

10. Conclusies


De inwerkingtreding van de Betalingsbalansverordening bevorderde de harmonisatie van de betalingsbalansstatistieken in de hele EU en verhoogde de beschikbaarheid van gegevens voor de gebruikers.

Uit dit werkdocument blijkt dat de overeenkomstig de Betalingsbalansverordening door Eurostat vereiste betalingsbalansgegevens door elke lidstaat worden ingediend, en dat dit meestal op tijd gebeurt. Tegenwoordig zijn veel meer betalingsbalansgegevens beschikbaar voor de eindgebruikers dan aan het eind van de jaren negentig: er is nu meer gedetailleerde informatie over transacties en geografische uitsplitsingen, de frequentie en tijdigheid van de gegevens zijn verbeterd en er zijn langere tijdreeksen gereconstrueerd ten behoeve van economische analysen. Er wordt meer gebruikgemaakt van ramingen; hierdoor worden kwaliteitsverslagen belangrijker, die een regelmatige controle van de stabiliteit en samenhang van de gegevens mogelijk maken.

Als gevolg van de financiële crisis hebben gebruikers steeds meer aandacht voor zowel betalingsbalansgegevens als gegevens betreffende de internationale investeringspositie. Eurostat en de nationale opstellers stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat de betalingsbalansgegevens en de gegevens betreffende de internationale investeringspositie volledig aan de behoeften van de brede kring van gebruikers voldoen.

De volgende kwaliteitsbeoordeling van de betalingsbalans gaat in januari 2014 van start.

[1] PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23.

[2] PB L 283 van 28.10.2008, blz. 3.

[3] PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164.

[4] Zie 'ESS Handbook for Quality Reports', Eurostat Werkdocumenten, 2009. Zie ook 'ESS Standard for Quality Reports', Eurostat Werkdocumenten, 2009.

[5] Zie 'ESS Handbook for Quality Reports', Eurostat, 2009, blz. 65.

[6] Zie dsbb.imf.org/images/pdfs/dqrs_bop.pdf

[7] Zie epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal

[8] Verordening (EG) nr. 2560/2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro stelde alle transacties onder de drempel van 12 500 EUR vrij van statistische rapportage. Bij de herziening van Verordening (EG) nr. 2560/2001 werd de drempel verhoogd tot 50 000 EUR (Verordening (EG) nr. 924/2009, artikel 5, lid 1).

[9] epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal

[10] Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie van 22 juni 2012, PB L 166 van 27.6.2012, blz. 22.

[11] Hierbij zou een duidelijk onderscheid tussen transacties moeten worden gemaakt al naargelang het gaat om: a) een dienst die over de grens wordt verleend ("wijze 1"), b) een consument die zich over de grens begeeft ("wijze 2") of c) een dienstverlener die zich over de grens begeeft ("wijze 4"). Zie Manual on Statistics of International Trade in Services 2010, hoofdstuk V.

[12] Import/uitgaven worden in de betalingsbalans 'free on board' (f.o.b.) gewaardeerd, maar worden in de statistieken van de buitenlandse handel 'kosten, verzekering en vracht' (c.i.f.) gewaardeerd.