Toelichting bij COM(2013)712 - Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is als grondbeginsel voor de Uniefinanciering vastgelegd dat de jaarbegroting van de Unie in overeenstemming moet zijn met het meerjarig financieel kader (MFK). Om te voorkomen dat de bedragen ter financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) uitstijgen boven de onder rubriek 2 vallende jaarlijkse submaxima voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen, zoals vastgelegd in de verordening die de Raad krachtens artikel 312, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet goedkeuren, is in Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers[1] een mechanisme voor financiële discipline opgenomen. Dit mechanisme houdt in dat de rechtstreekse betalingen moeten worden aangepast wanneer de ramingen voor de rechtstreekse betalingen en marktuitgaven, met inachtneming van eventuele financiële overdrachten tussen het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), erop wijzen dat het jaarlijkse submaximum van rubriek 2 van het financieel kader zal worden overschreden.

Bij de opstelling van de ontwerpbegroting 2014 is uit de begrotingsramingen voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen gebleken dat het submaximum van rubriek 2 voor het begrotingsjaar 2014 na verrekening van financiële overdrachten tussen het ELGF en het ELFPO naar alle waarschijnlijkheid zou worden overschreden. Bijgevolg moesten de rechtstreekse betalingen worden verlaagd om dit maximum alsnog in acht te nemen.

Op basis daarvan heeft de Commissie een voorstel ingediend om een aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen voor het kalenderjaar 2013 vast te stellen[2]. Overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad[3] hadden het Europees Parlement en de Raad het voorstel uiterlijk op 30 juni 2013 moeten goedkeuren, maar op die datum bleek dat nog niet het geval te zijn. Daarom heeft de Commissie het percentage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2013 van de Commissie[4] vastgesteld, en wel uit hoofde van artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[5].

Artikel 18, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 biedt de Commissie de mogelijkheid om met een voorstel te komen om dit percentage op basis van nieuwe informatie aan te passen. De Raad kan het aanpassingspercentage vervolgens tot 1 december 2013 wijzigen. Uit de geactualiseerde ramingen voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen in de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting 2014 is gebleken dat in het kader van de financiële discipline een ander bedrag moet worden vastgesteld. Daarom moet worden voorgesteld om het aanpassingspercentage bij te stellen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

Met het voorliggende voorstel wordt uitvoering gegeven aan artikel 11 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en aan artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad. De belanghebbende partijen hoefden niet vooraf te worden geraadpleegd en evenmin hoefde er een effectbeoordeling te worden opgesteld.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



Met het onderhavige voorstel wordt het in het kader van de financiële discipline toe te passen aanpassingspercentage zoals voor kalenderjaar 2013 vastgesteld in artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2013 van de Commissie, gewijzigd.

3.

Gevolgen voor de begroting



De berekening van het bijgestelde aanpassingspercentage in het kader van de financiële discipline maakt deel uit van de opstelling van de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting 2014 en vindt plaats met het oog op de inachtneming van het ELGF-nettomaximum, dat wil zeggen het submaximum voor marktuitgaven en rechtstreekse betalingen in rubriek 2 voor het begrotingsjaar 2014 na verrekening van financiële overdrachten tussen het ELGF en het ELFPO. Het ELGF-nettomaximum voor het begrotingsjaar 2014 wordt op basis van dezelfde principes berekend als in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2013 van de Commissie. In de nota van wijzigingen nr. 2 bij de ontwerpbegroting 2014 is een reserve voor crisissituaties in de landbouwsector opgenomen.

Gezien de in de nota van wijzigingen vervatte ramingen van de begrotingskredieten voor rechtstreekse steun en marktuitgaven moeten de rechtstreekse betalingen die voor het kalenderjaar 2013 aan landbouwers kunnen worden toegekend, worden verlaagd met 902,9 miljoen EUR, en niet met het in de ontwerpbegroting vastgestelde bedrag van 1 471,4 miljoen EUR. Het bijgestelde aanpassingspercentage dat nodig is om het maximum in acht te nemen, bedraagt 2,453658 %. Het is berekend volgens dezelfde methode als in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2013 van de Commissie.

Met de toepassing van dit aanpassingspercentage vallen de bedragen aan rechtstreekse betalingen op de begrotingsonderdelen waaruit de uitgaven worden gefinancierd die verband houden met de door de landbouwers voor het kalenderjaar 2013 (begrotingsjaar 2014) ingediende steunaanvragen, lager uit.